TE HUUR
Fill BERNARD J. VAN LIEMT
iü
Wyberf
6EOPEN»
LANGESTRAAT 12
ADVERTEERT IN DIT BLAD?
kwaliteit
s_ S3VEIT,
GELDERSÖHE CREDIETVEREENIGING
ARNHEM -Opgericht 1866
Bergafwaarts
AMERSFOORT, (hit tun postmerk.
M. M.
Hiermede hebben wij de eer F te berichten,
dat wij heden
hebben ons magazijn in complete meubileering
met speciale afdeeling Salonwiegen, Kinder-
ledikanten enz.
Het magazijn is gevestigd in het geheel
nienw verbouwde perceel VARKENSMARRT 9.
Tel. tijdelijk 273.
V beleefd tot een bezoek uitnoodigcnd
Hoogachtend,
HAARLEM
AMERSFOORT
TELEFOON 212
in het centrum, een pand
geschikt voor kantoor, pak
huis ot magazijn. 1 April te
aanvaarden. Huurprijs f450.-
per jaar. Te bevragen aan
het bureau van dit blad.
VOLGESTORT KAPITAAL f 400000
WAARBORGKAPITAAL -4000000.-
De Bank verstrekt gelden op le Hypo-
theek op huizen, landerijen en boerenplaatsen
tegen billijke en gemakkelijke voorwaarden.
Inlichtingen te bekomen bij en aanvragen
te richten tot hare Agent, de firma
GELDERSCHE CREDIETVEREENIGING
Groote f
Prijsafslag
Tabletten
tegen Hoest, Heeschheld, Keelpijn
zijn niet meer in cartonverpahkir.g, maar wederom
in blikken dooien »eri<r#aar.
(inhoud ca. 800 ubl.n.n)
Sterk verminderde prijs
nu SO cents
N.V. GABA-BAZEL, FILIAAL HILVERSUM
v. h. Gotdene ApolheVo, Bazel
vi"Z'- yS-S - --h-
ELECTROTECHNISCH BUREAU
MATTHIAS WITHOOSSTRAAT 9
BEGROOTINGEN KOSTELOOS
-
GESTORT KAPITAAL 10.000.000.—
RESERVEN 4.400.000.-
Ueposito rento:
een maand opzegging 3 pCt.
drie maanden ojizegging 3
een jaar opzegging4 j
FFUILLKTON.
14. o—
>Hoe heerlijk dat ik u zie, hoe heb ik
den geheelen dag verlangd naar deze mi
nuut in duizend angsten dat u niet komen
kon wilde I»
En ik, die ziende blind bleef voor den
beteekenisvollen glimlach van den zwaar
gebouwden machinist op den tender, van
Hannes, den witkiel, van den jongen stations
chef bij de telegTaafkamer, die allen mees
muilden ais zij onze ontmoeting zagen en
zich blijkbaar op eenigen afstand hielden.
Mijn handen rustten in de zijne, onze oogen
zochten elkander, het was een élan waaraan
wij beiden geen weerstand konden bieden.
Hij gaf mij de roode anjelier.
>Ik heb dichtbij bet station een kamer
gehuurd, in het tuintje daarvóór bloeien deze
anjelieren, er zijn daar geen andere bloemen,
ik heb juist den tijd om hard loopende, er
eiken middag een te gaan plukken en lach
mij nu niet uit om het weinige, dat ik u
geven kan. Het ie in de gegeven omstan
digheden het eenige, om u te toonen, welk
een feestelijk gevoel dit dagelijks terug-
keerend moment mij geeft.»
En dan glimlachtte ik hem vriendelijk toe
en vroeg of hij 't niet warm gehad had In
de brandende zon, over de scbrale heide.»
»lk placht het de eerste dagen, dat ik als
stoker dienst deed op deze lijn, warm te
vinden,» antwoordde hij dan«Maar nu voel
ik niets mesr, geen zon, geen stofwind, geen
regen of gloeiende roetsintelsIk ben ge
heel één gevoel, één verlangen, dat is aan
den trillenden horizon het elzeboschje te
ontdekken, waarachter het station van Hei-
zand zichtbaar wordt.
En dan rustten zijn gloedvolle oogen be-
teekenlsvol in da mijne, ik moest hem wel
begrijpen.
Helaas, heel veel langer of dieper konden
onze gesprekken bezwaarlijk worden. Alles
ging zoo vluchtig, haastfg.de trein uit Am
sterdam was er reeds, als ik meende nauwe
lijks een woord met Jan Vermaas gewisseld
te hebben. En altijd verliet ik hem, voc
train uit Amsterdam geheel stilstond,
mij niet te verraden aan de anderen. De
roode anjelier verborg ik in mijn zak,
ik hen te gemoet ijlde, dan ging ik naar
huis, aan den arm van oom Duyns, de jon
gens dartelend om ons heen. Thuisgekomen
bergde ik nog voor den eten mijn anjelier
In mijn kofferen dan was mijn korte
geluksdroom weer uit voor dien dag, dan
ging ik naar beneden en liet mij leven in
het vroolijke gezin van Villa Amerika. Soms
meende ik Lina's doordringende oogen be-
teekenisvol en spottend op mij gsricht te
zien, maar ik liet niets merken zoover ik
weet, en trachtte mij zoo vroolijk en onbe
vangen mogelijk voor te doen. Alleen tante
zelde eens: »Ik weet het niet... maar bet
komt me toch voor, Winny, dat je in plaats
van een paar blozende wangen hier buiten
te krijgen, er mager en b'.eek begint uitte
zien.»
Ik lachte buitensporig om haar veronder
stelling Wel neen, maar Ik heb nooit veel
kleur in warme dagen!»
Niemand had een vermoeden van den
strijd, dien ik streed I Vooral 's nachts, als
ik eindelijk alleen was, alleen met het al
klaarder bewustzijn van mijn bespottelijke
neiging voor een een stoker! Hoe kon
ik mij in dit onmogelijke geval indenken.
En dan mijn vruchtelooze strijd, mijn tranen
vloed, mijn wanhoop I Hoe moest dit alles
toch eindigen, in welk een poel van ellende
stortte lk mij met open oogen I Hoe kon ik
ooit voor grootmama treden met Jan Ver
maas vreemd, ik kon mij hem niet anders
voorstellen dan in zijn blauwe boezeroen
en zeggen: >Grootmama, zie hier breng
ik u den aanstaanden echtgenoot van uw
eenige kleindochter, eeneen werk
man I»
De woorden zouden mij ln de keel blijyen
steken Zelfs mama, een «juffrouw Vos tout
court,» zou de handen in elkaar slaan over
zulk een afdwaling!
En wat gaf mij de troost dat er inderdaad
een hemelsbreed onderscheid viel waar te
nemen tusschen mijn Jan Vermaas en dien
ruwen wildgsbaarden machinist, of 't gebo
gen vroegoude witkieltje Hannes. Zijn slank,
lenig lichaam gaf hem althans in mijn oogen
iets fiers, onafhankelijks, dat goed paste bij
den vrijmoedlgen opslag der donkere oogen.
Zeker, als hij gekleed ging als een heer,
zou er stellig geen verschil bestaan tusschen
hem en oom Duyns. bijvoorbeeld maar
al het water van den zee spoelde niet weg
dat hij was: Jan Vermaas, stoker op de Hydra,
tusschen Utrecht en Heizand. In geen geval
een passende partij voor een Horst van
Batensteyn, de afstammelinge van aristo
craten en patriciërs.
O, bezat ik maar dsn sterken wil van
Lina, die zich zoo trouw aan haar eensge
nomen besluit hield, nooit meer een voet
op het perron van Heizand te zetten. Zij
ging op in allerlei huiselijke beslommeringen.
«Weet je,« vertrouwde zij mij toe«ter
wijl wij weer eens een rustuurtje namen in
haar boudoir: »lk ben in alle ernst bezig
mij te bekwamen voor mijn levenstaak. Men
kan nooit weten wat de toekomst brengen
zal. Eddle kan mij evengoed voeren naar
een wereldstad als naar de wildernis, in elk
geval moet ik van alle markten thuis zijn.
Ik moet zijn huishouden kunnen leiden, maar
ook zonder eenige hulp kuBnen beredderen,
met hem kur.nen praten over zijn werk,
kunst, politiek
«Ho, ho, houd opl» risp ik lachend: «De
ideaal-vrouw is nog niet geboren I»
«Natuurlijk tracht ik niet naar hst onmo
gelijks,» antwoordde zij rustig en ernstig,
«maar Ik wil mijn best doen om Eddie's
lisfde te beloonen met trouw en aanhanke
lijkheid. O, je weet niet hoe trotsch ik op
zijn liefde ben, hoe knap hij Is I
Edward Brown was haar ideaal, Eddie
de smidszoon! Och, maar Lina had geen
deftige voorouders, geen hlstorischcn naam
hoog te houden I. En dan, Eddie Brown was
reeds ingenieur, terwijl Jan Vermaas een
stoker, kon het minder I Zoo hij nog machi
nist was geweest, zooals oom Duyns toen
hij tante Naatje vroeg, of electricien, zooals
Eddie Brown, toen Lina hem leerde kennen.
Helaas, hoe dieper ik de zaak indacht,
hoe hopeloozer ik mijn geval vond. Geen
wonder dat slapelooze nachten de rozen op
mijn wangen deden verbleken I
Toch, als de dag kwam leefde ik weer
op, verlangend naar dat eene oogenblik
die enkele minuten, waarop ik hem zou zien
en spreken. Wie weet, wat de toekomst
brengen kon. Eens, ik was reeds in de tweede
week van mijn verblijf te Heizand, waagde
IV. de vraag: «Bevalt u uw werkkring?»
«O ja,« was het antwoord, zonder aarzelen
«Ik dacht niet dat het zoo interessant zou
zijn. En ik doe erg mijn best het brevet te
bemachtigen van internationaal treinvoerder c
Hij lachte: «Als dan alles me meeloopt,
kan ik daarmede nog ver komen in de
wereld.»
De trein uit Amsterdam kwam als een
ontevreden grommend monster ons gesprak
voor dien dag storen. Den volgenden dag
echter, was mijn eerste vraag: «Heeft u
geen andere illusies dan die van locomól
tiefchef?»
Ik relde het lachend, om mijn angstige
W) d. ambibe
hebben bet verder te brengen In de wereld
daarvan hing onre geheel, toekom.t ,f
•Illusie, o, die heb lk te veel om on t«
noemen: Weet u, ik ben gloeiend eetrüch
ÏSJ (..1°° fTi lela willen wrochten,
een reusachtig, daad, die me beroemd maakt
onsterfelijk I Tusschen hier en HeSS
atoomen wij over een brog, ik kan n'JJ
over aporen, zonder in den geest berin té
rtjn met de constructie van een Drscm:
brag over het wildste, breedste wS dit
lk kon. Ik dein, niet terne bliv^h u'
E.kh.l.en mo, S.svoren, ZJ
ol Gibraltar met Cents te verbinden.
(Wordt vervolgd.)