E.L.T.A.-Rij wielen PIAS»'» Bestelt Uw Drukwerk bij de Drukkerij „De Amersfoortsche Courant" Ingericht voor alle soorten HANDELSDRUKWERKEN prachtvolle, soliede, nieuwe PIANO'S Louis üsllein., Utr. straat GELDERSOHE OREDIETVEREENIGING ARNHEM - Opgericht 1866 ADVERTEERT IN DIT BLAD Adel. RECLAME- A A N BIEDING GEDURENDE APRIL VERKROPEN WIJ voor slechts f 675. - Vijf jaar garantie GESTORT KAPITAAL f 10.000.000.-- RESERVEN f 4.400.000.- De nieuwe tijd brencjt nieuwe zeden Het oude heeft thans afgedaan De oude doos hoori tot 't verleden Koopt Erdol inet den Pelikaan. Deposito rento: een maand opzegging drie maanden opzegging een jaar opzegging 3 pCt. 3/2 4 Als ieder overtuigd was als wij, WELKE GOEDE EIGENSCHAPPEN ONZE BEZITTEN dan kon er niet genoeg geleverd worden, daar dit HET BESTE UIT HET BESTE issierlijk, snel, sterk, duurzaam en ook nog billijk in prijs. INDIAN-agent W- VAN BEEK Hl MA-agent BONDS-MOTOR- EN RIJWIELHERSTELLER tiroolu Reparatie-inrichting roor elk fabrikant Rijwiel of Molor. Kerkstraat 4-6 Telefoon 457 Amersfoort FEUILLETON. DOOR S. C. Zoo ging het Miekein dat oogetiblik zag ze, glashelder, dat Henriettc Karei lief had, en ze herinnerde zich met de plotselinge duidelijkheid, die aan zulke oogenblikken eigen is, allerlei gebeurtenissen en gezegden, waarvan ze eerst nu den achtergrond zag. «Begrijp je me een beetje, prozaisch Miekjc?« Henriette kon weer schertsen. Ze wist niet welk een beslissing daar in die weinige oogenblikken van zwijgen over Mieke's leven gevallen was. Mieke zag haar aan en zeide toen: »Je bent zoo knap, Henriette, ik kan je soms niet goed volgen, maar laten we maar liever over wat anders praten, want we vinden 't geloof ik geen van beiden een prettig onder werp.» En toen praatten ze over allerlei dingen, arme kinderen, allebei met een angel in't hart. «Karei 1» «Ja lieveling «Wat gcloofjij.dat 't mooiste in de liefde is?» «Wat 't mooiste in de liefde is? Ik geloof trouw. Maar wat een diepzinnige vraag voor mijn kleine Mieke. Hoe kom je daar zoo aan Soms aan 't philosopheercu geweest met Cor en Henriette?» «Ja, met Henriette, van middag, in 't roeibootje (Neen wees maar niet bang, Mieke zal 'niet de onkieschhcid begaan ook maar met een woord het geheim aan Karei te verraden). «Dus jij gelooft trouw?» «Ja, zeker. Wij mannen zijn niet zoo poGtisch aangelegd ais jullie vrouwen. Voor ons Is de hoofdzaak den plicht te vervullen, die ons is opgelegd, en niet in de eerste plaats ons geluk te zoeken.» Ze zaten voor 't zelfde open raam waar Cor en hij nu vijf jaar geleden, voor 't eerst over Mieke's liefde voor hem gesproken hadden. Karei had do wenkbrauwen ge fronst toen hij dit zeide, en zijn stem klonk streng en hard, vond Mieke. Met zachte hand streek zij zijn voorhoofd weer glad. «Maar Karei,» en haar stemmetje beefde, ze ging onderzoek instellen en zij sidderde, «van mij hou je toch niet als plicht, dat is toch een geluk voor je, net zoo als voor mij om jou lief te hebben Op «net zoo» legde ze nadruk. «Net zoo?» herhaalde Karei, «neen ik geloof, dat een man anders lief heeft dan een vrouw, bij de vrouw staat liefde en geluk op den voorgrond en bij den man trouw en plicht.» Weer die strenge toon en dat ernstige gezicht. «Maar Karei, heb je me dan lief uit trouw, omdat je moet?» Haar stem klonk zóó angstig, dat hij 't merkte. Hij sloot haar racht in zijn armen en kuste haar. «Kindje, wat vraag je me toch wonderlijke dingen. Ik heb je lief uit trouw en blijf je trouw uit liefde. Wat is er Wat denk je dat ik niet meer van je houd of zoo iets Ik heb je toch niet ergens verdriet mee gedaan, hoop ik Medelijden genoeg, maar waar was dat andere, dat vurige, dat bewonderende, waar aan haar jong meisjeshart nooit zoo zeer behoefte had gekend, maar dat haar rijpend vrouwenhart meer en meer miste in zijn liefde voor haar? O, zij had al geruimen tijd, nu ze wat ouder werd een onbevredigd gevoel gehad. Niet in 't begin. Maar èn zij èn Karei waren veranderd zij waren in die twee jaren van jongen en meisje tot man en vrouw geworden. En nu, zij wilde zekerheid hebben, heden nog. Het kon zijn, dat zijn antwoord haar dat vreeselijke bracht, waarvoor zij ineen kromp van angst, maar zij was vast besloten. Zij wilde weten en nu. Zij onttrok zich aan zijn omhelzing, maar haar klein, dik handje bleef rusten in de zijne. «Och neen, maar je begrijpt, ik word zoo zoetjes aan een beetje ouder en denk wel eens meer over de dingen na dan vroeger. Zoo b.v. als jij nu eens van een ander tneer hieldt dan van mij, zou je dan toch nog van mij kunnen blijven houden Toen nam hij haar nog eens in zijn armen. Zijn groote, sterke armen beefden. «Mijn kleine vrouwtje,» zeide hij, «denk toch niet aan zulke narigheden. Niemand kan ooit tusschen ons komen of onzen band verbreken, want ik zou je 'inmers niet kunnen missen Je bent en blijft altijd mijn eigen, kleine, lieve Mieke, en je moet me altijd blijven verkwikken door je liefde. Maar nooit meer zulke nare dingen vragen, hoor! Toe, beloofd me dat. We zijn zoo gelukkig samen en zulke dingen moesten niet eens genoemd worden tusschen ons. Maar waarom vroeg je me dat toch «Is 't tijd genoeg, als je dat morgen weet «Zeker, lieveling, maar dan nooit, nooit meer zulke nare gesprekken, hoor Toen de morgen kwam met zijn eerste vaal-grijs licht, vond hij Mieke nog klaar wakker in haar bed op de logeerkamer, onbewegelijk, op haar rug, rechtuit gestrekt, de handen onder 't hoofd gevouwen. Zoo moest ze den ganschen nacht gelegen hebben, want de dekens en het laken lagen nog In schier onberispelijke netheid. Dat vale licht, dat door een lange spleet in 't gordijn op haar bed viel en heel even schemerde achter 't rood cretonne gaf voor 't eerst een andere wending aan haar ge dachten. 't Was haar in die lange, donkere uren van alleenliggen, duidelijk geworden, wat zij te doen had. Dat Karei en Henriette elkaar lief hadden, dat was nu een onom- stootelijke zekerheid. Zij herinnerde zich, hoe weinig ze meer over elkaar spraken den laatstcn tijd, hoe ze elkander vermeden hadden, toen en toen... duidelijk metal de helderheid van nachtelijke voorstellingen, zag zij 't. Zij zag het in hun blikken, in de uitdrukking van hun gelaat, in de wijze waarop zij elkaar begroetten en altijd weer poogden te vermijden. Zij hoorde het in den klank hunner stemmen als zij samen spraken. Het wis eenvoudig zoo. Daarom vond Henriette 't lijden voor den geliefde de hoogste uiting der liefde, daarom vond Karei «trouw» het mooiste in de liefde. Plicht en niet geluk. Ze hadden beiden gelijk gehad, dacht Mieke. Ze hebben mc gezegd wat ik doen moet. Ik zal lijden om Karei en Henriette gelukkig te maken, ik heb mijn plicht te doen en niet in de eerste plaats te vragen naar mijn geluk. Het was alles zoo eenvoudig en zoo helder, zoo vanzelf aangewezen, zoo zuiver. Karei en Henriette, dat waren men- schen voor elkaar, vee! meer dan Karei en zij. Zij moest haar engagement verbreken en Karei zijn woord teruggeven. Toen ze tot deze vaste beslissing gekomen was, kwam het morgenlicht binnen. Er was nu niets meer te denken en ze keerde zich met den rug naar het licht, trok het dek goed over zich heen, en poogde te slapen. Om half acht kwam de oude dienstbode haar wekken. Hall ontwaakt met een gevoel van moeheid en slaperigheid, wist zij, dat er iets vreeselijks was gebeurd gisteren, maar zij wilde het niet indenken, «Doe maar geen gordijnen open ik heb slecht geslapen en blijf nog wat liggen.» Een oogenblik later sliep ze weer. En toen ze weer wakker werd, had ze dat pijnlijke gevoei In haar hart, waarmee we ontwaken in dagen van groot verdriet. Het duidelijk besef, dat we in lijden zijn, gaat dan vooraf aan de wetenschap wat ons lijden is. Mieke dacht even na en toen wist ze het weer. Een half uur later zoekt ze haar schrijf- ingrediGnten bijeen en op een eenvoudig, wit velletje schrijft ze met vaste, duidelijke hand Lieve Karei t Ik heb je beloofd vandaag de reden te zeggen van mijn wonderlijke vragen van gisterenavond. Ik gevoel me den laatsten tijd niet meer bevredigd door ons engagement. Ik verlang altijd weer terug naar 't Burger ziekenhuis. Ik geloof, dat ik après tout toch meer geschikt hen voor ziekenverpleegster dan om te trouwen I Zij hield op. Zij schreef onwaarheid. Zij I loog. Waarom niet eenvoudig aan Karei schrijven, wat de werkelijke reden was? Toen verscheurde zij wat zij geschreven had. j Daarop nam zij een nieuw velletje en schreef Lieve Karei! Mag ik je nu eens heel open en oprecht j zeggen, waarom ik gisteren zoo met je sprak? i Ik had gisterenmiddag gemerkt, dat Henrietta je liefhadt Nu wilde ik weten, of jij ook i van haar hield, Ik dorst het niet ronduit te vragen. Maar nu weet ik het, En o, ik ben zoo dankbaar, dat ik het ontdekt heb, Want nu kan ik jullie allebei gelukkig maken, Karei, door je je woord terug te geven. Het geluk van twee is meer waard dan het geluk van een en voor de buitenwereld kunnen we als reden opgeven, dat ik après tout toch maar liever in 't Burgerziekenhuis ben cn mij verder aan de verpleging wijd, dan te trouwen. Dan hoeft niemand de eigenlijke reden te weten en dan komen er geen praatjes over. Natuurlijk wol, wij vieren. Woet je wat ik ook vind, Karei? Dat Henriettc toch eigenlijk een veel betere vrouw voor je zijn zal dan ik en mijn drukke werkkring zal een heerlijke afleiding voor me zijn. Arme jongon en arme Henriettc wat moeten jullie geleden hebben en wat hebben jullie je prachtig gehouden 1 Ik zal het mijn leven lang bewonderen En mag ik vooral later altijd blijven? Je kleine vriendinnetje MIEKE. Toen las zij den brief over en vond hem zoo goed. Onopgesmukt, onzelfzuchtig tot in het groote offer, dat zij bracht, had zij een voudig de waarheid geschreven. Met geen woord had ze gewaagd van haar eigeu smart. Arme kleins Mteks! In naturen als de hare schuilt een zielenadel, die bekwaamt tot daden van zóó Intense nobiliteit, dat da wereld versteld zou staan, zoo de sluier van 't verborgene, waarin die kleinen leven, werd opgelicht. Maar ongezien, onopgemerkt, in de donkere diepten des levens, waar het licht niet door dringt en waar de tnenschen die alleen oog hebben voor de levendige oppervlakte gedachteloos over heen glijden, volbrengen zij de stille daden van hun vrouwelijk heroïsme. EINDE.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 4