A1IERSF00RTSCHE COURANT.
Zaterdag II
October 1919.
No. 9243.
69e Jaargang
Tweede "bla.cL
Ditgave van de D rukker jj „l)e Amersfoortsche Courant, voorheen Firina A. H. van Cleefl".
REDACTEUR:
K. W. H. OU DE NS.
AMERSFOORT
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden j 1.—
franco per post /1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertentien per regel 15 cent. Reclames 15 regels /1.25 Bewijsnummers worden ln
rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 5 cent.
Bij advertentiën van bulten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAUX
KORTE GRACHT 18 (oud 0
VALKESTRAAT 19.
Telefoon 19.
V. rviily mi t S i-iiografi'scii Raadsvrnlag.
te komen. Zelfs voor de direct belanghebbenden lijkt
het mij van de grootste beteekcnis, dat 200 spoedig
mogelijk het systeem van bijslagen wordt verlaten. Maar
het is een andere vraag, of wij ten aanzien van de
brandstoffen bereids zoo ver gevorderd zijn, dat wij dat
systeem mogen en kunnen verlaten.
Het is niet gemakkelijk om de zaak te becijferen cn
als ik nu de schildering van den heer Polder hoor, dan
zeg ik, dat kan voor een enkel geval juist zijn, maar
dat die schildering in het algemeen juist zou zijn, durf
ik voor mij niet te onderschrijven. Waarheid is echter,
dat speciaal de kolcnprijzen exhorbitant hoog zijn
gebleven.
Nu is het moeilijk precies te zeggen, ten aanzien van
dit artikel moet de toeslag vervallen en ten aanzien
van dat artikel niet. Waar het echter de kolenprijzen
betreft zou ik, daargelaten nu het bedrag, toch in
overweging willen geven een tegemoetkoming te ver-
leencn aan den nood van de minder bedeelden door ten
aanzien van deze zaak door te gaan, voorloopig door
te gaan met het systeem van bijslag.
Ik wil van mijn kant nadrukkelijk verklaren, dat ik
dit allerminst voorsta, omdat ik van meening zou zijn,
dat het op den duur zou moeten worden bestendigd.
Allerminst! Het is en blijft een noodmaatregel, die
echter voor dit seizoen m.i. nog moet worden genomen.
De Voorzitter: Mijne heeren, zooals de heer
Noordman heeft gezegd, hebben B. W. in dezen een
principieel standpunt ingenomen. Toen wij het prae-
advies hebben opgesteld, hebben wij gezegd, aan die
noodmaatregelen moet een einde komen. Het is voor
de Gemeente op den duur onmogelijk, niet alleen op
de brandstoffen, maar ook op andere artikelen bijslag
te geven. Toen hebben wij gedacht, laten wij ons alleen
houden aan het artikel gas. De progressie is daar
ingevoerd cn daardoor is het mogelijk beneden den
kostprijs te leveren aan wie hei noodig hebben. De
heer Noordman heeft een zeer goede vraag gedaan,
n.I. hoeveel kost het de gemeente en is het practisch
wel mogelijk,
Als we bedenken, dat op den dienst van 1919 een
tekort is van 2 ton en wij nemen in aanmerking de
meerdere uitgaven, die voortspruiten uit de verhoogde
salarissen, dan spreekt het van zelf, dat een voorzichtig
financieel beleid is geboden. In 1917 heeft de Gemeente
een bedrag voor dit "doel disponibel gesteld van f 7ooo
en dat is verleden jaar gestegen tot f 8000. Toen
bedroeg de toeslag f 0.50 per eenheid voor inkomens
tot f 2500. Wordt nu de toeslag op f I.— gesteld, dan
zouden dus de kosten voor de Gemeente ook dubbel
zoo hoog zijn en ca. f 16.000 bedragen.
Het standpunt van B. W. is dus geweest, de.
loonen zijn verhoogd, laten wij nu zien van die andere
toeslagen af te komen door alleen den toeslag op gas
te handhaven.
De heer Kroes: M. de V., ik ben het toch niet
geheel en al met u eens. Het is waar, financieel zal
het natuurlijk een bezwaar voor de Gemeente zijn, maar
ik mag ook uit overtuiging spreken eh dan wil ik het
doen tegenover den heer Polder, die een lans heeft
gebroken voor de minder bedeelden. M. de V., ooknuj
is van nabij bekend de nood, die hcerscht in menig
gezin cn hoofdzakelijk moeten wij dan toch die mcnschen
tegemoet komen in het verwarmen van hun lichaam
niet alleen, maar ook in het bereiden van hunne spijzen,
ten minste voor zoover die door hun bereid kunnen
worden. Ik doel echter hoofdzakelijk op het verwarmen
van hun lichaam, want M. de V., er is geen grooter
ellende voor iemand dan om koude te lijden. 15 of
f 16000 is een heel bedrag, maar wanneer wij daarmede
kunnen tegemoet komen aan de zorgen van zoo menig
cezin in Amersfoort, dan geloof ik, dat wij daar toch
Lrhe.n moeten stappen. e« dU m, aan
van deze corporaties moeten voldoen, om dat bedrag
te votecjcm [oonen zijn cnorm gestegen, dat ben
ik volkomen met u eens. En wanneer nu ook de ver
houding beter was geworden doordien naast die stijging
der loonen gestaan had een daling van de prijzen dör
producten, dan zou ik aan het gestelde verzoek ook
zeker mijn stem niet geven. Maar wanneer wij de prijs
couranten nazien, dan zien wij, dat dc pr.jzcn met
verlaagd worden, maar van menig artikel zelfs nog
omhoog gaan.
can dan ook mijn volle sympathie ui
oor deze corporaties gedane verzc
Raad tlie sympathie zal deelen.
1 B. W. wordt daarop 11
Het advies v
5 stemmen vc
Voor stemmen de heeren: Veis Hcijn, Verhoef, Van
Hardenbroek, Jorissen en Ruitenberg.
Tegen stemmen de heeren Stadig, Voskuilen, Hofland,
Kroes, Kraan, Leinwebcr, Nicuwendijk, Noordewier,
Noordman, Oosterveen, Overeem, Polder, Rckkd.
m B. W. is
houden in bc-
voor de agenda
discussie
De Voorzitter: De bedoeling
den Raad nog een oogenblik bijeen t
sloten vergadering en daarom stel ik
even door te loopen cn de punten,
wordt verlangd aan te houden.
749. Voorstel vnn Burgemeester en Wethouders
0111 een subsidie toe te kennen aan de Hoofdcom
missie voor de Normalisatie in Nederland.
Goedgekeurd z. d. of h. st.
750. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om op de Algemeone Begraafplaats een bus te
plaatsen voor de armen van alle genootschappen
in de gemeente.
Aangehouden.
761. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot vaststelling van het plan van uitbreiding der
gemeente (fledr. Verss. No. 80).
Goedgekeurd z. d. of h. st.
762. Voorstel van Burgemeester 011 Wethouders
0111 aan de woningbonw-vereenigiiig St. Bonifiieius
een verhoogd erodiet te vèrleenon en daarvoor een
verhoogd voorschot aan te vragen (Gedr. Verz.
No. 77).
De Wethouder Jorissen: M. de V., hier staat een
kleine rekenfout in. Kr staat een bedrag in genoemd
van f 5109,14 en dat moet zijn f4609,14. Voor dengeen
die het even narekent zal dat duidelijk zijn. Kr is een
tekort van f 7000, dat verminderd moet worden met
de f 2390,86, die er over zijn en als men dat aftrekt
houdt men niet over f5109,14, maar f4609,14.
De heer Polder: M. de V., zou ik een enkele vraag
mogen doen aan B. W.? Wij zijn niet tegen het
verleunen van een crediet, maar als bewoner heb ik
geconstateerd, dat er de laatste jaren geen anders
denkenden in de woningen komen. Ik zou B. W.
willen verzoeken, dat eens tc onderzoeken cn van den
uitslag van hun onderzoek mededeeling aan den Raad
te doen.
De heer Stadig: M. de V., ik wilde u verzoeken,
dit punt aan te houden, onulat ik daarover wel het
woord zou willen hebben.
De Voorzitter: Aangezien dit voorstel voor
October behandeld moet worden, kunnen wij liet niet
meer uitstellen en zou ik er dus de voorkeur aan geven,
er nu het woord over te verleenen.
Dc Vo
B. W. zullen dat gaarne onder
zoeken, mijnheer Polder.
De heer Nieuwendijk: M. dc V., in mijn bezit
is een lijst van aanvragen en toewijzigingen. Als ik den
heer Polder daarmede een pleizier kan doen, zal ik die
lijst gaarne aan hcni overleggen.
liever het antwoord op
De heer Polder: Ik
mijn vraag van B. en W. ontvangen.
Het voorstel van B. W. wordt na de door den
heer Jorissen aangegeven wijziging in de toelichting
z. h. st. goedgekeurd.
753. Voorstel van Bui emeestar en Wethouders
0111 aan T. Beverloo, onderwijzer aan de openbiire
school G verlof wegens ziekte te verleenen.
Goedgekeurd z. d. of h. st.
754. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
I tot liet verleenen van ontslag aan Me]. M. Meijer
I als tijdelijk leerares aan de Handeisdagschool
overeenkomstig verzoek.
Als voren.
765. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot vaststelling van do Verordening tot regeling
van de wijze van uitbetaling der jaarwedden van
de onderwijzers aan do openbare lagere scholen
en tot regeling van de inhouding dier jaarwedden
bij verlof tot afwezigheid.
De heer Stadig: Ik zou even een vraag willen
stellen bij art. 3.
Dc V oorzittcr: Dan zullen wij goed doen eerst
even de artt. 1 en 2 goed tc keuren.
Heeft niemand bezwaar tegen art. t Of tegen art. 2
Dan zijn ze goedgekeurd cn is nu het woord aan den
heer Stadig over art. 3.
De heer Stadig: Ik heb niet kunnen nagaan, of
dc gemeentelijke regeling omtrent deze punten vrij is,
dan wel, dat wij aan andere voorschriften zijn gebonden.
Als de Gemeente vrij is, zou ik over dit punt nog iets
willen zeggen, waar hier verlof wordt gegeven aan de
gehuwde onderwijzeres, die bevalling tegemoet ziet.
Als men uitgaat van dc wenschclijkheid om gehuwde
onderwijzeressen te hebben, kan ik mij begrijpen, dat
men de zaak regelt zooals hier wordt voorgesteld, maar
nu komt het mij voor, dat dit toch geen juiste weg is.
Ik behoef daar op liet oogenblik niet veel anders over
te zeggen, dan een verklaring af te leggen. Het komt
mij voor, dat een gehuwde onderwijzeres als regel ge
nomen allerminst op haar plaats is in de school en
waar ik daar bezwaren tegen heb, heb ik ook bezwaar
tegen een regeling, die het haar gemakkelijker maakt
als gehuwde vrouw onderwijzeres te blijven. Voor
zoover het wettelijk niet mogelijk is de onderwijze re»
bij huwelijk ontslag te geven, zou ik er toch bezwaar
tegen hebben het haar zoo gemakkelijk mogelijk tc
maken en zou ik dc faciliteiten, die haar hier gegeven
worden, willen coupccrcn.
De Wethouder Jorissen: M. de V., ik ben het
misschien roerend eens met den lieer Stadig, waar het
er 0111 gaat geen gehuwde onderwijzeressen in de school
te hebben. Maar wij hebben ze nu eenmaal en nu moet
men uit eerbied voor het huwelijk ze ook alle kansen
geven, 0111 wanneer dat huwelijk wordt gezegend, van
dien zegen des huwelijks zooveel mogelijk te kunnen
genieten. Dat is tnen verplicht en ik acht het inhumaan,
0111 te zeggen, gelijk de heer Stadig met andere woor
den doet, maak het haar maar zoo beroerd mogelijk.
Ik vind, dat men verplicht is, haar ten minste 3
maanden voor dc bevalling en één maand daarna vrij
te geven. Wij hebben eenmaal gehuwde onderwijzeres
sen en als wij ze hebben, zijn wij zedelijk verplicht,
haar huwelijk niet tot een hel te maken.
De heer Stadig: Laat zc dan maar ontslag nemen
Dc Wethouder Jorissen: Dat gaat niet. Zij hebben
het recht onderwijzeres te zijn en zoolang wij haar dat
niet mogen ontzeggen, gaat het niet aan haar langs een
1 omweg, waarbij men het haar opzettelijk zoo beroerd
mogelijk maakt, dat recht te ontnemen. Dan kan men
j ook wel zeggen, die man heeft zoo'n raar gezicht, ik
I wil hem kwijt en dus hij moet er maar op een of andere
manier uitgewerkt worden. Ook ik acht dc gehuwde
onderwijzeres beter op haar plaats in het huisgezin dan
in de school, maar als wij ze hebben, zijn wij verplicht
te zorgen, dat zij aan den gehuwden staat zooveel
j mogelijk kunnen beantwoorden en, daartoe is wel in de
eerste plaats noodig, dat, als zij zwanger zijn, zij 3
I maanden verlof krijgen.
De heer Stadig: Ik geloof, dat de Wethouder doelt
op ile mogelijkheid, dat zij den zegen van het huwe
lijk zouden ontwijken, om op school te kunnen blijven.
Dc Wethouder J o ri s s e nDat is niet mijne bedoeling.
De heer Stadig: Dan komt dc heele zaak er op
neer, niet om het den mcnschen zoo beroerd mogelijk
tc maken, dat is een beetje een ongeschikte term daar
voor, maar om door het geven van faciliteiten toch niet
te bevorderen, dat er veel gehuwde onderwijzeressen
in dc school zullen blijven. Als dc heer Jorissen zijn
sympathie betuigt voor de gedachte, dat de gehuwde
onderwijzeres niet in de school thuis hoort, dan moet
hij aan den anderen kant niet bepleiten het haar zoo
gemakkelijk mogelijk te maken, om juist datgene te
doen, wat ook dc heer Jorissen niet goed oordeelt.