m
IW. HflGENBECK I
Bernard J, van Liemt
Wyberf
Bank-Associatie
AMERSFOORT - Standplaats bij het Station
Hedenavond 8 niir
gjroote voorstelling
Haarlem Amersfoort
Varkensmarkt 9 Tel. tijdelijk 273
F. H. LOMANS,
48 Hol TelereoD 356 - Amersfoort
ELECTRO-TECHNISCH BUREAU
LICHT- EN KRACHTINSTALLATIE
MODERNE BLIKSEMBEVEILIGING
Groote f
Prijsafslag
Tabletten
togen Hoert. Heeechbeld, Keelpijn
Sterk verminderde prijs
nu SO cents
Speciaal adres roor
Dames- en Heerenkleeding
NAAR MAAT
Steeds voorhanden de
NIEUWSTE ENGELSCHE STOFFEN
UITERSTE PRIJSNOTEERING
G. W. MAAS, Coupeur
W. v. Meckelenstraat 22
VAN RIJN'S
O t «"[MOSTERD
DE WERELDBEROEMDE DIERENDRESSUUR
Leeuwen, Tijgers, Ijsberen, Bruine beren, Kraagberen, Olifanten,
Kameelen enz.
Bovendien een eersteklas Artistenstaf
Programma van 21 attractie-nummers
MORGEN VRIJDAG slechts één avondvoorstelling. ZATERDAGMIDDAG eu ZATERDAGAVOND
één voorstelling. ZONDAGMIDDAG één voorstelling en ZONDAGAVOND GROOTE AFSCHEIDS-
VOORSTELLING roet medewerking van de gezamelijke 21 Programma-nummers.
Voorverkoop: Aan de Clrcnscassa van 's morgens 9uur tot 's middags 3 uur,
en in het Sigarenmagazijn M. A. Vierdag Jr., Utrechtschestraat 7, Telefoon 376
y
SPECIALE AFDEEL!NG
WIEGEN - LUIERMANDEN
BABY-COMMODES
Wertheim Gompertz 1834 en Credietvereeniging 1853
Kantoor Amersfoort
Zuidsingel 43
Kapitaal en Reseries 119.400.000
Alle bank- en eüecteaiaken
FEUILLETON.
Maartje Bot.
Eigenlijk om hare rekenkunst op de
proef te stellen, vroeg hij, hoe veel geld
dat was, tegen twee en «en halven cent
het stuk.
En nu begon zij te rekenen, uit het hoofd.
•Zeuve honderd drie en zeuventig, tegen
twee en 'n kiaine cent et ai. Da's dan zeuve
risdalers, da's zeuvetien guide faiftig; en
dan zeuve mael twee dubbeltjes da's achttien
negentig; en dan zeuve maal 'n stuiver en
drie maal vier dulteDa's dan met me-
•a»je
Bravo!» zei meneer Veramstel,
der maar komt!»
Hare uitgangen bepaalden zich hoofd
zakelijk tot boodschappen in de naaste om
geving. De Veramstels waarschuwden haar
ernstig tegen ontdekkingstochten op haar
eigen houtje. Doch een paar maal had zij
met een meid van de buren in verschillende
richtingen gewandeld, en op een Zondag
was zij met deze naar de Nieuwe Kerk
geweest.
Op de vraag hoe zij het daar vond, be
tuigde zij:
»Noi, dat is dan 'n pracht, hoorl Met
dat orgel en allegaar
En een oogenbllk later:
»'t Ia gek, azze je in zoo'n mooie kerk
zltte, dan luister je hcelegaar niet naar de
domen eet»
Evenals thuis, droeg zij ook hier in de
week een huiletje en Zondags haar Noord-
hollandsche kap. Doch met haar boerekoedje
kwam zij liever niet op straat, ainda de
Amsterdamsche jeugd niet slechts met
aardigheden, maar ook. met steentjes op
dien kelenschepperhad gemikt. Des te
interessanter was daardoor echter dat hoofd
deksel geworden voor mevrouw Veramstel
en hare vriendinnen. Er ging geen week
voorbij, zonder dat Maartje het aan de eene
of andere gast moest vertoonen en dan
daarbij het onderscheid tusschen de gerefor
meerde en de roomsche hoeden uitleggen.
De geriffermeerde hoede hebbe platte
bolle en 'f passie is veel grooter as van de
roomse, en die hebbe ronde bolle.»
En toen de toehoorders om dat geloofs-
onderscheid in de hoedenmode lachten, ver
zekerde zij:
Dedomeneeskaike der zoo net niet na;
maer dc pestoors zien der erg streng op,
datte de kattelleke geen geriffermeerde
hoede dragc.»
Bij hare wandelingen was zij zeer op
merkzaam en vroeg naar alles wat zij niet
begreep. Maar hoeveel dingen hare warme
bewondering wegdroegen, het denkbeeld
van voor goed in de stad te wonen, lokte
haar volstrekt niet aan.
Zij miste er de ruimte, waarin zij gewoon
was zich te bewegen.
•Jekennehier nooit es rommendom voor
je uitkaike,» klaagde zij eens.
En een andermaal dat die vraag ter
sprake kwam:
»Ik zei niet zegge azze je der wone kenne
as ds ralke lui, in groote huize en dan der
uit zoo duk azze js wille Maar azze je
kiain wone motte, in stegen en in kelderj,
allegaer op mekeer pakt es visch in 'n ton,
zoodat er temet geen ruimte meer is veur
de pekel... 1 Ikke niet hoor!»
En dan trof haar ds zenuwachtigheid van
hst grootsteedsche leven.
»Je zieue hier zooveul mense, die der
zoo versleten uit ziene
>Ja, ze hebben allemaal niet zulke ronde
wangen as jij!»
•Nee, maer ze kaike zoo mieserig uit
der oogeEn dan zain ze allegaer zoo
jschterig
Dat komt, ze hebben hier zoo veel
te doen!»
•Ocb, loop heenl Hard warreke kenne
je evel wel, deerom hebbe js werentig niet
van noode je alge overstuur te makel»
IV.
Naarmate het inhuidingingsfeest naderde,
begon Maartje mat hare gebeeie omgeving
mee in feeststemming te komen.
Zij zag en hoorde zooveel van sparre-
groen en vlaggen en wimpels en oranje
linten en vetpotjes en lampions en feest
programma's en koninklijke portretten in het
groot en klein, dat zij, behalve aan haar
vaste bezigheden, aan niets anders dacht.
Op den gedenkwaardige» dag van den
Blijden Intocht binnen Amsterdam was zij
een uur vroeger op dan gewoonlijk, en
deed, terwijl de huisgenootsn nog sliepen,
haar werk af.
Na een stevig ontbijt kreeg zij verlof
om den heelen voormiddag uit te blijven,
totdat de Koninginnen het Paleis zouden
zijn binnengegaan.
I Meneer Veramstel raadde haar, zich vroeg
I in de raadhuisstraat een goed plaatsje te
I verzekeren; zij zou dan wel een poosje
moeten wachten, maar de stoet kon haar
in geen geval ontgaan.
Zoo stond zij reeds om elf uur in ge
noemde straat tusschen de menigte, vast
van plan geduldig daar te blijven, ofschoon
zij telkens het vermoeden hoorde uitspreken
dat hst wel een uur of drie kon duren eer
men hier iet.- te zien kreeg.
Zij stond in de voorste rij van den zich
vormenden menschenmuur, was al een paar
masl rechts en links en achteruit gedreven,
en begon zich nu ook te oefenen in de bij
zulke gelegenheden gebruikelijke elbogen-
beweging om de plaats te behouden, die
zij eenmaal had veroverd.
Eensklaps wordt zij bij de rokken ge
trokken. Als zij omkijkt, staat Jan Rijzsr
vlak achter haar.
•Nou Jan, heb 'k jou dser?»
•Ja net!» verzekert Jan, blijkbaar tevreden
over den glans van vreugde, die deze ver
rassing op haar gelaat toovert.
Hoe komme jal hier zoo?» vraagt zij
lustig.
•Nou, '1c zou donke lange» de aige weg
as jai hier gekomme ben. Azze jal de
Koningin zien wille, dan wil ik et ookl»
•Nou, da's dan wel casueel, datte je me
hier net antreffe!»
Zoo heel >casueel< vond Jan dit nu juist
niet. Hij was dadelijk van 't spoor naar de
Prinsengracht gegaan en daar had men
hem verteld waar hij Maartje hoogstwaar
schijnlijk vinden zou.
Voorts meldde hij dat ze >met z'n tiene
jong volk van 't ailand» in de stad waren.
Twee of drie dagen dachten ze te blijven.
Toen vroeg zij naar allerlei en kreeg
bevredigende antwoorden. Moeder had nog
»'n kcessie meegeve.» Dat had hij aan
mevrouw Veromstel overhandigd en deze
had gezegd, dat hij na den intocht met
Maartje mee moeit komen om te eten.
Nu keken zij samen rond en praatten
over 't geen zij zagen.
Om te beginnen: het Paleis, dat zij vlak
vóór zich hadden en waarvan de grootte
hen overweldigde.
Maartje trachtte, de ramen te tellenmaar
Jan maakte haar telkens in de war. En
eindelijk naar den Atlas wijzende, die zich
m de volle donkerheid zijner massieve
vormen tegen de blauwe lucht afteekende
zei hij:
„Kaik, die kerel, deer heel van bove,
wete je wel wie det is?
•Wete jai dat?»
•Det is de zwarte knecht van Sunterde-
kiaas: die sleet deer et godgaoielijke jaar
op de wacht, met 'n ronde zak vol koeke-
vraiers op zen rug. Alleenig met Sunter-
klaaiavond komt ie na beneeG om zen baas
te hellepe.»
•Nou pas op, hoor, as 't waar Is!»
Wel potdorie nog toe, geloove je me
nou niet meer, as ik je wat zeg?»
Daarna hadden ze het over het postkan
toor en de .duizenden en duizenden brieven.»
die daar verzonden worden. Maartje was er
ééns m geweest: 1
•Maer deer zoue je nou puur verdwalelc
(Wordt vervolgd.)