iMSFOORTSCHE COURANT.
Zaterdag 20
December 1919.
No. 9273.
69e Jaargang
EERSTE BLAD
«ar Beric li t.
Lunchroom
Princesse
GIRO- EN CHEQUEVERKEER
MET ALLE PLAATSEN
VAN ONS LAND
G. KEUNEKEI
REDACTEUR:
F. W. H. OUDE
AMERSFOOR
Ditgave van de Drukkery „De Amersfoorteche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleefl".
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden j
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleele- en onteigenlngs-
advertentien per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels /1.25 Bewijsnummers worden In
rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 5 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de Incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAUX
KORTE GRACHT 18 (oud 0)
VALKESTRAAT 1
Telefoon 19,
dit nummer bestaat uit twee bladen
OVERZICHT.
Buitenland.
De naderende Vrede (ratificatie 1 Januaria
a.s.) Dankbaar Oostenrijk Orkaan op
den Oceaan.
Binnenland.
goedkeuring aan het Amsterdamsche Raads
besluit betr. f 100.000 voor de Weensche
kinderen Met groot verlof.
In verband met de beide
Kerstdagen zal ons blad de
volgende week slechts twee
maal verschijnen, en wel op
Maaudag32 en Woensdag 24
December a.s.
AANGIFTE
ter
INSCHRIJVING VOOR DE MILITIE.
o
Do Burgemesster van Amersfoort,
brengt ter kennis van wie het aangaat,
inzonderheid van de In het jaar 1901 ge
boren mannelijke personen, dat bij de Mili-
tiewet (Staatsblad 1912, no. zi) het volgende
is bepaald
Wie moeten worden ingeschreven.
Artikel 12. 1. Behoudens het bepaalde
in art. 13 wordt voor de militie ingeschre
ven:
1°. ieder minderjarig mannelijk Nederlander,
die op 1 Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hij hel 18e levensjaar heeil
volbracht, binnen het Rijk, in het Duit-
sehe Rijk of in het Koninkrijk België
woonplaats heeft, of wiens vader, moe
der of voogd op genoemd tijdstip in een
dier Rijken woonplaat® heeft;
2°. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan
der, die op genoemd tijdstip in een der
genoemde Rijken woonplaats heeft;
3°. ieder mannelijk niet-Nederlander, die op
genoemd tijdstip ingezetene van het Rijk
is.
2. Voor ingezetene in den zin dezer wet
wordt gehouden:
A. de minderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Rijk woonplaats heeft:
1°. indien zijn vader, moeder of voogd bin
nen het Rijk woonplaats heeft en gedu
rende de voorafgaande achttien maanden
in liet Rijk of in de koloniën of bezittin
gen des Rijks in andere werelddeelen
woonplaats gehad heeft;
2'. indien hij iclf gedurende de voorafgaan
de achltien maanden in het Rijk of in
de koloniën of bezittingen des Rijks in
andere werelddeelen woonplaats gehad
heeft, tenzij hij in den zin dezer wel een
vader of moeder heeft en deze elders dan
binnen het Rijk woonplaats heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Rijk woonplaats heeft en gedu
rende do voorafgaande achttien maanden in
het Rijk of in de koloniën of bezittingen des
Rijks in andere werelddeelen, woonplaats
gehad heeft.
3. Voor de toepassing van het bepaalde
in het vorig lid wordt gehouden:
voor minderjarig hij, die minderjarig
is in den, zin der Ncderlandsche wet;
voor meerderjarig hij, die meerderjarig
is in den zin der Nederlandsche wet.
Wie niet inschrijvingsplichtlg zijn.
Artikel 13. Voor de militie wordt niet
ingeschreven:
1°. de ingezetene niet-Nederlander, die blijkt
le behooren tol een Slaat, waar de Ne
derlanders niet aan den verplichten
krijgsdienst .zijn onderworpen of waar
ten aanzien van den dienstplicht het be
ginsel van wederkeerigheid is aange
nomen;
2'. hij, die blijkt in de koloniën of bezittin- I
gen des Rijks in andere werelddeelen 1
woonplaats te hebben, mits die niet zij
ter zake van krijgsdienst.
Iu welke gemeente de inschrijving moet j
geschieden.
Artikel 14. 1. De inschrijving geschiedt:
1*. van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid,
onder 1'.:
a. zoo zijn vader, moeder of voogd bin
nen het Rijk woonplaats heeft, in de
gemeente der woonplaats van vader,
moeder of voogd;
b. zoo hij binnen het Rijk woonplaats
heeft, in de gemeente zijner woon
plaats, tenzij hij in den zin dezer wet
een vader, moeder of voogd heeft en
deze in oone andere gemeente binnen
het Rijk woonplaats heeft;
c. zoo zijn vader, moeder of voogd in het
Duilsche Rijk en hij niet binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeen
te Amsterdam;
d. zoo z(jn vader, moeder of voogd in
het Koninkrijk België en hij niet bin
nen het Rijk woonplaats heeft, in de
gemeente Rotterdam;
e. zoo hij in het Duilsche Rijk en zijn
vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk of in het Koninkrijk België
woonplaals heeft, in de gemeente Am
sterdam;
f. zoo hij in hel Koninkrijk België en
zijn vader, moeder of voogd niet bin
nen liet Rijk of in het Duilsche Rijk
woonplaats heeft, in de gemeente
Rotterdam;
van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 2'.:
a. zoo hij woonplaats heeft binnen het
Rijk, in de gemeente zijner woon
plaats;
Utrechtschestr. 49.
J. VAN HAMERSVELD Jr.
b. zoo hij woonplaats heeft in het Duil
sche Rijk, in de gemeente Amster
dam;
c. zoo hij woonplaats heeft in het Ko
ninkrijk België, in de gemeente Rot
terdam;
3°. A. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 3°., indien hij minderjarig is:
a. zoo zijn vader, moeder of voogd bin
nen het Rijk woonplaats heeft, in de
gemeente der woonplaats van vader,
moeder of voogd;
b. zoo h(j in den zin dezer wet geen
vader, moeder of voogd heeft of zoo
zijn voogd niet binnen het Rijk woon
plaats heeft, in de gemeente, waar hij
zelf woonplaats heeft;
B. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 3'., indien hij meerderjarig is:
in de gemeente, waar hij woonplaats
heeft.
2. De in het vorig lid als plaats van in
schrijving aangewezen gemeente is die,
waar de woonplaats gevestigd is of we
1 Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin de in te schrijven persoon het 18de
levensjaar volbracht. Ten aanzien van hem,
wiens inschrijving te Amsterdam of te Rot
terdam moet geschieden wegens woonplaals
onderscheidenlijk in het Duilsche Rijk of in
het Koninkrijk België, wordt de gemeente,
waar de inschrijving moet. plaats hebben,
bepaald naar het Rijk, waar de woonplaats
gevestigd is of was op 1 Januari van het
jaar, volgende op dat, waarin de in te
schrijven persoon het 18de levensjaar vol
bracht.
Aangifte ter inschrijving.
Artikel 15. 1. Hij, die volgens art. 12
moet worden ingeschreven, is verplicht
zich daartoe arn le geven bij den burge
meester der gemeente, wuar de inschrijving
moet geschieden.
2. Indien hij ongesteld of afwezig is, rust
de verplichting tot het doen van de aan
gifte:
BAnkvoreeniging H. L. A. DULLAERT &Co.
Amersfotrt, Soest. U:recht, Steenbergen, Noordbroek
indien het een minderjarige betreft, op
zijn vader, moeder of voogd, mits de va
der, moeder of voogd binnen het Rijk,
in het Duilsche Rijk of in het Koninkrijk
België woonplaats heelt of indien de
voogdij is opgedragen aan eene rechts
persoonlijkheid bezittende verceniging,
aan eene stichting of aan eene instelling
van weldadigheid op de bestuurders;
indien het een meerderjarige betreft, die
onder curaleele staat, op zijn curator.
3. De minderjarige, die in den zin dezer
wet geen vader, moeder of voogd heeft, of
vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk, in het Duitschc Rijk of in hel
Koninkrijk België woonplaats heeft. is. be
houdens het bepaalde in het volgend lid,
steeds zelf tot het doen van de aangifte ver
plicht,
4. Hij, die is opgenomen in een der in
art. 10 vermelde gestichten en inrichtingen
of behoort lot de in het tweede lid van ge
noemd artikel bedoelde personen dan wel
in dienst is bij de zeemacht, b(j het leger
hier te lande of bij de koloniale troepen,
5. De aangifte geschiedt in de maand
Januari van het jaar, volgïnde op dat, waar
in de in tc schrijven persoon hel 18de le
ijaar volbracht.
Voor hem of haar, die tot liet doen
van de aangifte verplicht is, kan de aan
gifte geschieden door een ander, daartoe
schriftelijk gemachtigd,
behoeft niet ter inschrijving te worden aan
gegeven.
Opgave ter Inachrijvlng.
Artikel IC- 1. De bestuurders van krank
zinnigen-, idioten-, doofstommen'- en blin-
dcngestichten, van gevangenissen, van rijks
werkinrichtingen, van rijksopvoedingsge
stichten en van tuchtscholen zenden jaar
lijks vóór 10 Januari eene opgave, ingericht
in den door Ons te bepalen vorm, van de
daarin opgenomen mannelijke personen, die
alsdan voor de militie moeten worden inge
schreven, aan Onzen commissaris in de pro
vincie, binnen welke de inschrijving moet
plaats hebben.
2. Ten aanzien van de mannelijke per
sonen, die ingevolge art. 39 van het Wetboek
van Strafrecht ter beschikking van de Re
geering zijn- gesteld en niet in een Rijks
opvoedingsgesticht zijn opgenomen, ge
schiedt gelijke opgave vanwege Onzen Mi
nister van Justitie.
3. De inschrijving van de in hel eerste
en het tweede lid bedoelde personen, zoo
mede van die, welke in dienst zijn bij de
zeemacht, bij hel leger hier le lande of bij
de koloniale troepen, geschiedt overeen
komstig door Ons le geven voorschriften.
Inachrijvlng na dan gawonen tijd.
Artikel 17. i. Voor de militie wordt ook
ingeschreven of wordt opnieuw ingeschre
ven:
1". ieder minderjarig mannelijk Nederlander,
die na 1 Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hij het i8e levensjaar vol
bracht, en vóór het intreden van het
21ste levensjaar zijne woonplaals binnen
het Rijk, in liet Duilsche Rijk of in hel
Koninkrijk België gevestigd heeft en
wiens vader, moeder of voogd niet reeds
in een dier Rijken woonplaats had;
ieder minderjarig mannelijk Nederlan
der, die niet in een der genoemde Rijken
woonplaals heeft, doch wiens vader, moe
der of voogd 11a 1 Januari van het jaar,
volgende op dal, waarin de minderjarige
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het
intreden van diens 2islc levensjaar zijno
of hare woonplaals binnen een dier Rij
ken gevestigd heeft;
3'. ieder mannelijk minderjarige, die na i
Januari van het jaar, volgende op dal,
waarin hij het 18do levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van het 21ste le
vensjaar Nederlander of opnieuw Neder
lander is geworden, zoo hij of zijn vader,
moeder oi voogd binnen liet Rijk, in liet
Duilsche Rijk of in het Koninkrijk België
woonplaats heeft;
4*. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan
der. die na 1 Januari van het iaar, volgen
de op dat, waarin hij het 18de levensjaar
volbracht, en vóór het intreden van liet
21sle levensjaar zijne woonplaats binnen
liet Kijk, in hol Duilsche lujh ol 111 hel
Koninkrijk België gevestigd hoeft;
5\ ieder mannelijk meerderjarige, die na i
Januari van hel jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van het 21ste le
vensjaar Nederlander of opnieuw Neder
lander is geworden, zoo hij binnen hel
Rijk, in het Duilsche Rijk of in het Ko
ninkrijk België woonplaats heeft;
0'. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na
1 Januari van hel jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van het 21sle le
vensjaar ingezetene of opnieuw ingeze
tene is geworden in den zin van art. 12,
tweede lid;
7". hij, die vóór het intreden van hel 21ste
levensjaar ophoudt te verhoeren in een
der gevallen, bedoeld in' art. 13, indien
hij overigens, hetzij volgens art. 12, hetzij
volgens het hiervoren onder 1°.—li'
paalde ingeschreven zou moeien worden.
2. Met betrekking tot het bepaald'
der i0.—0°. gelden art. 12, laalale lid, en
art. 13.
M Langestraat 105
ij AMERSFOORT
SPECIAAL ADRES IN
of zijn vader, moeder of voogd is geraakt
in een der in het eerste lid van dit artikel
omschreven gevallen.
Strafbepalingen.
Artikel 102. 1. Met hechtenis van ten
hoogste veertien dagen of geldboete van ten
hoogste honderd vijftig gulden, wordt ge
straft de in art. 15, eerste of tweede lid,
bedoelde persoon of diegene der in laatstge
noemd lid bedoelde bestuurders, die niet
voldoet aan eene hem bij dat artikel of bij
art. 17, vierde lid, opgelegde verplichting.
2. Met gevangenisstraf van. ten hoogste
twee maanden of geldboete yan ten hoogste
zeshonderd gulden wordt gestraft hij, die
opzettelijk oen dor in hel eerste lid bedoelde
feiten pleegt.
Opmerking omtrent vrijstelling,
Hij do in art. 15 vermelde aan
gifte ter inschrijving bestaat
gelegenheid om op te geven de
reden va n vrij8te Iling, d ie de in
te schrijven persoon vermoede
lijk zal kunnen doen gelden.
Beteeke.iig van de uitdrukkingen vader,
moeder, voogd en curator,
in hel bovenstaande sprake is ear.
vader, moeder 0/ voogdheelt zulks betrek
king op minderjarigen en strekt de uitdruk-
king ,,vaderr voor het gevaldat de vader
de ouderlijke macht of de voogdij uitoejent;
de uitdrukking moedervoor het geval,
dut de moeder de ouderlijke macht 0/ de
voogdij uitoefent: en de uitdrukking voogd"
voor het geval, dat over den minderjarig0
voogdij wordt uitgeoefend door een ander
dun den vader of de moeder. De uitdruk
king „eurotop'' heeft betrekking op meer
derjarigen en strekt voor het geval, dat dezen
uil der curaleele staan.
IV«in 111 nvt ouvvmiuunuu apruiee w vu«
woonplaals, wordt ten aanzien van hen, die
geen vrijwillige woonplaats hebben, dat
zijn o.a. de minderjarigen daaronder
verstaan de plaats, waar zij werkelijk wo
nen, en, zoo deze ontbreekt, de plaats van
verblijf.
Overlegging van stukken.
Door ol voor hen, die elders ge
boren zijn, behoort bij het doen
van de aangifte ter inschrijving
te worden overgelegd een uit
treksel uit hetgeboorte-rcgister,
welk uittreksel op aanvrage kos
teloos wordt verstrekt.
Tijd van aangifte.
Voor het doen van de aangifte ter In
achrijvlng, die moet plaata hebben tuaschen
1 en 31 Januari a.s., zal meer bepaald ge
legenheid worden gegeven ter Gemeente
secretarie Afdeeling Militaire Zaken, en
wel voor degenen, wier geslachtsnamen
beginnen met de letters A t/m F op Woens-
dag 7 Januari, voor degenen, wier geslachts
namen beginnen met de letters G t/m L op
Donderdag 8 Januari en voor de overigen op
Vrijdag 9 Januari 1920, telkena des morgens
van 912 en dea middags van 13 uur.
Men wordt dringend verzocht, zich zoo
mogelijk od een der aangegeven uren voor
het doen der aangifte ter Gemeenteeecre-
tarie te vervoegen.
Amerafoort, 12 December 1919.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWIJCK.
Lederwaren, Honden
artikelen en
Rsisbenoodigdhedon m
cj Beleefd aanbevelend, g
iïxzizi-irzzzrzzzzir-i.r-izz'ziiz'z.zirl':
STADSNIEUWS.
Broodkaarte
3. Ten aanzien van de gemeente, waar
de inschrijving of de inschrijving opnieuw
moet geschieden, geldt art. 14, eerste lid,
met dien verstande, dat de plaats van in
schrijving wordt bepaald naar de gemeente
or het Rijk, waar de woonplaals gevestigd
is of was op den dag, waarop de in le
schrijven persoon of zijn vader, moeder of
voogd is geraakt iu een der in het eerste
lid van dit artikel omschreven gevallen.
4. Ten aanzien van de uangiflc of op
gave ter inschrijving of ter inschrijving op
nieuw gelden dc urtt. 15 en 10, met dien
verstande, dut de aangifte geschiedt binnen
dertig cn de opgave binnen tien dagen na
den dag, waarop de in te schrijven persoon
Tijd
vak
Kleur der
Wittebr.kaart
Geldigheidsduur.
1 2 ic
Rood
27 Dec.'19— 4jan,'20
122c
Groen
5 Jan. '20— i3jan.
Paars
14 Jan. 22Jan,
124c
Zwart
23 Jan. 31 Jan.
Suiker
kaarten.
Geldig in de week v
28 Dec. 1919 t/m
5 Jan. 1920
12 Jan.
19 Jan.
26 Jan.
Amersfoort 19/12 1919.
11 Jan.
.8 Jan.
25 Jan.
1 Febr.