Allerfijnste Melange Wintergoederen „DE FAAM" Inrichtingtothetrepareeren van Rijwiel-frames Aanbevelend, L. HOEK, Kamp 88 85 cent voordeel gebruikt a f I.OO p. pond, Het is thans uw tijd om uw te koopen, denkt U er om Willen Jongens Trnien en bijpassende broekjes WOLLENenZIJDEN SJAALS LANGESTRAAT 5 s_ shveit., Begrootingen kosteloos Het Pariameisje. «2s- VOOR PARTICULIEREN! Ook geheel complete Rijwielen worden op bestelling door ons vervaardigd 1SOASO WERKPLAATS ST. A K S A ST K A A T. LANGESTRAAT 12 MJW TELEFOON 212 Atelier voor Ondergoed naar Maat Complete Uitzetten en Luiermanden AMERSFOÜRTSCHE RIJ TIIIG J1A AT S C H A PI' IJ Westsingel OS Teleloon 43 Luit Rijtuigen en Livreien voor Gelegenb. Uniformen wot Begrafenissen. Directeur W. F. V. D. ZWAAN. ROOMBOTER ONDER RIJKSCONTROLE i 1.85 PER POND. indien U onze en welke in zuiverheid en voeding gelijk is aan Roomboter, raadpleegt des kundigen daarover en ze zijn alle van dezelfde meening. Alzoo ia het verschil tusachen Roomboter en onze Allerfijnste Melange», niets andera als >SMAAK« en de smaak onzer «Melange» is voortreffelijk. Neemt heden nog proef met onze „Allerfijnste Melange" en U bespaart op ieder pond 85 CENT. Minzaam aanbevelend, Zuid. Hoi!. Sargariae-Mnstrie „DE RIJNSTREEK". Jlleen-terkoip: N.V. v. h. VAN GENT A Co., Amersfoort. Pleterpyperstraat 7 Leusderweg S3 Bloeniendalsche binnenpoort. Wij hebben een teer grooten voorraad Pon prijzen zijn beslist laag ONTVANGEN in maten i, 2 en 3. - Grootere maten volgen spoedig. ZEER GROOTE KEUZE Sptciaal adres voor courante manufacturen en atmaatle goederen 6li zware hemden-katoen (90 c.M. breed) 59 ct. p, el, zelfde breedte goedkooper soorten, 48 en 54 ct. per el 9/8 ongebl. katoen 3772—44 en de beste kwal. 49 ct. p. el. Wit katoen vanaf 38 cent per el. Prima Engelsehe sheeting 90 c.M. breed 68 ct. p. el. ,0/» zwaar lakens katoen98 ct. p. el. Gemaakte manshemdeu 110 c.M. lang f 1.98 De beste kwaliteit f2.45 Gemaakte vrouwenhemden met festonf2.10 De beste kwaliteit 110 c.M. lang met festonf 2.45 Belanghebbenden geven wij gaarne alle gewenschte inlichtingen. Ainersfoortsche Manufiicturenhandel bij ds Varkens- markt. 9 ELECTROTECHNISCH BUREAU MATTHIAS WITHOOSSTRAAT 'J ^£3SffiSÊ3$S8geS^i&**>r. '„~s FEUILLETON. 51). o— «Juist iets voor Adolf,» antwoordde Otto, en zij hoorde het aan zijn kalme stem, geheel gerustgesteld door haar woorden: «En hij is zulk een uitstekend fietsrijder. Eenige maanden geleden zag ik hem over den hardsteenen rand van de brug over de rivier vlak bij Nieuw-Sprankelen rijden, geen haarbreed van hem af het watsr. Een koelbloedigheid, die dunkt me, elk fietsrijder hem benijden kan. Ik ijsde er van, maar ik liep met papa aan den arm, dus wachtte ik mij wel één woord te uiten. Toch vroeg vader me, waarom ik plotseling zoo beefde Adolf lachte mij uit, toen ik later, thuis, hem een geducht standje gaf om zijn verre gaand roekeloos rijden. Er was niets geen gevaar bij, beweerde hij, voor iemand als hij die op een haar kon rijden O. hij is een meester in alle sport1» Zij knikte onverschillig, het viel haar heel moeilijk een ongeduldig, minachtend gebaar te onderdrukken. O,dat refrein van het lied SprankelenAdolf, altijd Adolf volmaakt, onovertreffelijk in alleuiterlijke goede eigenschappen 1< Juist reed Janus met een kar groenten het hek uit. Leonie was blijde met deze afleiding, waardoor niet meer over Adolf werd gesproken«Waar brengt hij die massa groenten?» vroeg zij verwonderd. «Naar het veer, daar wacht hem een vrachtschuit uit Nieuw-Sprankelen, die zijn waar naar de markt in de stad brengt.» Haar gelaat betrok«Enstel nu eensdat Janus op een goeden dag geen groenten meer vond om te verkoopen?» Hij lachte om de onwaarschijnlijke voor stelling: «En dat een wildziekte alle hazen en patrijzen in hat bosch doodt en een storm In één nacht alle vruchlboomen als riet doormidden knaktmisschien dat dan de «Heeren» van Sprankelen de kunst uitvinden van lucht en water te leven!» Zij kon die schets niet aanhooren, zij liep j met een korten groet van hem weg. O, God als hij te weten kwam wat Sprankelen boven het hoofd hiDgEn zij, zij alléén, de «nieuwe bliksemafleider» was machtig genoeg het onweer af te wenden. Weer weifelde zij«Ikik weet niet wat ik doen zalik ik moet eerst Adolf nog eens sprekenkermde zij in de stille van haar logeerkamer gekomen«O kwam hij toch eindelijk thuis!» Negende Hoofdstuk. Maar Adolf kwam niet Het etensuur sloeg en weer moest men aan tafel gaan zonder hem. Leouie nam hare plaats in, stil, in zichzelf gekeerd, voor het eerst voelde zij zich een vreemde op .Sprankelen. Het lange wachten had weer geheel hare stemming veranderd. Zij had zich nu vast voorgenomen, straks, als .terloops, te spreken over den brief van hare moeder, waarin zij zoo dringend werd terug geroepen, om dan, in overleg met hare familie, haar vertrek te bepalen. Zoo spoedig mogelijk, morgen reeds, wilde zij gaan En ofschoon zijn wegblijven ook haar bevreemdde, boos maakte, was zij nu toch blijde Adolf niet te ontmoeten in tegen woordigheid der anderen. Zij was bang dat hij, met zijn gewone voortvarendheid hun verhouding, zooals hij zich die nog dacht, zou verraden en dat juist wilde zij tot eiken prijs vermijden. Zij wilde hem eerst alléén spreken In die stemming nam zij de duidelijke onrust der anderen over Adolf's onverklaar- baar lang wegblijven waar, als iets dat haar niet meer aanging. Met een onverschilligen J trek om den mond, die vreemd afstak bij de bewogen gezichten om haar heen, zag ze hoe Otto zich op de lippen beet, hoe j zijn wenkbrauwen zenuwachtig vertrokken, merkte zij op de prikkelbaarheid van humeur van den ouden graaf, wien niets naar den zin scheen. Hij pruttelde over de warmte in de groote kamer, over het eten, de bediening. Voor het eerst vond ook Leonie het «clanhoofd,» een onuitstaanbaar, oud, knorrig heer. Zelfs de aandoenlijke duidelijk zicht bare angst der moeder, wekte geen sym pathie in haar verbitterd hart. Het was een sombere maaltijd Niemand vond den moed de oorzaak van al die onrust te noemen, Adolf's naam werd niet gehoord. Toch vervulde zijn beeld aller gedachten Eindelijk, haar angst nauwelijks meer meester, riep Mevrouw Swaenecroon«Maar waar blijft hij toch, als er maar geen onge luk gebeurd is!» Haar lippen beefden, tranen stonden in haar oogen. «Onzin» morde haar echtgenoot: «Maak toch geen noodelooze drukte, hij is toch geen kind, hij zal wel ergens blijven Maar waar toch, wat kan hem overkomen zijn Beiden hadden geen naam genoemd en zij wisten zelve niet hoe klagend hun stem men klonken Leonie lette nu scherper op den ouden graaf en toen zij zag, hoe hij als een geheel blinde, met zijn vingers over het tafellaken voelde naar zijn glas, hoe hij met zijn vork telkens prikte naast het voedsel op zijn bord, begreep zij dat hij niet minder onrustig, niet minder angstig was dan zijn vrouw, slechts meer wilskracht toonde om zijn ontroering te verbergen. Nu toch werd ook zij bewogen. Een groot medelijden welde warm op in haar hart voor deze twee oude beproefde menschen, voor Otto die zwijgend stil zat wien het blijkbaar de grootste moeite kostte een schijn van eetlust op te houden Wat hadden zij allen hem toch lief, hun jongen lichtzinnigen prinsdie zoo ge- I dachteloos, egoïst, zwelgde in een roes van onedel genot I Waar vergat hij nu den tijd weer, zooals dezen ochtend aan het veer- i huis? En niet om hem, maar om zijn... j slachtoffers, begon zij hem te veront schuldigen «Ochik zie niets bijzonder» in Adolfs I lang uitblijven. Van Otto zult u wel reeds gehoord hebben dat hij zich opgehouden heeftheel lang, aan het veerhuis. En daarna wilde hij nog een grooten tocht maken, zijn «record» op den weg slaan nu, het zou mij niets verwonderen zoo hij op dit oogenblik, zijn fiets aan de hand, de langste wandeling maakte van zijn leven. Een klein gebrek aan zijn machine kan hem immers uren en uren ophouden». Aller oogen waren op haar gericht, vol verwachting: «Zou het mogelijk zijn,* begon de oude graaf, aarzelend. «O, zoo goed,» antwoordde zij snel en luchthartig: «Ik heb ze wel gezien, als ik met mama toerde in de omstreken van den Haag, zulke mislukte fietsruiters. loopend naast hun machine, en heel vroolijk zagen zij er niet uit. Zulk een déveine schijnt niet goed op het humeur te werken. Ik zie Adolf straks al thuis komen, moe, warm, bestoven, dorstig en hongerig wat zal hij pruttelen .1» En zij was blijde dat zij in staat was te lachen om de voorstelling die zij gaf van den mislukten fietstocht van haar jongsten neef. Haar lach klonk vroolijk en onbe zorgd, het was als het eerste vogelengetjilp na een somberen donkeren nacht, werkelijk klaardsn de gezichten om haar heen wat op Daar. plotseling, klonk van uit de hal tot de eetzaal door een gedempt gestommel, een mannenstem, die men niet herkenen kon op dien grooten afstand. In gespannen verwachting luisterde men, toen trad de bejaarde dienstmeid binnen. Zij zag er vreemd, verschrikt uit, in de hand hield zij een toegevouwen papiertje. «Wat is er, Maartje?" vroeg Mevrouw Swaenecroon snel. >N niets mevrouw, esoeen boodschap voor graaf Otto,» en zij gaf hom het papiertje. Toch moest er iets bui tengewoons zijn, want Leonie zag hoe haar hand beefdeVol spanning staarde zij in Otto's gezicht. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1919 | | pagina 4