DRUKWERK
27e PRAKTIJK-EXAMEN
GELDERSCHE OREDIETVEREENIGING
Verricht alle Bankzaken
Op het gebied van
het beste adres
W. VAN BEEK Co Kerkstraat 4-6
(^j^|
Langestraat 63
N.V. de GELDERSCHE VALLEI
Adverteeren doet verkoopen.
FEUILLETON
HOOG SPEL.
ln Boekhouden en Sandelaeorreepondentie
af te nemen door de
VeruiigiDg m Leeraren in de Handelswetenschappen (Opgericht 1907)
op is, 16 en 17 November 'savonds te Amersfoort en 20 andere steden. Prosp.
bij den Secretaris H. BROEDERS, ie Helmersstraat 327. Tel. Z 3247 te
Amsterdam of bij de Boekhandelaars VALKHOFF'S Boekhandel, Utrecht-
schestr. 1, Amersfoort en BRINKMANS' Boekhandel, Hartenstraat, Amsterdam
AANMELDING TOT 3 NOVEMBER A.S.
ARNHEM - OPGERICHT 1866
KANTOOR AMERSFOORT: UTRECHTSCHESTRAAT
TELEFOON 49 EN 195
Kapitaal en Reserves f 18.623.000
62 KANTOREN
Eortegr. 18 Tel. 19 Yalkestr. 19
eHebt n de FLIJER KLEIN AUTO al gezien?
Leuk 2-persoons wagentje he? Prijs f 600
W INDIAN MOTOREN ONDERWEG. INDIAN
ONDERDEELEN OPNIEUW IN VOORRAAD ALS
BLADVEEREN ENZ. F. N. DUO-ZITTINGEN f 65.—
NOG VERSCHILLENDE MOTOREN ALS POPE
INDIAN MET ZIJSPAN ENZ. ZEER GOEDKOOP
Telefoon 457 Amersfoort
II
FABRIEK VAN MELKPRODUCTEN.
VANAF 4 OCTOBER NOTEEREN WIJ VOOR:
VOLLE MELK per liter 23 ct.
GEPASTEURISEERDE FLESSCHENMELK met capsulesluiiing 23 ct.
ROOMKARNEMELK per Heschje 9 ct.
KARNEMELK per liter 12 ct.
ONTROOMDE MELK per flesch 14 ct.
KOFFIEROOM per liter f 2.40
SLAGROOM per liter f 320
ROOMBOTER per K.G. f 3-75
DE DIRECTEUR
F. SIEPERHA.
P. S, 4 Liter melk van 92 ct. staat ln voedingswaarde gelijk met 1 K.G. vleesch
a f3.— terwijl de verteerbaarheid van vleesch slechts 77 pCt. is en die
van melk 90 pCt.
8)
Gerustgesteld trok Monkton zijn jas aan
en ging den politle-agent halen. Bij de deur
kwam hij den jongen Clifford tegen en ging
hem met zoo'n brutaal ultdagenden grijns
lach voorbij, dat deze, hadden zij beiden niet
zooveel haast gehad, hem naar alle waarschijn
lijkheid tegen den grond geslagen zou hebben.
Rood van woede kwam Walter Clifford
het kantoor binnen, vol verlangen de vernede
ringen en ergernissen, die hem hier ten
deel vielen, zoo gauw mogelijk achter zich
ie laten. Hij ging naar zijn lessenaar, ver
scheurde de brieven, die Lucie Mtiller hem
gescheven had, en dacht aan zijn geboorte
plaat*. Toen begaf bij zich naar de vestibule,
■topte, daar hij het begrijpelijker wijze zeer
warm had, zijn overjas, benevens kam en
borstel in zijn reiatasch, keerde naar 't kan
toor terug om zijn pennemee te balen, en
wilde juist haastig weg gaan, toen Mr
Bartley hem weerhield.
«Een woord, mijnheer,* zei zijn patroon
met een streng gezicht.
>Tot uw dienst, meneer,* antwoordde
Walter stijf.
Mr. Bartley zette zich aan de tafel, ter
wijl hij zijn oogen met een eigenaardige
uitdrukking op den jongen man liet rusten.
»U schijnt groote haast te hebben om weg
te komeD.*
»Ja, dat heb ik.»
»U heeft niet eens om uw salaris gevraagd.»
>Neemt u mij niet kwalijk? U weet, dat
ik voor alles, wat zaken betreft, niet deug.»
»Er zijn nog andere dingen te regelen
dan de uitbetaling van uw salaris.»
«Wilt u mij een premie voor goed gedrag
toekennen?»
»Neen! U zult begrijpen, dat er geen
reden tot schertsen Is, Mr. Bolton, als ik
u zeg, dat ik fouten in de berekeningen
gevonden heb.c
De jonge man werd dadelijk ernstig. »Dat
spijt me erg, meneer,» antwoordde hij
beleefd.
Bartley's blik werd nog strenger dan te
voren. »Dat mij zelfs contant geld onstolen
is,» voegde hij erbij.
»Groote God!» riep de jonge man, meer
op dien blik dan op Bartley's woorden ant
woordende, >U kunt mij toch onmogelijk
verdenken?»
>Ik weet, dat ik bestolen ben,» hernam
Bartley op strengen toon, »en ik wantrouw
leder, wiens gedragingen verdacht zijn.»
Dat was te veel voor een Clifford; als
een jonge leeuw schoot hij op hem toe.
»Uw verdenking beleedigt alleen den laag-
hartigen die haar koestert, niet den gentle
man die zij onrecht doet!» riep hij uit. »Daar u
te oud voor mij bent om u de verdiende
tuchtiging te geven, wil ik hier niet langer
blijven om mij door u te laten beleedigen.»
Hij greep zijn tasch en wilde gaan, toen
de deur geopend werd en Monkton met een
politiebeambte binnentrad.
»U blijft hier!» schreeuwde Bartley, die
eveneens woedend werd; »om ln \erhoor
genomen te worden blijft u hier,»
»Om in verhoor genomen te worden?»
»Of gefouilleerd te worden, als dat u
liever ls.<
»Neen, dat zult u niet doen!» riep do
jonge man, >die vernedering zult u mij niet
willen aandoen.»
Bartley, die slechts geldzuchtig, niet wreed
was, weifelde.
»Goed«, zei hij, »ik zal, voor er verder
Iets gebeurt, de brandkast nazien».
Bij deze woorden opende hij de kast en
nam de geldkist er uit - ze was leeg.
Bij dezen aanblik barstte hij in een luiden
kreet los.
»Neen,(waarachtig, dat noem ik opruimen l«
zei hij toeo. >Een volledige plundering
goud en papiergeld, alles meegenomen!
Geen wonder, dat u zoo'n haast had om
weg te kernen. Gelukkig heb ik eenlge dt.
bankbiljetten genoteerddoorzoekt u zijn
zakken.
>Neen, neen, U wilt me toch niet als
een dief behandelen!* riep de arme jongen,
wien het huilen nader stond dan het lachen.
»Waarom verzet je je indien je onschul
dig bent?« spotte Monkton.
>EUendeling!< riep Clifford, »dat is een
streek van jou daar ben ik van over
tuigd.»
Monkton vergenoegde zich met een
triomfeerenden grijnB, doch Bartley barstte
toornig los.
>Hij is een trouw dienaar, die zijn patroon
gewaarschuwd heeft 1« riep hij uit, toen
wees hij met een streng gezicht op Bolton,
en de politiebeambte naderde den jongen
man en zei beleefd:
Veroorlooft u mij, meneer, ik moet wel.c
Toen begon hij Walters zakken te door
zoeken. De jonge man liet het hootd hangen
en zag eruit, of hij zich schuldig voelde.
Hij had wel eens gehoord, dat onschuldlgen
geld in den zak gestoken werd, en vreesde,
dat men nu ook met hem dit valsche spel
gespeeld had.
De politiebeambte doorzocht zijn vest
zakjes en vond niets; zijn overige zak
ken evenmin iets; vervolgens betastte
hij Walters borst en beenen weer niets.
«Doorzoekt u zijn reiatasch,» zei Monkton,
en de arme jongen begon opnieuw te beven.
De beambte nam de vasch onderhanden
niets; hij keerde de zakken van de overjas
binnenste buiten ook daarin niets.
Bartley keek verwonderd toe, Monkton
echter nog meer.
Intusschen had Hope de vestibule ver
laten, was buiten om gegaan, trad door
het kleine kantoor binnen en zag een ge
deelte van wat hier gebeurde, d.w.z. het
het doorzoeken van de tasch en de overjas,
spottend aan.
>Mijn brandkast moet met valsche sleutels
geopend zijn!» riep Bartley; »die mossten
toch te vladen zijn.»
>Heeren,« zei Hope, »mag Ik u een raad
geven
»Wie voor den duivel bent u?« vroeg
Monkton.
»Deze heer is mijn nieuwe compagnon,
viel Bartley in; toen wend je bij zich tot
Hope.
»Wat wou u mij aanraden?» vroeg hij
beleefd.
»U heeft twee klerken ik zou ze
beiden laten doorzoeken.»
»Mij? schreeuwde Monkton. »Mr. Bartley,
kunt u werkelijk een ouden, trouwen dienaar
een dergelijke schande aandoen?»
»AIs je onschuldig bent, waarom verzet
je je dan?» riep Walter boosaardig, voor
dat Mr. Bartley kon antwoorden, en deze
opmerking maakte op den laatste zooveel
indruk, dat hij zich daardoor overhalen liet.
»Ja zeker - de billijkheid tegenover Mr.
Bolton verelschl het nu eenmaal,» zei hij.
Kom Monkton, laat het nu maar gebeuren
het Is Immers maar een formaliteit.» Daar
bij gaf hij den politiebeambte een teeken;
de man trad op Monkton toe en maakte
diens vestzakken vijf en tachtig sovereigns
lichter.
>Daar heb je hetriep Walter. »Daar heb
je het!»
Mijn eigendom bij de Derby-rennen
gewonnen,» gaf Monkton bedaard ten ant
woord; >het is zelfs nog maar een deel
van mijn wist, zooals ik tot mijn genoegen
zeggen kan. Het overige zult u in bank
papier vinden.»
De politiebeambte vond ook dat. Bartley
vergeleek de nummers met zijn notities.
Die Derby-rennen hadden hem argwaan
doen krijgen; hij begon den klerk, die in
't geheim aan zulke dingen deel nam, te
wantrouwen. Maar hij bleef rechtvaardig,
hoewel hij geen vertrouwen in Monkton
meer had.
»Ik moet getuigen, dat zich onder deze
bankbiljetten geen enkele der door mij ge
noteerde bevindt.»
(Wordt vervolgd.)