Meubileer-lnrichting
Bernard J. van Liemt
TT A A T3.T .TTiTV/T AMEESFOOBT
Eerstdaags «PENI1C der complete
wan
Varkensmarkt 9 Amersfoort
NADEN OORLOG!
VAN RIJN'S
debesuMOSTERD
1^. STAS
GELDERSCHE CREDIETVEREENIGING
ARNHEM Opgericht 1866
S. SIIVLIT.,
VOLGESTORT KAPITAAL f 400 000.—
WAARBORGKAPITAAL - 4 000 000.-
De Bank verstrekt gelden op le Hypo
theek op huizen, landerijen en boerenplaatsen
tegen billijke en gemakkelijke voorwaarden.
Inlichtingen te bekomen bij en aanvragen
te richten tot hare Agent, de firma
GELDERSCHE CREDIETÏEREENIGING
Pracht,
Glans
LANGESTRAAT 12
TELEFOON 212
ATELIER VOOR ONDERGOED NAAR MAAT
COMPLETE UITZETTEN EN LUIERMANDEN
GESTORT KAPITAAL f 10.000.000.—
RESERVEN f 4.400.000.-
Deposito rente:
oen maand opzegging
drie maanden opzegging
een jaar opzegging
3 pCt.
3%
4
ELECTROTECHNISCH BUREAU
MATTHIAS WITHOOSSTRAAT 9
BEGROOTINGEN KOSTELOOS
gg
A BONNKRRT TT OP| 7
A 1)V KHTEEHT INlult biel!
FEUILLETON,
Bergafwaarts
r de deur: »Loop
Maar zij schreed al
er voor mijn part in
meer schelenTrotsch
deur uit.
Ik kleedde mij vlug uit, blies het licht uil
en kroop tusscben de lakens, maar slapen
kon ik niet. Mooi, nu had ik mijn gastvrouw
boos gemaakt' Och, waarom wilde zij dan
ook met alle geweld dat ik uit haar oogen
kijken zou.
Goede hemel, alsof het een kleinigheid
was, de kleindochter van grootn
klakkeloos te bestemmen voor eei
stoker!
Hoe zou >grandmamanc hem
•Noblesse d'égout
Ocb, het was dwaas er mij boos om ge
maakt te hebben, wij hadden eigenlijk er
om moeten lachen. Verbeeld-je.Jan de Stoker
met zijn zwart uniform petje en zijn smoe
zelige boezeroen te zien binnenkomen bij de
voorouders! Tableau!
Maar toch, in zooverre kon ik Lina be
grijpen, baar vriend maakte beeiemaal niet
den indruk van een gewonen ruwen werk
man zoo'n type bijvoorbeeld als zijn baas,
de machinist, of de witkiel Hannes was.
Vrijmoedig In zijn optreden, maar onbe
schaamd neen, zoo mocht hij niet genoemd
worden. En knap? Ik dacht aan zijn lenig
gespierd lichaam aan het korte dichte haar,
dat deed denken aan een borstel van zwart
fluweel, aan zijn prettigen lach, zijn donkere
oogen, o zeker, hij zag er niet minder in
telligent uit dan oom Duyns Veronder
stel nu eens, dat hij zich eens zoo ontwik
kelde als Edward Brown en dan kwam om
mijZoo heel onmogelijk zou het dan
toch niet meer zijn?
Plotseling dacht ik weer aan thuisaan
de woorden van grootmama, de klacht zoo
I dikwijls vernomen uit dien trotschen mond
»'t Gaat bergaf met ons geslacht, kindlief.
Wij trouwen allen beneden onzen stand. Ik
sidder voor je. want als het zoo doorgaat,
breng jij nog eens een sjouwerman thuis
Een sjouwerman Stond dat zoo heel
ver af van... van een locomotiefstoker?
Ik lag stil in mijn bed,blozend van schaam
te, in gedachten grootmama, heel mijn voor
geslacht nederig vergiffenis vragend, omdat
ik één oogenblik de mogelijkheid niet ver
weggeworpen had, dat een Batensteyn al-
dalen kon tot een een groezeiigen stoker.
Met wijd open oogen, waaruit voor uren
de slaap was gebannen, staarde ik naar de
reepjes helder maanlicht op den grond, die
door de reten van de jalousieên naar binnen
schenen terwille van mij zelve, van de
voorouders, deed ik zoo mijn best en toch
gelukte het mij niet, uit mijn geheugen te
bannen, dat oogenblik, waaraan ik telkens
denken moest, waarop ik hem zoo hoog
hartig, «goede vriend» noemde, en de ramp
zalige uitdrukking daarna in zijn oogen!
HOOFDSTUK V.
Lina kwam mij niet van mijn kamer halen
den volgenden morgen, maar ik versliep mij
ook niet. Bijtijds ontbeet ik met de familie,
Lina en ik ontweken elkaar, zelfs met de
oogen. Zoodra oom en de jongens het huis
uit waren zeide tante;
Winny, wil jij ons met het omwasschen
en de kamers helpen Lina helpt mij van
daag in de keuken met de besseninmaak.
Zij verdwenen in het sousterrain en' ik
was blijde te kunnen heipen. Vol ijver begon
ik den ontbijtboel weg te wasschen. Nauwe
lijks was ik aan den gang of daar klonk
hetzelfde eigenaardige locomotiefgeflult van
den vorigen ochtend. Ik kon mij niet be
dwingen, met theedoek en al vloog ik zoo
gauw Ik kon naar de veranda en zag weer
de lange, zwarte, ijzeren duizendpoot voort-
kruipen over de rails, komende van de rich
ting Utrecht. Heel duidelijk onderscheidde
ik ook een paar popperige gedaantetjes op I
den tender achter den locomotief maar
dezen keer seinde geen rood vlaggetje een
morgengroet naar villa Amerika, misschien
wachtte men op een teeken dat niet kwam,
al brandde mg de zakdoek in den zak,
Ik bleef op de veranda totdat de trein
achter het stationsgebouw stilhield. Terug-
keerend naar de huiskamer stond ik eens
klaps tegenover LinaHoe dom, hoe
aartsdom nu van mij een kleur als vuur te
krijgenIk werd woedend op ntijzelve en
daardoor nog rooder.
Lina zeide geen woord, zij stapte naar de
servieskast, haalde er wat diepe schalen uit
en bracht die naar beneden. De strakheid
was echter geheel verdwenen uit haar gezicht,
uit elk plooitje en de heldere oogen tintelde
weer de oude piaaglust. Overigens bleef zij
den ganschen morgen in het sousterrain,
terwijl ik boven met behulp van de meid
de kamers aan kant maakte.
Aan de koffietafel zagen wij elkander weer.
Zij droeg over haar roze katoenen japon een
groot schort, van zachtere kleur, rijk met
kant gegarneerd. Ik had mijn donkerblauw
serge japon aangehouden.
Toen Lina dat zag, kwam zij naar mij toe
•Toe, Winny, doe mij het plezier en kleed
je zoolang je hier bent niet als was je je
eigen grootmoeder. Doe het witje van gis
teren maar weer aan, het staat je zooveel beter.
Als het vuil wordt zal ik het wel wasschen.»
Zacht, opdat tante het niet hooren zou, voegde
zij er bij: »Doe het als een bewijs dat wij
niet meer boos op elkander zijn, dat van
gisterenavond spijt mij. Ik beloof je, ik zal
voortaan mij niet bemoeien met jou en Jan
den Stoker. Ik zal zelf, zoolang je hier bent
nooit met je naar het station gaan, zoodat
je geheel vrij blijft tegenover hem, is dat
nu goed?»
Zij keek mij weer zoo plagend aan, maar
ik haalde de schouders op, wat kon mij
voortaan Jan de Stoker schelen! Om haar
echter te toonen dat alles weer goed was
tusschen ons trok ik mijn wit japonnetje aan,
dat mij volgens haar, zoo onweerstaanbaar
flatteerde.
In de middaguren ging ik, iu Lina's bou
doir, aan haar schrijftafel, een brief zitten
schrijven naar huis. Breed wijdde ik uit over
de nieuwe inrichting van villa Amerika, over
het electrisch licht door het geheele huis,
door oom in zijn vrijen tijd aangelegd, over
de kurken vloertapijten, de pitchpine meu
belen, die niet geboend behoefden te worden,
over den Amerikaanschen stoffer, het nikkel
keukengereedschap, in één woord over allerlei
nieuwste uitvindingen die het schoonhouden
zoo vergemakkelijkten; geheel anders als bij
ons thuis, waar deels uit zuinigheid, deels
uit traditie, het oudste, het omslachtigste,
gehandhaafd bleef.
Over Jan den Stoker echter repte ik geen
woord I
Maar toen ik met den gesloten brief in
de hand, de kamer uitgaande, langs het
boekenkastje liep, waarop het portret van
Edward Brown prijkte, kon ik niet nalaten
te blijven stilstaan om het nog eens heel
nauwkeurig te bekijken. En bijna hardop
prevelde ik: »Io zoo'n heerenpak zou Jan
Vermaas er minstens even goed uitzien...
zoo niet veel knapper!»
Ik schrikte van mijn woorden en vloog
het boudoir uit, als gluurden Lina's oogen
me uit alle hoeken van de kamer aan.
Met mijn matelot op, ging ik naar de
keuken. Lina zeefde de gekookte bessen,
tante stond over een groote pan op het
fornuis gebogen en roerde er in met een
grooten pollepel.
'Wat kom je hier doen, kind, vlekken
halen op je wit japonnetje?»
'Liever niet tante, ik heb naar huis ge
schreven en kom nu den naasten wegnaar
het postkantoor vragen.»
»De naaste brievenbus,» antwoordde Lina
effen, >is die bij 't station.»
(Wordt vervolgd).