DE TERUGKEER VAN TARZAN Ons Distri butie-diëet De jeugd gaat den boer op FEUILLETON Het Raadsel van den Doode! Het is heusch niet zoo erg RAD IQP ROG RAM MA 0^ PU ROL 2 AMERSFOORTSCHE COURANT DONDERDAG 29 MEI 1941 BINNENLAND STAD EN LAND MOETEN ELKANDER LEEREN KENNEN Duizenden jongens en meisj.es wor den dezen zomer in de gelegenheid ge steld kosteloos eenigen tijd op het platteland te verblijven. In verband met de belangstelling der Nederland- sche jeugd hiervoor had een redacteur van de V.P.B. een onderhoud met den heer J. A. Knetsch, chef van de afdee- ling Arbeidsbemiddeling van het Rijks arbeidsbureau. De heer Knetsch is speciaal belast met de organisatie van de „landbouwhulp" zooals de officieele naam luidt. „Ons streven de stadsjeugd eenigen tijd op hel platteland te brengen, heeft voornamelijk een ideëel doel", ver klaarde de heer Knetsch. „Wij willen het. contact tusschen stad en land versterken. Er bestaat tusschen stad en land nog veel misver stand en wanbegrip. Door de jongens en meisjes uit de steden op het land te brengen, "hopen wij aan dezen toe stand een einde te kunnen maken. De stedelingen zullen met het boerenleven kennis maken en liet ieeren waardee- ren en do boeren zullen zien. dat de jongelui uit de stad ook dc handen uit de mouwen kunnen steken. Zoo zal tot wederzijdsch voordeel de onderlinge, waardeering toenemen. Gesterkt en met frisschen levenslust lceeren dan na afloop van hun verblijf op het land de stadskinderen naar huis. Een tweede beweegreden van onze actie is de noodzakelijkheid in de ko mende oogstmaanden over voldoende abreidskraehten in den landbouw te beschikken. Van hoeveel belang dit is voor de voedselvoorziening behoef ik U niet nader uit te leggen, doch dit tweede doel is van minder belang dan hei eerste, daar in den landbouw geen nijpend tekort aan arbeiders beslaat. Medewerking van alle zijden. Hoe worden nu de geschikte jonge lui en landbouwers gevonden? De ge westelijke arbeidsbureaus schrijven aan de in aanmerking komende jon gens en meisjes. Hoofden van scholen, jeugdleiders enz. werken daarbij op prettige wijze mede. Voor de geschik te landbouwers v.rdt dooi de groote landbouworganisaties en de burge meesters der plattelandsgemeenten ge zorgd. Natuurlijk passen wij een stren ge selectie toe en wordt er voor zorg gedragen, dat iedet m een omgeving komt, waar hij zich th'usvoelt. Het moet zoo zijn, dat zoowel de jeugdige helper, als de landbouwer tevreden over hun tijdclijken huisgenoot zijn. Belangrijk is ook. dat beide, partijen zich hun nlichten duidelijk bewust zijn. De jongelui moeten beseffen, dat zij op bet land nuttig werlc moeten verrich ten, dus fiink aanpakken en de boer moet er van doordrongen zijn, dat hij geen geschoolden landarbeider krijgt, maar een stedeling zondei ervaring. De minimum leeftijdsgrens voor de jongelui is op twaalf jaar gesteld; zij moeten zich voor minstens zes weken verbinden. Deze tijdsduur waarborgt een gron dige kennismaking met hei platteland, welke bovendien nog verdiept wordt door allerlei lezingen en excursies. De ze worden georganiseerd door speciaal aangestelde jeugdleiders. Kun taak omvat de algemeene zorg over de in hun streek werkzame landbouwhel- pers. Aanmeldingen stroomen binnen. De aanmeldingstermijn sluit 16 Juni, maar reeds nu komen de aanmeldin gen in zoo grootcn gel ale binnen, dat ik verwacht'meer dan 2500 jongens en meisjes te kunnen uitzenden. Men moet in het oog houden, dat de orga nisatie nog in haar kinderschoenen staat. In de toekomst rekenen wij met tienduizenden. De propaganda door middel van pers en film begint vruch ten te dragen, terwijl ik me binnen kort ook voor de microfoon tot de jeugd van Nederland zal richten." Roman van Hans Ho Nederlandsche Bewerking E. Veen 14. Hij gaat zitten en roept luid den kellner, kijkt wat om zich heen en tracht een gesprek te beginnen. Het is warm geweest, vindt u »iet? Ciirista verbergt met moeite een lachje. De man praat op een manier, die in sommige stadjes deftig schijnt te zijn. Ja. zegt zij. het is toch lente. Haar buurman laat een lachje hoeren. Dat is zeker een grap, juf frouw. het klinkt zoo komiek. Christa trekt een ernstig gezicht. kent beslist mijn oom, neigt zij. Uw oom? vraagt hij verbaasd. Neen juffrouw, ik had nog niet het genoegen. Neemt u mij niet kwalijk, zegt Rij en blijft ernstig, ik dacht het, om dat. ik uit uw manieren opmaak, dat u van zeer goede familie bent. Hij glimlacht gestreeld. Zeker, juf frouw, zeker. Zij blijft nog steeds ernstig, Nu, EDGAR RIGE BURROUGHS 44> Vijftig keer legde Tarzan dezen tocht af, voordat hij al het goud vei lig had opgeborgen in het geheime amphitheater van de groole apen. Zoo dicht was de plek rondom be groeid en ontwoekerd met klimplan ten en groote cactussen, dat zelfs Sheet ade luipaard, er niet binnen kon komen, noch de olifanten met hun geweldige kracht. Toen ging hij op weg om zijn oude hut een bezoek te brengen voordat hij naar de Wa- ziri's terugkeerde. Alles was er zooals hij het verlaten had. Hij ging op jacht en schepte behagen in het, voor uitzicht, dat hij dien nacht op een gemakkelijk bed zou slapen. Terwijl hij langs de oevers van een rivier rondzwierf, strekte hij zich uit od het zachte gras. Ver naar het Zuiden hoorde hij een bekend geluid hij kon het niet misverstaan. Het was het voorbijtrekken van een troep groote apen, Hij luisterde; ze kwamen zijn kant uit. Tarzan klom In de hoo rnen en wachtte om de nieuw aangc- komenen te zien. Opeens een gekwet ter, harige gezichten op de takken tegenover hem. Tarzan kon verstaan wat ze zeiden. De leider vertelde de andere leden van den troep, dat de kust vrij was. Zeker een honderd apen volgden hun leider. Tarzan lier- kende vele leden van den troep. Het was dezelfde, waarin hij als baby was opgenomen! Verschillende volwas sen dieren waren In zijn jeugd aapjes geweest. Hij vroeg zich af of ze hem zouden herkennen. Tarzan wandelde tot het eind van een overhangenden tak om hen na te kijken. De scherp© ooge van een apin hadden hem het eerst ontdekt. (Wordt vervolgd.), EENIGE WENKEN In vele huisgezinnen rijst telkens weer de vraag: Hoe gebruiken wij de rantsoenen zoo goed mogelijk? Om hierover de meening van een deskundi ge te vernemen had een redacteur van de V.P.B. een onderhoud met dr. II. v. der Upwich, den bekenden Haagschen arts. die zich reeds, vele jaren bezig houdt met de moderne inzichten opliet gebied der voedingsleer. Dr. van der Upwich maakte van deze gelegenheid gebruik om een aantal nuttige aanwij zingen voor onze voeding te geven. ..De toestand van de voedselvoorzie ning komt in groote trekken overeen mei die in Denemarken tijdens den we reldoorlog", zeide dr. van der Upwich. Ook in Denemarken moest men toen overgaan tot een drastische beperking van den vee- en pluimveestapel wegens gebrek aan buitenlandsch veevoeder ten gevolge van de Engelsche blokkade. Op den zoodoende vrijgekomen grond wer den aardappelen en graan verbouwd om het tekort aan dierlijk voedsel aan te vullen. Het merkwaardige is nu, dat de sterfte in Denemarken in de jaren 1917 en 1918 afgenomen is. Men moet dit m.ï. toeschrijven aan het feit, dat juist in die jaren meer aandacht geschonken werd aan het vitaminengehalte van het voed sel, terwijl bovendien de menschen minder overvloedig aten. Vaak meent men, dat veel en zwaar eten noodzake lijk is voor het behoud der gezondheid. Dit, is een verkeerde opvatting, waar van ik in mijn praktijk de gevolgen tel kens bemerk." Minder voedsel toch gezond. „U bent dus van meening, dal men over het algemeen ook met minder voedsel toch gezond kan blijven'.'" ..Zeer zeker. Natuurlijk wil ik daarmede niet zeggen, dat men zonder ernstig te verzwakken van alle voe dingsmiddelen b.v. slechts 75 c,'c kan nuttigen. Overleg is noodig. De moder ne wetenschappelijke onderzoekingen wijzen uit, dai men in ieder geval er voor moet zorgen voldoende alkalische mineralen, die in knolgewassen, groen te en fruit voorkomen en vitaminen te gebruiken. Het komt er meer op aan, wat men eet dan hoevéél men eet. In dit verband vermeld ik nog, dat de levensverzekeringsstatistieken aantoo- ncn hoe zeer dikke menschen meer vat baar zijn voor een reeks van ziekten dan magere." „Wat denkt U van de huidige vet- voorziening?" „Over het algemeen geeft het nutti gen van vet voedsel een gevoel van verzadiging. Daar er nu minder vet wordt gebruikt, blijft dit gevoel achter wege. Dit behoeft echter op zichzelf geen reden tot ongerustheid te zijn. Een ruimere vetvoorziening dan de huidige is, behalve voor menschen. die onder slechte weersomstandigheden zwaren handenarbeid verrichten, overbodig. Maar men moet van alle mogelijkheden om vet te krijgen gebruik maken en de spijzen oordeelkundig kiezen. Wel acht ik in verband met de benoodigde vita minen een ruimere levertraanvoorzie ning van het Nederiandsche volk nood zakelijk. Naar ik verneem, is er vol doende voorraad in Europa aanwezig, zoodat het meer een kwestie van dis tributie dan van productie is. Hope lijk kan binnenkort op ruime schaal levertraan verstrekt worden. Het is een volksbelang van de eerste grootte." „Kunt U misschien enkele aanwij zingen geven voor een goede keuze der voeding?" Enkele wenken „Daar kan inderdaad niet genoeg dc aandacht op gevestigd worden: het Ne deriandsche volk heeft meer dan ooit voorlichting op dit gebied noodig. Laat ik dus enkele regels geven 1. eet veel fruit, groente en knolge wassen. Kook de groente kort, des noods niet geheel gaar en gooi vooral het groentenat niet weg. Kook de aard appelen in de schil en pel deze er la ter af: 2. maak gebruik van alle mogelijk heden, die de distributie biedt. Gp- bruik vooral de kaas, liet wekelijkse))® ei en de melk; 3. eet bij voorkeur echt bruin brood cn kauw dit goed. Drink niet bij den maaltijd; het is onnoodig en schade lijk; 4. tracht bij den slager ook de vne- gsr minder gevraagde vleeschsoor.er als hart, nieren en hersenen te koo- pen. Zij staan in voedingswaarde riel achter bij spiervleesch. Ik hoop, dat deze, ook door den Voe dingsraad gepropageerde wenken oo goed mogelijk zullen worden op ge volgd. Zij kunnen er toe bijdragen, lat het Nederiandsche volk deze moelij- ke tijden zonder nadeelige gevolgen te boven komt". DIPHTERIE TE SCHOONHOVEN Het college van B. en W. van Schoon hoven heeft ten stadhuize een be; pre king gehouden met den inspecteur van het Staatstoezicht voor de Volksge zondheid, den schoolarts en het o .der- wijzend personeel in verband ra t de toenemende gevallen van diphterie in de gemeente. Dit jaar is reeds v:n 29 gevallen aangifte gedaan, waarv n 12 zich voordeden onder de leerlinge i van de openbare lagere school. In ve band hiermede is deze scliool voorloopg ge sloten. Alle kinderen van 1 tot lli jaar kunnen kosteloos worden gevacci leerd. De inspecteur heeft er steik opffange- drongen ,dat van deze gelegen hel zoo ruim mogelijk gebruik zal worekn ge maakt. ZWEEDSCHE HULP VOOR FRANK RIJK, GRIEKENLAND EN FINLAND Maarschalk Pétain heeft onlangs het lid van den Zweedschen Socialen Raad, dr. Gunnar Loewegren, ontvangen en liem en het. Zweedsche Roode Kruis zijn dank betuigd voor de gaven, welke Frankrijk in den afgeloopen winter van Zweden ontvangen heeft. De gaven be stonden uit 150.ÖÜÖ vesten en 3500 pa pieren slaapzakken, welke onder de vluchtelingen als bescherming tegen de felle koude verdeeld werden, alsme de uit 12 ton verbandstoffen en ge neesmiddelen. Op verschillende wijze wordt voorts in Zweden getracht geld bijeen te brengen om nieuwe acties van menschlievendheid te steunen. In Maart is men ook begonnen aan een hulpactie voor Griekenland, welke in de eerste plaats beoogde, het Grieksclie Roode Kruis te voorzien van de noodige voorraden verbandstof fen en geneesmiddelen. De Zweedsche gaven voor Griekenland vertegenwoor digden half Mei een waarde van 200.000 kronen. De Zweedsche hulp voor Finland wordt ijverig voortgezet en op het oogenblik worden landbouwmachines en ander landbouwgereedschap verza meld, waar de Finsche boeren groote behoefte aan hebben. Vijf scheepsla dingen vol zijn hiervan reeds naar Fin land gezonden, en tevens werden dertig wagonladingen pootaardappelen ca deau gedaan. VRIJDAG 30 MEI HILVERSUM I, 415.5 M. 6.45 v.m. Gramofoonmuzlek; 6.50 Ochtend» gymnastiek; 7.00 Gramofoonmuzlek; 7.45 Ochtendgymnastiek; 8.00 B.N.O.-nïeuwsbe- rlchten; 8.15 Schriftlezing en meditatie; 8.25 Gewfjde muziek (gramofoonpiaten); 8.45 Gramofoonmuzlek; 9.15 Vopr de huisvrouw: „Wat is er aan de markt?"; 9.20 Gramofoon muzlek: 10.00 Het Sylvestre-trlo; 10.20 „Mijn tuintje" (voordracht door A. Roemer); 10.40 Sylvestre-trlo; 11.10 Driekwart-maat popu lariteit (gramofoonpiaten); 11.30 Zangvoor dracht Jan Schipper (tenor); 13.00 Tijdsein; 12.01 n.m. Omroeporkest12.42 Almanak; 12,45 B.N.O.-nieuws- en economische berich ten; 1.00 De Romancers; 2.00 Tempo! Tempo! (gramofoonpiaten); 2.15 Voor do vrouw; 2.30 Het ensemble Bart Ekkers; 3.00 Pianovoor dracht door WillemZonderland; 3.30 Gra- mofoanmuzlek; 4.00 „Lezen in de Bijbel"; roemde opera-ensembles"; 5.15 B.N.O. nleu 4.20 Planosoll (gramofoonpiaten); 4,30 „Be roemde opera-ensemblos"5.15 B.N.O. nieuws-, economische- en beursberichten 6.15 „In het Romantische rijk der 19e ecuw- sche schilders", lezing door Jan Voskuil; 6.30 „Gracieus en luchtig", orgelconcert door Pierre Palla; 7.00 B.N.O., economische vra gen van de dag: 7.15 Zangvoordracht door José Candel, sopraan8.00 Tijdsein; 8.01 B.N O. nieuwsberichten: 8.15 Spiegel van den dag; 8.30 De Melodisten: 9.10 Nederland voedt zichzelf; 9.25 Avondwijding; 9.30 Duit- sche berichten in de Engelsche taai (voor de Radio-Centrales: Van Sarle tot.Marais); 9.45 Nachtelijke liederen (gramofoonpiaten); 10.00 B.N.O., berichten In de Engelsche taal; 10.15 (alleen voor de radio-centrales) gra- mofooncentrales; 11.00 Sluiting. hilversum ii, 301 m. 6.45 v.m. Gramofoanmuzlek; 6.50 Ochtend gymnastiek: 7.00 Gramofoonmuzlek; 7.45 Ochtendgymnastiek8.00 Tijdsein8.01 B.N.O.-nieuwsberichten: 8,15 Gramofoonmu zlek; 8,45 Gramofoonmuzlek; 9.15 Gramo foonpiaten; 10.00 Gramofoonmuzlek; 11.00 Voor de kleuters; 11.20 Feodore Chaliaplne, bas (gramofoonpiaten); 11.30 Klaas van Beeck en z(jn orkest; 12.00 n.m. Tijdsein; 12.01 Politieberichten; 12.15 Orgelspel door Joh, Jong; 12.45 B.N.O. nieuws- en econo mische berichten; 1.00 Het orkest Elownrd; 1.45 Franz Lehar's 15 minuten (gramofoon piaten); 2.00 Het stedelijk orkest van Maas tricht; 3.00 Genegenheidslledercn (gramo foonpiaten); 3.30 Voor do vrouw; 3.45 Het Amusementsorkest: 4.30 Voor de Jeugd; 5.00 Gramofoonmuzlek; 5.15 B.N.O.. nieuws-, eco nomische- en beursberichten 5 30 Het en semble Bandl Balogh: 6 00 „Onder de lees- lamp"; 6.15 Ensemble Erica Helen: 6.45 „Wij trekken er op uit"; 7.00 B.N.O economische vragen van de dag; 7.15 Musiquette: 7.30 „Kapitalisme en nationnal-sociallsme", V 7.45 Muslnuette; 8.00 Tijdsein: 8.15 Concert door het Residentie-orkest; 8.35 Banden met Vlaanderenland (I) „Het Zwingebied", le zing door Emile Bttysse; 8.50 Het Residentle- orkest;9.45 Pianomuziek (gramofoonpiaten; 10.00 B.N.O.-nleuwsberichten, Daarna slui ting. Vjjz'zund vwi Utvfuud zuivert.geneest en verfraait Ad*. De diergaarde Blijdorp te Rotterdam kreeg dezer dagen een piepjong haasje cadeau van een inwoner van Schie- broek. Mej. dr. Gijzen, de biologische assistente van de diergaarde, heeft het haasje onder haar hoede genomen en voert het jonge dier met eindeloos geduld melk, met behulp van een spuitje. (Polygoon.) dan moet u mijn oom toch kennen, den beroemden dicliter Ferdinand von Knorr. De naam is haar ineens te bin nen geschoten. Zij heeft noch een oom, die zoo heet, noch bestaat er een dichter van dien naam. Maar de jongeman haast zich te verzekeren, dat hij het begrijpt. Natuurlijk ken ik hem. zegt hij, hij is een goede vriend van mij. Het doet mij buitengewoon genoegen, .juffrouw, dat u zoo'n beroemden oom heeft. O, zegt Christa bescheiden, dat is er maar één van Hij wordt een beetje wantrouwig. Hoe moet ik dat begrijpen? Een oom Zij liet een gemaakt lachje hooren. Ik heb mij niet goed uitgedrukt, zegt zij, ik wilde maar zeggen dat deze oom niet de eenige beroemdheid in onze familie is, wij hebben er nog een dozijnmaar laten wij er niet over spreken. Zy stijgt in zijn achting. Het is buitengewoon interes sant, juffrouw. Wat wilde u mij van uw hooggeschatten oom vertellen? Ach ja, herinnert zij zich. dat is waar ook, de beroemde dichter. U kent toch beslist zijn bekende ge- dicht, dat begint met de regels: Wie de lente dom vindt is niet waard te leven Zij bekijkt hem nu opmerkzaam Haar woorden roepen een geheele scala van gewaarwordingen op zün gezicht tevoorschijn. Eerst is hij wantrouwig, dan glimlacht hij ;lsof hij wil uitdrukken: Natuurlijk ken ik dat gedicht! Hm, zegt hij enkel. Zij vraagt om een krant, als het kan de laatste editie. Zijn de nor- genbladen nog niet verschenen? Van dien jongen man zal ik geen last- meer hebben, denkt Christa, Maar terwijl zy de krant uit elkaar vouwt heeft hij zich hersteld. Hij kijkt over haar schouder in de krant en ont dekt een bladzijde met modfteeke- ningen. U stelt natuurlijk belang in de nieuwste modellen, zegt hy, ai zijn ook buitengewoon chique! zy geeft hem met een vrierdeiyk gebaar het blad. Mij interesseert het niet, zegt zy. Hij neemt het blad met de rnode- teekeningen, byt zich op de lippen en laat het op de tafel liggen. Aannemen! roept hij lu'd en staat op. Christa lacht. Dien is zij kw.jt. Nu kan zy eindelijk rustig do krant inzien en het bericht lezen, iat zij zoekt. Een nieuwe wending in ie zaak Ohlsen. Zooals door de radio bekend ge maakt is, gaat het om een zekeren dr. Jupp Ohlsen, in wiens woning het lijk van een man werd gevonden. De politie zoekt nog steeds naar de vrouw, die den dokter in zijn huis bezocht heeft. Intusschen heeft de recherche een nieuw spoor ontdekt. Hoewel dr. O. zeide den doode niet te kennen, staat nu vast, dat de man hem bekend was. In het belang van het onderzoek kan er voorloopig niets anders bekend gemaakt worden. Het bevel tot arrestatie van O. blyft van kracht. Vanmiddag is hij voor den rechter van instructie verschenen, waarbij hem verdenking van moord ten laste werd gelegd. Zij laat het blad zinken. Zij is niet verrast over hetgeen zy gelezen lieeft. Zij had gevoeld, dat de zaak Ohlsen nog lang niet opgelost was, dat er telkens nieuwe feiten aan het licht zullen komen en zij hoort nu weer heel duidelijk de woorden „en die eene mensch zult zijn". Christa slaapt den anderen mor gen langer dan gewoonlijk. Haar vader zit al aan de ontbijttafel als zy binnenkomt. Moeder is er nog niet. MeV.vouw Wiedemann verschijnt zel den aan het ontbijt, meestal slaapt zy langer dan vader en dochter. Wiedemann loopt opgewonden heen en weer. Niets dan ergernis, zegt hij, nadat hij haar goedenmorgen heeft gewenscht. Gisteravond loop jij ineens weg en laat het aan my over moeder te kalmeeren en nu komt die nieuwe geschiedenis er weer bij. Welke nieuwe geschiedenis? vraagt Christa verbaasd. Zij ziet de ongelezen krant naast het ontbijt bordje van haar vader liggen. Hij be doelt dus niet de zaak Ohlsen. Dat Charlotte hals over kop weg gegaan is, en dat zij haar man mee genomen heeft! Ach, neen. Christa is verrast, al vermoedt zy natuurlijk waarom Char lotte zoo overhaast is vertrokken. Wiedemann gaat zitten. Stuurt een boodschap met een bediende en schrijft, dat zij weggegaan is omdat haar man dringend rust noodig heeft. Gced, dat weet ik, maar dan ga je toch niet zoo op stel en sprong. Christa knikt. Misschien is het zoo het beste, zegt zij peinzend. Onzin! roept Wiedemann uit. Ze had er toch over kunnen spreken. Wie weet is morgen of overmorgen de zaak met Ohlsen in orde en dan mis ik Hillebreeht toy de onderhandelin gen. Of die zaak van dr. Ohlsen zoo gauw in orde zal komen? betwijfelt Christa. Weet jy er iets van? vraagt haar vader. Christa haalt de schouders op. Niet meer dan u, denk ik. Wiedemann is uit zyn humeur. Hy spreekt geen woord meer en leest niet eens de krant. Pas als hij opstaat, herinnert hy zich iets. Charlotte heeft bij haar briefje een lettertje voor jou gedaan, zegt hy, en zoekt in zyn zak, tot hij een gesloten couvert vindt. Hier is het. Dank u. Zij opent haastig de enveloppe en haalt den brief tevoor schijn. Er staat maar één regel op. Wiedemann kijkt haar vragend aan. Wat wil Charlotte? Ach niets, antwoordt Christa. het is over vanmiddag, wij zouden gaan wandelen, maar dat gaat nu natuur lijk niet door. Dat is duidelyk, zegt Wiedemann wrevelig, dat hoeft zij jou niet te schrijven. Zij kon immers weten, dat ik jou van haar vertrek zou vertellen. Als hy eindelijk weg is, neemt Christa den brief en leest nog eens. Ik ben niét bij hem geweest, staat daarop in haastige, zenuwach tige letters, waaruit geen opwinding, doch angst te lezen is. HOOFDSTUK 7 Commissaris Kerckhoff laat de acten over de zaak Ohlsen opnieuw in zijn kantoor brengen. Het is dus zeker, dat de doode Paul Wiirabach heet en in de Madaistraat heeft ge woond? vraagt Kerckhoff aan zyn secretaris Miillcr. die naast hem zit. Jawel commissaris, bevestigt Müller, er was een aangifte van ver missing ingekomen. Wij hebben de hospita van Würzbach laten komen en die heeft den doode als haar vroegeren onderhuurder herkend. Kerckhoff bladert in de acten. Deze Ohlsen is voorgeleid bij den rechter van instructie, juist, hier Is het bevel tot in hechtenisneming. Het verdere werk moeten wy ma?r weer doenHy steekt een s ret op. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1941 | | pagina 2