Adverteert in dit blad!
Bank-Associatie
B. WIJNANDSIRAGGERTIJRF zeer zwaar en droog1
Instituut voor Physische Therapie.
L. G. PONNE, TIK!fW4 Amersfoort
Het vertrouwen
16.75
J. GROOTENDORST, Hof 20
16.75
FEUILLETON
LIEFDE.
Reparatie-inrichting van alle voorkomende
MBUBELBN YrMB< d® PRIJSCOURANT voor JULI en AUGUSTUS
utrechtscbeweg 73b. - Amer.toort Fa. L. VAN ACHTERBERG'S Brandstoffcnhandel
Ingang: naast H. Wijnanda, Bloemisterij. I Koesteeg 5—7 Telefoon 155 Bestelkantoor Arnhemsche straat la
AMERSFOORT Technisch-Directeur BAARN
YLASAKKERWEG 40 JACQ DEKKER. TELEFOON 177
Spreekuur te Amersfoort:
Maandag, Woensdag eu Vrjjdag van 2 4 uur.
Voor minvermogenden l'/g—2
Afdeeling voor: Electrische-, Heetelucht- en Waterbehandeling; Diathermie, Massage,
Vibro- en Douche-massage, Bewegingskuren, Zweedsche Heil- en Ademgymnastiek,
Kunstzonbestraling enz.
Behandeling vanalgemeene lichaamszwakte. gedeeltelijke verlammingen, hardlijvigheid,
aambeien, slechte bloedverdeeling (stuwing).
Behandeling nd beenbrenken, ontwrichtingen, verstuikingen, gewrichtsontstekingen enz.
Spftciale behandeling van Voetklachten,
(Pijnlijke-, Zwakke- en Platvoeten.)
Levert tot billijkste
noteering
Electromotoren
uit voorraad van
0,5 tot 20 P.K.
Licht en Kracht
Installaties
alleen uit eerste klasse
materialen gemonteerd
der huisvrouw genieten Maggi's Soepen, want zjj waarborgen door hun
zorgvuldige bereiding uit de beste grondstoffen, de fijnste kwaliteit.
Men eische daarom uitdrukkelijk Maggi's Soepen en late zich niets
anders daarvoor in de plaats geven.
Slechts een kleine partij PRIMA BOX RIJ NO
LEEREN Derby ltflgbottines met leeren
tusschenzool en lakneus (lsto klasse fabrikaat)
voorhanden bi)
Wertheim Gonipertz 1834 en Credietvereeniging 1853
Kantoor Amersfoort
Zuidsingel 43
Kapitaal en Reserves f 19.400.000
Alle bant en effectenzaken
o
«Moedertje, ik heb met Wim afgesproken
een eindje te gaan fietsen; tegen 't eten
zijn we wel weer terug. U vindt 't immers
goed?»
Zij zcide het op een toon, die geen tegen
spraak duldde en ook niet verwachtte; uit
haar gehecle houding bleek genoeg, dat ze
gewoon was er een eigen wil op na te
houden.
Er kwam een bezorgde trek op Mevrouw
Eller's vroolijk gezicht.
«Maar Mies, dat gaat toch niet! Henk
zal boos zijn, als hij 't hoort. Nee heusch,
je moet het niet doen!»
«Och maatje», zeide ze ongeduldig,» wat
zeurt U nu toch. Om Henk kan ik toch al
mijn andere vrienden den rug niet toedraaien.
Ik ken Wim al zoolang 'k me kan herinneren
't is een goeie vrind van me, daarmee uitl
Bovendien, 'k ben volstrekt nog niet met
Heak verloofd, dat hij zich zulke rechten
behoeft aan te matigen. Dat eeuwige ge
zeur van U ook, dit mag je niet en dat
hoort niet zooIk weet heel goed
boe 't hoort en aan de menschen stoor ik
me niet. We leven in een modernen tijd,
Goddank!» Ze stampte driftig met haar
voetje op den grond.
«Kindje, kindje, stuif toch niet direct
zoo op! Jij zegt nu wel: Wim is een goeie
vrind van me, maar weet je wel zéker,
dat hij er ook zoo over denkt, dat hij jou
ook alleen als een vriendin beschouwt?»
Mevrouw Eller zag haar dochter onder
zoekend aan.
«Toe Mies, zeg nu eene eerlijk 1»
«Och ja natuurlijk; Wim zal
nooit aan iets anders gedacht hebben,»
lachte het meisje ietwat ongeduldig, maar
or klonk toch een lichte aarzeling in haar
stem.
«Nu goed dan, Mies, doe dan maar zooals
je denkt, dat het beste is; maar beloof me
een ding
«Ja
«Vertel hem dan vandaag van Henk,
wil je?»
«ik zal 't doen, hoor!» zeide ze luchtig
en ze lachte vroolijk: «Och, och, wat bent
U toch altijd een bezorgd moedertje.»
Maar toen ze naaat den langen, blonden
student de dorpstraat afreed, moest ze toch
telkens weer aan dat gesprek denken. Ze
voelde zich vreemd, nerveusGod,
als ma toch eens gelijk had! Die goeie
jongen .0, hèm het allerminst zou
ze verdriet willen doen!
Zs herinnerde zich nu eensklaps allerlei
kleine voorvallen, attenties, die hij haar
bewezen had, en ze begreep niet, hoe ze
daar nooit vroeger op had gelet, hoe ze 't
nooit begrepen had. Ja zeker, ze meest
hem vertellen van Henk, 't was veel beter.
Maar hoehoe moest ze 't aanleggen,
hoe zou ze beginnen?
Zoopas leek het nog zoo gemakkelijk en
nu Enfin, op 't geschikte oogenblik zou
ze wel weten, wat ze zeggen moest I Nu
nog maar niet tobben...
«Wim«,< vroeg zs eensklaps gemaakt-
luchtig, «wanneer ga je weer naar Leiden?
Toe jongen, zeg dan toch eens wat!»
«Wel, lieve hemel, die is goed, hoor! Ik
was juist aan 't bedenken, waarover jij toch
zoo allemachtig zou kunnen philosopheeren.
Nou kleintje, biecht eens op aan je ouwe
vriend
Zijn beschermende toon, alsof hij tot een
kind sprak, amuseerde haar anders altijd
kostelijk en was vaak aanleiding geweest
tot allerlei kibbelpartijtjes, maar nu klonk
dat«Toe kleintje, biecht eens op.» haar
plotseling zoo oneindig teer in de ooreu,
dat ze ervan schrikte. God, dat ze dat vroeger
nooit gemerkt had Dat was toch nog
dezelfde vriendelijk-plagerlge toon waarop
hij altijd tot haar sprak, maar ze had nooit
dat aachtteêre erin opgemerkt, dat haar nu
plotseling opviel.
«Zullen we 'rs naar 't slot rijden brak
hij haar gepeins af. »'t Is nou zoo heerlijk
frisch in 't bosch met al die oude boomen;
we kunnen daar zoo echt knus zitten
pratenJa?»
>'t Is goed,» zei ze flauw. Ze was nu zoo
bang voor dat gesprek en toch wilde ze 't
niet langer uitstellen, voor Wim nieten
ook niet voor haarzelf. Zwijgend reden ze
voort; zij voelde telkens zijn innigen blik
op haar gelaat, maar ze bleef recht voor
zich uit staren, zonder ook maar een enkele
maal op te zien. Hij, gelukkig in 't zalige
bewustzijn daar naast haar voort te rijden,
te midden van de frisch-groene wellanden,
wenschte niets lisver dan dat het eeuwig
zoo mocht duren.
«Daar zijn we eral,« verbrak hij eindelijk
ds stilte, toen ze de oprijlaan opfietsen. «Mij
dunkt, we moesten meteen maar doorrijden
naar 't bosch.
Tusschen twee rijen oude, lommerrijke
boomsn liep een smal pad, dat naar een
kleine verhooging voerde. Hier stegen ze
af en plaatsten hun fietsen, tegen een der
kolossale stammen.
Er heerschte een wijde stilte in het rond, een
stilte, die haar benauwde en als een lood
zware last op haar ziel drukte.
Wim liet zich languit voorover vallen en
spreidde voorzichtig zijn zakdoek over het
gras.
«Ga hier maar op zitten. Mies», zeide hij,
«dan wordt je niet vuil.zoo. En laten
we nu eens gezellig een beetje praten».
Een oogenblik heerschte er een diep stil
zwijgen, toen vroeg ze loom:
«Wanneer doe je examen. Wim ?c
«Denkelijk over een maand of drie», zeide
hij, en dan ineens, leuk: En Mies, als ik
er dan doorkom zoek ik een meisje eu ga
trouwen». Hij boog zich naar haar over,
terwijl zijn oogen haar blik zochten, die
hem stelselmatig ontweek.
«Nu, wat zeg je wel van mijn plannetje?»
vroeg hij, toen ze bleef zwijgen.
«Ik vind'tverbazend aardig», antwoordde
zij zoo opgewekt mogelijk, wel wetende
dat 't nu komen moest. «Mag ik dan ook
op de bruiloft komen
«Ja zeker, jij in de eerste plaats!» Hij
legde nadruk op dat: jij.
«In ieder geval in de tweede», zeids ze
in eens rad. «Je bruid komt eerst natuurlijk».
Ze wist nu plotseling wat ze wilde, voelde
ineens dat ze moed kreeg. Een groote
teleurstelling verdriet misschien kon
ze hem niet besparen, maar hij mocht in
geen geval de vernedering van een afwijzing
gevoelen; ze moest tot iederen prijs een
verklaring van zijn kant voorkomen.
«Zeg Wim, hoe zou je 't vinden, als w#
eens tegelijk trouwden schertste ze lachend.
«Ja zeker, kijk me maar niet zoo aan,
ik heb heusch ook al plannen. Zoo'n kindje
nog, hè hoe is 't mogelijk? Maar kleine
kinderen worden groot, beste,.; denk eens
aan, 'k word in 't begin van "t volgend
jaar al negentien
(Wordt vervolgd).