De Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van den 17 December [918 is vastgesteld en bij Ko ninklijk Besluit van den 21 Mei 1919 no. 57 is goedgekeurd de volgende verordening: VERORDENING op de hitting van bijdragen voor liet genot van onderwijs aan dc Handels dagschool met 4-jarigcn cursus en de Handelsavondschool met 3-jarlgen cursus te Amersfoort. Artikel 1. Voor iedcren leerling san do Handels dagschool en Handelsavondschool wordt, ter tegemoetkoming in de kosten, eene bijdrage gevorderd onder den naam van schoolgeld. Art. 2. Het schoolgeld is verschuldigd 1 a. door de ouders of voogden der leerlingen, zoo deze minderjarig zijn b. door de leerlingen zeiven zoo deze meer derjarig zijn. Art. 3. Het schoolgeld wordt voor de Handels- dagschool berekend a. tiaar het inkomen van do ouders - zijn deze overleden, naar het inkomen van de leerlingen zeivin volgens kohier der plaatselijke directe belasting van het voorgaande belastingjaar voorde leerlingen, die in Januari ter school gaai en van het loopsude jaar voor hen, die later zijn toegelaten zijn de ouders of, deze overleden zijnde, de leerlingen zeiven bij het ter school komen van do leerlingen nog niet in de plaatselijke directe bslasting aangeslagen, dan bepalen Burgemeester en Wethouders het Inkomen, waarnaar het schoolgeld zal worden be rekend, behoudens nadere verrekening na aanslag in de plaatselijk directe be lasting b. indien de leerlingen meerderjarig zijn, naar hun eigen inkomen, volgens het kohier der plaataelijke directe belasting van het voorgaande belastingjaar, indien zij op t Januari de school bez. eken en van het loopende jaar. indien zij later tot de school worden toegelatenzijn de leerlingen bij het ter school komen, nog niet aangeslagen in de plaatselijke directe belasting, dan bepalen Burgemeester en Wethouders liet inkomen, waarnaar het schoolgeld zal worden berekend, behou dens nadere verrekening na aanslag in de plaatselijke directe belasting. Art. 4. Het schoolgeld bedraagt: A. voor leerlingen van do Handelsdag- school per leerling en per jaar, wanneer het inkomen, naar hetwelk het school geld wordt berekend niet hooger is dan t IJOO.f 13.— meer dan f 1500.— doch niet meer dan f 2000.— f «6. - jooo.2500.20.— 2300.— 3000.—24.— 3000.3500.—*32.— 3500-4000.— »|40.— 4000.— 4500.—50.— *4300.>Óo.~ B. voor leerlingen van de Handelsavond school per leerling en per jaar f8.— Art. 5. Wanneer meer dan één kind uit hetzelfde gezin de Handelsdagschool bezoeken, wordt het schoolgeld voor iederen leerling meer berekend als volgt: Bij een inkomen van niet hooger dan f1500 50 meer dan f 1300 doch niet meer dan f 2000 57'/a 2000 2500 65 >2300 >3000 -i'lt »jooo »3joo 80 >3500 «4000 8"'/a >4000 4500 95 >4300 100 van het bedrag genoemd in Artikel 4A Art. 6. Het schoolgeld is verschuldigd: <1. voor de Handelsdagschool in drie vier- maandelijksche termijnen, aanvang nemende met t September, 1 Januari en t Mei van elk jaar; b. voor de Handelsavondschool in twee termijnen, aanvangende 1 September en 1 Januari. Dc leerling, die in den loop van het tijdvak wordt toegelaten of de school verlaat, be taalt den gcheelen loopenden termijn. Voor het bepaalde bij art. 5 geldt de toestand bij den aanvang van eiken termijn. Art. 7. On- en minvermogoude ouders of leer lingen kan door Burgemeester en Wet houders, gehoord de Commissïo van Toezicht op hc: handelsonderwijs, voor de betaling van het schoolgeld respectievelijk geheel en voor de helft vrijstelling worden verleend van het laagste in art. 4A of in het art. 4B genoemde bedrag, Art. 8. Deze verordening treedt in werking op den ten Januari 1919. En dat in genoemde Raadsvergadering Is vastgesteld de volgende: Verordening op de invordering van het schoolgeld, verschuldigd voor het bezoeken van de Handels dagschool met 4-jarlgen cursus en de Handelsavondschool met 3-jarigcn cursus. Artikel 1. In de maanden Januari. Mei en September, voor zooveel betreft het schoolgeld voor de Ilandclsdagschool en in de maanden Sep tember en Januari voor wat aangaat het schoolgeld voor de Handelsavondschool, wordt door Burgemeester en Wethouders een kohier van het verschuldigde schoolgeld opgemaakt en den Raad ter vaststelling aangeboden. Art. 2. De kohieren worden, na door Gedepu teerde Staten te zijn goedgekeurd, gesteld in handen van den ontvanger, met de in vordering van het schoolgeld belast, ter invordering. De ontvanger doet het aanslagbiljet, vol gens een door Burgemeester en Wethouders te geven model, zoodra mogelijk aan de belastingschuldigen toekomen. De artt. 264—266 der Gemeentewet zijn hierbij van toepassing. Art. 3. De aanslagen zijn in hun geheel terstond invorderbaar. Art. 4. De artt. 258—262 der Gemeentewet zijn op deze verordening van toepassing. Art. 5. Deze verordening treedt in werking gelijk tijdig met die op de heffing. En is hiervan afkondi ging geschied, waar het behoort, den 24juni 1919. De Secretaris, De Burgemeester, K. KAAN, l.s. v. RANDWIJCK. Buitenlandsche Kroniek. Het nieuwe Ministerie. Uauer Minister-president. Het nieuwe Duitsche ministerie is als volgt samengesteld Bauer, Voorzitter Van den ministerraad Hermann Mueller, Buitenlandsche Zaken Dr. David, Binnenlandsche Zaken. Erzbergcr, l-'inantiën en plaatsver vangend voorzitter van den ministerraad Wissel), Oeconomische aangelegen heden S c h 1 i c k e, Arbeid Mayer Kaufbeuren, Schatkist; G i e s b e r t s, Posterijen D r. Bell, Verkeer en tijdelijk belast met Koloniën; N o s k e, Oorlog Schmidt, Voedingswezen. Voor 'n portefeuille van justitie is niemand gevonden. Onder de nieuwe ministers is één Beier en eeu Würtemberger. De onderteekening van het vredesverdrag. De rijksrainialar-president heeft uit naam van de rijksrsgeering Zondagnamiddag door den gezant Von Haniel tegelijk met den uilslag van de stemming in de Nationale Vergadering een nota laten overhandigen, waarin o.a. wordt verklaard: De regeering der Duitschc republiek is door het op 23 Juni atloopende ultimatum voor de beslissing gesteld het vredesverdrag te onderteekenen of zulks te weigeren. Het Duitsche volk wenscht geen hervatting van den Moedigen oorlog. Het wil een recht vaardigen, duurzamen vrede. Uit hoofde van dc hartstochtelijke manifestaties van dc bevolking der in het oosten af te scheiden gebieden, ziet de regeering zich genoodzaakt de verantwoordelijkheid voor deze of gene moeilijkheden, die uit den tegenstand der bewoners tegen dc afscheiding van Duitech- land mochten voortvloeien, te weigeren. Da regeering is echter bereid den eisch der geallieerden te aanvaarden onder het volgend voorbehoud: Het Duitsche volk verwacht.dat de Duit sche krijgsgevangenen vanaf 1 Juli zullen worden teruggezonden. De regeering ver plicht zich de vredesvoorwaarden te vervullen, maar moet bekennen, wat feitelijk kan wor den gepresteerd. Zij weigort derhalve alle verantwoorde lijkheid voor de gevolgen, wanneer, ook bij de krachtigste inspanning, de onuitvoer baarheid blijkt. Dan volgt het voorbehoud ten aanzien de bewering, dat Duitschlaud de verwekker van den oorlog is geweest. Ook art. 227—230 wil zij niet erkennen. Ten slotte wordt de verwachting uitge sproken, dat de vijandelijke regeeringen de volgende verklaring willeu beschouwen als bet iutegreerend bestanddeel van het verdrag. Binnen twee jaar, te rekenen van af den datnm der onderteekening van het verdrag, zullen de geallieerde en geassocieerde re geeringen het huidige verdrag aan den hoogen raad der mogendheden, zooals die door den Volkenbond volgens artikel 4 is ingesteld, ter onderzoek voorleggen. Voor dezer, hoogen raad zullen de Duitsche ge volmachtigden dezelfde rechten en voor rechten genieten als de vertegenwoordigers der andere mogendheden van den thans be- staanden raad. Deze raad zal over de voor waarden van het huidige verdrag beslissen, dat het zellbeschikkingsrecht van het Duit sche volk te kort doet, evenals over do be palingen, waardoor de vrij# en gelijkgerech tigde economische ontwikkeling belemmerd wordt. Daarna volgt de reeds gemelde volmacht: De regeering der Duitsche republiek is bereid het vredesverdrag te onderteekenen, terwijl zij onomwonden verklaart dat nie mand van het Duitsche volk kan eischen uit innige overtuiging een vrede te onder teekenen, waardoor zonder raadpleging der bevolking levende dealen van het Rijk afge scheurd en ondraaglijke lasten opgelegd worden. Wanneer zij onder voorbehoud on derteekent, dan wijkt zij voor geweld, om aan het Duitsche volk onzegbaar lijden, een nieuwen oorlog en verdere uiteenscheuring der nationale eenheid door verdere bezet tingen van Duitsch gebied, ontzettenden hongersnood voor vrouwen en kinderen en onbarmhartig vasthouden der krijgsgevan genen te besparen. Uitstel geweigerd. De Duitsche delegatie heeft een nota ge zonden aau de geallieerde en geassocieerde regeeringen, waarin gevraagd wordt den termijn voor de beslissing betreffende de onvoorwaardelijke onderteekening van het vredesverdrag met 48 uur te verlengen. De geallieerde on geassocieerde regee ringen hebben hierop in een door presideut Clemenceau onderteekende nota geantwoord, dat het tot hun leedwezen onmogelijk is, den reeds toegestanen termijn te verlengen. Duitschland teekent onvoorwaardelijk. Maandagmiddag 4 u. 40 min. heeft de Duitsche gezant, Von Haniel, aan den voor zitter van de vredesconferentie, Clemenceau, een nota doen toekomen, waarin de Duitsche regeering zich bereid verklaart de eischen der geallieerde en geassocieerde regeeriogen onvoorwaardelijk aan te nemen. De uitlevering van den Ex-Keizer. De Westphalische Ztg.» meldt: Volgens een bericht van De Telegrafen- union uit Genève meldt de Echo de Paris, dat op zijn vroegst den isten Juli het reeds geformuleerde verzoek aan Holland tot uit levering van Keizer Wilhelm zal worden verzonden. Van de inwilliging van dit ver zoek zal, volgens dit blad, de toelating tot den Volkenbond afhangen. Keizer Wilhelm zal als staatsgevangene dor geallieerden naar Parijs gebracht worden tot het ge rechtshof der geallieerden een nadere beslis sing genomen heeft. UIT DEN OMTREK. Apeldoorn. Alhier is opgericht een plaatselijke Bond van Middenstandsvereenigingen, ten doel hebbende de belangen van den Middenstand te bevorderen. Reeds een tiental vereenigingen sloten zich aaneen, terwijl het voorloopig bestuur, van meerdere vereenigingen betuigingen van sympathie ontving. Het voorloopig bestuur bestaat uit de heeren J, W, Oldenhof, Voorzitter, Tj. Boi- ten, Secretaris, VV. Vokgers, S. vau Son en J. v. d. Heiden. Barneveld. Met het grasgewas is het in deze streken treurig gesteld, Behalve over koude en droogte, wordt op tal van plaatsen ook nog geklaagd over wormen, die de grasstengels in den grond afknagen, waardoor de plant ontijdig doodgaat. Sommige boeren hebbeu reeds nu voor hun vee bijna niet meer te eten. En velen verklaarden dan ook vóór den aanstaanden winter hun veestapel be langrijk te zullen inkrimpen, daar aau vol doenden booiaankoop, bij de tegenwoordige hoogc prijzen, hcelemaal niet kan worden gedaoht. Bussum. Den raad van deze gemeente heeft een voorstel van B. W. bereikt om aan den Staat der Nederlanden een terrein aan de Hooftlaan, groot 3200 M- voor f 11.520, ten behoeve van den bouw eener marechaussee kazerne alhier, afteataan. Driebergen. Een deel van de bosschen om Driebergen zal verdwijnen. Onlangs is een groot per ceel door de nieuwe eigenaren aan deze gemeente te koop aangeboden, doch deze koop ging niet door. Naar wij thans ver nemen, is voor ruim f104000 aan denue- boomen verkocht. De prachtige en aan natuurschoon zoo rijke omgeving van Acaciavijver, Zestien- gezichten en Koekepan zal hierdoor onher stelbaar verwoest worden. Z o i s t. Wegens het bodanken van Jhr. G. F. van Tets. werd door het hoofdstembureau als lid van den Raad verkozen verklaard rar. F. A. Bteunke (Vrijz.). BINNENLAND. V rij willige ou derd o in «verzekering voor niet-arbeiders. De Regoering heeft een wetsontwerp In gediend voor vrijwillige ouderdomsverzeke- ring voor nlet-arbciders. Alle personen tus- schen 16 en 35 jaar die zelf of wier ar.htgc- noote niet voor hooger inkomen dan f 2000 in de rijksinkomstenbelastlng zijn aange slagen, kunnen zich volgens het regeerlngs- voorstel verzekeren. De wekelijksche rente-uitkeering bedraagt van 3 tot 6 gulden. De administratiekosten worden door den Staat gedragen. De kosten der renten wor den door verzekerden betaald, waarbij de premiebetaling afhankelijk is van den leef tijd waarop de verzekering wordt gesloten. De verzekering omvat verder behalve ouderdomsrente een uitkeering van f 100 bij overlijden van den verzekerde, mits door dezen een wachttijd van 156 weken was vervuld. Bijzondere voorzieningen zijn ge troffen voor den overgangstijd. Het ontwerp onderscheidt daarbij tusschen personen bij het in werking treden van 65 jaar en ouder en personen tusschen 35 en 65 jaar oud. Laatstbedoelden worden wederom onder scheiden naar gelang zij al of niet onder de verplichte invaliditeits- en ouderdotns- verzekering vallen. Degene die bij de in werking treding reeds 65 jaren of ouder zijn, krijgen aanspraak op een kostelooze ouderdomsrente van 3 gulden per weck. Wordt deze overgangsbepaling aanvaard dan zullen naar berekening naast op dit oogenblik aanwezige 110000 rentetrekkers krachtens artikelen 369 en 370 der invalidi teitswet nog rond 222000 personen in het genot van rente van eenzelfde bedrag komen. De contante waarde der aan al die personen toe te kennen kostelooze renten wordt op rond 318 millioen becijferd. De Regeering zet uitvoerig uiteen waarom zij voor de oplossing van het vraagstuk der ouderdoms voorziening van Dtet-arbeiders de weg der vrijwillige in plaats van de verplichte ver zekering koos en zij wenscht zoo eenigszins mogelijk de voorgestelde regeling tegelijk met de verplichte invaliditeitsverzekering op 3 December 1919 in werking te doen treden. De hoofdpunten van beide ontwerpen zijn dus ie. dat de aanvangsleeftijd voor de uit keering der ouderdomsrente zal worden verlaagd van 70 tot 65 jaar; ie. dat de rente van f3.- per week zal worden uitgekeerd aan allen, die thans 65 jaar of ouder zijn, mits hun jaarlijksch inkomen niet meer bedraagt dan f 1200.— 3e. dat de premies voor de invaliditeits- reate zullen worden betaald door de werk gevers 4e. dat, naast een weezen- ook een weduwenrente zal worden ingevoerd; 5e. dat voor nlet-arbeiders een vrijwil lige ouderdomsverzekering mogelijk wordt gemaakt. De Regeering stelt zich voor een en ander te doen ingaan op 3 December 1919. Door de regeling van de vrijwillige ver zekering wordt de mogelijkheid geschapen, dat een echtpaar van 65 jaar een ouderdoms rente zal ontvangen van f 5. Op den duur ontstaat de toestand, dat de werkgever wordt gedwongen, zijn ar beiders te verzekeren, terwijl de niet-loon- arbeider in dc gelegenheid zal zijn, tegen een lage premie, een vrijwillige verzekering bij de Rijksverzekeringsbank te sluiten. Dc Rijksverzekeringsbank zal dus tegen de particuliere maatschappijen voor de volks verzekering concurreeren en om te slagen geeft de Bank boven de rente een begrafenis- geld van f 100. De Rijkskolendistributie blijft gehandhaafd. Van bevoogde zijde wordt medegedeeld, dat na ampele overweging besloten is, de rijkskolendistributie te handhaven. Opheffing zou onder de huidige omstandigheden zeker prijsstijging van huisbrandkolen ten gevolge hebben. In het belang eener behoorlijke bevoorrading wordt noodzakelijk geacht bij voldoende bergruimte thans reeds winter voorraad in te slaan. Prijsverlaging is uit gesloten. Turf zal van 1 Juli af in den vrijen handel verkrijgbaar zijn en door verveners tegen hun door het rijk gegarandeerde prijzen worden verkocht. Kolen uit België. Naar dc «Telegraaf» verneemt is te Amsterdam door een combinatie van voor aanstaande mannen op handelsgebied, door welker bemiddeling reeds een groot kwan tum Belgische kolen naar Nederland was ingevoerd, en waarvoor onlangs de heer Liiskcn, da vroegere leider van de brand- stoffcuburcaux aan het Rokin, naar België vertrok, een steenkolonmaatschappij opgericht mot oen kapitaal van twee millioen gulden. Deze maatschappij heeft baar eigen vloot voor transport eti heeft de hand gelegd op de voornaamste Bolgischc mijnen. Als direc teuren treden op de heeren Lüsken en Regout. Onze steenkoolvoorziening. Naar aanleiding van het Reutertelegram, dat berichtte dat Nederland te Parijs stap pen had gedaan inzake onze steaukooivoor- ziening uit Duitschland, heeft het Haagsche Correspondentiebureau zich om inlichtingen tot hol Ministerie van Buitenlandsche Zaken gewend. Men deelde daar mede, dat bij de studie van het ontwerp-vredesverdrag was geble ken, dat over do steenkoolproductie vau Duitschland zoodanig was beschikt, dat Voor uitvoer naar Nederland geen hoeveelhedeu moer beschikbaar zouden zijn. Aangezien bij vroegere besprekingen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1919 | | pagina 2