Holland-Bank
Dr. uijjM'i^
Maison van EIMEREN-STRAATMAN
PANAMA, WIT BATIST,
WIT LINNEN HOEDEN f4.90
Ueii iiciibosiclieii
L G. PD.\iNE Amersfoort
FORTMANN HEHENKAMP
-e
te AMSTERDAM.
UITGIFTE VAN f 547,200.-
ii l»€t. Pandbrieven
Door Duisternis lol Licht.
B fl fl 7 T NEERLA.NDS GENIALE
11 U U K 1 BOUWMEESTER
geurige 10 cents sigaar,
uit het magazijn >DR NIJVERHEID»
KROMMESTRAAT 7.
„ETNA" vuurmakers bran
den minstens 10 minuten,
- - 11.00 per 100 stuks
verkrijgbaar bij
Firma Ij. rail Achterborgh.
Brandstoffenhandel Arnhemschestraat ia.
Utroclitschcstraat
Telef. 467
I
Té KOOP llKVRAA(il) met kaprecht, grootte van i jo H.A. met of zonder grond.
Br. met opgave van aantal stuks en dikte, oppervlakte en nadere inlichtingen I.ett.
P S.ii N. V. v/h. Adv. Bur. C. VV. BETCKE, Coolsiugel 68 Rotterdam.
Licht en Kracht
Installaties
alleen uit eerste klasse
materialen gemonteerd
0-
LANGESTKAAT «:i
(Tegenover tie Krom niest raai)
Magazijnen van Tapijten en Beddenartikelen
Groote voorraad crème en gekleurd Lancaster
voor Gordijnen
Tentlinnens voor Zonneschermen en Marquizen
NAAML00ZE VENNOOTSCHAP
.Maatschappelijk Kapitaal 1' 4,000,000.—
waart an f 1,573,200. - geplaatst en volgestort.
liaad van Beheer:
Mr. E. J. EVERWIJN LANGE. Directeur der N. V. Spokane Meelmolens, Voorzitter.
J. FREDERIK BANGERT, lid der firma J. Frederik Bangert Co.
li. VAN KEMPEN, lid der firma H. Oyens zonen.
R. VAN LENNEP, Directeur der Cultuurmaatschappij der Vorstenlanden.
J. 11. WIJSMAN Hzn.. lid der firma Jarman Zoonen.
Jhr. Mr. W. F. RÖELL, Secretaris.
Vertegenwoordiging van deit Baad van Beheer te Spokane
HENRI CROMMELIN.
CHARLES A. O'CONNOR.
Trustee voor de Pandbriefhoadera
NEDERLANDSC1IE TRUST-MAATSCHAPPIJ te Amsterdam.
Rechtsgeleerde Adviseurs
POST, RUSSELL, CAREY HIGGIXS te Spokane.
tot den koers van 99 pCt.
De ondergeteekenden berichten, dat de inschrijving op deze pandbrieven zal zijn
opengesteld te hunnen kantoro op
WOENSDAG 22 MEI 11118
van 'h morgeus tot 's namiddags 4 uur.
Volstorting moet geschieden op Raamlng 8 Juni 1918 ten kantore der Holland
Bank, Spui 1519.
Prospectussen en Inschrijvingsbiljetten zijn verkrijgbaar ten kantore der onderge
teekenden en ten kantore der vennootschap.
II. OVENS ZONEN.
JAKMAN A ZÖONEN.
Amsterdam, mo J. FREDEltIK BANGERT Co.
FEUILLETON
16)
Dus tornden ze en legde,
handen knoopen in 1
niet toe togeven aan do slaperigheid - - ze
waren bezig, zonder ophouden en zonder
'"ja. daar zalen ze...."
Ei. .nis hoorden ze als een gehuil uil
da veiic, >Dat is de Spitsbergen hond
fluisterden ze. Ze geloofden aan liet fabel
dier. dat op Edge Island verblijf hield; a's
de wind kwam het aanzetten over de top
pen der golven, cironk hun brandewijn op
en bracht huil de scheurbuik. E11 als dan
De loods hield op, en zijn van koorts bran-
.eude ongeil vestigden zich alarend op de
bleeke aangezichten om bera.
„Hoor!" riep hij de hond huild daar
buiten
Bratt stond »>p.
„Je bent ziek, Johiisen"'. zei hij zacht
„je hebt koorts".
De loods boog zich voorover.
„Neon", zei lui. ,,!k vergis me niet. Daar
Eu werkelijk. Ver weg werd een zwak
klagi1 biafl. il gehoord. Het klonk als een
roepen om hulp van een stervenden houd.
Het baronesje greep onwillekeurig Bratt
bij den arm.
„Dat is vreoselijkliuistsrde ze, „wat
zei de jonge
>orman, en lachte geil wongen. Ala
■dg leven in hem is moeten we hem t
Hij nam zijn gewi
anderen volgden.
Nu hoorde men he
kwam van boven v;
r I Eu ja. Die zware hond met den kolossa- I
1 len borstbouw en het sterke spierstelsel
I kwam met moeite overeind en legde zijn
breeden kop in den schoot van hel jonge
geluid duidelijker. Het
n den gletschcr.
it-isje.
XI.
wc doe
„Naar het dier gaan kijker
Aan den uitersten rand van den gletscher
sleepte een wit beest zich voort. Het maak-
i ia een paar wanhopige sprongen en rolde
1 over den kaal gewaaideu ijskant, in de
sneeuw, die beneden ellen diep lag.
Bratt was het dier al te hulp gekomen.
Het was geen fabelachteg wezen, maar een
zeer groote eskimnhond. De Noorman nam
het dier in zijn armen en droeg het naar
de hut .Hol sterke beest was blijkbaar van
I vermoeienis en honger geheel uitgeput. Aan
I zijn pooten had hel bloedige wondei: .Een
i halsband hing los om zijn dikken nek.
Bratt legde den hond voorzichtig voor
1 het vuur neer. Daar bleef het dier onhe-
wegelijk liggen. Alleen zijn prachtige bruine
1 oogeu gingen onrustig van den een naar
„Maak iiem dood" zei Johnsen; „hij is
1 stervende, en komt hij er nog bij, dan eet
1' hij ons het huis uit".
Barones Von Heffner boog zich over den
hond en aaide zijn kop. Hij keerde zich
om en likte haar hand.
I „Hij moet in 't leven blijven", zei Bralt
1 beslist. -Er zit zooveel goeds in zulk een
1 dier. Hij kan 011s van onschatbaar nut zijn
bij overwintering. Ik ken dien hond. Het is
j Wellmems lijfbond »Boy«, het prachtigste
dier, dat ooit een slede getrokken heeft, Nu
I is hij zeven jaar oud. God weet, hoe hij
hierheen verdwaald is geraakt. Kijk hij
heeft zijn meester al gevonden
De duisternis valt in.
En de dagen gingen voorbij. de een
als de ander. Op den hoogslcn top van de
Agardhpunt hadden de schipbreukelingen
een van de .Victoria* aan land gedreven
vlaggestok opgezet. Een gele wollen deken
diende als vlag. Maar het scheen dat de
schuiten der walrosvaarders u'; den storfjord
verjaagd waren door dien plotselinge» win
terstorm. Eens had (ie ijsloods door tien
kijker ecu scheepje ontdekt vlak bij Edge
Island. Op alle manieren beproefden de
zijn laatste lied uitgezongen en was naar
het zuiden getrokken. En al de andere vogels
namen voor de sneeuw en het ijs de vlucht.
Alleen het Spilsbei gsche sneeuwhoen bleef
achter.
Bratt was den heelen dag in de weer.
Vóór de anderen ook nog maar aan opstaan
gedacht hadden, was hij al buiten met zijn
drieloopgeweer op schouder. En als zijn
vrienden aan het ontbijt zaten, kwam hij de
hut binnen met een hoop vogels gebonden
aan een stok.
>Boy< was gestadig zijn metgezel. De
prachtige hond was bij allen in de gunst
gekomen. De barones had hem air een ziek
kind verpleegd, en spoedig was het Krachtige
geheel hersteld, 's Xaclus lag Boy
schiphrcukelingi
indacht te trekken,
bank
schildwacht v
r de
handen
schip z
kalm zijn weg n;
rollen deker
wden tnet hun
mond. maar het
hot zuiden
Daarmee vervloog de laatste hoop. Een
paar pogingen om over den gletscher van
Rabot en het Milne Erwardsgebergte den
overgang naar Sassenbaai te beproeven mis
lukten, het zou gekkenwerk zijn zonder
sneeuwschoenen of voetplankjes en zooveel
te meer, daar de bevolking van de over-
winteringsstations waarschijnlijk al meer dan
genoeg moeite had, om zichzelf in hei leven
te houden. Het ijs begon in deu Storfjord
te komen, en volgens berekening moesten
alle vangschuiten nu den IJsfjord veriaten
hebben.
Het was tegen het einde van Sep-.ember
en de dagen werden korter. De sneeuwmusch,
de eenige zangvogel van het eiland, had
rop de. jonge dame sliep, r
vroeg in den morgen ging hij met Bralt
uit, om voorraad op te doen voor den lan
gen winter. Hij was onder die jachttoeren
van onwaardeerbaar nut. Zijn bloeddorstige
drift, die eeii3 dien mooien hond, toen hij
aanvoerder was van Wellmans koppels, be
rucht had gemaakt, was geweken voor wel
overwogen bedachtzaamheid. Hij stelde zelfs
op eens belang in vogels. Boy had een eigen
listige manier te knippen met zijn eene oog,
als een sneeuwhoen zich ergens verstopt
had. En Boy's meester leerde spoedig die
uitdrukking van den hond verstaan.
Als er zeehonden in het vaarwater waren,
ging Boy. kort beraden, zitten en was niet
van die plaats te krijgen. Onophoudelijk ging
zijn witte pluimstaart op en neer.
(Wordt vervolgd.)