J Cactur- dit blad geldersorlfii gredietvereeniging Verricht alle Bankzaken E.L.T.A. Rijwielen W. VAN BEEK Co., Kerkstraat 4-6 St. Nicolaas C. van Ommeren Amersfoort Langestraat 63 FEUILLETON HOOG SPEL. ARNHEM - OPGERICHT 1866 KANTOOR AMERSFOORTUTRECHTSCHESTRAAT TELEFOON 49 EN 135 Kapitaal en Reserves f 18.622.000 62 KANTOREN Goede cacao behoort, ter- wille van smaak en aroma, in BUSSEN verpakt te zijn. is uitsluitend verkrijgbaar in BUSSEN van: een kiloƒ2.50 pond1.35 half pond0.75 ons 0.32 ABONNEERT U OP ADVERTEERT IN Juist iets beter dan de beste District-agent Iudian-Motoren, Ford Automobielen District-agent Flijer klein Auto Reparatie-inrichting Telefoon 457 Amersfoort VOORHANDEN: WITTE DAMESSCHOENENvanaf f 4-5° WITTE KINDERSCHOENEN3-4« I-INNEN KINDERRIJGLAARZEN met neus 6.50 KINDERLAKSCHOENEN«.80 KINDERRIJGLAARZEN2.50 DAMESRIJGLAARZEN1200 DAMES DERBY SCHOENEN DAMES PANTOFFELS2-25 Aanbevelend, J. GKOOTEP1DORST, HOF 20 Weder geregeld verkrijgbaar onze bekende BIJ Langestraat 14 Electr. Bakkerij Telefoon 257 5) »Ook dat niet het doet mij werkelijk leed.» Dit eene vriendelijke woord maakte zoo'n diepen indruk op den armen Hope, dat hij een oogenblik sprakeloos bleef. Toen trachtte hij zijn mannelijke waardigheid te heroveren en zei met een beklagenswaardige poging zijn doodsangst niet te laten blijken »Ik dank u, en laat mij u toewenschen.dat u ten allen tijde ondergeschikten zult vinden, die uw belangen zoo trouw behartigen, als ik bet in mijn dankbaarheid zou hebben gedaan. Goedenmorgen, meneer Daarna zette hij, met een akeligen glimlach op het gelaat, zijn hoed op en ging vastbesloten naar de deur. Maar voor hij die bereikt had, brak zijn vaderhart. Boltons raad was vergeten, het was gedaan met de gedwongen houding, de gekunstelde zekerheid van optreden. Hij stootte een schreeuw uit, een angstkreet, die in duizend harten weerklank zou gevonden hebben, wierp zijn hoed op den grond en riep, met uitgestrekte armen op Bartley toe schrijdend >Om Gods wil, stuur mij niet weg mijn kind verhongert!» Zslfs Bartley werd hierdoor getroffen. .Uw klnd!« zei hij met een zweem van deelneming, en deze kleine aanmoediging ontsloot bet vaderhart, dat nu zijn liefde liet uitstroomen. Een goudblond, blauwoogig engeltje is het mijn geluk, mijn leven! Wij zijn te voet van Liverpool naar hier gereisd, nadat ik kort geleden baar moeder begraven had. God zij ons genadig I Hoe vele mijlen hebben wij afgelegd, doodmoe, en zonder uitzicht op een bed en een stuk brood. De vogel in de lucht beeft zijn nest, het dier in bet veld zijn schuilplaats, de vos zijn hol, maar mijn mooie, lieve, vierjarige dochtertje is zonder vaderland en zonder huis. Haar moeder is aan de tering gestorven, en ik sta doodsangsten uit om het kindze begint te hoesten, en ik ben niet in staat haar het noodige krachtige voedsel te verschaffen. Hoe vaak, als ik gedurende deze ongeluk zalige reis haar zag huiveren, heb ik mijn jas uitgetrokken om er haar in te wikkelen, en als dan haar lieve oogen naar mij op keken, was het mij, of ze mij smeekten om warmte en voedsel, waarvoor ik mijn ziel verkoopen zou.« Arme man zei Bartley; eigenlijk moest ik medelijden met u hebben, maar ik kan het niet i Man, man, uw kind leeft nog, zoolang er leven is, is er hoop! Maar mijn kind is dood dood De laatste woorden schreeuwde hij bijna uit. Doodherhaalde Hope ontzet. Dood!» riep Bartley. »Op haar vierde jaar juist op den leeftijd van uw dochtertje weggerukt uit het leven. Gaat u heen die kant uit om de ramp, die mij ge troffen, heeft te zien. Ik kan den aanblik van mijn verwoeste verwachtingen, van die verwelkte bloem, niet dragen. Ga heen, zie mijn biauwoogige lieveling.dat beminnelijke wezentje, dat nu slechts stof is, eeu prooi voor het graf als u dat gezien hebt, zult u mij niet meer met uw ingebeelde zorgen kwellen.* Bij deze woorden wierp hij zich neer met 't hoofd op den lessenaar. Hope volgde de richting, die Bartley hem had aangeduid, opende de verbindingsdeur naar het woonhuis, ging met zachte schreden verder tot hij de kindermeid aantrof, en zei haar, dat Mr. Bartley hem toegestaan had, het lijkje te zien. Zij zag hem weifelend aan, maar zijn treurig gezicht boezemde haar vertrouwen in, en zij bracht hem in de sterfkamer. Hier was een kleine gestalte plechtig op een baar gelegd, waarvan de aanblik in het schemerlicht, dat in de kamer hing, den nadertredenden Hope een kreet van angst deed uiten. Toen hij zijn eigen slapend dochtertje verliet, had haar gezichtje van lichtgekleurde was geleken hier lag een gezichtje, dat met het bare een opvallende gelijkenis vertoonde, behalve dat het van witte was scheen te zijn. Had hij nauw keuriger gekeken, dan zou hij allerlei ver schillen hebben waargenomen, maar de eerste blik toonde hem alleen die angstig makende gelijkenis. Haastig verliet hij de kamer en kwam bleek en ontsteld in het kantoor terug. O!» riep hij uit, »het getrouwe afbeeldsel van mijn kind het vervult mij van een droevig voorgevoel, en ik beklaag u van ganscher harte. De aanblik van uw verlies verzoent mij met mijn noodlot, God sta u bij Hij was op het punt zich te verwijderen, want een onoverwinnelijke vrees, dat ook het gezichtje van zijn algen kind tot witte was geworden kon zijn, vervulde zijn hart. Maar Mr. Bartley hield hem terug. Lijken ze zoo op elkaar?' vroeg hij. Het is een merkwaardige gelijkenis!' antwoorde Hope en wendde zich nogmaals om, om heen te gaanBartley echter, die hem tot nu toe zoo onvriendelijk behandeld had, scheen nu niet van hem te kunnen scheiden. Blijft u,« zei hij>laat mij tijd om te overleggen.' Een vermetele gedachte was plotseling in hem opgekomen en die wilde bij in overweging nemen. In zwijgende op winding liep hij de kamer op en neer, en zijn aangezicht geleek een boek, waarin zonderlinge dingen te lezen stonden. Eiadelijk had hij zijn besluit genomen, waagde het echter niet met de deur in huis te vallen, en begon met een omweg. Blijft u hier,< zei hij»den geheelen omvang van mijn ongeluk kent u nog niet. Ik ben eerzuchtig zooals u. Ik geloof aan de macht van de wetenschap, van de kennis als u. Was mijn kind blijven leven, dan had ik u tot mijn raadgever verkoren. U zou mijn rechterhand geworden zijn.U zou de man geweest zijn, dien ik noodig had.« Hope aloeg de handen In elkaar. »Mijn gewone tegenspoed!' zei hij; >ik kom altijd een dag te laat.< Maar de dood van mijn kind,« ging Bartley voort. >berooft me van het be- noodigde kapitaal voor mijn ondernemingen; bijgevolg kan ik noch u. noch mezelf helpen.' Hope zuchte diep; Bartley aarzelde, maar na een oogenblik zwijgen voegde hij er schuchter bij>Of het moest zijn toen verstomde hij weer. •Of het moest zijn wat viel Hope onstuimig in. >Het is toch niet aan te nemen, dat ik bezwaren hebben zou, als het leven van mijn kind op het spel staat l< Of het moest zijn, wilde ik zeggen, dat u zich werkelijk de hoogstaande man be toonde, die u schijnt te zijn dat wil zeggen, even moedig als verstandig.» Moedig!' herhaalde Hope In gedachten; hij was in de war, antwoordde echter, dat hij hoopte, voor alles, wat goed was, ook den rechten moed te bezitten. •Dan zijn we belden geholpen,' zei Bartley. Maar hij sprak deze vertrouwende woorden in 't geheel niet met vertrouwen uitin tegendeel, zijn stem trilde en het angstzweet stond op zijn voorhoofd. Zijn spanning scheen op Hope over te gaanzacht en aangedaan vroeg hij •Het betreft dus iets zeer gewichtlos, Mr. Bartley Wat is het?« Mr. Bart:- keek onrustig om zich heeD, toen kwam hij vlak bij Hope staan. Zelfs de muren mogen -.iet hooren, wat ik u te zeggen heb,< antwoordde hij, en op fluisterenden toon voegde hij er bij»Mijn dochtertje mag niet sterven.» Hope was zichtbaar ontsteld. Uw dochtertje moet in haar plaats treden,' besloot Bartley. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 4