f
Firma I. VAN BEEK
Boor Duisternis tot Licht.
A MERSFOORTNCHE 1
COMESTIBLES- ES BELIC.1TESSENHANDEL
ARXHEMSCHESTRAAT 19 TELEFOOX 8<i
Bij dezen berichten wij liet geachte publiek, ii.it wij naast onze bestaande
zaak in FIJNE VLEESCHWAREN eene afdecling COMESTIBLES en
DELICATESSEN hebben ingericht.
U beleefd tot eon bezoek uitnoodigende,
Aanbevelend,
E J. VA2T OMMEN.
Koopt *«11 Nelioenwerk
in het ruim gesorteerde Schoenenmagazijn van g
J. (lirootciaflorsl Slof 3S
I Degelijke kwaliteit Niet te lioogc prijzen
Ook tegen distributie-bons
ialioialB HypotieaM
v-v -i 'V 'ïïï'x 5t 5PS - V y x V y-ifVV
VOLGESTORT KAPITAAL f 400 ooo.-
WAARBORGKAPITAAL 4 000 ™x> -
Klcctrischu Luxe-Brood-
en Banketbakkerij
<55 e
m
De Bank verstrekt gelden op le Hypo-
theek op huizen, landerijen en boerenplaatsen
tegen billijke en gemakkelijke voorwaarden.
Inlichtingen te bekomen bij en aanvragen
te richten tot haren Agent, de firma
F. van Lanscliot's Ilank
MUURUHZKN 15 te AMERSFOORT.
.Reisbelastmg.
De ondergeteekenden, vormende het Sub
comité voor Amersfoort der Vereeniging
Relsbelasting», veroorloven zich de vrijheid
U hierbij dringend te verzoeken eene kleine
gift af te zonderen voor hen, die om ge-
zondheidsredenen naar buiten niiieteti en
niet kunnen gaan door gebrek aan «ie
noodige middelen.
Vragen wij allereerst steun aan hen die
reisplannen hebben, ook van de nict-rcizen-
den zal elke gift dankbaar worden aanvaard
door
Mej. D. A. SlDDRÉ.
Mevr. GroNF.MAN doornbos,
Mevr, Knoppers—'Van Eijiokgkn.
Mevr.Kn-ootk--Va.vLa.nscU' i Hfimixnr.
Baronesse Van Heeckerkn
van Moi.ecaii s -1101.1.k.
Mevr, Kemper—Blok van Laicr.
SALON VOOR VERVERSCHINGEN
VANILLE $5 VRUCHTEN $5 MOCCA IJS
f$ DIVERSE SOORTEN GEBAK
LIMONADE EN ANDERE DRANKEN
Aanbevelend
II. Koning A Zonen
w
0i£-£<
ïAiiïï? iAiiii i i -W Ai
Louis M COHEN
WEVEKSSIXGKL 32 - AJIEKSFOOKT
i Geeft beslist de hooiMe prljzi
voor gedragen kleederen, me
beien, tapijten, Karpetten, keper-
werk. lood, zink, tin, ilesscht
kruiken, couranten, gerei
schappen en al wat men weuscht op te
ruimen, restant winkelgoederen enz.
Te allen tijde te ontbieden.
AMSTERDAIVISCHE SANK,
Bijkantoor Amersfoort,
Korte Gracht No. 11
Kapitaal eu Rvsmen f 58.500.700.-
Credieten voor
handel en industrie.
Incasso's.
SAFE DEPüSiT.
Indien L' een prima rijwiel
weuscht te koopen, vraag
dan eerst onze prijzen en
zult verbaasd staan over
kwaliteit en prijs. Wij repa-
reeren ook alles wat maar
in het rijwielvak behoort,
lot zelfs de onmogelijkste
reparation.
Beleefd aanbevelend.
Tol 457
Kerkstraat 4. Amersfoort,
FEUILLETON
Aan beide zijde van het dal verhieven
zich boogc rotsen. Dat waren de Coloradc-
bergen en de Marmierrotsen. En verder
noordelijk zag men de besneeuwde toppen
van het l.usitanlagebergte. De rotswanden
waren somber en gingen zeer steil naar hut
dal, ze hadden vreemd fantastische vormen Ze
geleken op kolossale grafzerken,1sarcophagen.
waarin figuren gebeiteld waren door de
wildste en stoutste verbeelding.
Ja hier sluimerde.' de goden van Sas-
sendal.
Tusschen de stceribmkkelingen en de
moraenen waren sfinksachtigc koppen tc zien
met vreemd verweerde trekken. Zij bogen
zich ever het dal, sommige rekten hu., hals.
Waar geleken ze op?Op Ciathor met
de koe-ooren, de gezellin van den Egypti-
schen zonnegod?....
Onze vrienden bleven een oogenblik staan,
al het naargeestige van die versteende
wonderwereld kwam over hen; die doode
steenoogen staarden hen aan
Ze liepen, dat het IJswater en de modder
om hen heen spaltenze struikelden.
gleden en liepen weer, liepen zoo hard ze
konden naar het huisje, dat tip de verste
delta van de Sassenrivier hen tot zich wenkte.
XXI
Hij de pelsjagers.
De hut, waar zij aankwamen, was Stor-
stad's oude overwintcringsliut, wel bekend bij
allen, die den ijsford hebben bezocht.
Er steeg een dunne blauwe rook op uit de
schoorsteenpijp, en een groote, dikke stevige
man met een ijslandscbc trui aan, zat voor
de deuropening, bezig met het villen van
een rendier.
't Was een typisch voorbeeld van een
pelsdierenvangershut. dat onze reizigers te
zien kregen.
i Rondom het kleine gebouwtje was vull-
heid en slordigheid aan alle kantc-n. De
i oingving deed ongeveer denken aan een
I choiciv.k' rkhof. waar men geen lijd had
j v li-d on. al de «Ilen te begraven. Al
lerlei soorten van dier-lichameti lagen op en
door elkaar: vossen, ijsbeeren, rendieren.
I Ze waren ontdaan van hun pols en zagen
j er in hun ronde naaktheid bedroevend uit.
En tusschen die lijken lag allerlei walgc-
j lijko rommel. Al'ts v. as er holder den bolder
i neergesmeten leege blikjes, scherven, etens-
i f.-stjvs, aardappelschillen, vellen en vuil.
Z.lfd het meest gematigde lid van een
vezondhei'l.scommissie zou dit gezicht waar-
I schijnlijk niet overleeft! hebben.
I Maar het vreemdst was, dat ze van al die
organische stoffen geen vieze lucht roken.
Niets verrot op Spitsbergen. Als ijsbeer cn
I vos er niet waren, zouden alle lijken als
mummies worden. Ze drogen in door wind
l en weer, het vleesch verwelkt op de beeti-
tieren maar geen vcrrottings-bacterie heeft
ooit op Spitsbergen kunnen tieren, zelfs niet
rondom de hutten der vangers.
Frida koek uiterst verbaasd om zich heen.
In de zes maanden van onverschilligheid
voor het uiterlijk was haar smaak voor ver
fijning wel verminderd; zo nam het zoo
nauw niet meer met roet en smeer, maar
den vuile wildernis hinderde haar toch.
Wonen hier werkelijk menschen vroeg
ze half luid.
Vuilpoesen», antwoordde Bratt op den
zelfden toon, »zooals ze -alleen kunnen
geboren worden aan de uiterste kanten
van mijn vaderland. De armoede en het harde
leven hebben hen zoo gemaakt. Zelfs de
Indianen aan do Paranarivier zijn ordelijker
«ian deze peisdierenvangers. De kou maakt
hen lui en slordig, zooals ze het ors deed
I Maar ze kuunen voel verduren die menschen,
er zijn geen taaier kerels onder eenige
I hemelstreek».
/Goeden dag-, zei Bratt tot den man in
I du hut. Het was een vierkanten kerc-l met
j een grooten ruigen baard. Hij zag nieuws-
1 gierig op, toen de twee vreemdelingen in
sealskin kleercn over alles wat voor de hut
I lag heen op hem toe stapten.
loeiendag», zei hij vriendelijk, zondi-r
zich heel verbaasd tc tuonen. «Ik zie, dat
Boy bij jelui is ging hij voort, >de Zwvl-iI
is zeker 'lood gevroren op 't gebergte, dat
kan ik me donken, 't Was ook een bedenksel,
alleen daarheen te draven!»
We vonden wat er van hem over was
een kwart mijl ten westen van het Fultnardal
De man knikte.
Hij schrapte met groote langzaamheid de
tabak uit zijn pijp. stopte die niet pruim
tabak en stak haar aan.
O meu leert alle haast wel afin 't hoog e
noorden.
>Ja, zijn jol ligt nog aan 't strand», be
gon hij,
Wat zegt de man?» vroeg Frida nerveus.
»U moet geduld hebben, l-'reule! We
zijn nu op Noordscbcn grond en moeten
ons schikken naar 's lands wijs. Al kwam
onze lieve Heer zelfs hij een pelsjagersbut,
hij zou niet anders ontvangen worden. De
voorstelling gaat niet in zoo'n vlug tempo
als in Europa. Er moeten eerst voorzichtig
eenige plichts plegingen plaats hebben, eer
men over den drempel komt».
Wij komen van ver», vervolgde Bratt
tot den man. >Die jon'ge dame en ik zijn
de eenige geredden van een groote toerist
bont, die den vorigeu zomer vergaan is.;
In den man voor het gat van de deur
kwam op eens leven.
Victoria?» vroeg hij.
>Ja«, was Bratt'a antwoord.
»En waar hebt gij overwinterd?»
»ln Argardhbaai
>Gij en die dame?»
We waren met ons vieren maar twee
zijn er dood».
>En de hond?»
Die kwam bij ons in 't laatst van Augustus
onder den Noorderstorm».
De man knikte opnieuw.
sJullie zijt welkom», zei hij. »Dit is Hog-
steda hut, en ik ben Eilert Antonsen van
TromsO. Mijn kameraad heet Lars. Hij is
naar de vallen gaan kijken».
Zij gingen de hut binnen. Zo bestond uit
twee kleine vertrekken en een voorportaaltje
Ordelijk was het cr niet. De lucht was druk.
kend en zwaar door etensgeuren en slechte
tabak, Du dingtu lagen waar het toeval ze
had doen terecht komen. Kopjes en pannen
stonden ongewaschou overal It) 't rond. De
grond was bezaaid met spaanders en been
deren; vossenhuiden hingen te drogen en
een heelen rendieren bout bungelde aan de
lage zoldering. Maar al die griezelige ver
sierselen werden vergeten hij bet knappende
vuur aan den haard. liet oude drijfhout
brandde knetterend, en de vlammen sloegen
gezellig tegen eau grooten ijzeren pot.
De man sneed oen Hink stuk van het ren-
diervleesch af en wierp bet zonder verdere
formaliteiten in dieu soepketel.
I Bratt nam den rantsel van zijn rug, logde
j de beide slaapzakken op de breede bank,
i vond een paar dekens en maakte een ge-
makkelijke ligplaats voor zijn reisgenoote-
K ust wat uit»zei hij, u zal wel moe zijn»
I Frida glimlachte vriendelijk, maar haar
handen beefden en haar bcenen waggelden.
Zij wilde iets zeggen, maar bracht geen
woord over haar lippen, liet koude zweet
brak uit op haar bleek voorhoofd en het
mooie kopje viel voorover
Bralt snelde toe en ving haar op in zijn
armen. Voorzichtig droeg hij haar naar de
bank en legde haar neer op het geïmpro
viseerde rustbed.
Ziek?» vroug de pelsdiervanger.
Zeis oververmoeid fluisterde Bratt en
keek bezorgd naar het blceko magere ge
zichtje. dat haif verscholen was onder bet
berenvel.
•Goed gedaan», zei Antonsen op zijn
korte manier.
Zij Is de eerste vrouw, die dwars over
Spitsbergen is geloopen», zei Bratt. »Er is
geen tweede zooals zij op de heelc wereld.
Zij legde den weg af, die aan Martin
Conway een wereldberoemde naam heeft
bezorgd, en die te moeilijk was voor Rabot
Ze slaapt al.» mompelde hij. >Arme kleine
Frida! Spoedig zijn uw zorgen voorbij! Het
lange trieste avontuur ia nu gauw uit. En
dan
(Wordt vervolgd.)