Dinsdag 28 December 1920 Bericht. Slagerij JProgcr No. 9426 70e Jaargang Uitgave van do Drnkkerjj „DE AMERSFOORTSCHE COURANT" voorheen Firma A. H. van Clceff. IS™RT^SAt-6D^ER?t« e"..ZATE®DAG' ABONNEMENT p,, maari» l,._. franco per po.. f,.,s. AfrondCiJk, e„, TENTIEN i 6 regels 95 cent, elke regel meer 15 cent. Bij regel-abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag koatcloos Tetzale- officiéél». ontelgening^advertentlCo po, r.g.l REOAMES ,_s r.ge,. f,.5sS e.ke regel nree. 3o een,taeJÏÏL .nZ Inzending van advertentlün op den dag van verschijnen uiterlijk 10 uur, voor het Zaterdagnummer uiterlijk Vrijdagavond. REDACTEUR, K. LUBERTI. AMERSFOORTBUREAUX KORTEGRACHT ,S EN VALKESTRAAT TELEFOON In verband met den Nieuwjaarsdag verschijnt ons volgend nummer op Vrijdag. Over Moderne Kunst en nog wnt. Amersfoort kan het allicht niet helpen, maar een feit is, dat het ln sommige opzichten wel wat achter aan hinkt. Niet véél, natuurlijk, matig, métig, en het zal er wel kómen, op den duur, maar zoo op het oogenblik Is het wel eens hinderlijk, kan het Iemand soms erg benauwd worden Her. Wanneer wij in het algemeen ons afvragen, wat nu eigenlijk het leven de moeite waard maakt, tjonge dan Is het in dezen tijd niet gemakkelijk een be vredigend antwoord daarop te vinden. En dan gaan wc maar eens luisteren naar wat énderen ons daar over weten te vertellen. Daar had je b.v. op 5 Novem ber dominee Einnerts, uit Utrecht, die ons toen in de Remonstrantsche Kerk vertelde wat voor een be vredigende wereld-beschouwing zoo at noodig is. Héél wat! - Het pessimisme, zeide b:j, Is daarvoor niet genoeg, op zich ze'f. En dat zal waar weze. Maar, zeide hij, en nu wordt de zaak moeilijker en gewaagder ook het optimisme is niet voldoende en niet je ware, ja, het optimisme is feitelijk van nog veel minder beteekenls dan de zwartgalligheid. Hiermede waren wij het niet eens. Echter: Wie, zegt Bolland, zal eenzijdigheid het Ware neeraen? De redactie van do Amerrf. Crt. zeer zeker nietl (Men begrijpe ons goed: dit laatste is niet door B„ doch wordt door ons gezegdMaar al is alle beperkt heid uiteraard gelijk te stellen met geborneerdheid - en omgekeerd het doet toch wel zeer zonder ling aan, wanneer wij den geachten spreker van toen zulke twijfelachtige juls'heden hooreu zeggen als de gereleveerde. Want om te beginnen is in de werke lijkheid, óók of juist die van den geest, overal en al tijd te begrijpen een eerheid van tegendeelen, en niet andersen het ééns onderscheidt zich wel, ia zichzelf, en stelt het andere, om daarin tót Zlch-Zclf te komen en de veelheid is niet zonder kwali- en kwantitatieve verhouding, maar aan z'n grens gaat het ééne nood zakelijkerwijs in het andere oveij en de zuivere tegen stelling is én kwall- én kwantitatief ongescheiden onderscheiden. Aldus leert ons de groote-hoofd-man der wijsheid te Lelden. Maar hoe zou dan het pessimisme bóven het opti misme te stellen zijn Het is er ndast te stellen, als andere gevoels-uiterste-msgelijkheid, als een verbizon- derde en zielige houding van den geest. Maar die geest zélf blijft al-tijd, door de eeuwigheid van het vergankelijk oogenblik heen, het centrale Wezen, in en achter en boven allés, ook In de overdreven Verheu ging en ongemotiveerde overheerschende Zwaarmoe digheid. Zoo mógelijk nóg zonderlinger was in de rede van den heer Binnerts de op-lossing of synthese, andeia gezegd die hij ons wilde aanpraten. Wij begrijpen wel hoe hij er toe kwém, o zeker, want niet iedereen heeft den moed tet de waarheid of durft deze belijden in het apenhaar, vooral niet wanneer deze, de Waar heid of zelfs zijn persóónlijke, bepaalde en dus beperkte inzicht In de (algemeene) waarheid tegen de belangen van zijn standje (alwéér!) in gaat. De heer Binnerts dan wilde het zoeken in het geloof, en wel in het GJiristdijk geloof. En nu Is het niet onze bedoeling hi«* een weerlegging» te geven van deze en dergelijke opvattingea (tóch werpen wij het masker af, O Eembodeen foetsie onze neutraliteit doch wij willen wijzen op de inconsequentie van menschen als deze, die op quaal-verstandige wijze beginnen te praten over deze dingen en die daardoor de meer vrij-zinnlgen (d.w.z. de menschen met vrije bezinning, dus de z.g. vrij-geesten) eerst lijmen, d.w.z. de meening bijbrengen dat het hier om het vrije, het redelijke gaat, maar die ten slotte toch weer komen aandragen met hun geloof, Hun geloof, het geloof, Het Geloof. Ook Amersfoort telt in Vn midden een kracht van die grootte. Maar vóór wij daarover gaan praten, willen wij nog eens wijzen op het eigenaardige feit, dat sedert den greoten oorlog aan alle kanten weer het hatelijke ge redeneer is begonnen over pessimisme en wereld Utrechtschcwog «5 Telephoon 3i)4 Uitsluitend prima kwaliteit I-IEDEN NOTEEREN WIJ PER 5 ONS RUNDVLEESC11 VAItKENSY'LEHSCII LAPPEN - GEHAKT. f 1.20 f 1.25 ROSBIEF - RIB - 1.40 KARBONADE ROLLADE - 1.40 FRICANDEAU - 1.35 BIEFSTUK EN HAAS - ].<>0 FILET - 1.35 VET SPEK - 1.00 VETTE LAPPEN -0.00 1 gcwensclit eon dag tevoren te bostellen of af te holen Beleefd aanbevelend. zatheid, en dat het juist diegenen zijn, die zelf hoorden tot hen die de boel /.co wanhopig in de war hebbeu geschopt, die ons nu zouden willen overtuigen dat de heele zaak eigenlijk in den grond niet deugt, en dat we maar blij moeten zijn wanneer we tenminste nog verzoening vinden met die slechte waereld. Een ver zoening, die dan alweer te vinden heet in en door den godsdienst, door de bemiddeling van Onzen Lieven Heer. Des: weg ideaal, wég betere menschheld, wég model-maatschappij I Vóór den oorlog was het anders, waren deheeren zwaiikijkcrs niet zoo keen meer in het lulde uiten van hun jeremiades, h'elden zij zich meer bescheiden op den achtergrond, durfden zij niet zoo stellig hun negatie poneeren. Want toen was er een positief ideaal levende in de menschheld, streefde zij met bewustheid haar eigen ver vol-making na, en daarmede die van dc maatschappij. Want na Schopenhauer's korten triomf-tijd had het per-'.mlsme weer afgedaan. De menschelijke geest zag zich weer op zich-zelf, op eigen dualiteit en Idealiteit aangewezen, en Nietzsche en de opnieuw zich baan brekende Hegelarij hadden een zeer positief cn laat ous zeggen: aUbans zeer schóón eindresultaat van de komende wereld-ontwikkeling denkbasr gemaakt. In de wijsbegeerte vond dat slechts zeer onvolkomen uiting in de Bolland'stischc hegelarij (ln werkelijkheid moet de man nog komen die de wjsbegeerte ver nieuwt») en in de economie was het Historisch Materia lisme wel een leer die het maatschappelijk proers ver- k'aarde en betrekkelijk vooruit liep, maar toch van de ideëele toekomst-maatschappij slechts zeer vage denkbeelden geven kon; doch ln de kunst, en dan met name ln de laatste of kubistische faze daarvan, was of Is in abstractie het schoone Weze van de komende mcnach-held althans symbolisch geuit, Dat Is het, waardoor het thans reeds een vreugde kan zijn te leven. Dit, dat wij nu reeds individueel, dus kleintjes, kunnen beleven het groote en algemeene, dat door de verbrokkeling van de vele tijd-perken heen tot een heid groeit. A. H. v. NIEUWKERK Aldegondestr. 105, 105', 107 Tel. 543 IN AMEUBLEMENTEN El KANTOORMEUBELEN Dit besef -- we gaan even terug Is wel aller minst door gedrongen tot menschen als ds. Binnerts en (nu gaan we weer verder) ds. K. den Hollander, van hier. Ook niet, al heeft de laatste op zijn lezingen over de wijsbegeerte van Schopenhauer (gehouden voor de Volks-Universlteit) nóg zoo nadrukkelijk be weerd dat 't stelsel van Hegel zóó logisch en hecht In elkaar zit, dat er geen speld tusschen te krijgen zou zijn. Want tin slotte is ds. den Hollander toch óók weer komen aandragen met het universeel genees middel: den Godsdienst, en heeft hij met name het Christelyk gelóóf in het bizonder als doeltreffend praeparaat naar voren geschoven. Wij hebben op de V.-U. herhaalde malen doen uitkomen, dat wij het met de «inzichten» van den heer den H. niet ééns waren, maar een debating-club is de V.-U. niet, en om thans nog eens uitvoerig te gaan bestrijden en weerleggen wat door den heer den H. is beweerd zou niet veel zin hebben. Met nadruk zij dus slechts ge constateerd, dat hetgeen wij aan het adres van ds. Binnerts zeiden, óók geldt voor ds. den H„ n.l. dat de geloovlgen het recht niet hebben, neen, absoluut en positief alle recht missen, om een beroep te doen op de wijsbegeerte om hun gelóóf te verdédigen. Het geloof Is rede Ijker wifzc niet te verdedigen credo quia absurdum en wie, als ds. den H., beweert dat denken (maar dan ook werkelijk dénken I) tot gelooven leiden kan, en wel «evenals geloof tot wijsbegeerte lelden kan», die maakt zich bewust of onbewust aan een onwaarheid schuldig. Het geloof men begrijpe dit nu tech ééns en voor altijd begint daar, waar het begrijpen ophoudt, en omgekeerd begint het streven naar begrijpen, naar wijsheid dus, waar het geloof de kracht tot bevrediging verloren heeft. Wijsbegeerte en godsdienst zijn dus niet en dit alweer In scherpe tegenstelling met het door ds. den H. beweerde twee zaken die het zelfde doel nastreven en langs ver schillende wegen bereiken, dus twee «zaken» die parallel loopen, maar het geloof is het product van het onver mogen van den eigen geest, die dat onvermogen demon streert door een verwijzing naar een hoogeren, |>god- delijken» geest, die niet in ons en onze wereld «schuilt» doch hoog er boven verheven In een «hemel» troont of huist, terwijl de wijsbegeerte dc begeerte is van den mcnscheljhen geest om zichzelf te lecrcn kennen en zi/n verhouding in en tot de werkelijkheid te leeren beseffen. De wijsbegeerte ontkent dus niet, dat er een hoogere of goddelijke geest zou bestaan, maar vindt het vraag stuk hieromtrent tamelijk onbelangrijk en daardoor tamelijk onverschillig. Om dat de geest, de mènsche- lijkc geest, in laatste Instantie op zich zei; aangewezen is, om dat alles ls zelf-ontwlkkellng in zelf-verkeerlng. En daarom ziet de wijze de noodzakelijkheid of zelfs het nut van het gelooven niet in, en wel zeker hst allerminst van het gelooven aan een Middelaar, die dan Mensch met de godheid moet verzoenen. Verzoenen, als ware de godheid een krlbbebijter, die met ons, zielige menschjes, zou willen bakkeleien en daarvan alleen door de sussende tusschenkomst van zijnbeter- ik zau zija te weerhouden. Natuurlijk zal de een of andere onnoozele hals ons wel het verwijt maken, dat bij ons de bedoeling voor zit te spotten. Toch i3 dit ln het minst niet het geval. Want een feit ls, dat door de even uitdagende als weinlg-beteekenende critlek van de woordvoerders van den chrlstelijken godsdienst, een scherp en hevig ver weer van andere, èngodsdlenstlge zijde, wordt geprevo- céérd. Daar is ds. Binnerts, daar ls ds. den Hollander, en daar ls, om nog Iets markants te noemen, ds. Wisse, die nota bene zijn lezingen voor de Volksuniversiteit opent en sluit met gebed. Veelt men niet de grenzen- looze aanmatiging, die daarin schuilt, om ongeacht of zijn hoorders al dan niet «geloovig» zijn, ln een tiiel- religieusc want verdund-wetenschappelijke bijeenkomst te doen als ware men «voorganger ln het gebed»? Dat had althans ds. den H. ons bespaard I Maar de heeren mogen het zich yoor gezegd houden

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 1