Eerste Nederiandsche Hypotheekbriefbank
Firm ff. FANBEEK:
Amsterdamsche Bank
Safe Deposit.
Asthmaiijders.
„iSTHIATIKAL"
J. A. VAN BARNEVELD
ZeeniMpons
Boor Duisternis tol Licit.
Indien l' een prima rijwiel
wensclit te knopen. Traag
dan eerst onze prijzen en
I" zult verbaasd staan over
kwaliteit en prijs. Wij repa-
reeren ook alles wat maar
in liet rijwielvak behoort,
lot zelfs de onmogelijkste
reparation.
Beleefd aanbevelend.
T©1. 437
Kerkstraat 4. Amersfoort, j
't-GRAVENHAGE LANGE VIJVERBERG 9
Geeft if 4'/, 7o en 4 7o Algemeene Hypotheekbrieven tegen beurskoeri.
Bijkantoor Amersfoort
Kort» Gracht No. 11
Kapitaal ra Beserren f bt).417.100.
t'redieten voor
handel en industrie,
lneasso's.
Het eenige middel ter beitrijding vau
aathma la het wattig gedeponeerde
te AMERSFOORT verkrijgbaar bij
A. v. d. WEG. l.angegtraat 23.
P. UK ZWART. I.angestraat S8,
Firma J. HOOGLAND. Kromraeatr. 46.
Te Utrecht bij
J. 1. C. DENKER. Burg. Relgeratr. ti
Firma J. C. WOORTMAN. Neude 3,
W. SCHEEPSTRA, Amst. atraatw. tab
J. A. BEEKENKAMP, W.Vrouwenatr. 24
En bij den Generaal A ge at
H. v. d. MEIDE
ie Schanaatraat 42, ROTTERDAM,
waar teven* gratia inlichtingen zijn te ver-
j krijgen.
Wy plaatsen Uwe an
nonces in alle bladen
zonder verhooging van
prys.
De Administratie
IT, H. WINKELIERS.
Borstelfabrikant. Kampstraat li, Amersfoort
levertnogalle aoortea prima BEZEMS, WERKBOF.NDERS, LUIWAGENS.
TAPIJTSCHUIERS enz. tegen concurreerende prijzen. Tevena scherp con-
earreertnd all* soorten POETSARTIKELEN tegen fabrieksprijzen.
Vraag mijn succeiar'.ikel
Drukkerij „De Amorstoorisehe t'ourant"
voorheen A. H. VAN CLKEFF
Kotogre-oht 9 enValkcsta&t 19 - Telefoon 19
HM»
BRIEFPAPIER - ENVELOPPEN - VISITS - FACTUREN
KWITANTIÈN - CIRCULAIRES - BESTEKKEN
BROCHURES ENZ. ENZ.
Vraagt modellen en prijsopgaaf aan bovenstaande adressen
iWï'Sf;
FEDILLKTON
>5)
Hij dacht voor hen en handelde voor hen Hij
gat zijn orders 1 leer, als nu die bouillon
maar gauw kookte! Hij zelf was uitgeram
meld. hoe hongerig moeten dan de anderen
wal zijn. die waarschijnlijk al vele uren ge
werkt en gezwoegd hadden.
Ze dekte de tatel met een tafellakentje en
vond de borden borden hadden ze ge
lukkig genoeg. En aan lepels was ook geen
gebrek. Als er nu maar een paar messen
en vorken meer geweest waren in het servet,
dat overigens zoo rijk was aan inhoud. Een
potje Fransche mosterd en een tlescb pickles
kwamen er uit, die zette ze op tafel. En
midden in een hoop blikjes met sardines
eindjes worst, koude kip een stopt] esch met
paling in gelei en wat er in de haast nog
meer bijeengeraapt, was, ontdekte ze plotse
ling een bloemvaasje met ten paar verdrukte
roz,en er in.
Frida von Heffner werd van aandoening
bleek. Dut was een vriendelijke groet der
beschaving - een aandenken uit het Koor-
sche kustplaatsje, waar ze een acht dagen
geleden langs waren gevaren. «Dat is de
bloemenstad», had kapitein Strohmann ge
zegd, toen een groote mand met rozen van
de aanlegplaats overgereikt en aan dek ge
zet word. «Molde», voegde hij er bij, «ia
een paradijs tusschen de met sneeuw be.
dekt rotsen».
Ze verschikte wat aan de rozen, die zich
zoo bijzonder goed hadden gehouden, en
gaf het vaasje een plaats op tafel. Hoe
eigenaardig stond het in het half duistere
vertrek, 't Had er iets van, of een bedeesde
gast uit het licht van den zomer was binnen
gekomen in die armoedige hut, om wat
vreugde rondom zich te verspreiden. Frida
kwam op eens in goe.i humeur. Ze kreeg
bijna lust oen van de plat-Duitsche volks
liedjes te gaan zingen, die de boerenbevol
king in den omtrek van het groote voor
vaderlijk landgoed in Sleeswijk-Holstein
soms aanhief.
Daar kwamen de anderen. Ze hoorde,
hoe ze de sneeuw van hun laarzen buiten
afstampten. Frida stak haar hoofd door de
deur.
«Goeden morgen, heeren», zei ze vroolijk.
«Het eten is dadelijk klaar. De keukenmeid
heeft zich halaas verslapen, - maar als de
hofmeester zoo goed wil zijn brood ie
snijden maar waarom ziet gij er allen
zoo treurig uit Is er iels ernstigs gebeurd?»
'Zooals men het nemen wil«, bromde
Bralt. >U hebt toch wel gezien, dat de
Victoria* verdwenen is van nacht.-*
«Wat erger is, bekoorlijke jonge dame,*
begon de professor klappertandend Bratl's
mededecling te voltooien, «onze sioep is
met zulk een kracht tegen een klip geslagen,
dat de eene zijwand geheel verbrijzeld is De
sloep is niet meer te gebruiken. We zijn in
die verwenschte, vermodderde Asgardhbaai
gevangen als ratten in een val. We kunnen
nog een poos aan 't spek knabbelen, om
dan te sterven*.
«Onzin*, zei Bratt barsch. «Dat mankeerde
er nog maar aan, dat we zouden gaan lig
gen om dood te gaan in dezen ellwndigen
uithoek. Al zouden we genoodzaakt worden
hier te overwinteren, we zullen er ons wel
doorslaan. Het komt er maar op aan den
gang et in te houden; kijk eens we
hebben rozen*, voegde hij er getroffen aan
«Rozen!* riep de professor,
helpe mij, is dat niet la France?
«God
zuchten we dan om 't ls hier als in Pro.
vence. O Heer, mijn schepper, hoe goed
doet tne datEn die zalig lekkere lucht
uit die pan
«Dat is bouillon met versch vleesch*, zei
de loods, «acht porties. Die zijn wel noodig.
Ik voor mij hen hongerig als een ijsbeer
op St, Jan*.
De barones keek verlegen van den een
naar den ander. Ze wist niet of ze zou
huilen of lachen. Maar de professor was on
weerstaanbaar, zijn zwaarmoedige bui was
»U hebt een roetvlek op uw neus, hoogge
achte vriendin*, kraaide hij in verrukking,
een echte roetvlek. Die staat u niet on
aardig".
Frida kreeg een hoogroode kleur.
«Wat zegt u? een roetvlek?» Ilaaroogen
gingen zoekend rond naar een spiegel. Bij
de waterkan maakten ze halt.
»'k Heb me nog niet gewasachent, mom
pelde ze, bewust van schuld en wreef hard
met een punt van haar zakdoekje.
>'k Feliciteer u«, zei Bratt. «We zullen
moeten afleeren ons te bekommeren om hoe
we er uitzien. Als men voor T behoud van
zijn leven moet vechten, laat een roetvlek
volmaakt, koud. Toen Nansen van zijn
laatste poolreis terugkwam, kon men het
vuil met een mes van hem afschrappen
Maar nu ons diner. Zouden we voor deze
gelegenheid niet oen kroes biertappen?»
«Bravo!» riep de professor, «En een
bavana-sigaartje na tafel, als de freule het
wil toestaan. O. het leven is heerlijk, zelfs
op den ;ben breedtegraad. Laat ons gaan
De dampende vleeschsoep verjoeg alle
mismoedigheid. Ze zatsn als een vertrouwe
lijk groepje samen, gebruikten om beurten
de vorken en messen, en allengs verdwenen
do acht porties vleesch. Het bier was uit
muntend. even frisch als het getapt wordt
in Pschorrs kelder te Müncben, en de bij
zondere geur van de echte Bock-sigaar
werd vermengd met die van een sigaretje
Philip Morris, dal in een verborgen hoekje
van het jongedameskoffertje was gevonden.
En de blauwe rookwolkjes van de levens
vreugd dwarrelden door Ottamkofs hut,
hingen als lange serpentinensluiers onder
het lage dak. liefkoosden hoop en droomende
verbeelding en daalden als een waas der
vergetelheid neer op de menschen, die reeds
stonden op den drempel der vertwijfeling.
En voor het oog van hun verbeelding
vertoonde zich het tooneel uit den strijd,
toen Ottamkofs mannen het laatste vaartuig
zagen verdwijnen om de Asgardhpunt
terwijl de eerste sneeuwjacht hun den lan
gen vreeselijken winter verkondigde.
De ijsloods was de eerste, die de stilte
van deze vreemde siesta verbrak.
«Hier /aten ze», zei hij met een diepe
j stem, «rondom denzelfden haard en dezelfde
tafel, die arme walrusvaarders uit Archangel.
Het waren blceke vermagerde menschen
met nietszeggende doffe oogen. Daar zaten
ze in de donkere hut en hadden geen ander
licht dan ren walmende speklamp. E11 de
duisternis kreeg macht over hen, ze werden
j vad/ig, lui en moe. Ze verzetten er zich
tegen zoo goed ze konden. Ja hier zaten
ze en maakten knoopen in een touw, om
het werk te hebben van 't weer losknoopen.
Ze tornden de naden los van hun beesten-
vellen, alleen om zich de bezigheid te ver-
schaffen de stukkken weer aan elkaar te
naaien. Z.e pasten nacht en dag op elkaar,
1 opdat de scheurbuik niemand zou overman
nen. Als eeu van hen tweemaal achtereen
goed sliep, wist men dat het scorbut spoedig
was te wachten.
(Wordt vervolgd.)