Bank-Associatie
Piano's
prachtvolle, soliede, nieuwe PIANO s
26° Practijk-Kxamen
af te nemen door de
VEREENIGING VAN LEERAREN IN DE HANDELSWETENSCHAPPEN
op 10, II en I! MEI, 's avonds te Amersfoort en 20 andere plaatsen
Prosectus bij den Secretaris H. BROEDERS, ie Helmerestraat 327, Tel. Z. 3247,
A'dam of b. d. boekhandelaars: J. P. BLADERGROEN, Raadhuisstr., BLIK-
MAN'e BOEKH., Hartenstr. Amsterdam, VALKHOFF's BOEKH., Amersfoort.
AANMELDING TOT 22 A PUIL n.s.
Ruime Keuze
in
SCHOENWERK
Sport-artikelen
en
Sportkleeding
Instituut voor Physische Therapie.
AMERSFOORT Technisch-Direcleur II B A A R N
BERGSTRAAT 36 JACQ DEKKER. TELEFOON 177
Spreekanr te Amersfoort
Maandag, Woensdag en Vrydag tan 2—4 nar.
Afdeeling voor: Electrische-, Heetelucht- en Waterbehandeling; Diathermic, Massage,
Vlbro- en Douche-massage, Beweglngskuren, Zweedsche Heil- en Ademgymnastiek,
Kunstzonbestrallng enz.
Behandeling van Ruggegraatsverkrommingen, X- en O-beenen bij kinderen, Geboorte-
verlammingen, Verlammingsverschijnselen na kinderparalyse, Intectie-ziekte zooals Diph-
terie, Griep, enz.Beroerte enz. Behandeling na pleuris en andere longaandoeningen.
Behandeling in overleg met hnisarts of specialist.
Wertheim Gompertz 1834 en Credietvereeniging 1853
Kantoor Amersfoort
Zuidsingol 43
Kapitaal en Reserves f 19.400.000
Alle bank- en eMenvaken
Gedurende April verkoopen wij
voor slechts f 075. - Vijf jaar gai antic
Louis IKlein., Utr. straat
Distributie vrije-Brandstoffen.
Ie soort Baggerturf (zeer zwaar)
le en 2e soort korte, harde Turf
Houtskool Briketten - Houtskool, Vuurmakers
FIRMA L, VAN ACHTERBERGH,
ARNHEMSCHE STRAAT la - TEL. 155 MAGAZIJNEN: KOESTEEG 3-5
l'an bijzondere waarde
voor elke keuken is
Maggi's Aroma;
r.y maakt soepen
ook zonder vleeseh
smakolyk en helpt dus sparen.
L. G. PONNE,
Levert tot billijkste
noteering
Elcctroniotoreii
Vlusakkerweg 44
Telefoon 169
Amersfoort
Licht en Kracht
Installaties
- KRACHT
D B IJ FW E R If E N
ADVERTEERT IN DIT BLAD
FEUILLETON.
Adel.
'n Heel gezellig clubje: drie aardige jonge
meisjes en een broer. Corrie en Karei
Raaders waren zoowat de hoofdpersonen,
dan was er een nichtje of eigenlijk geen
nichtje: een voordochter van een iemand,
die met hun tante getrouwd was en n°.
vier was Henriette Sandius.
Ze kenden elkaar al van kind af. Corrie
en Henriette hadden samen schoolgegaan,
woonden dicht bij elkander in de buurt en
hun vriendschap dateerde van de poppen
en het springtouw en van de eerste sommen
op de lei.
Mieke was het ongelukkige nichtje
vroeg haar oudera verloren, bij een oud
tante opgevoed en daarom de protcgée
van de familie Raaders, bij wie zij «tijden»
kwam logeeren, en die het gezellige, vroolijke,
gastvrije gezin op de Prins Hendrikkade in
Amsterdam als baar tweede thuis beschouwde.
Zoo waren zij als kinderen veel samen
geweest en de kleine en groote gebeurte
nissen uit de kinderwereld hadden zij altijd
trouw gedeeld. En karei, die «leuke jongen»
was altijd «der Vierte im Bunde;» Corrie
en hij waren tweelingen naar lichaam en
ziel en Cor's beide vriendinnetjes waren de
zijne ook. Hij fungeerde voor dokter of huis
vader als de meisjes in huis met de poppen
speelden, of als gids en leider in den tuin
bij 't klimmen op muren, roovertje spelen
in 't donker of andere «dolle» spelletjes
en 't ging altijd goed. Ze hielden van
elkaar, zo hadden schik in elkaar, ze waren
blij dat ze ran elkaar hielden, ze hadden
altijd conversatie en meeatal de grootste pret.
En dat bleef zoo toen ze ouder werden.
Karei ging 't eeret van school af naar 't
gymnasium, toen ging Henriette een paar
jaar naar kostschool, waar voor Mieke en I
Corrie, eenvoudig om financieele redenen,
geen sprake kon zijn. Mieke moest zelf In
haar eigen onderhoud gaan voorzien en koos
na lang overleg met het drietal, zieken
verpleging. Een beetje liepen toen hun
draden uiteen, andere belangen andere
plichten en vooral, de meisjes waren
reeds «dames» en Karei was «nog zoo'n
jongen,» maar de band bleet als vroeger.
In de vacantia zagen ze elkaar weer. Dan
kwam Mieke logeeren, en o, die gezellige
winteravonden met spelletjes en opdiepen
van oude verbalen, of in den zomer die
verrukkelijke roeipartijtjes op IJ en Amstel
of gezamenlijke uitstapjes van overgespaard
geld. De kindervriendschap was met hen
opgegroeid en in haar oudere, rijpere ge
stalte hun even dierbaar ala vroeger.
Het is een warme zomerdag. Over Amster
dam hangt een zware drukkende lucht, die
de leden loom en het lichaam moe maakt.
De menschen bewegen zich voort in on-
frissche warmte en grachtwaterlucht, door
geen windje in beweging gebracht. Maar
aan de Prins Hendrikkade is het uit te
houden. Een frissche bries waalt van het
breede IJ met zijn koel-groene bewegelijke
oppervlakte en de lucht is er vervuld van
geuren van frisch, koud water en ver-afge
legen hooilanden.
Cor en Karei zitten voor 't open raam.
Cor druk bezig met haar kousenmandje (er
zijn vijf broertjes en zusjes onder haar) en
Karei aan zijn schrijftafel, het hoofd op den
linkerarm geleund, terwijl hij met de rechter
hand zenuwachtig een potloodje heen en
weer beweegt. Karei Is nu student in dc
chemie en bijna klaar. Cor heeft iets ouds
voor haren leeftijd. Geen wonder, haar
moeder stierf een paar jaar geled* t> na
langdurig sukkelen en ze is zoowat sinds
haar achttiende jaar een moedertje voor de
anderen. Voor Karei vooral. Karel lB haar
trots, haar oogappel.
Zie eens dien vochtigen gLas in haar
oogen als zij hem aanziet 1 Een moeder kon
niet trotscher sijn op haar eenigen zoon.
Maar nu, wat is er?
Op beider gelaat is iets gedrukts, en er
heerscht een onnatuurlijke stilte
«Toe Karei, Zeg het menuraaar,» vraagt
Corrie, zonder van haar werk op te zien.
Weer stilte.
Karei speelt met zijn potloodje en Corrie
maast, maast
Eensklaps ziet Karei haar aan met door
dringenden blik:
>'k Weet zeker, dat je 't weet Cor.»
Cor schrikt even, en zegt toen heel een
voudig: «Ja, Karei, ik weet het.»
«'k Heb 't toch nooit laten merken!»
Nu legt ze haar maaswerk neer en zegt
op half lachenden, half drocvigen toon
«Maar jongen, denk je nu heusch, dat je
zoo iets voor mij had kunnen verbergen?»
Nu moest hij ook even lachen. Hij staat
op en komt op een laag stoeltje bij haar
zitten. «Goeie zus! Neen natuurlijk niet».
Maar dan weer ernstig. «Zou zij 't gemerkt
hebben
Cor wacht even voor ze antwoordt: «Neen,
ik geloof niet, dat ze 't weet.»
Een diepe zucht ontsnapt zijn borst
«Toe Karei, praat nu eens een beetje
met me, 't ijs is nu toch al gebroken.»
Maar Karei zwijgt.
«Houdt je heel erg veel van haar, Karei
»Ja,« zegt Karei kortaf en met nadruk.
«En
«Wat, en?»
«Denk je dat... ze 't doen zal?»
«Cor, wie meen je eigenlijk, we bedoelen
toch wel dezelfde?»
«Zeg jij 't maar.»
Ze kijkt hem even goed aan en zegt dan
«Henriette.»
Karei knikt alleen, en dan zwijgen ze
belden zonder elkander aan te zien.
«En zal er ooit iets var. komen?»
«Lieve Karei, ik ben al lang denkende
over die vraag. Ik wist dat ze komen zou,
zoodra we er over gesproken hadden. Neen,
Karei, ik geloof het nooit. En jij, wat
denk jij?»
»We zijn 't altijd eens, Cor, en ik wou
dat het nu eens niet zoo wa». Zou het niet
mogelijk kunnen zijn?»
«Hoor eens Karei, laten we er eens nuch
ter en open overspreken. Je weet, hoe ik
over Henriette denk, maat hoewel 't nooit
iets aan onze vriendschap of onzen omgang
geschaad heeft, het standverschil is er nu
eenmaal. De Sandiussen zijn een van de
eerste Amsterdamsche families en wij zijn
niets, natuurlijk. Daarbij is Henriette een
vreeselijke aristocrate in haar hart en ik
geloof niet, dat ze er ooit toe besluiten zou
een mésalliance te doen.»
«Ja, ik weet het wel,» zegt Karei opeen
toon van doffe berusting.
«En zie je, ik geloof zeker, dat ze 't niet
weet en ook nooit op die manier aan je
gedacht heeft, anders zoj ze niet zoo vrij
en ongedwongen met je omgaan.»
«Cor, weet je wat ik geloof?»
«Nu, wat dan?»
«Dat 't beste is om er nooit over te
spreken met haar. 't Is toch absoluut hope
loos en ga ik officieele pogingen in 't werk
stellen, dan is 't voor goed uit met den
gezelligen omgang met haar en met de
Sandiussen en 't zou de eerste stoornis zijn
in onze onderlinge vriendschap.»
«Karei,» zegt ze, en ze neemt zijn groote
handen in de hare, «ik had je dat willen
aanraden, maar ik dorst niet. Ik ben zoo
blij, dat je 't zelf zoo Inziet. Zijn we 't dan
altijd eens, joagen?» en er klinkt iets warms
en innigs in haar stem. «Wil je gelooven,
dat ik aldoor met je meegeleefd heb, zoo
lang ik 't wist?»
«Zeker, lieveling! Cor, beschouw je
de zaak als volkomen hopeloos?»
«Karei, geloof me, volkomen hopeloos.»
»Ja. 't Is ook zoo, I must fight it down.
Dat heb ik trouwens aldoor gedaan.»
«Ik heb het gezien, Karei I* En er (3
bijna iets triomfantelijks in haar stem, dat
t weer blijkt hoe ze elkaar kennen en be
grijpen.
(Wordt vervolgd.)