per week buiten schooltijd onder leiding van door de Commissie te benoemen deskundigen openluchtoefe ningen te doen houden. Op de gemeente-begrooting voor 1918 is een bedrag van f 500.- uitgetrokken voor koston van het op- richten en instandhouden van openbare speelplaatsen. Wij hebben de eer 17 voor te stellen dit bedrag als subsidie voor iqi* aan de Commissie toe te kennen en haar tevens tot wederopzegging kosteloos een ge deelte van het terrein aan de Kruiskamp, nailer an- geduid op de hierbij overgelegde teekcniug, in bruik leen af te staan. Een bedrag van f500.— zal genoeg/aam zijn. zoo lang bij wijze van proef de leerlingen van slechts twee of drie scholen onder deskundige leiding openlucht oefeningen zullen houden, doch het spreekt vanzelf, dat de kosten belangrijk hooger zullen zijn. indien deze maatregel ten opzichte van alle scholen zal worden toegepast. I.< be p a 1 08s Inge rklieden Desteks Nadat in Uwe vergadering was gesproken over de loonen van de losse werklieden, in dienst der gemeente, hebben wij aan de hand van de gegevens, onl zangen van de verschillende belanghebbende organisaties, nagegaan of de bestaande regeling hieromtrent wel voldeed aan de eischeu, die billijkheidshalve ntogen worden gesteld in verband met de loonen in hel vrije bedrijf en die, welke door de gemeente aan haar vast pertoneel worden toegekend. Wij stelden het uurloon van deze losse werklieden daarna vast op 26 cent, met opheffing van den duurtetoeslag. Dit laatste vond hierin zijn grond. Toen voor de eerste maal gedurende de crisis duur tetoeslag aan de werklieden der gemeente was toege kend, waren daaronder tie losse werklieden niet begre pen. Deze vroegen daarna verhooging en ons college overwoog toen. wat voor de werklieden voordeeliger zoude zijn, een duurtetoeslag, zooals die bestond voor de vaste werklieden of een verhoeging van loon. Hel eerste bleek het geval te zijn en dus werd de duurte toeslag op 2 Juni 191b toegekend. De praktijk leerde. <i*t het toekennen van een duur tetoeslag op de basis als door Uwe vergadering vast gesteld, bezwaren opleverde bij los personeel, omdat het dienstverband soms weken, soms dagen, ma.ir soms ook slechts uren duurt. Het wil ons voorkomen, dat er op dit oogenblik dan aanleiding kan bestaan, om te voldoen aan liet verzoek van de afdeeling Amersfoort van den Neder landschen Bond van werklieden In openbare diensten en bedrijven, welk verzoek den Maart 1918 om prae-advies in onze handen werd gesteld Adressanten zeggen in hun adres: Door dit besluit van 2 Juni 191b gingen eerstgenoemde werklieden met f 2 loon per week meer naar huis, terwijl de losse werk lieden, door intrekking van den toeslag van hen, met pl.m. 50 cent per week meer naar huis gingen» Deze wijze vae voorstelling is absoluut onjuist en wij mogen niet nalaten er onze spijt over uu te spreken, dat de organisatie, waarmede wij telkens overleg hebben gepleegd, op zoodanige wijze haar doel tracht te bereiken. Onjuist zoggen wij. en wel cm deze reden aan de vaste werklieden werd met ingang van 1 Januari een looneverhbogiug toegekend van f 2 met behoud van den duurtetoeslag. Maar het verband, dat wordt gelegd tusschen deze loonsverhooging en die van de losse werklieden, gaat niet cp. Wat de gemeente voor haar vast personeel meent te moeten doen, behoeft nog niet per só ook aan de losse werkkrachten te worden toegekend. Dat dit zoo is, blijkt uit den bustaauden toestand, die voor beide groepen niet gelijk is en niet gelijk kan zijni Het is bovendien onjuist te meenen, dat de losse werklieden slechts so cent verhooging van loon ontvingen. Feitelijk in strijd met de besteksbepalingen, genoten de losse werklieden een uurloon, waarvan de basis 22 cent bedroeg. Wij verleenden, zooals is gezegd, op 2 Juni 1916 een duurtetoeslag, waardoor de basis werd verhoogd tot 24,5 cent per uur. Hij een gemiddelden arbeidstijd van 60 uur, bedroeg de verhooging dus por week 60 X 2,5 cent f 1.50. Bij besluit van y> Nov. 1917. no. 7 werd het uurloon verhoogd tot 26 cent, onder intrekking van den duurtetoeslag. De verhoo ging bedroeg dus toen, vergeleken bij het laatst geno ten loon 60 X 1.5 =9° cent, bij dat, hetwelk vroeger werd genoten f 1.50 -f f 0.90 f 2,.to. Op hel «ogen blik, dat wij deze regeling troffen, bedroeg het loon in het particulier bedrijf 2 7 cent. De Gemeente deed du» meer dan werd gevraagd. Ook is de regeling in volkomen overeenstemming met die, geldende voor de vaste werklieden, zooals die luidt krachtens Uw besluit van 18 December 1917. Zou aan den wensch van adressanten worden vol daan, dan zouden de losse werklieden een zoodanig I loon ontvangen, dat de vaste daarin onmiddellijk aan- leiding zouden vinden. Uwe vergadering om loons verhooging te vragen. Op grond hiervan hebben wij da eer L te advi- «eeren op het verzoek afwijzend te beschikken. Intusschen hebben wij hiermede niet willen betoogen, dat de bestaande loonregeling van het niet in vasten dienst der gemeente werkzame personeel, ons geheel bevredigt. Zij, die ten behoeve van de gemeente werk ver richten, kunnen in drie categorién worden gesplitst a, de vaste werklieden en tijdelijk aangestelden, vallende onder het werklieden-reglement b. de werklieden, welke arbeid verrichten ten behoeve van aannemers vae gemeentewerk c de werklieden, welke door de verschillende takken van dienst in lossen dienst worden genomen. De loonen van de categorie onder a genoemd, zijn onlangs bij verordening geregeld en kunnen thans verder onbesproken blijven- Die van de tweede categorie zijn geregeld in de z e n. besteksbepalingen, maar deze zijn geheel ver ouderd. Intusschen werden de loonen van deze werk lieden tegelijk met die. genoemd onder c door ons geregeld, als boven is aangegeven Welke methode van loonregeling voor het vaete- en ion. overheidspersoneel het meest esnbev.llns ver lies, daaromtrent h» ast oog geen vaetstaande meentrg En dit valt niet te verwonderen, wordt bedacht, hoe geheel anders de positie van d» gemeente, bijv. als werkgeefster is geworden, door de voortdurende uitbreiding van haar taak, terwijl de verhoudingen tusschen werkgever en werknemer in het vrije maatschappelijk verkeer evenzeer zijn veran derd. Zag de overheid zich aanvankelijk tot plicht toege wezen, het volgen van eigen Inzicht, omdat in het vrije bedrijf elke organisatie bijna ontbrak, later werd het haar plicht geacht te zorgen voor zoodanige loon regelingen, dat zij voorbeelden zouden zijn voor den particulieren werkgever. Besteksbepalingen moesten dienen als motor, tot opdrijving van den loonstandasrd. Thans is een nieuw stadium ingetreden, en wordt die regeling voor de meest gewenschte gehouden, welke met hut vrije bedrijf hand aan hatxl gaat. zoodat in Am sterdam dc periodieke verhoogingen zijn afgeschaft. Zooals is gazegd, bevredigt ons de bestaande toe stand voor tie catcgoriSu, onder b en c genoemd, niet. En de oorzaak hiervan is te vinden, in de verhouding waarin de gemeente tot de particuliere bedrijven staat. Wanneer de gemsente werk uitbesteedt of arbeiders in l"ssen dienst neemt, dan onderscheidt zij zich als werkgeefster in niets van den particulier. Toch bestaat er tusschen beiden, ten aanzien van de loonregeling een belangrijk verschil Dc werkgeefster-gemeente is ais overheid gebonden aan regelingen door het vertegenwoordigend orgaan vastgesteld. Kn het spreekt wel van zelf dat deze regelingen niet telkens voor verandering vatbaar zijn. In hot vrije bedrijf is langzamerhand organisatie gekomen, aan beide zijden, bij de patroons en arbeiders. De ontwikkeling, waarin het instituut van het collec tieve contract zich mag verheugen, heeft verder steun gegeven aan «lic organisaties om regelingen te treffen voor bepaalden tijd. Daarin ligt, naar wij meenen, veel goeds, zoowel voor de patroons als voor de werk nemers en 'i"k voor dc gansehc maatschappij. Het is de vrije wil van beide parijen, die een contract tot stand doet komen, terwijl de kracht van de organi saties en de plaats welke zij gaan innemen, waar borgen inhouden voor een richilge uitvoering van het gecontracteerde. Dusdanige regelingen moeten, naar wij goloovm. op den duur bevrediging schenken. Zij hebben boven dien ook nog dit voor - een voordeel, dat zich in «lezen tijd mogelijk meur zal doen gelden, dat de loonregeling in verhouding blijft tot den levensstandaard Deze bewegingsvrijheid mist dc gemeente als werk- geefster, zoolang de uitvoerders gebonden blijven aan verordeningen, door den Raad vast te Stellen. Maar nu de gemeente steeds meer en meer met de loonre gelingen in aanraking komt, omdat haar laak zich uitbreidt en wijzigt, moet ook zij haar standpunt wij zigen, moet aan de uitvoerders meer bewegingsvrijheid worden gelaten. De dubbele positie, waarin de gemeente verkeert overheid-werkgeefster - verbiedt haar echter te gaan slaan aan de zijde van een der partijen dat kan niet. Maar wat wel kan en wij zijn van oordeel, dat het dezen kant uit moet, dat is. dat de gemeente zich als neutraal derde eenvoudig aansluit bij de regelingen, hij collectief contract gesloten tusschen werkgevers en werknemers. Wanneer daartoe wordt besloten, zal de gemeente worden ontheven van een taak, welke haar wel eens wordt toebedeeld, maar haar als werkgeefster toch oict toekomtvan werkgevers-standpunt be schouwd, die, 0111 loonsverhooging legen te houden; van werknemers-standpunt beschouwd, die om loons verhooging te bevorderen. Van zelf komt de vraag naar voren, hoede gemeente dan zal staan tegenover haar vast personeel. Een afdoend antwoord hierop vermogen wij nog niet te geven. De ondervinding zal den weg moeten wijzen. Intusschen vergel* men niet, en wij wezen daar reeds terloops op, dat er in de positie van de categorien a on b, belangrijke verschillen bestaan, waaraan, naar wij meenen. ook door de organisaties te weinig aan dacht wordt geschonken. De vast aangestelde werklieden staan niet bloot aan het gevaar van werkloosheid en zijn daardoor van de zorg ontheven voor tijden van werkloosheidgelden daarvoor behoeven zij niet af te zonderenzij zijn pensioen gerechtigd, waarvoor de premie door de gemeente wordt betaald, terwijl zij in de gelegenheid zijn hun nabestaanden tegen een matig» premie te verzekeren, voor hot geval zij als kostwinner komen te vallen. Hierop behoeft eciit»r thans niet nader te worden ingegaan. In den laatsten tijd hebben ons adressen bereikt, waarin er op werd gewezen, dal du bestaande besteks bepalingen een belemmering waren, voor het tot stand komen van een collectief contract tusschen de patroons en werklieden in de bouwvakken. Deze belemme ringen behooren te worden opgeheven en dat kan ge schieden door aanneming van het ontwerp-besluit.dat wij de eer hebben. U hierbij aan te bieden. Dc Raad der Gemeente Amersfoort, Gelezen de voordracht van Burgemeester en Wet houders gedaan bij missive van den 23 April 1918, Afd. 1, no, 1153. BESLUIT u. in te trekken zijn besluit van 28 Mei 1907, laatste lijk gewijzigd 28 Maart 1913. tot vaststelling van de voorwaarden, die bij het ten uitvoer brengen van door de Gemeente in 't openbaar aan best e«d werk, nage komen moeten worden b. in te trekken alle beslaande regelingen omtrent de loonen van niet op proef of vast aangesteld per soneel, in dienst der gemsente werkzaam; c. Burgemeester en Wethouders op te dragen zich namens de gemeente aan te sluiten bij de bestaande of nader vast te stellen, door werkgevers en werkne mers in het vrije bedrijf opgemaakte collectieve arbeid» contracten, zoodat de daarbij vastgestelde arbeidsvoor waarden ook zullen gelden voor allen, die, hetzij direct hetzij Indirect, voor de gemeente werkzaam zijn en niet vallen onder de bepalingen van het Werklieden reglement, een en ander onder deze twee voorwaarden 1. dat Burgemeester en Wethouders zich geen partij mogen stellen bij- en niet mogen deelnemen aan de onderhandelingen over bet sluiten of wijzigen van contracten; 2. dat van elk besluit, waarbij Burgemeester en Wethouders zich verbinden iul nakoming van een contract, daarvan kennis wordt gegeven aan den Raad, die de bevoegdheid behoudt de overeenkomst voor de Personeel jaarwedden en loonen. In ons schrijven van S October 1917. Gedr. Verz No. 20ft, bespraken wij de wenschelijkheid van het samenstellen eerier commissie, welke tot taak zou heb ben, van voorlichting te dienen omtrent de jaarwedden en loonen van de ambtenaren en werklieden. Het lag toen niet in onze bedoeling deze commissie spoedig in het leven te roepen. Daartoe bestond toch geen aanleiding, omdat die wedden en loonen toen werden herzien, en ook, omdat zij het onderzoek naar de ver- b mding tusschen loon en levensstandaard zou instellen zoodra meer normale tijden zouden zijn aangebroken. Wij waren toen reeds in het bezit van een schrijven van liet bestuur van den Algemeenen Nederiandschen Ambtenaarsbond, waarin op instelling van een soort gelijke Commissie wordt aangedrongen. liet komt ons bij nadere overweging gewcnscht voor, dat thans tot de instelling van die Commissie wordt overgegaan, De ondervinding toch, bij de behandeling van de loonregelingen opgedaan, is deze, dat het verkregen resultaat noch belanghebbenden, noch ons heeft kunnen bevredigen, en we gelooven niet, dat Uwe vergadering er anders over denkt En dat kan ook bezwaarlijk anders, want, zonder ook maar iets te kort te doen aan den eerbied voor de werkzaamheden van den Raad, mag worden gecon stateerd. dat samenstelling, noch werkwijze zich bijzon der eigenen 0111 met voldoende kennis van zaken te kunnen ourdeelen, over de werkzaamheden die de ver schillende ambtenaren verrichten en de waarde daar van in betrekking tot liet bestuur van de gemeente. Hoe licht kan daarvan 1 iet het gevolg zijn, dat besluiten worden genomen, die geen voldoenden steun vinden in dc werkelijkheid en daardoor schade doen aan het behoud van de noodigu verhoudingen Zulke besluiten scheppen voor ons college moeilijk heden, kweeken ontevredenheid hij de ambtenaren. De ervaring van den jongste» tijd heeft, meenen wij, de juistheid hiervan meur dan bewezen. Bij -ie gestadige uitbreiding van het corps ambte naren on werklieden kan de tegenwoordige wijze van handelen dan ook moeilijk worden bestendigd, of tel- zullen adressen inkomen «iie om hersti1 mlcn kans dat verhoudingen worden geschap Intusschen dienen, bij du beoordeeling van dit alles, twee zaken niet uit het oog te worden verloren; ten eerstedat de eindbeslissing bij den Gemeenteraad moet blijven en dat de Commissie steun moet vinden in de Gemeentewet, althans met die wet niet strijdig Wat het eerste punt betreft, z mogen aannemen, dat. wanneer met goedkeuring van Uwe vergadcring.de regelingen op nader te schetsen wijze zullen zijn tot stand gekomen. Uwe beslissing meer een formeel karakter zal aannemen, al blijft de gelegenheid om in te grijpen, wanneer daartoe aanlei ding besta-t, volkomen intact. En wat het tweede bezwaar betreft, daaraan kan worden voldaan, naar wij meenen, op een wijze, die toch weer aan de belanghebbenden voldoende gelegen heid laat hunne belangen te beliartlgeti. Waar nu hel college van Burgemeester en Wet houders een groot deel van de verantwoordelijkheid draagt voor den goeden gang van zaken, komt het ons voor, dat ook aan dit college den invloed op de indeeling van het personeel in rangen en de bezoldi ging. welke daaraan zal zijn verbonden, niet mag worden onthouden Daarom komt deze regeling de meest gewenschte in hut voorbereiden van de noodige regelingen om trent de jaarwedden en loonen van liet in dienst der gemeente zijnde personeel, en omtrent alle aange legenheden de rechtspositie van dat personeel betref fende, worden Burgemeester en Wethouders bijgestaan door een Commissie van bijstand, overeenkomstig arti kel 54 van de Gemeentewet. Verder wordt ingesteld een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de belanghebbenden. Deze commissie bestaal uil afgevaardigden van alle georga niseerde groepen van ambtenaren en werklieden De organisaties wijzen zelf haar vertegenwoordigers aan. Teneinde er verder voor te waken, «lat ook rekening zal worden gehouden met de verschillende verhoudin gen in den dienst, komt het ons noodzakelijk voor, dat een der hoofdambtenaren zitting neemt. En einde lijk komt het noodzakelijk voor. dat ook uit de vrije maatschappij een tweetal vertegenwoordigers zitting nemen. De verhoudingen tusschen de arbeidsvoor waarden bij de gemeente geldende cu die van het vrije bedrijf, grijpen meer en meer in elkaar. De Commissie zou dus aldus worden samengesteld een vertegenwoordiger van dc verschillende geor ganiseerde groepen, door haar aan te wijzen een vertegenwoordiger van de hoofdambtenaren, door de groep zslf aan te wijzen; een patroon uit het vrije bedrijf en een werkman uit het vrije bedrijf, beiden aan te wijzen door Burge meester en Wethouders. De Commissie van bijstand zal bij hel verlichten van haar werkzaamheden met deze Commissie in nauw contact moeten staan. Hun verhouding te reglemen teeren schijnt ons niet aanbevelenswaardig. Wij zou den liever de proef willen nemen met een vrije over eenkomst; beide commissies zullen deze voordracht tol grondslag kunnen nemen tot het bepalen van uunne verhouding en dan is hel tiiel twijfelachtig, of de bedoeling is, dat gewenscht wordt een zoo innig mogelijke samenwerking. Onder niededeeling van het vorenstaande, hebben wij de eer U voor te stellen over te gaan tot het benoemen van een Commissie van bijstand in het beheer van de zaken, in betrekking staande tot de rechtspositie van het personeel der gemeente en zijne bezoldiging en tot het in het leven roepen van een commissie, als is aangegeven, met wie geregeld overleg zal worden gepleegd. De daartoe betrekkelijke ontwerp besluiten gaan hiernevens. De Raad der gemeente Amersfoort, Gelezen de voordracht van Burgemeester en Wet houders van den 24 April 1918, afd. I no. 1151, BESLUIT: dat zal worden ingesteld een commissie, waarmede dc Commissie van Bijstand In het beheer ran de zaken, in betrekking staande tot de rechtspositie van bet personeel der gemeente en zijne bezoldiging, geregeld overleg zal plegen, welke commissie zal worden sa mengesteld als volgt a. een vertegenwoordiger van elke georganiseerde groep van ambtenaren en werklieden, door de groep zelf aan te wijzen; b. een vertegenwoordiger van de noolaamuie- naren, door de groep zelf aan te wijzen; c. een patroon uit het vrije bedrijf, door Bur gemeester en Wethouders aan te wijzen; d. een werkman uil het vrije bedrijf, door Bur gemeester en Wethouders aan te wijzen; dat deze commissie uit haar midden zal benoemen •n voorzitter en een secretaris, telkens voor den tijd in een jaar dat de Commissie haar eigen huishoudelijk regie ent kan samenstellen, waarvan afschrift moet worden gezonden aan den Gemeenteraad, Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Bijstand; dat elke georganiseerde groep, welke een afge vaardigde wensclit aan te wijzen, daarvan moet kennis sven aan Burgemeester en Wethouders. Per so n ee 1. In Uw verga lering van 26 Februari j.l. werd onze jordracht van 21 Februari t.v. (Gedr. Verz. no. 2t) inzake het verzoek van de agenten van politie, ver worpen. zoodat die aangelegenheid nader in behandeling dient te komen. Om prae-advies werden verder in onze handen ge steld een tweetal adressen van ambtenaren, op het zelfde onderwerp betrekking hebbende. In verband met onze voordracht van 24 April j. 1. (Gedr. Vcrz. no. 82) komt het ons raadzaam voor, op deze adressen geen beslissing te nemen, alvorens de betrokken Commissies in de gelegenheid zijn geweest hun meening daarover kenbaar te maken. Vertrouwende, lat Uwe vergadering zich met onze genoemde voordracht zal kunnen vereenigen, hebben wij de eer U voor te stellen, bovengenoemde adressen aan te houden, tot dat de Commissies zullen zijn in gesteld. Invoering vrije Zaterdagmiddag, in Uwe vergadering van 18 April 191ft werd over eenkomstig ons voorstel, besloten, aan de afdeeling Amersfoort van den Nederiandschen bond van werk lieden in openbare diensten en bedrijven, en dc afdee ling Amersfoort der Nederlandsche R.K. Gemeente werklieden», naar aanleiding van door deze afdeclingen aan Uwen Raad in April 1915 gerichte adressen, houdende verzoek, voor de werklieden aan alle Ge meente-bedrijven. ten opzichte van wie het drie-ploegen* stelsel niet van toepassing In, de week te doen eindigen op Zaterdagmiddag 4 uur, zonder dat hiermede ver mindering van loon gepaard gaat. mede te dcelcn, dat. indien meer normale tijden zullen zijn ingetreden, het invoeren van den gehcelen vrijen Zaterdagmiddag in overweging zal worden genomen. Alhoewel tot heden de tijdsomstandigheden nog geenszins gunstiger zijn geworden, is ons college nochtans van meaning, dat met de invoering van den vrijen Zaterdagmiddag niet langer mag worden gewacht. ling van den vrijen Zaterdagmiddag na 12 uur geeft aan, dal «leze per jaar ongeveer zullen bedragen voor de Reiniging f 1297,92 voor Gemeente-werken f 2000.— voor de Gasfabriek f2400.— voor de Waterleiding. f 190. voor Het Electriciteitabedrijf f 255. Totaal. f6142.92 voor het geval dat meer personeel zal moeten worden aangesteld; of dit het geval zal wezen, z. I de onder vinding moeten aantoonen. Met het genoemde bedrag wordt dus feitelijk het «/«Woon verhoogd, omdat voor een minder aantal werkuren eenzelfde loon wordt uitbetaald. De invoering zal vooral Hij de Reiniging moeilijk heden ondervinden. Echter heeft ons College gemeend vo -r dezen tak van «lienst geen onderscheid te mogen maken. liet zal evenwel uoodig zijn, met het oog op het straatvegen na afloop rlcr Zatcniaga vond markt b.v„ «fat avondwerk wordt verricht. Wij zijn van mee- ning dat dit avondwerk volgons de werkroosters (die in verband hiermede zullen worden gewijzigd) en n/ier vergoeding behoort te geschieden. Dit is ook billijk te achten als men in aanmerking neemt, dat, gelijk in den aanhef reeds vermeld is, deze invoering niet van toepassing zal zijn voor «ie werklieden, ten opzichte van wie het drie-ploegenstelsel van toepas sing is. Kan Uwe vergadering zich met het bovenstaande vereenigen, dan noodigen wij haar uit hel hlerbijgevoegd ontwerp-besluit tot wijziging van het Werkliedenregle ment, verordening, regelende den rechtstoestand der werklieden in «lienst der Gemeente Amersfoort» wel te willen vaststellen en ds bepaling van den datum van in werkingtreding van dit besluit aan ons College over te laten. De Raad der Gemeente Amersfoort. Gelezen de voordracht van Burgemeester en Wet houders van den 23 April 1918. Afd. 1 No ii -j BESLUIT: vast te stellen de volgende Verordening, tot wijziging van het werkliedenreglement, veror dening, regelende den rechtstoe stand der werklieden in dienst der Gemeente Amersfoort. Artikel 1. Het luuja lid van Art ,s wordt vervangen door het volgende te ^eSuurZaterdag8 *lndigt de werk,'id <1m middags Indien het belang van den dienst zulks medebrengt kunnen Burgemeester en Wethouders bij de in art 1-' bedoelde roosters bepalen.dat ook op /„ter,lag ni de7 middags 12 uur en op Zon- en feestdagen bepaalde werklieden of bepaalde cuiegoriüen van werkheden werkzaamheden zullen verrichten „oS :,ts™bedenbii Artikel 2. Dit besluit treedt in werking op een nader Burgemeester en Wethouders te bepalen datum.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 6