Bel dan op No. 42. waarop wij met elkaar werken om te voorzien in onze behoeften. De maatschappij ia In de eerste plaats een inrichting voor productie. Er moet gezorgd worden, dat de samenleving in stand blijft. Wat heeft ons nu ieder onderzoek van elke maat schappij tot dusver doen zien? Dit: dat er in iedere maatschappij tot dusver steeds een groote tegenstel ling was, dat zij op een duidelijke mauler steeds ver deeld is In twee groote tegenstellingen n.l. a. degenen die de arbeids-middelen bezaten, b. degenen die de arbeids middelen gebruikten. Hieruit spruiten de klasse-tegenstellingen voort. Wij zien dan steeds als klasse de groep van menschen, die op dezelfde manier bij het maatschappelijk productie proces betrokken zijn, d.w.z. niet uit technisch- maar uit maatschappelijk oogpunt. Die tegenstelling vinden we bijna zoover ais we in de geschiedenis van de menschheid kunnen terugzien. Of de menschen dan de naam dragen van slaven, hoorigen of loonarbeiders, dat komt op 't zelfde neer. En of de andere klasse die slaven in eigendom bad of de arbeidskracht van de arbeiders koopt en betaalt -maakt ook niet In zóó ver een verschil, dat zij allen' zijn de bezitters van de arbeidsmiddelen. Is bet niet op z'n minst zeer waarschijnlijk, dat de levensbeschouwing van die slaven, hcorigen, loon arbeiders een geheel andere moet zijn dan de levens beschouwing van die anderen, de meesters, de eigenaren, de kapitalisten? Zoo is bet ook althans waarschijnlijk, dat, wat we zien gebeuren, grootendeels uit de ver- houdiag va.i de klarsen zal zijn te verklaren. Er zijn niet alleen geheel andere belangen, maar er is ook een ontzaggelijk groot onderscheid in de ge dachten, zoodra eenig klasse-besef ontwaakt is. Hoe meer er geDeurt, boe gewichtiger de dingen zijn, des te duidelijker werden de beweegkrachten. Dat bv. de wereldoorlog en de revoluties gebeurtenissen zijn, die door de verhouding van de klarsen wordt bepaald, zal moeilijk ontkend kunnen worden. We weten allen voldoende waarom de oorlogen en de revoluties zijn ontstaan. Het zijn gebeurtenirsen die geheel door klasse-belangen worden beheersebt. De verschillende klassen hebben een geheel verschil lende kijk op het verleden, het heden en de toekomst. Neem het orgaan van een burgerlijke partij, welke dan ook, en neem bet orgaan van een arbeiderspartij, dan vindt ge daarin zoo-goed-als alle dingen andera beschouwd. Is het dan niet waarschijnlijk, dat die geestelijke verschillen begrijpelijk te maken zijn uit maatschappelijke verschillen 1 Het is logisch, dat de meesters een andere kijk op de zaken hadden dan de slaven, dat de kleine burgerman de stad, de gllde- meester de zaken anders zag dan de vorst op het land, enzoovoort. Wat ai die groepen tegen elkaar hebben gedaan, dat is hetgeen vormt den inhoud van de geschiedenis. Zoo zouden we, zegt spr., met algemeenheden nog langen tijd kunnen voortgaan. Spr. wil echter nog één vraag behandelen (tevens een toepassing van het Hist. Mat.) namelijk de vraag: Hoe is die Hiatorlsch-Materlallstuche gedachte in de wereld gekomen? We zijn deze zaak verschuldigd aan de grondleggers van het wetenschappelijk Socialisme, aan Karl Marx en Friedrich Engels. Zij hebben gezegdal betgeen op geestelijk gebied te zien is, die geheele geestelijke bovenbouw van de maatschappij, rechtswetenschap, moraal, wijsbegeerte enz. enz. is gebouwd op maat- schappeljke grondslagen en verandert ook steeds door verandering in die fundamenten. Hoe zijn zij op die gedachte gekomen? Ge voelt, zegt spr., dat ook hier maatschappelijke oorzaken aan wezig zijn. Waarom nu is uit hun brein die gedachte voortgekomen en waarom heeft dat dadelijk ingang gevonden bij de arbeidersklasse? Toen Marx en Engels i «840 hun werkkring be gonnen was de opkomst van de burgerlijke klasse nog niet afgeloopen. Men bad toen gehad de groote Fransche omwenteling, maar was daarmee de bourgeoisie niet ver genoeg gekomen. Men had weer het koniugschap gekregen en daartegen ging de burgerlijke klasse tekeer. In 1830 ging de arb. beweging In Frankrijk nog samen met de burgerij tegen het koningschap. Maar in 1848 niet meer. Toen trachtten de arbeiders hun eigen zaken op te knappen. Zij, de arbeiders, wilden niet alleen een republiekmaar ook een sociale repu bliek. Dat was een zeer belangrijk historisch gebet ren. Het lag voor de hand, dat men de beweging van 048 eenvoudig zag als een voortzetting van de burgerlijke Fransche omwenteling. Maar voor degenen, die aan den kant stooden van de opkomende arbeidersklasse, was die verklaring niet voldoende. Want daarmee is alles niet gezegd, zelfs is bet voornaamste weggelaten, n.l. dat in vele gevallen de beide bewegingen in 1848 tegen elkaar in gingen. Men kon samenwerking waar nemen, zeker, maar de erkenning moet worden opge- ëischt, dat de arb. bewegiDg in 1848 een eigen klasse beweging was. Het werd nu een taak om theoretische gevolgtrek kingen te maken uit dit practisch optreden van de arb. beweging. De oude gedachten van de arbeiders moesten worden verhelderd. Zij moesten worden ge wezen op hun plicht: te zorgen voor een gehselnieuwe maatschappij. In dat streven is geboren de Hist. Materialistische gedachtengang. Want wat is de voornaamste eisch van elke socialis tische propaganda Dithet opwekken van het klasse besef. De arbeiders moesten hun eigen beweging als een klasse-beweging leeren kennen. De arbeiders-be weging moest maatschappelijk verklaard worden. De arbeider voelde wel de nadeelen van zijn klassepositie, maar hij moet zich afvrageD, hoe het komt, en wat hij moet doen om die nadeelen weg te tnaken. Er moest de arbeiders gezegd worden -• je leeft in een nieuwe productiewijze, waar de arbeidskracht een waar is en verkocht wordt en waarvoor je een bedrag krijgt, dat noodig is om in je levensonderhoud te voorzien en de rest steekt de patroon in zijn zak. Dat moest gezegd worden. Uit do arb,-beweging zelf werd geboren de noodzakelijkheid van het onderzoek dier beweging. Marx en Engels nu zeide die dingen voor 't eerst fn hun Communistisch manifest*. Ze zeiden Iedere be paalde productie-wijze heeft een daarbij aansluitende arbeidersklasse. De nieuwe kapitalistische pnd.-wijze brengt met zich een proletariaat met een eigen gees telijk leven. Het Communistisch manifest was in den aanvang slechts bekend in zeer beperkten kring. Eerst vèr na het verschijnen heeft het z'n beroemdheid gekregen. Er ontbreekt nu nog maar aan, dat men deze ont dekking op geestelijk gebied, een ontdekking, die zulke ontzaggelijke gevolgen heeft gehad, algemeen gaat toepassen. Wanneer nu die arbeidersbeweging door een eigen kracht gedragen wordt, een eigen doel heeften als nu dat allerbelangrijkste verschijnsel van onzen tijd een maatschappelijk, een economisch verschijnsel is, als dit voortkomt uit een bepaalde productie-wijze Is het dan niet waarschijnlijk, dat we ook bij het onderzoek van vroegere dingen naar in laatste instentie economische oorzaken moeten vragen?! In dit scherpe licht vertoonde zich aan Marx en Eugels het -Merkelijk verleden. Ze zelden: nu is het klassenstrijd, laat ons eens kijken of ook dingen die verder terug liggen geen gevallen van klassenstrijd zijn. En ja, ze ontdektenhet is niet iets nieuws, die klassenstrijd, het is een heel oude waarheid, zoo oud als de geschiedenis van de maatschappij zélf, steeds is een andere vorm verklaarbaar uit maalschappclyke verschijnselen, Op die manier zijn zij tot de grondslagen, van onze arb. beweging gekomen. De arb. klasse had noodig kennis van de maatschappij, kent.-is van haar eigen klassenstrijd. Wij, zegt spr., kunnen rustig voortgaan met het werk van onze groote voor gangers. Het is noodzakelijk telkens daarover te spreken. Spr. meent hiermee voldoende in algemecne trekken het Hist. Mat. te hebben besproken en zal de volgende keer een begin maken met het verschijnsel van den Godsdienst te verklaren. (Wordt vervolgd.) Hebt IJ een Taxi of auto noodig? Pers all a. Op de gisteravond te Zeist in hetWapen van Zelst« gehouden vergadering van de Kon. Ned. Politiehond- verecniging, afd. Utrecht, is o.a tot penningmeester van het afd. bestuur gekozen de heer H. W. Plerik, van b'er. Volks universiteit. Het bestuur van de Volksuniversiteit meldt ons: De cursus in «Gereformeerde ethiek* van Dr. G. Wifse te Driebergen zal niet 9 Januari 1921 aanvangen, doch a.s. Zaterdag 11 December om 2'/2 uur. Zulks op verzoek van den spreker. Op dezen cursus zijn nog plaatsen open, mochten er dus nog belangstellenden zijn, men melde zich aan bij den secretaris, J. Mebius, Utr.weg 255, door toe zending van een postwirsel naar keuze van f i, f2, of f3. Geld vermorsen. Gisteravond riep onze plicht ons in een van de zijstraten van de Stationstraat, eu toen viel ons weer eens op de royaliteit, neen, laat ons zeggen de onge looflijke //'z/W-zinnigheid, waarmede ons goede belas tinggeld wordt verspild aande s'raatverlichting. Da"-, in die straat die zoo goed als onbewoond is, brandden niet alleen alle straatlantaarns, doch zelfs nog enkele méér. Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs in de Gemeente Amersfoort. Vergadering, op Donderdag den 16 December 1920, des namiddags ten 3 '/2 ure, ten Raadhuize. AGENDA: Notulen. Ingekomen stukken. Ontbinding der Commissie ingevolge de Lager Onderwijswet 1920. De Secretaris der Commissie: J. G. van DREUMEL. Het St. Nicolaasfeest van Jonge Vreugd. Dinsdagavond had de zelf nog zoo jonge vereeni- ging «Jonge Vreugd* in de zaal van «de Arend* een St. Nicolaasfeest georganiseerd, waar schitterend blijk is gegeven van wat het kranige bestuur én het jonge goedje zelf vermag! Het feest begon eenigszlns ongewoon, en wel met een tocht van den Sint, in zijn ouderwetsch ruim ge waad te paard gezeten en geleid door zijn trouwen knecht, door de stad naar het ziekenhuis, waar een tot de vereeniglng behoorend patiëntje lag. Een fijnge voeligheid, waarvoor een woord van lof pastl Het eigenlijke feest in de zaal nam een aanvang met den speech van den voorzitter, die de vele aan wezigen (grooten en kleinen) hartelijk welkom heette. Hij dankte hartelijk allen, die op zoo spontane wijze hadden meegewerkt om dat feest te doen slagen en die zich dikwijls groote offers daarvoor hadden getroost. Verder Bprak hij de hoop uit, dat een ieder zich zou Nu, dat is gebeurd 1 In een tweede speech wees de voorzitter nog op de tentoonstelling van prijzen, door milde gevers geschon ken, die bestemd zijn voor de huisvlijctentoonstelling welke met Kerstmis gehouden zal worden. Hij spoorde de kinderen aan om toch vooral flink aan het werk te blijven of nog te gaan, om zoo'n mooie prijs te verdienen I Als punt 2 van bet programma kwam nu een tableau, waarbij 3 meisjes als feeön met 4 jongens, met de zin nebeeldige palmtak, met 4 schilden opgesteld waren waarop de woorden: Lang Leve Jonge Vreugd! Het geheel werd met Bengaalsch vuur verlicht, terwijl door alle aanwezigen het clublied gezongen werd. Daarop volgde de komst van den Sint met zwrrte Piet, die te paard tot voor in de zaal reed en onder groot enthousiasme do aanwezigen nogmaals welkom heette. Er werden vervolgens St. Nicolaasliedjes gezongen. Een onbedaarlijk lachsucces had het 3enumm rvan het program, een pantomime, waar in een acheersalon er 4 tegelijk werden ingezeept onder één laken en met een reuzen-kwast, en die toen met een reuzen- scheermes van wel 60 c.M. werden geschraapt en vervolgens de deur uitgeschopt I Ook de negro-boys, de tien kleine negertjes, waar van de oudste nog geen 8 jaar! hadden veel succes. Maar de hoofdschotel van den avond was Sneeuw witje, het mooie oude sprookje, dat bier in de bekende operette-bewerking werd vertolkt. Wie zullen wij in het bizonder prijzen De dwergjes speelden uitstekend, Sneeuwwitje beschikt niet alleen over een goede stem maar actéert ook goed, de jager en de prins, bier door één persoon vertolkt, dito dito, en de dame, die lusschen de bedrijven het spel ver duidelijkte, was een echte vei teister. En hoe aardig was de bruiloft met z'n 30-tal gasten van 6—9 jaar en z'n atrooistertjes van nog geen zes! Was het wonder, dat allen onder den indruk waren en zichtbaar verademden toen alles toch nog maar zoo goed afliepEn dat het bloemen regende voor Sneeuw witje, voorde Booze Koningin en de vertelster?! Een allergrappigste voordracht had daarna ook nog geweldig succes. Een blijspelletje, Het Baarsje, sloot het program. Hier was vooral Kaatje, een meisje van een jaar of 12, goed in haar rol. En toen gaf de Sint het sein tot vertrek. Hij ver klaarde weer naar Spanje teiug te moeten! (Piet deelde zijn laatste s'rooisel uit!) Maar de Sint verklaarde dat de po)''ie hem een gevonden voorwerp had gebracht, dat toehoorde aan een jongetje, dat altijd duimpje zoog I Eu of dat jongetje hier ook aanwezig was En ja, onder hilariteit kwam een broekemanneije het «verloren voorweip* (een sinterklaaspop) halen Nadat nu nog door een lid van het bestuur aan den Sint en zijn knecht een krans was aangeboden, keurig gesierd met liuten, en deze waardige man was vertrokken wat voor de kleinste eveneens een sein was tot vertrek werd er door de grooteren nog wat nagedanst. Wij vernamen nog, dat zeer velen hebben bijge dragen tot de voor het tooneel benoodlgde requisite, dat de bloemenverkoop enz. een zeer gunstig saldo voor de kas heeft opgeleverd, dat er reeds weer plannen in voorbereiding zijn voor een Kerstfeest waarbij vele vei.a«singen zullen komen kortom, dat Jonge Vreugd een groot succes heeft te boeken gehad, Dinsdagavond, en dat zij reeds weer met kracht tiaar nieuwe streeft I Volksuniversiteit. D. TH. JAARSMA. Directeur van Onderwijs alhier, over: DE NEDERLANDSCHE LITTERATUUR NA :88o. 2e Lezing, Op de eerste bijeenkomst Is de vraag gesteld: hoe komt de schoonheid in de taal? En daarop hebben wij geantwoorddit blijft het eeuwig raadselniemand kan zeggen hoe. door welk proces, op welk moment zij In de taal geboren wordt, en al wie ons daarom trent zijne zg. «oplorsing* van dit raadsel als aan nemelijk wil doen voorkomen, heeft ons ook al weer niet anders te geven dan zijn ten-naaste-bij. Een ten- naaste-bij, wij zagen dat al bij de bepalingen omtrent kunst en kunstenaar, waarin wij mogelijk wel Iels als juist erkennen, maar dat toch de zaak weer niet In haar ware wezen vat. Een ander mysterie 's de wording van nieuw leven uit het oude, en een ander is de geboowe der schoonheid in de stamelende klanken van den waarlijk ontroerden mensch. Wanneer wij dan nu ook een oogenblik zullen spreken over enkele dingen, waardoor zooals wij plegen te zeggen, de schoonheid der taal veroorzaakt wordt, dan moeten wij dat niet zóó opvatten, dat wij, deze dingeu noemende, nu ook werkelijk het ontstaan der schoonheid in de taal zouden hebben verklaard, maar dan moeten wij het aldus begrijpendat wij met deze dingen alleen bedoelen enkele eigenschappen waardoor de taal, in welke de schoonheid leeft, ge kenmerkt wordt, en wij moeten beseffen, dat wij daar mede aan het outstaan der schoonheid zelve ten eenen- male niet raken. Een dier kenmerken nu, een der eigenschappen van die kunsttaal of litteratuur, ls de vorige maal reeds even besproken. Er is toen nl. gezegd, dat een der moeilijkste factoren van de taal, eu bovenal van de cjhoone taal, was: hei rbythme, Daar zullen wij nu bijvoegen: de bijzondere manier van zeggen. Nemen wij een gedicht var onze groote dichteres Henrlette Roland Holst: Door den dag kunnen wij de stemmen bannen Omdat de taak al onze krachten grijpt Maar a's zijn vrucht tot avond ls gerijpt Voelen wij veel vragen als bogen spannen. Wij scbikken rondom lampan halfbevredlgd en rond het haardvuur dat droefheid verstaat heraadmend, dat de dag die is geledigd geen droesem achterliet van erger kwaad. Want er ls altijd iets waarvoor wij vreezen We zijn als vrouwen van virschers op zee die dag aan dag water en winden lezen hun heel bezit dient op de golven mee. Ons hart N Ingescheept op 't wereldwoelen haar stoimen en haar stilten doen ons aan haar branding breekt op ons en wij gevoelen haar rillingen door onze diepte gaan. In dit zeldzaam schoone gedicht, een van de aller schoonste die ooit In onze taal geschreven zijn, heeft de dichteres woorden cn regels precies in overeen- stemming met hare bedoeling; dieper oeschouwd:

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 2