De „Algemeene
L. G. PONNE Telefoon 161) Amersfoort
Brandstoffencommissie Amersfoort.
turf zonder bon
A NEIL CA RUBBER ZOOLBESLAG
1 Juni Hoofdprijs 135.000.
g-e vallen op serie 23308 no. 42,
Eerstvolgende trekking I AUGUSTUS a.s.
Soliede AGENTEN gevraagd.
Het Paria-meisje.
Damrak 74
99
Amsterdam.
Sluit Levenslange, Gemengde en
Uitzetverzekeringen, Disconto-
Polissen, Keuzeverzekeringen,
tl of niet met itaklng der premiebetaling Ingeval van Invaliditeit en met verzekering
eener invaliditeitarente van 5 °/0 of 10 °/0 van het verzekerd kapitaal.
InapecteurH. THIERENS, Rembrandtkade 46, Utrecht.
Hoezee tis nu weert oude doen f
de planta is vru van rantsoen
Levert tot billijkate
noteering
Electroniotoren
Licht en Kracht
Installaties
I) K IJ F li I E M E X
LICHT
Wij maken hiermede bekend, dat de TURF vanaf X JULI 101©
niet meer onder de distributiebepalingen valt en een ieder dus
kan bekomen.
In verband hiermede hebben wij de DISTRIBUTIE op de aanvullingsrantsoenen
(groen gestreepte bonnen gemerkt B, C, D, E, F of G) stop gezet en zal in het seizoen
1919/1920 van de rantsoeaen voor groep A klasse 8, groep B of D (centrale verwar
mingen, magazijnen, winkels, kantoren, pensions, café's, enz.) 65 pCt. en voor groep C
(openbare gebouwen, ziekenhuizen, enz.) 75 pCt. van het aanvankelijk bepaalde raetsoen
in zwarte brandstoffen geleverd worden.
Met het oog op de bergruimte verzoeken wij ellen dringend reeds nu bij de
handelaren de benoodigde turf te koopen.
De Commissie voornoemd,
N. VELS-HEIJN, Voorzitter.
J. DE WILDE, 2e Secretaris.
STERK - PRACTISCH - GOEDKOOP
Verkrijgbaar bij J. GROOTENDORST, HOF 38
voort9 verschillende prijzeu van f 4500.-, f 1000.-,
f450.-, f225.--, f115.- enz. Prijzen dadelijk betaalbaar.
TrekkingslQsten op aanvraag.
B
Ondergeteekende geeft rechtstreeks uit of wel door tusschenkomst van hare bij
kantoren en agenten door geheel Nederland 3 pCt. obligaties met premie-uitkeeringen
(zonder nieten), waarvan de aandeelen Koninklijk zijn goedgekeurd, groot f 200.,fioo.
f50,— f 10.— ook in termijnbetalingen vanaf f2,20 per 2 maanden. Deze premie
trekkingen geschieden zes maal per jaar in bet openbaar ten overstaan van een Notaris.
De Obligation kunnen tot 85 pCt. worden beleend.
mat den hoofdprijs van I 70.O00.--. Voorts bedragen de hoofdprijzen der
overige trekkingen f55.000.f28.000.—, f 110.000.f45.000.en f35.000..Vraagt
kosteloos volledige inlichtingen,
MIDDENSTAND-VEREENIGING, hoofdadministratie
WESTEINDE 67, VOORBURG.
FEUILLETON.
19).
Mijn vader, verontwaardigd bij de ge
dachte dat hij en mijn moeder een ge
bochelde rejeton aan het oude geslacht
zouden geschonken hebben, haast zich altijd
aan vreemden, die mij voor het eerst zien
te vertellen, hoe een bonne mij in mijn
prills jeugd door een val voor mijn leven
ongelukkig gemaakt heeft. Zijn solidariteits
gevoel verbiedt hsm ondanks zijn groote
verbittering, den naam van die abonnee
te nosmen.
Het gebeurde in dezs kamtr, dit vertrek,
dat ik gekozen heb tot mijn werkkamer
toen ik van Utrecht thuis kwam en waar
ik nu zit to schrijven. Nog staat daar in
het midden de ronde zware mahonyhouton
tafel op het verschoten stoffigs amyrna
karpet. De kamer, een der kleine vierkante
torenvertrekken aan den achterkant van het
kasteel, heeft in de drie buitenwanden een
hoog smal raam. Als ik van mijn plaats
aan mijn schrijftafel in een der hoeken
tusschen twee ramen in, door bet raam
tegenover mij naar buiten zie, bemerk ik
nog een etukje ven de gracht om het kasteel
die aan de achterzijde een eeuw geleden
tot een breeden vijver is uitgegraven. Achter
den vijver, strekt zich de boomgaard uit
op de plek, waar in vroeger tijden de bui
tenmuur van het slot met de wachttorentjes
en schietgaten van het versterkte «Spran
kelen heeft gestaan. Dientengevolge wordt
de boomgaard begrensd door de buitenste
slotgracht, nu sen half verzande sloot. Daar
achter strekt zich, tot in hst wijde verschiet,
zacht glooiend bouwland uit, hier en daar,
tusachen wat geboomte, bet grijze dak van
een hofstede. Een vriendelijk rustig uitzicht,
dat ik heb liefgekregen, zooals ik deze
kamer lief kreeg, waar ik zooveel geleden
heb en die het eerste onbewuste groote
leed, waaruit al het andere voortvloeide,
aanschouwd heeft.
Heiaas, het vooroordeel tegen deze kamer
was gegrond. Gelukkige gebeurteuissen heeft
zij niet gekend. Mijn ongetrouwd gebleven
oud-oom Jasper, die bij mijn grootvader op
Sprankelen bleef wonen, nadat hij in zijn
jeugd als «garde d'honneur» een tijd aan
het schitterend hof van Napoleon I in Parijs
had verkeerd, koos deze kamer als de zijne
en richtte haar in. De eenige binnenmuur
is geheel ingenomen door een enorme breede
en booge boekenkast van mahonyhout; don
kerbruin is ook de booge houten lambri-
seeriog langs de geheele kamer. Voorzoover
bet behang bier en daar zichtbaar is, bestaat
het uit twee tinten bruin gestreept stevig
behangselpapier, maar het is bijna geheel
bedekt door de groene saaie meubelgordijnen
op zijde van de ramen en door allerlei
jachUropeeön en schilderstukken van oom
Jasper, moderne gravures en photographieËn
van mij.
Oom Jasper was een zonderling, op het
laatat van zijn leven monomaan. Hij schuwde
de vrouwen en het spreken, want beide
noemde hij uitvindingen «des duivels». Hij
heeft iets van zijn sombere persoonlijkheid
medegedeeld aan dit kleine hooge vertrek,
met zijn donkere meubels, zelfs op zonnige
dagen maar half verlicht door de amalle
vensters.
Toen nicht Madeleine op Sprankelen
kwam, was oom Jasper reeds eenige tien
tallen jaren dood. Men vond hem, ongerust
geworden over zijn wat al te lang volge
houden afzondering, in deze kamer, reeds
koud en stijf, voorovergevallen op den vloer.
Een beroerte had èen einde gemaakt aan
zijn leven. Toen men hem uitkleedde om
hem in zijn doodswade te hullen, bemerkte
men om zijn hals een heel fijne gouden
ketting waaraan een klein medaillon hing,
dat het portret van eene mooie jonge vrouw
verborg. «Yvonne» stond achter op het
medaillon Een herinnering van Franichen
bodem die heel zijn volgend leven vergald
heeft, een bewijs te meer dat liefde en
haat slechts een schrede van elkaar staan.
Nicht Madeleine nam al spoedig de ge
woonte aan, de middaguren met mij in deze
kamer door te brengen, die plotseling voor
baar een groote aantrekkelijkheid kreeg.
Uit den brief van Frans de Bruijne wat
heeft bij toch prettig uitvoerig geschreven
bemerk ik, dat zij haar oude voorliefde voor
familiekronieken uog niet verloren schijnt
te hebben. Welnu, in de groote mahony-
houten boekenkast in deze kamer vond zij
de oude familiekronieken van baar geslacht.
Gewoonlijk legde zij het eenjarig ventje,
dat aan haar hoede was toevertrouwd, mid
den op de groote ronde tafel, opende de
kast, plaatste een stoel er voor en ver
diepte zich in de oude folianten. Zoo ont
dekte zij de twijfelachtige eer, dat de Swae-
necroons indertijd het eenige roofridders
geslacht uitmaakten van het «Graafschap»,
een roemruchtig feit, dat, ten eerste, een
zekeren «Heer» Wijbrecht den dood kostte
al te veel gevilde boeren, vermoordden
den jonker in een hinderlaag, en ten
tweede, eeuwen later, zijn snuffelende nazate
in extase bracht. Verdiept in de oude Swae-
necroons, vergat zij den kostbaarsten schat
van het geslacht, den stamhouder Zoo
kon het gebeuren dat ik, een woelig ventje,
kraaiend, spartelend met armen en beenen,
mijzelf werkte naar den rand van de tafel,
die voor mij de rand van den afgrond werd,
waarvan ik in de poel van ellende stortte,
waaruit geen wereldsche macht mij ooit
meer kon redden.
Door een luiden boas, een zacht pijnlijk
gekreun, van den oudsten tot den jongsten
Swaenecroon teruggeroepen, kon nicht Ma
deleine niet veel anders meer doen, dan
mij voor dood opnemen en luid jammerend
weg dragen
Neen, ik etierf niet, zoo barmhartig was
het lot niet, het oude geslacht had nog
meer levenskracht dan men aanvankelijk
meende. Maar tusschen Sprankelen en nicht
Madeleine was het voor altijd uit! Zelfs de
sterkste familieband scheurt door zulk een
schok. Ondanks tranen en berouw werd
nicht Madeleine gelast de ophaalbrug van
Sprankelen weer over te gaan. Gelukkig
voor baar leefde zij niet in die overoude
tijden, waarin zij zich zoo gaarne verdiepte,
wie weet, zoo Jonker Wijbrecht gericht had
over haar, of zij dan niet, de ranke leden
gehuld in een grof boetekleed, rugwaarts
op een ezel gebonden, regelrecht naar de
oubliette zou gebracht zijn. Nu werd haar
slechts gelast voor goed het stamslot den
rug toe te keeren.
En Sprankelen Te zeggen dat men van
verdriet sterft is zoo conventioneel geworden,
dat ik de laatste zal zijn zoo iets banaals
van mijn arme moeder te willen beweren.
Laat ik slechts de nuchtere feiten noemen.
De schrik over hei gebeurde, de vrees eu
spanning gedurende de laatste maanden
daarna, toen het leven van haar kind aan
een zijden draadje hing en eindelijk toen
zij moest ondervinden wat er geworden
was van haar mooi gezond kindwerden
aandoeningen noodlottig voor baar zwak
gestel. Zij werd bedlegerig en nog had ik
mijn tweeden verjaardag niet beleefd
toen in deze zelfde afgelegen «boekenkamer»
een ter neder gebogen man, geheel in het
zwart gekleed zich verborg om zich onge
stoord over te geven aan zijn grenzelooze
smart. Daar, aan de tafel, waarvan zijn zoon
afviel, zat mijn vader en balde in machte,
looze woede zijn vuist. Ten tweede male
werd tusschen deze muren een vrouwennaam
uitgekreten en weer was het met een inni-
gen haat: «Madeleine!»
Want alsof het niet vreeselijk genoeg
ware, dat mijn vader haar betichten moest,
den kroonprins van zijn geslacht verminkt
te hebben, nu ook beschuldigde hij haar
van den te vroegen dood zijner aangebeden
vrouw
Haat verduistert het verstand. Vader be
schouwde nicht Madeleine, als weleer oom
Jasper zijn «Yvonne», door het oog van
*ijn grieven. Nu, na jaren, kan ik voor
nicht Madeleine verzachtend# omstandig
heden pleiten.
(Wordt vervolgd).