f L.LOIB Firma ff. VAN BEEK Koopt uw Schoenwerk J. Grootemlorwt Hot Ook tegen distributie-bons Reisbelasting. Louis M COHEN UTSIBSCMT Door Dnisternis tol Lictil. Indien' U een prima rijwiel wenscht te keopon, vraag dan eerst onze prijzen en U zult verbaasd staan over kwaliteit en prijs. Wij repa- reeren ook alles wat maar in liet rijwielvak behoort, tot zelfs de onmogelijkste reparation. Beleefd aanbevelend. Tol. 457 Kerkstraat 4, Amersfoort. VOLGESTORT KAPITAAL f 400 000.— WAARBORGKAPITAAL - 4 000 000. - Da Bank verstrekt gelden op la Hypo theek op hulzen, landerijen en boerenplaatsen tegen billijke en gemakkelijke voorwaarden. Inlichtingen te bekomen bij en aanvragen te richten tot haren Agent, de firma F. van Lanschot's Bank MUUlllllIZKN 15 te AMERSFOORT. in het ruim gesorteerde Schoenenmagazijn van I Degelijke kwaliteit Niet te hooge prijzen AMSTERDAMSCHE BaWa, Bijkantoor Amersfoort, Korte Gracht No. 11 Kapitaal en Regenen f 58.506.700.— o Rekening-courant met rente-vergoeding. Deposito's. SAFE bYPOSiT. c01ffeijse DUBBELE IIAMR88AL0N Mevison Jacques Bezaan Lniict'gtrnnt 71 Tolephoon 479 i1aarwasschen - ei.ectrischk f 0.60 droging en ondulatie Do ondergeteekenden, vormende het Sub comité voor Amersfoort der Vereeoiglng Reisbelasting». veroorloven zich de vrijheid U hierbij dringend te verzoeken ecne kleine gift af tc zonderen voor hen, die om ge zondheidsredenen naar buiten moeten en niet kunntu gaan door gebrek aan de noodige middelen. Vragen wij allereerst steun aan hen die reisplannen hebben, ook van de niet-reizen- den zal elke gift dankbaar worden aanvaard door Mej, D. A. SlDDRÉ. Mevr. GuoNKMan - DOORNROS, Mevr. knoi'i'f.r.s—van eijiikrgen. Mevr. kno< 1 e-vanlansciiot iiudrkcht. baronesse van heeckerkn van molkcaten -holle. Mevr. kemper—blok van laer. WEVERSSINUEL 32 AMERSFOORT. Geeft beslist de hooasto prijzen voor gedragen klcederen, beien, tapijten, karpetten, koper werk, lood, zink, tin, llesschen, kruiken, couranten, gereed schappen en al wat meu wenscht op te ruimen, restant winkelgoederen enz. Te allen tijde te ontbieden. GAMZEMMARKT' BUREAU X VOOR WlUTAlRg ZAKEH FEUILLETON a8) >Daar ie de pas,» zei bij, >de eenigste weg over deze ijswoetenij. Vandaar valt één gletscher bijna loodrecht in het Sassen- dai.de verste uitlooper is het van den gletscher van Rabot, dien wij in het noord-westen zien. In 1892 belette die hem den verderen tocht, toen hij naar professor Mohnsbaai wilde oversteken. »Juiat«, riep de professor. >De gletscher vormt de waterscheiding tusschen oost sn west; hij ligt als een gordel over het oer- gebergte. Wij moeten daar vóór van avond zijn. Terwijl we rust houden, wil ik de glatschervorming op de westelijke helling onderzoeken. Zijt gij moe, freule?' Frida keek verbaasd op bij deze vraag. ,.Ik heb mij nooit zóó licht en vrij gevoeld." zei ze. Men zou bijna gelooven, dat de zwaartewet was opgeheven ik zweef ge woon in deze zware warme kleeren.'' »Dat is te danken aan de lucht,» zei Bratt. «Er is geen zuiverder lucht op eentgc plaats ter wereld. Het is de adem van Spitsber gen's hoog gebergte, die onze iongen rei nigt en onze spieren versterkt. Hier is het paradijs der gezondheid. Ik ken geen ande re plaats, waar kou en warmte elkaar zoo aanvullen als hier met de zon boven ons hoofd en de koeie luchtstrooming van het ijs of het zou in Alaska moeten zijn. Ik heb half dooden kerels met onmenschelijke last zien zwoegen over de Chilcoot-pas. bun lip pen bloedden en uit hun oogen was alle hoop verdwenen.Maar naderden ze, 't zij door eigen of door anderen hulp den top en woei de wind van het hooggebergten hun tegen, dan was het, of ze een verkwikkingsdronk genoten van het leven zelf. Hun rug weid weer recht, hun oogen schitterden cn met frissche krachten draafden ze naar Yukon. Professor Marmont sprak niet veel, maar heel zijn magere gestalte was in zenuwach tige agitatie. De spanning trilde in de fijn ste zenuwdraden van zijn geheele lichaam, zijn neusgaten zetten uit, zijn handen beefden. Niets ontging hem. Hij merkte de minste terreinverandering op; zijn kijker was geen oogenblik in 't foedraal. Hij was ais een dier van edel ras, een groote schrandere hond. die een spoor heeft ontdekt..., «Hier moet het zijn», mompelde hij.» We zijn nu op de hoogute welving en een paar minuten verder helt de gletscher af naar 't westen. Hier is do waterscheiding,,,. Was 't hier dat Rabot omkeerde, daar de mist hem belette verder te gaan ja juist hier worden de spleten broeder en..,, daar...!» Vlak vóór zich zagen ze 'n stok uit het ruwe ijs steken, die leek daar wel gegroeid te zijn. Een breed sneeuwveld strekte zich over eeni- ge honderden meters aan de andere zijde uit, en de rand van een bijzonder groote kloof was nog midden In die opeengewaai- de hardgeworden sneeuw duidelijk te her kennen. «Pas op. professor riep Bratt, <dat sneeuwveld kan onderwoeld zijn Maar de professor luisterde niet, zijn oude becnen waren niet tot staan te brengen. Hij sprong ais een gems over de onregelmatige ijsblok ken, hij viel en stond weer op, totdat hij bij dien stok kwam, die ais een waarschu wing boven de sneeuw stond. »'t Is een alpenstok!» riep de professor, «een bergstok. Inderdaad». De anderen waren nu bij hem aan geko men en zagen met verwondering dat een voudig herinneringstceken van een bergbe klimmer vlak aan den rand van het sneeuw veld geplant Ze beproefden of ze den stok konden optrekken maar hij was vast ge vroren in het ijs en liet zich niet verwikken. «Er staat een monogram op den knop», zei I-'rida, «is het niet een M. on een C, Wie kan dat zijn «Martin Con way», zei Bratt, «Hij nam dezen weg in 1896», «Zeker, zeker», bevestigde de professor, maar hij was er niet bij, zijn oogen hingen aan de reusachtige spleet, die donker en geheimzinnig tusschen de witte sneeuwho pen lag. «Wie is Martin Conway vroeg Frida. «Hij is een van do helden van Spitsber gen», antwoordde Bratt. «En een van de stoutste mannen der wetenschap, die ooit on derzoekingstochten hebben gedaan tusschen steen en ijs. Sir Martin is de cenige, die aan dezen kant dwars over Spitsbergen is geioopen. Hij deed, wat Bratt niet vermocht... Conway beklom in 1898 samen met mr. Garwood den Hornsuudtop. de hoogste rots van Spitsbergen een daad, die altijd in Spitsbergen's geschiedenis genoemd zal wor den». «Leeft hij nog?» vroeg barones Von Fleffner. «In den besten welstand, hoop ik», ant woordde Bratt lachend. «Komt u eens te Londen, dan moet u uw grootou voorganger een bezoek brengen. Hij woont in I-Iornton House, Kensington». F'rida lachte vroolijk, terwijl ze met graagte aan een stuk bcrenviecsch knabbelde, dat Bratt te voorschijn had gehaald. Ze kam peerden bij den stok van Conway, 't W.is alsof zeeen nieuwen vriend hadden gekregen. Het leven kan soms zoo zwaar vallen en zoo moeilijk zijn, dat zelfs een alpenstok een opwekkend moment kan brengen, Ze stel den zich voor dat Sir Martin zelf bij hen zat en hun den weg wees tot bevrijding en redding. Maar de professor had geen rust. Hij at met haast, Wetenschappelijke afgetrokken heid maakte hem voor al het andere on gevoelig. en vóór dat de anderen het wisten, was hij al naar die groote spleet tbegekro- pen. «Om Gods wil, wees voorzichtig, profes sor», schrecwdc Bratt. «Conway heeft zijn stok r.iet zonder bedoeling daar geplaatst Maar Marmont hoorde niets. Hij keek maar, keek met wijdopongesperde oogen in die vreemde zwart-biauwe diepte. Zijn ziel was één en al ijver hij nam In zijn hersens het nauwkeurig beeld op van de verwonderlijke dwarsstrcopen metdebreede strooken van fossiel ijs, die in dien duiste ren afgrond liepen. Hij bekeek nauwkeurig den opbouw der lagen en merkte op, hoe oud steengruis eu klei zich in de ijsmassa hadden gewerkt en nu uit het inwendige der aarde te voorschijn kwamen. j i iet was of het berggebergte heel in de diepte zich verzette tegen dien knellenden 'jsgordei en zich van de zwaarte van den gletscher trachtte tc bevrijden. De machtige levenskracht der aarde streed tegon deom- kne.ling van der. Icvensvcrnieier. E11 terwijl René Marmont In dien afgrond zag, waarin de machten van loven en dood in hun duizendjarige worstelingen zich te gen elkander inwierpen, vormde er zich in zijn hoofd een nieuwe theorie omtrent de g-f wetten voor het ontstaan der wereld. «Ik hel» het», prevelde hij, «ik heb het. hij stond op, niet wetend wat hij deed. .en grootsche glimp was hem gegund ge erden in de werkplaats van den eeuwige... Zijn oogen waren verblind, de grond onder I r mm'1 ÏV, e' r°ndon» hem oen h'™ C K"kr;uk' h,j ta,l,« ^n h0UVMl'(Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 4