DE TERUGKEER VAN TARZAN De Aanhouder Wint 2 AKERSFOORTSCHE COURANT WOENSDAG 9 APRIL 1941 BINNENLAND DUITSCH ZEEVAARTHUIS TE ROTTERDAM PLECHTIGE INGEBRUIKNEMING Aan de Pieter de Hoochweg te Rotterdam is gistermiddag een tehuis voor Duitsche zeelieden in gebruik genomen. Het pand, dat eertijds een zelfde bestemming had. is daartoe geheel gerestaureerd. Het zal niet alleen Duitschen zeelieden, maar ook leden van de weermacht tijdens de vrije uren een gezellig onderdak ver schaffen. Onder de autoriteiten, die de ope ningsplechtigheid bijwoonden, merk ten wij o.m. op den militairen be velhebber voor het bezette Neder- landsche gebied, generaal der vliegers Fr Christiansen, die de openings plechtigheid verrichtte; den heer Schwebel, gevolmachtigde voor de provincie Zuid-Holland en dr. Völckers. gevolmachtigde voor de stsd Rotterdam, die beiden den rijkscommissaris vertegenwoordigden. Kapitein Wegener nam als eerste spreker het woora en noemde het een teeken van sociale kracht, dat in dezen tijd van strijd dit huis ingewijd kan worden. Spr. zegde den Rijkscommissaris dank, aan wien het te danken is, dat dit huis geopend kon worden. Generaal Christiansen, die hierna net woord nam. zeide dat vroeger de naam „Zeemanshuis" een minder prettige klank had onder de zeelieden. Een zeemanshuis moet niet het ka rakter hebben van een huis van mis- sionairsen, maar de zeemanshuizen moeten de plaatsen zijn, waar de zeeman uitgelaten plezier kan hebben en waar hij kameraadschap kan vin den. Spr. besloot zijn rede met den wensch, dat het huis der zeevaart iedereen tot steun zal zijn, niet name ook na den oorlog, wanneer Rotter dam in een geheel andere positie dan thans zal komen te verkeeren. Dr. Völckers. sprekende namens den Rijkscommissaris, zeide, dat de Rijkscommissaris, die zich voor dit huis zeer heeft geïnteresseerd, ver hinderd was de plechtigneid bij te wonen. Deze interesse sproot niet het minst uit belangstelling voor de toe komst van Rotterdam die ermede samenhangt. Namens den leider van het Arbeits- bereich der N.S.D.A.P. in Nederland, commissaris-generaal Schmidt, sprak de.heer Schönherr, die zeide, dat het Arbeitsbereich het zijne zal bij dragen, om den Duitschen zeelieden ioeale ontspanningsgelegenheden te geven. Namens gouwleider Bohle sprak de gouwinspecteur voor de zeescheep- door EDGAR RIGE BURROUGHS 3)Het was middernacht, toen Tar- zan door de nauwe, afschrikwekkende sloppen van de Rue Maule naar huis terugkeerde. Daar het zoo rustig en donker was, wekte het herinnering aan zijn geliefde Afrikaansche jungle. Maar de politie zou u kunnen vertel len, dat er in heel Parijs geen straat is, die men meer moet mijden, als de duisternis is ingevallen, dan de Rue Maule. Stevig doorstappend door het dichte duister tusschen de smerige huizen van de treurige buurt, hoorde Tarzan opeens hulp roepen. Het was een vrouwenstem, die van de derde verdieping van een huis aan den over kant kwam. Voordat de echo wegge storven was. vloog Tarzan de trappen op om de vrouw te helpen. Achter een deur hoorde hij hetzelfde geschreeuw weer, dat hem naar boven had doen snellen. Het volgende oogenblik stond hij midden in een half-donkere kamer. Een smerige olielamp wierp een flauw schijnsel over een dozijn weerzinwek kende figuren. Het waren allen mannen, behalve één. een vrouw, die tegen den muur gekropen was. „Help, Monsieur", riep de vrouw tegen Tar zan, ,,ze willen me vennoorden". Hij zag de sluwe, duivelsche gezichten van beroepsmisdadigers en bemerkte met verwondering twee andere dingen. Een was een man, die stilletjes de ka mer uitsloop; het was Rokoff, zijn ge zworen vijand. Het andere was van meer onmiddellijk belang. (Wordt vervolgd). Gelijkstelling Crematie en Begrafenis VOOR UITKEERIXG SOCIALE WETTEN De secretaris-generaal van Sociale Zaken heeft bepaald, dat ten aan zien van de uitkeeringen voor de be grafenis van een verzekerde volgens de betreffende artikelen van de on gevallenwet, de land- en tuinbouw- ongevallenwet en de ouderdomswet ...crematie" wordt gelijkgesteld met .begrafenis' zoodat die uitkeering ook bij crematie van den verzekerde zul len worden betaald. Dit besluit wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1941. vaart N a h r a t h. Hij deelde mede, dat de heer Bohle het huis over nam en bracht generaa: Christiansen en den vertegenwoordigers van den Rijkscommissaris dank voor hun be langstelling. Hierna werd het Duitsche volks lied gespeeld. Daarop deelde generaal Christian sen mede, dat hij voor de fondsen van het zeemanshuis een bedrag van 5000 gulden beschikbaar heeft ge steld. Voorts bood spr. uit naam van zijn broeder kapitein Christiansen, commissaris voor de zee- en binnen scheepvaart, een borstbeeld van den Fiihrer asm. De Moord te Renswoude WIE IS HELMUT WETZKO? De commissaris van politie te Ede verzoekt, in verband met de moord te Renswoude, te worden bekend ge maakt met den persoon van Helmut Wetzko. ONGELUK OP HET LAND Terwijl de landbouwer W. Bonevisto te Oosterwolde (gem. Oldebroek) be zig was zijn land te ploegen, geraakte een der paarden in het tuig verward. B. kwam achter de ploeg vandaan om het beest te bevrijden, maar terwijl hij daarmee bezig was, werden de dieren schichtig en sloegen op hol. B. kwam hierdoor te vallen. Hij kwam onder de paarden terecht en kreeg vervolgens de ploeg over zich heen. Met ernstige inwendige kneuzingen werd hij opgenomen. Men vreest voor zijn leven. ONDERWIJS Ai ACADEMISCHE EXAMENS islorilani. Gepromoveerd tol, doctor in de geneeskunde de beer R. E. van den Borg. Gepromoveerd tot doctor in de lette ren cn wijsbegeerte de heer W. Snelle- man. e.n Duitsche vliegtuigfabriek. Onvermoeid v/ordt er in de Duitsche fabrieken aan de vliegtuigindustrie gewerkt. Rompen van dB nieuwe Junkers Ju. 88 bommenwerpers in het gelid (Holland) FEUILLETON Roman van B. Mökl Nederlandsche Bewerking door E. Kok 10 Is de ..Michaël" onder deze vijf ge weest? Misschien. Misschien bevond hij zich bij - de acht schepen, wier namen niet gevonden konden worden. Acht plus vijf is dertien. Der tien schepen. Dertien gevallen werden nagezocht. Baray en Overbeck hebben zich op dit werk geworpen. Sedert maanden doen zij dit werk al. Engel- sche en Duitsche lijsten hebben zij doorzocht, zij hebben de commandan ten opgezocht en, voor zoover deze nog leefden, ondervraagd, zij hebben hier gevraagd en daar gevraagd, hebben ontelbare brieven over de geheeie wereld gezonden en de kring is steeds kleiner geworden. Zij weten nu, dat de „Michaël" niet bij de acht schepen was, wier namen onbekend zijn gebleven. Zij weten dat hij er niet bij was, omdat de beschrij vingen, die zij hebben ontvangen niet klopten, zelfs als kapitein Dranstadt het uiterlijk van het schip had ver anderd, want dergelijke veranderingen hebben tenslotte ook haar grenzen. Zij hebben den kring steeds kleiner kun nen maken. En nu gaat het met 3 op... Drie schepen zijn overgebleven, waar van een de „Michaël" zou kunnen zijn. „Nordend", „Kulmbach" of „Fran kental". Ja, zoo ver zijn zij nu! Maar het resultaat hebben zij nog niet in handen. Zij kunnen zich ver gissen, natuurlijk, kunnen zij dat. Da „Michaël" kan ook ondergegaan zijn, zonder een vijand te hebben gezien. Er zijn stormen, klippen of mijnen, er zijn taüooze mogelijkheden. Maar de twee mannen zijn jong, zij hebben een vast vertrouwen. En dit vertrou wen is niet te schokken. Zij willen het schip vinden, zij moeten het vinden' Zij willen in ieder geval alles probee ren. En als men dan toch moet capi- tuleeren, nu, goed dan. Maar men heeft zijn best gedaan. Men heeft het niet te vroeg opgegeven. En dan, da delijk na hun aankomst in Engeland deze ontdekking in de Jeffersonstreet In de Jeffersonstreet drijft John Cre we een zaak, zooals men op het vaste land weinige vindt. Men kan bij hem van alles koopen. geheeie scheepsuit rustingen, antiquiteiten oude kar petten, schilderijen, klokken, werktui gen en boeken. Nooit zou Baray op de gedachte zijn gekomen in de Jeffersonstreet te ko men, een straatje in de nabijheid van de dokken. Maar er was de „Lauren tic", die een der schepen in den grond had geboord. Er was nergens een aan wijzing te vinden hoe het schip er uit had gezien. Men moest dus opvaren den van de „Laurentic" zien te vin den. Een monnikenwerk. De comman dant dood, de eerste officier dood. de tweede officier dood, de derde.... De derde officier was nog in leven en heette John Crewe. nu eigenaar van de zaak in Jeffersonstreet. Zoo was Baray in de Jeffersonstreet gekomen. De derde officier was een man var. vijftig, die last had van rheumatiek. Baray kwam als klant, bekeek het een en ander en begon toen over den oor log te praten. John Crewe herinner de zich nog goed het schip, het had ondanks de herhaalde order om te stoppen, trachten te vluchten. Het werd beschoten en zonk in vijf mi nuten. De zee was ruw en het uitzetten der booten gelukte niet. John Crewe be schreef het schip en Baray geraakte hoe langer hoe meer overtuigd, dat het de „Michaël" geweest moest zijn. Dat was dus in orde. Maar er was nog iets in den winkel. Een geschonden dozijn messen en vorken, waarin heel klein, het woord .Michael" was gegraveerd. Baray raakte opgewonden, maar hij beheerschte zich. Het woordje „Michaël" behoefde niet te beteekenen, dat deze messen van het schip af komstig v/aren, het was eigenlijk vol komen uitgesloten. Het schip was ver- gc.cn, hoe kon er dan zulk een vondst in dezen winkel zijn? KANTTEEKENING Gr. Het onderwerp, dat ons de vorige week zoo bezig hield, blijkt midden in de belangstelling van mijn lezeressen en lezers te staan. Ik raai dan ook de vele brieven, die ik ont ving niet maar zoo achteloos voorbij gaan. En dat doe ik meer niet graag, daar er zulk belangrijk mate riaal bij is met betrekking tot de paedagogische beteekenis van het probleem. U zult opgemerkt hebben dat in den eersten brief, dien ik publiceerde, ook sprake van een meisje was; ik heb mij daaromtrent nog even afzij dig gehouden, doch nu ontving ik Amerik. Certificaten als Onderpand GELEIDELIJKE AFLOSSING De secretaris-generaal van Finan ciën heeft de Beursvoorschriften 1941 voor certificaten van Amerikaansche aandeelen vastgesteld. Iedere primaire geldnemer is verplicht het geheel of gedeel telijk uit Amerikaansche certifi caten bestaande onderpand voorzoo ver mogelijk te vervangen door waar den die na 1 Mei in de noteering blij ven, dan wel zijn debersaldo zoodanig te verminderen, dat de certificaten van Amerikaansche aandeelen vrij komen te liggen. De grootte van het Amerikaansche deel is gelijk aan de waarde van het uit certificaten bestaande onderpand Deze waarde wordt vastgesteld vol gens den koers 1 dollar fl.88. NEDERLANDSCHE BANK VERKORTE BALANS De verkorte balans van de Neder landsche Bank op 7 April geeft als voornaamste cijfers: (tusschen haak jes de cijfers op 31 Maart): Binnenlandsche wissels f 209 684.794 (f 169.525.231); papier op het buiten land f 22.907.385 (f22.907 385); belee ningen f 198.835.065 (211.249.4661; waarvan aan Ned. Indië f 57.9 7/.150 f57.977.150); voorschotten aan het rijk f 15.000.000 (f 15.000.000)gouden munt- en materiaal f 1.071.728.123 (f 1.096.335.298)zilveren munt, enz. f 17.600.566 (f 17.678.521); totaal munt- en materiaal f 1.089.328.689 (f 1.114.013.820); bankbiljetten in om loop f 1.592.510..550 (f 1.593.328.850) bankaissignalen in omloop f 113.730 (f 80.994); rek. cour. saldo van ande ren f 165.752.317 (f 144 466.943»totaa; rek. courant saldi f 165.752.317 (f 144.466.943)beschikbaar metaal- saldi f338.401.211 (f420.234.400); schatkistpapier b. d. bank f 201.0DC.OOO (f 160.000.000). Aardige dingen, zeker antiek? John Crewe wist het niet, hij had ze van een matroos gekocht. De man had een nieuwe zeemansuitrusting gekocht en deze dingen in ruil daar voor betaald. Een Duitsche matroos? "Waarschijnlijk. Het was een pootige kerel met schouders als een athleet en handen als poken. Maar waarom vraagt u dat? Baray kocht de messen en vorken en hoorde nog, dat de matroos „Kidde- ry", of zoo iets. heette en dat de koop nog niet zoo heel lang geleden ge sloten was. De machines van de „Wildgans" werken, alle electrische lampen bran den. De waterpompen stampen een wild rhythme. Er is torand aan boord van de „Wildgans". Het brandt in de ruimte naast de radiohut, dezelfde ruimte waar de proeven worden ge nomen en waar ook de technische teekeningen worden bewaard. Reeds na korten tijd blijkt het, dat er voor het jacht zelf geen gevaar bestast. Maar de proefkamer is uitgebrand en de radiocabine is geheel vernield door waterschade. Het vuur moet al een tijd lang hebben gewoed, voordat men het ontdekte. Een vreemde brand. Vroeg in den morgen staat. Pettersen nog steeds daar en peinst er over hoe hier brand kon uitbre ken. Kortsluiting Ls onmogelijk ge weest. Er was geen stroom, zelfont- o.m. een brief van een oud-leerares bij het nijverheidsonderwijs. Voor dezen zoo ter zake kundigen brief uit de praktijk zélf ruim ik vandaag mijn kolom in: Naar aanleiding van uw dagboek over het onder- Ervaringen van een leerares werp „sla2n" kan ik niet nalaten ook mijn duit in het zakje te doen, Voor mijn huwelijk, was ik acht jaar lang werkzaam in het Nijver heidsonderwijs voor Meisjes, zooals u waarschijnlijk wel weet, bestaat de bevolking van deze scholen in hoofdzaak uit arbeiderskinderen. Ik spreek nu speciaal over de lagere N.O.-scholen. Met 12 jaar en 6 maan den komen ze op de nijverheidsschool aan. dus op den moeilijtsten leeftijd. Zoo'n klas van ongeveer 36 exem plaren is geen sinecure; En nu een merkwaardige ervaring. De kinderen die gewend zijn thuis door pa's met rietjes en moeder's met zéér loszittende handen getuch tigd te worden, zijn in het klassever- band de allermoeilijkste typen. Ze zijn gewend alleen op siaag te reagee- ren. Op school krijgen ze dat niet (gelukkig). Nu rust op den leeraar of leerares de tasje om" dóór den, door het kind om zich heen gebouwden muur van verzet, onwil en brutali teit ten opzichte van den leeraar of leerares, die lekker toch niet mag slaan, heen te breken en te trachten het kleine stukje eeuwigheid, dat in ieder menschenkind woont, te berei ken. Zooals u ziet behoor ik zelf tot de felle tegenstanders van lijfstraffen, zéér zeker voor meisjes, Het kan een dood enkelen keer voor een zeldzaam lastigen jongen heilzaam zijn een paedagogisch pak voor de broek te krijgen, d.w.z. beheerscht en nooit in drift toegediend, en dan een dóód enkelen keer Maar overi gens is volgens mijn inzicht slaan altijd een bewijs van onmacht bij den opvoeder. Hij kiest den weg van den minsten weerstand Bruut ge- weld bij een kind is nooit goed te praten. Men maakt er óf zenuw wrakken van. of de meest onver schillige. onbruikbare elementen. Ik herinner mij uit mijn eigen onder- vrijspractijk een dochter van een rijksveldwachter. Groot, forsch, vroeg rijp kind, dat geregeld door den vader voor het minste vergrijp werd afge ranseld. Het was een van de onbe- reikbaarste en lastigst? kinderen in een toch-al moeilijke klas. Heel kop pig, stug en niet mee te praten. Vlak na de tuchtiging thuis was het op school voor de leeraressen iets wan hopigs met het kind. De natuurlijke reactie liet zich gelden Ik bleef er altijd doodkalm bij, want met nog eens straffen er over heen bereikte je heelemaal niets. Ik liet haar maar zoo'n beetje aan haar lor over en be moeide me weinig met haar werk. Na een half uur kwam ze dan meestal uit zichzelf bij me met- een ongeluk kig gezicht en volkomen verknoeid steking dus, maar hoe kon dat? Kasch loopt doodsbleek rond. Eerst heeft hij een soort zenuwcrisis gehad, wilde door de vlammen gaan om de teekeningen te redden. Tenminste de teekeningen! Maar men heeft hem tegengehouden, alles was reeds zoo goed als verbrand. Er zijn geen du plicaten van de teekeningen. Het werk van vele weken en maanden is vergeefsch geweest. De vlammen hebben, in één oogenblik, weken van werk vernield. Wiegand heeft zich gev/eldig gedragen. In nachtkleeding heeft hij bij het reddingswerk gehol pen, dat er niets kon worden gered, is niet zijn schuld. Nu loopt hij" met een hoofdverband rond, want bij het opruimingswerk is een zware petro leumlamp gevallen en heeft hem getroffen. Ja, zoo wordt iemand een soort held en Hella vindt voor het eerst, dat hij toch wel een brave jongen is. Maar dit alles is klein en onbelangrijk tegenover het gebeurde „Brandstichting!" roept Kasch, „het is een gemeene brandstichting". Pettersen ziet er niet meer zoo vriendelijk uit als gewoonlijk. Hij zendt de havenpolitie bericht en deze komt met een barkas langszij. De be ambten gaan nauwkeurig te werk, fotografeeren en verzamelen ver koolde resten, onderzoeken uren lang en nemen verhooren af, maar dit alles fcrengt geen opheldering. Maar dan barst de bom. Het is Willy, de steward, die haex doet barsten. Hij werk. Ik keek haar dan alleen ma-ar eens aan, zei niets en liet het haar rustig overdoen, terwijl ik haar apart van de anderen zette. In den regel hielp dat uitstekend, was het werk daarna goed en had ik, tot de vader het weer nuttig vond te ram melen, niet den minsten last met haar. Zelfs was ik na een half jaar zoover, dat ik met praten wat kon. bereiken en aan het eind van den 2-jarigen cursus was het althans in mijn les een aardige, behulpzame meid, die mij in een vertrouwelijk moment meedeelde, dat zij bij mij al tijd zoo echt op d'r geman was en dat „me vader" (o, autoriteit) maar een groote r. vent was! Deze vader ia door directrice en leeraressen be werkt, zijn tuchtigingsmethoden na te laten, maarhij was zelf zoo groot gebracht en dat was best ge gaan en die meid haar stugge kop (om z'n eigen woorden te gebruiken» moest gebroken worden. Het kind heeft, dank zij ons aller geduld, de school beëindigd en is door de direc trice in een behoorlijke betrekking gekomen, intern, dus weg uit de sfeer van den vader, en toen ging alles uit stekend. Een ander exemplaar herinner ik mij, dat den eersten dag op school in de teekenles een keurig nieuw blad papier, moedwillig begon te ver knoeien. Toen haar werd gevratgd, waarom ze dat deed, kwam het ant woord: o, ik mag er toch lekker niet voor geslagen worden. De leerares die dit overkwam had de inspiratie, het kind onmiddellijk een stuk pakpapier aan te bieden en haar vóór de klas aan een aparte tafel te zetten met de woorden, ziezoo, jij bent nog zoo'n dreumes, jij mag de heele verdere les op dit papier knoeien, zóo dat ze het allemaal goed kunnen zien. Onder wijl ging ze rustig door met haar kias. Na 10 minuten kwam het slacht offer in tranen vragen of ze alsjeblief mee mocht doen met de anderen. Nooit heeft de leerares meer eenigen last gehad met dit kind. Zoo zijn er nog vele voorbeelden Ik hoop met deze enkele voorbee den aangetoond te hebben, dat de methode van slaan het kind géén zelftucht en géén discipline bijbrengt, integendeel een stug verzet, dat zich op een of an dere manier tracht tt- uiten. De ouders, die deze methode voorstaan, mosten leeren begrijpen, dat zij beter zich wat meer geduld ea moeite kun nen getroosten om de eeuwige krach ten die in het kind liggen besloten, in goede banen te leiden Dit brengt een groote verantwoordelijkheid mee en die dit ten volle beseft en Be grijpt, zal zich wei wachten een on middellijk succes te behalen door bruut geweld, wetend dat dit laatste het op den duur altijd verliest, aan gezien het leven en dïis de orde der dingen, hun herkomst danken aan een stagen groei, een goed geleide ontwikkeling van eigen krachten eu gegevens. Tot zoover deze brief, waarvoor wij allen de schrijfster dankbaar zijn, want dit schrijven geeft een goed in zicht in de moeilijke kwestie. Morgen nog eenige andere brieven. heeft een ontdekking gedaan, die niet slecht is. Een van de groote petroleumblilcken is bijna leeg en hij zweert, dat hij gisterenavond slechts vier lampen heeft gevuld en toen was het fust nog vol, en nu is er nog hoogstens acht liter in. Ja, dat is werkelijk een vreemd geval. Als de steward de waarheid spreekt, moet iemand in den nacht olie uit het vat getapt hebben. En het ziet er naar uit, dat Willy zich niet vergist, want niet alleen Pettersen, maar ook Kasch en. Wiegand en de politiemannen meenen, dat er een eigenaardige reuk hangt, het ruikt naar petro leum. Dus brandstichting! Pettersen's gezicht is blauw, als hij allen aan dek laat aantreden. Maar hij kan zeggen wat hij wil, hij ziet domme, vragende gezichten. De nachtwacht heeft niets gehoord. Wat moet men ervan denken? Als het waar is, en iedereen schijnt ervan overtuigd te zijn, welke reden ken er dan voor brandstichting bestaan? Wilde de dader alleen de construc- tieteekeningen vernietigen of het geheeie schip? Verschrikkelijk is het! Een telegram gaat naar Wellenkamp en een ander naar de Hambuvgsche politie. Niemand mag van boord. Eerst moet de politie een onderzoek instellen. Het chemisch onderzoek van de verkoolde resten zal misschien opheldering geven. (V. ordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1941 | | pagina 2