BAGGERTURF
Bank-Associatie
EX.T.A. Rijwielen
W. VAN BEEK Co., Kerkstraat 4-6
Prijsverlaging.
£i(éUl/ït&yis
Cac4ur-
GELDERSCHE CREDIETVEREENIGING
Verricht alle Bankzaken
Fa. L. v. ACHTERBERGH's Brandstoffenhandel
16.75
16.75
16.75
J. GROOTENDORST, Hof 20
16.75
FEUILLETON
HOOG SPEL.
Juist iets beter dan de beste
District-agont Indian-Motoron, Ford Automobielen
District-agent Flyer klein Auto
Reparatie-inrichting
Telefoon 457 Amersfoort
VOORHANDEN:
WITTE DAMESSCHOENENvanaf f 4 50
WITTE KINDERSCHOENEN3-4°
LINNEN KINDERRIJGLAARZEN met neus 6.50
KINDERLAKSCHOENENi.8o
KINDERRIJGLAARZEN2.50
DAMESRIJGLAARZENa 12.00
DAMES DERBY SCHOENEN11.00
DAMES PANTOFFELS2.25
Aanbevelend, J. GROOTENDOSST, HOF 20
Van heden af is
bij eiken winkelier tot onderstaande
prijien verkrijgbaar:
ƒ2.50 per kilo
H 1.86 pond
0.76 half pond
0.32 ons
Uitsluitend verpakt in blikken bussen.
ARNHEM - OPGERICHT 1866
KANTOOR AMERSFOORT: UTRECHTSCHESTRAAT
TELEFOON 49 EN 135
Kapitaal en Reserves f 18 JÖ22.000
62 KANTOREN
BestelkantoorArab. sir. ia - Telefoon 166 MagazijnenKoesteeg 6-ï
Wertheim Gompertz 1834 en Credietvereenigingl853
Kantoor Amersfoort
Utreclitschewog 1
Kapitaal cd Reserves 19.660.000
Alle baak- en elfectenzaken
Slechts een kleine partij PRIMA BOX RUND-
U EE It EN Derby Rjjgbot tines met leeren
tusschenzool en lakneus (lste klasse fabrikaat)
voorhanden bij
a)
Hops roogde hem te overreden, hem de
zaak begrijpelijk te maken, maar hij was
zoo ongenaakbaar ala de rots van Gibral
tar en bracht de zaak snel tot een eind
door te zeggen:
Laat het zoo genoeg zijn, mijnheer! Ik
ben u zeer verplicht, dat u mij een mede-
deeling hebt gedaan, die u van groote
waarde acht. U reistte voetzit
misschien slecht bij kas. Doet u mij een
genoegen en neem deze kleinigheid van
mij aan en en goeden morgen!» Met
deze woorden trok hij zich terug, terwijl
Hope het warme bloed naar het gelaat
steeg. Een aalmoes! Maar bij verder na
denken zeide hij, tot zich zelf: »Wat zou
het! Ik heb heb hem een vermogen aan-
Eeboden, en hij geeft mij tien shilling!
>e eene dienst is de andere waard.» En
daarmee stak hij den halven sovereign in
zijn zak en kocht voor zijn kleine Grace
een warme halsdoek. Vervolgens trok de
ongelukkige met zijn kind verder van het
westen naar het oosten, tot zij aan de plaats
kwamen, waar wij ze aan het begin van dit
verhaai ontmoetten.
Het was een nieuwe periode van hun
moeilijken tocht, want terwijl tot heden
Hope's zorg geheel er op gericht was ge
weest zijn kind voedsel en allerlei kleine
genoegens te verschaffen, had de kleine
Grace hem heden ochtend verschrikt door
een korten, drogen hoest, die voor zijn
vaderhart als een doodsklok klonk. Haar
moeder waa aan de tering gestorvenzouden
de kiemen der onverbiddelijke ziekte ook
in het kind aanwezig zijn Als dat het geval
was, moesten zij door Inspanning, vermoeiing,
koude en ontbering spoedig ontwikkeld
worden, en moest hij de kleine voor zijn i
oogen het graf ten prooi zien worden. Met
een van angst beklemd harte keek hij op
haar neer eu sidderde in zijn hemdsmouwen
minder van kou dan van vrees voor de
toekomst. De arme kleine echter leefde nog
als de dieren, in algeheele onbekendheid
met alles wat boven het huidige oogenblik
uitgaat, en plotseling onderbrak zij haar
vaders vertwijfelend nadenken door een
luiden vreugdekreet.
•O, wat is dat!» riep zij met een stralend
gezichtje. Hope volgde de richting van haar
blauwe, wijdgeopende oogen en zag een
kleine schaar zwanen In de bocht van den
stroom naderbij komen, Hope vertelde haar
van de koninklijke vogels, die vaak aan
vorsten en groote steden toebehooren, en
daarbij zwommen de prachtige dieren vol
majesteit hun voorbij, de sneeuwwittte halzen
trotsch gebogen. Grace keek hen zoo lang
mogelijk na en nog een paar dagen lang
sprak zij slechts van zwanen.
Hoe meer de zwervers hun doel naderden,
hoe g rooter de tegenspoed werd. In een
stad, aan den bevaarbaren stroom, vanwaar
zij voor één of twe» schilling tot aan de
plaats hunner bestemming zouden hebben
kunnen varen, gaf Hope zijn laatsten cent
uit voor het avondeten van zijn dochtertje
en hield dus zelfs niets over om het bed
en ontbijt in de bescheiden herberg, waar
hij zijn Intrek genomen had, te betalen. Hij
nam een plaatselijk blad op en smeekte
den hemel, hem daarin de een of andere
vacature te laten vinden, ook al was het
nog zoo'n geringe betrekking, wanneer zij
slechts voldoende was om zijn kleine voedsel
te verschaffen zoodat zij niet de dreigende
ziekte ten offer viel.
Maar neen, er was niets voor hem onder
de advertenties. Doch wel vond hij In den
tekst van het blad de mededeeling, dat de
heer Samuelson In Hull, die op de werf
aldaar een reusachtig stoomschip had laten
bouwen, van plan was de proefvaart daarvan
naar Nieuw-Zeeland mede te maken, en dat hij
dien dag om kwart voor zeven 'amorgens
zee kiezen zou. En thans was het negen uur.
Hoe zwaar kan een kranten-bericht ons
treften! Verliezen van allerlei aard, ver
twijfeling, verloren liefde, dringen als een
bliksemstraal uit een enkelen regel op ons
in. Ook Hope verloor den moed, toen hij
de weinige woorden gelezen had. Hoofd
en handen zonken machteloos neer en een
poos zat hij daar onbewegelijk en verslagen.
Daarop begon hij aan alles te twijfelen en
verwenschte zijn eerlijkheid. Wanneer hij
zijn schulden in Liverpool onbetaald gelaten
had en per trein was gegaan, dan zou hij
op tijd in Huil gekomen zijn en was hij
thans met het nieuwe schip, de zakken vol
goud, op weg naar Nleuw-Zeeland.
Maar het kniezen en betreuren hielp ner
gens toe, zijn kind werd door honger en
ziekte bedreigd, hij moest werken, of stelen,
of Iets anders doen! De vertwijfeling nabij,
maakte hij zich op en bood aan kleine han
delslieden zijn diensten aan. Doch allen wezen
hem, niet altijd even hoffelijk, terug.
Eindelijk kwam hij In een voornamere
stadswijkgroote opslagterreinen, die behoor
den bij een mooi woonhuie op den achter
grond, lagen voor hem. Naast de kantoor
gebouwen stonden kranen en dergelijke, alles
wat tot het laden van schepen noodig is
ook was er een stal met paarden en last
wagens, zoodat de geheels zaak er zeer aan
zienlijk uitzag. Op een bord stondR. Bartley
scheepsmakelaar en agent» maar de man
was oogenschijnlijk zelf reeder eu behartigde
de agenturen slechts als bijzaak. Deze veel
zijdige bemoeiingen wekte nieuwe hoop In
de borst van onzen zelf yeelzijdigen held, en
nadat hij debuitenkantder gebouwen vluchtig
bezichtigd had, wierp hij verlangende blik
ken door het venster van het kantoor. Het
was een boogvenster van ongewone grootte,
door hetwelk de eigenaar der zaak en zijn
ondergeschikten een groot deel van den
etroora op- en afwaarts konden zien. Hope
keek terluiks naar binnen; de vele terug
wijzingen, die hem ten deel gevallen waren,
hadden hem verlegen gemaakt, hij wenschte
daarom het gezicht van den mai te zien,
tot wien hij zich opnieuw wenden zou.
Maar mr, Bartley was niet aanwezig; in
het groote kantoor bevonden zich klaarblij
kelijk op het oogenblik slechts twee kler
ken. De een daarvan, Leonard Monkton,
was een bleeke jongeman met donker haar,
een haviksneus eu dunne lippen. De andere,
een zeer jeugdig persoon, had bruin haar,
bruine oogen en een open gelaal. Hope be
sloot onmiddellijk zich niet tot bet bleeke
vogelengezicht te wenden, maar de jonge
ling met het open gelaat voor zich en zijn hon
gerend kind te interesseeren.
Er waren twee ingangen tot het groote
kantoor: de eene, aan den rechter kant,
voerde door een voorkamer en werd zelden
en eigenlijk alleen door de naaste kennissen
gebruikt. De andere, aan den linker kant,
ging door een kleiner kantoor, waarin zich
gewoonlijk een van de ondergeschikte
handelsbedienden bevond, die het werk op
de binnenplaats te controleeren had; een
smalle glazen deur, die naar het hoofdkan
toor voerde, maakte de verbinding met Mr.
Bartley en de overige klerken mogelijk.
William Hope trad het kleine kantoor
binnen, dat hij leeg vond, daar de bediende
die er gewoonlijk zat op de binnenplaats
bezig was; toen opende hij bleek, ontstemd,
voorbereid op een nieuwe afwijzing, de bin
nendeur en wendde zich tot dengene, die
het dichtst bij hem zat, het was de jonge
man, wiens gezicht hem aangetrokken had.
•Sir, kan ik Mr. Bartley spreken?» vroeg
hij.
De jonge man wierp :ublik op de afge
dragen kleeren en de stoffige schoenen van
den vrager.
Hm, ais het om een aalmoes tedoen is,
bent U aan dt verkeerde deur,* gaf hij
droog ten antwoord.
•Ik verleng geen aalmoes,» antwoordde
Hope met een zucht, Wat ik zoek is werk,
en het is hoog tijd dat ik iets vind; mijn
arme kleine meid en ik zijn het verhongeren
nabij,*
(Wordt vervolgd.)