'ONZE
rtOOIMMT
Nieuwe konijnenliethebberij
Koop eersteen andere tandpasta
Uitslag
4
AMERSFOORTSCHE COURANT
ZATERDAG 7 JUNI 1941
Ondeskundige telers
GROOTE STERFTE
Het konijn mag zich plotseling in een
bijzondere belangstelling verheugen. In
normale tijden waren het in hoofdzaak
twee categorieën burgers, die zich met
de springende knagertjes bezig hielden:
de jagers en de lieden, die van liet fok
ken een sport maken met de bedoeling
het ras te veredelen en op de verschil
lende tentoonstellingen een goed figuur
te slaan. Daarnaast was er een gerin
ger aantal, voor wie het konijn niets
anders was dan een wissel op de toe
komst: ze mestten de jonge dieren tot
flink uit de kluiten gewassen exenpla-
rcn. ten einde na een zeker aantal
maanden een vette kluif in den pot te
hebben.
Nu de oorlogsomstandigheden de
voedselvoorziening aan verschillende
beperkingen onderhevig hebben doen
worden, is juist die laatstgenoemde
minderheid tot een meerderheid uitge
groeid. Het aantal konijnenhouders
„om den vleeze" steeg met groote
sprongen en op het oogenblik is aan die
ontwikkeling volstrekt nog geen einde
gekomen. Ook in onze stad is in menig
tuintje en menig schuurtje, je, zelfs op
menig balkonnetje, een konijnenhok (of
wat daarvoor moet doorgaan) verrezen.
Deze nieuwbakken belangstelling is
uiteraard zeer goed begrijpelijk. Welis-'
waar werd hier te lande tot dusver over
het algemeen weinig konijnenvleesch
genuttigd, maar daaruit mag geenszins
worden afgeleid, dat dit vleesch van
minderwaardige kwaliteit zou zijn. Het
tegendeel is waar. Het is zelfs zeer
voedzaam, hetgeen kan blijken uit de
samenstelling in procenten: plm. 20
eiwit, pl.m. 5 vet en pl.m. 6 kool
hydraten.
Welkome aanvulling.
Wanneer men nu bedenkt, dat een
slachtrijp konijn zoo ongeveer twaalf
a dertien pond weegt, waarvan onge
veer vier pond afvalt voor vel en bot
ten, zoodat aan schoon slachtgewicht
acht a negen pond overblijft, dan is het
duidelijk, dat de konijnenhouder in
staat is zijn vleeschrantsoen zonder bon
op niet onbelangrijke wijze aan te vul
len.
Geen wonder dan ook, dat de liefheb
bers den fokkers de jonge konijnen als
het ware onder de handen weghalen. De
jongen moeten vijf a zes weken oud zijn
vóór ze bij de voedster weg mogen; ze
kunnen dan zelf eten en drinken. Velen
willen echter dezen tijd nauwelijks af
wachten.
Maar ook in de prijzen, welke voor
de jongen worden betaald, komt de
grootere belangstelling tot uitdrukking.
Diertjes, die anders voor 35 of 40 cent
van de hand werden gedaan, brengen
nu grif een daalder op. Hetzelfde zien
we bij de volwassen beesten. Voor een
konijn van tien pond geeft men soms
wel twaalf tot vijftien gulden! Te
Opende werd zelfs dezer dagen een
voedster verkocht voor den abnormaal
hoogen prijs van 32.50.
Zoo is het konijn dus hoog in aanzien
gekomen. Er wordt een levendige han
del in de dieren gedreven en steeds uit
gebreider wordt het legioen van hun ge
lukkige bezitters.
Beangstigende slachting.
Helaas dreigt een „geheimzinnige
kwaal" roet in het eten te gooien. Er
zijn namelijk den laatsten tijd verschil
lende berichten verschenen over het
optreden van een duistere ziekte, welke
onder de beesten een beangstigende
slachting aanricht. De meest krasse ver
halen worden daarvan verteld. Er moet
een fokker zijn geweest, in wiens hok
ken een oud konijn met tien jongen
zonder eenig voorafgaand verschijnsel
den geest gaf. Een andere fokker vond
bij een inspectie één zijner dieren dood
in het hok liggen. Hij haalde het ge
storven beest er uit en bracht het weg,
maar toen hij van dezen droeven tocht
terugkeerde, was al weer een tweede
exemplaar ter ziele gegaan. Dit her
haalde zich eenige malen, totdat ten
slotte al zijn acht konijnen het tijde
lijke met het eeuwige hadden verwis
seld
De lezer zal versteld staan als hij dit
hoort.
Laten wij hem en de onfortuinlijke
fokkers dadelijk geruststellen: van een
„geheimzinnige kwaal" is absoluut geen
sprake. We hebben er bij een dieren
arts naar geïnformeerd cn deze ver
wees alle geruchten daarover naar liet
rijk der fabelen, evenals de bekwame
fokkers dat trouwens doen.
De grootere sterfte heeft een zeer
normale oorzaak. Of liever: oorzaken.
In de eerste plaats brengt natuurlijk
het grootere aantal konijnen direct een
grooter aantal sterfgevallen met zich
mee.
Verregaande ondeskundigheid.
Maar in de tweede plaats (cn dit
vooral) moet het euvel worden geweten
aan de verregaande ondeskundigheid
bij de nieuwe fokkers. Iedereen, die
van plan is het konijn bij zijn huishou
delijke vleeschvoorziening in te schake
len, meent dat het voldoende is, wan
neer hij ergens een paar jonge diertjes
op den kop tikt, een stalling improvi
seert. ze regelmatig en dan liefst met
zooveel mogelijk rommel (een konijn
eet immers alles!) voert. Dat is vanzelf
sprekend een misvatting. Elk dier eiseht
een aparte verzorging en het konijn
maakt op dien regel geen uitzondering.
Zonder overdrijving mag dan ook
worden vastgesteld, dat de groote sterf
te in hoofdzaak een gevolg is van ver
regaande ondeskundigheid aan den kant
van de eigenaren.
Het begint al bij den koop. Nu de
vraag groot is. zijn er dat ligt voor
de hand tal van malfide verkoopers
aan de markt verschenen, zoodat meni
ge konijnenvleeschliefhebber met een
minderwaardig dier naar huis gaat. Niet
alleen zal het vleesch van dit dier van
mindere kwaliteit zijn, maar bovendien
zal haar of zijn nakomelingschap de
zelfde slechte eigenschappen uit 'n oog
punt van voedselvoorziening bezitten.
Van veel belang is ook de huisvesting.
De opvatting, dat elk hok goed ge
noeg is, is er redicaal naast. Het konijn
heeft een ruim hok noodig, dat vrij van
tocht en absoluut droog is. Tevens moet
het geregeld behoorlijk worden gerei
nigd. Er wordt tegen deze voorschrif-
ten veel gezondigd, meer dan men wel
zou denken. Wie de moeite zou willen
nemen bij enkele konijnenhouders eens
een bezoek af te steken, zou tot vreem
de ontdekkingen komen. Het is zelfs
zoo gesteld, dat in vele gevallen de
dierenbescherming er eigenlijk aan te
pas moet komen.
Gemakkelijke pensiongast.
Nog belangrijker dan dit alles is ech
ter de kwestie van de voeding. Over
het algemeen kan worden vastgesteld,
dat het konijn een gemakkelijke pen
siongast i§, die genoegen neemt met
veel. wat andere dieren in zijn plaats
zouden versmaden. Etensresten enkeu-
kenafvallen vinden bij hem een gragen
aftrek. Het hoeft echter geen betoog, dat
dit niet inhoudt, dat men het konijn
mag voeren met alles wat maar los en
vast is, ja, dat men hem zelfs veront
reinigd of rottend voer zou mogen toe
en liefst de duurste die er is en probeer daarna Ivorol. Dan neemt U waar hoe
Ivorol in reinigend-, witmakend- en schuimend vermogen alle andere verre
overtreft. Tube 60, 40, en 25 ct.
Adv.
dienen. En toch gebeurt dat nog maar
al te vaak. Geen wonder, dat de bees
ten in dat geval dood gaan!
Hier speelt natuurlijk vooral de on
deskundigheid haar rol. Hoewel afval
van vrijwel alle groenten geschikt is,
mag bijvoorbeeld onder geen voorwaar
de kropsla worden „geserveerd". De
dieren krijgen er maagstoornissen van
en moeten dat onherroepelijk met den
dood bek'oopen. Iets soortgelijks zien
we bij aardappelschillen, wanneer deze
rauw worden voorgezet. Ze moeten
eerst "worden gekookt en de ervaren
liefhebber maakt er dan. samen niet
andere etensresten, een smakelijken
stamppot van.
De bijzondere omstandigheden bren
gen extra moeilijkheden met zich mee.
De hoeveelheid keukenafvallen is ver
minderd, door dat de huisvrouw zuini
ger is gaan koken, vele buren, wier
hulp anders kon worden ingeroepen,
zijn nu zelf gaan fokken. Erger is in-
tusschen, dat er geen krachtvoer meer
beschikbaar is; als zoodanig gebruikte
men namelijk haver.
Zorg voor variatie.
Ook zonder graan kunnen de konij
nen wel worden groot gebracht, mits
'men maar zorgt voor veel variatie in
de voeding. Alleen groenvoer is beslist
funest, in ieder geval moet droogvoer
worden bijgevoerd (broodkorstjes, ge
kookte aardappelschillen met meelres-
ten er door. etc.). Houdt men zich aan
deze gedragslijn, dan zal alles nog wel
losloopen.
Beginnelingen kunnen we nog den
raad geven aanvankelijk uitsluitend de
middelrassen aan te schaffen. Vooral de
Wecners komen in aanmerking, omdat
ze gauwer volwassen zijn (na zes
maanden, terwijl de Vlaamsche Reus er
negen of tien maanden over doet) cn
niet zooveel voer noodig hebben.
Het konijn is dus door de oorlogsom
standigheden eensklaps meer populair
geworden. Het heeft zijn intrede gedaan
in vele gezinnèn, die vroeger voor zijn
vleesch den neus ophaalden. Het be
leeft een hausse als nooit tevoren en
heeft de kip niet alleen verdrongen,
maar ruimschoots overvleugeld, al mag
die beeldspraak misschien aan zuiver
heid iets te wenschen over laten.
De consequenties zijn van zeer uit
eenloopenden aard: in menige buurt is
een ware jacht op aardappelschillen
ontketend, alle lectuur over konijnen
teelt vliegt in de boekwinkels weg cn
de Kantonrechter krijgt straks ver
moedelijk een lange reeks gevallen van
grasstrooperij te behandelen.
Alles terwille van het konijn en des-
zelfs eens versmade, niettemin smake
lijke bout!!
Boeken en tijdschriften
„FREDERIIv I)E GROOTE"
Het ls altijd interessant kennis te nemen
van uitspraken van groote figuren, tot welk
gebied zij bun werkzaamheid ook hebben
uitgebreid. Dit boekje, een uitgave van
P. N. van Kampen en Zoon N.V. te Amster
dam. bevat tal van opmerkingen, die Frede-
rlk de Groote bij allerlei gelegenheden ten
beste heeft gegeven en die opnieuw getui
gen van het feit, dat deze koning van Prui
sen zijn eerenaam „de Groote" ten volle
heeft gerechtvaardigd. Vele kernachtige ge
zegden. die men hier aantreft, zijn nog even
actueel als in de dagen, waarin ze werden
geuit. Ook dat draagt er toe bij. dat men
dit werkje belangstellend zal doorlezen.
Het boekje bevat verscheidene reproducties
van portretten van den vorst. De tekst be
licht hem als staatsman, soldaat en denker
en ls dienovereenkomstig Ingedeeld.
PREDIKBEURTEN
AMERSFOORT.
St. Jorlskerk
10 u. Ds. K. H. E. Cravemeljer. v. den Haag.
5 u. Ds. Monster. 8 u. Avondgebed.
Nieuwe Kerk
10 u. Ds. Blok. 5 u. Ds. Pannebakker.
Emma Kerk
10 u. Ds. Dönszelmann. - 5 u. Ds. v. d. Berg.
Anicrsf. Bcrgkapel (Gcb Kegentesselnan 21)
10.30 u. Ir. P. Telder. uit Zeist. Onderwerp:
„Wat doe lk met mijn leven?"
(Kerk Appelweg).
11.50 u. Kinderkerk.
Kapel „Zon en Schild"
10 u. Ds. Nauta.
Gasthulskerk
10 u. de heer v. d. Helde, Godsdlenstonder-
wyzer.
Wijkgebouw (Laurens Costerpleln)
10 u. Kinderkerk.
Gebouw „Het Sluisje"
10 u. Kinderkerk.
Wijkgebouw Bethel
10 u. Kinderkerk.
Kcmonstrantsche Kerk
10.30 Dr. Mledema, bevestiging nieuwe lid
maten. Extra collecte.
Doopsgezinde Gemeente
(Fred, van Blankenhelmstraat 40)
10.30 u. Ds. Golterman. - Woensdag 11 Juni:
7.30 u. Avondwijding.
Vrijzinnig Hervormden
Volksgebouw (bovenzaal) Snouckacrtlaan.
10.30 u. Dr. J. Nleweg.
Bloemweg 1.
7 u. MeJ. ten Hove.
Evang. Luth. Kerk
10.30 u. Gecombineerde Dienst met de Vrijz.
Hcrv.
Geref Kerk (Lieve Vrouwestraat)
10 u. Ds. Holwerda. 5.30 u. Cand. J. van
Buuren.
Geref. Kerk (Zuldslngel)
10 u. Cand. J. van Buuren. 5.30 u. Ds.
Popma.
Geref. Kerk (Westerkerk)
10 u. Ds. Popma. 5.30 u. Ds. Holwerda.
Geref. Kerk H.V. (Appelweg)
10 cn 5.30 u. Ds. Herngreen.
Chr. Geref. Kerk
10 cn 5.30 u. Ds. Drenth.
Geref. Gemeente (Stoovestraat 11)
10 cn 5.30 u. Godsdienstoefening.
Dinsdag 10 Juni. 7 u. Ds. J. van den Berg,
van Krabbendijke.
Vrije Gerei. Gemeente (Muurhulzen 53)
9.30 en 5 u. Godsdienstoefening.
Maandag 9 Juni. 7 u. Ds. W. BaaiJ, van
Tholen.
Vrije Evnng. Gemeente
(„Concordia". Langestraat 113)
8 u. Ds. Jac. Verboom, uit Utrecht. Don
derdag 12 Juni. 7.30 u. Ds. Jac. Verboom;
uit Utrecht.
Oud-Kath. Kerk ('tZand 13)
10 u. H. Dienst.
Kapel van het Oud-Katholiek Seminarie.
C.30 u. Vesper.
Chr. Science Society (Arnhweg 7).
God dc Eenige Oorzaak en Schepper.
Pinkstergemeente.
(Gebouw ..Concordia". Langestr. 113)
lederen Dinsdagavond 19.30 u. Zendeling
N. Vetter.
Gebouw Havik 25.
10 U. Helliglngsdlenst. 7 u. Hellsbljeen-
komst.
Woensdag: 7 u. Hellsbijeenkomst.
HOOGLAND: Ncd. Herv. Kerk
10 u. Ds. Blaauwendraad, van Baarn.
LEISDEN: Ned. Herv. Kerk
lt! u. Ds. Hofstede.
Lokaal Aschat
6 u. Ds. Hofstede.
HOEVELAKEN': Ned. Herv. Gem
10 en 6.30 u. Ds. Cirkel van Leerbroek.
Geref. Gem.
10 cn 6.30 u. Preeklezcn.
Dinsdag 10 Juni. 2.30 u. Ds. van den Berg
\an Krabbendijke.
MJKERK: Ned. Herv. Kerk
9.30 u. Ds. Luteijn. 5 u. Ds. Van der
Graaf.
Geref. Kerk
9.30 u. Ds. Hoeneveld. 6 u. Ds. van Dij
ken.
Evangelisatie (Gebouw Delenstr.)
10.30 u. Prof. Dr. P. W. A. Kovff. van Leiden.
NIJKERKERVEEN: Ned. Herv. Kerk
9.30 u. Ds. Keiler. 7. u. Ds. Keiler. Bed.
H. Doop.
KOOTWIJK: Ned. Herv. Kerk
Geen dienst.
Geref. Kerk.
10 u. Ds. van Voorst. 3 u. Leesdlenst.
KOOTWI.IKERBROEK: Ned. Herv. Kerk
10 en 2.30 u. Cand. Abma, van Ede.
Geref. Kerk
10 en 6.30 u. Ds. Berger.
VOORTI1UIZEN: Ned. Herv. Kerk.
9.30 u. Ds. van Dop. 6.30 u. Ds. van Dop.
Bed. H. Doop.
Geref. Kerk
9.30 en 6.30 u. Dr. H. J. Jager.
ZWARTE BROEK: Ned. Herv. Kerk.
9.30 u. Ds. van Montfrans.
Geref. Kerk
9.30 en 3 u. Ds. de Leeuw.
SCHERPENZEEL: Ned. Herv. Kerk
10 en 6.30 u. Ds. Westra Hoekzema.
BUNSCHOTEN. Ned. Herv. Kerk
10 en 6.30 u. Ds. Schipper.
Geref. Kerk
Noordcrkcrk: 10 u. Ds. Post. 6.30 u. Cand.
Krijten burg.
Zulderkerk: 10 u. Ds. de Jong. 6.30 u. Ds.
Post.
Westerkerk: 10 u. Cand. Krljtenburg. 7 u.
Ds. de Jong.
Chr. Geref. Kerk
10 en 6 30 u. Ds. dc Bruljne van Deventer.
EEMDI.IK: Christ. Geref. Kerk.
10 en 2.30 u. Lezen.
BARNEVELD: Ned. Herv. Kerk
9.30 u. Ds. Klomp. 6 u. Ds. van Montfrans.
Geref. Kerk
9.30 en 6 u. Ds. W. L. Korfker.
SOEST: Ned. Herv. Kerk
Oude Kerk
10 u. Ds. Groeneveld. 6 u. Ds. van Schalck.
Emma Kerk
10 u. Ds. van Schalck.
Kerkgebouw Hees
6 u. Ds. Groeneveld.
Eltheto.
10 u. Kinderkerk.
Herv. (Geref.) Evang.
(Chr. U.L.O.-school. Pr. Bernhardlaan)
10 en 6 u. Ds. van der Wal. van Wageningen.
Geref. Kerken. Jullana-Kerk
10 en 4.30 u. Ds. S. Wouters.
Wllhelmlna-Kerk
10 en 5.30 u. Ds. H. v. Andel.
Christ. Geref. Kerk
10 en 5 u. Ds. L. de Bruyne.
Ver. v. VrlJz. Godsdlenstlgen
Geen dienst.
SOESTEKUEKG: Ned. Herv. Kerk
10 u. Ds. B. C. Kolhaar, cm. pred. te De
Maarn.
HUIS TER HEIDE: Ned. Herv. Kerk
10 xi. Ds. B. Tuinstra. H. Doop.
DEN DOLDER: Ned. Herv. Kerk
10.15 u. Ds. Hogerzell, em. pred. te Zeist.
ItAARN: Ned. Herv Kerk
10 u. Ds. Kievit. 5 u. Ds. Blaauwendraad.
Gebouw Calv(Jn (Trompiaan)
5 u. Ds. Kievit.
Geref. Kerken. Oude Utr.weg
10 u. Ds. Bos. 5 u. Ds. Seinen.
Laanstraat
10 u. Ds. Seinen. 5 u. Ds. Bos.
Christ. Ger. Kerk (Nassaulaan)
10 en 6 u. Ds. L. Kraan.
Ger. Kerk H.V. Bijeenkomst te Amersfoort
Appelweg 15
10 en 5.30 u. Ds. Herngreen.
Ned. Prot. Bond (Kampstraat)
10.30 u. Ds. J. Jac. Thomson.
Ned. Luth. Genootschap
Aula Lyceum.
10.30 u. Dr. P. Boendermaker uit Hilversum.
Doopsgez. Gem. (Eemnesserweg 63B).
Dr. J. D. Dozy uit Amsterdam.
R.K. KERKDIENSTEN
(Wijzigingen voorbehouden.)
Par. St. Henrlcus
Zondag H.H. Missen om 7, 8. 9 uur plech
tige Hoogmis, en 11 uur. 6 uur Lof.
Par. St. Ansfrldus
Zondag H.H. Missen om 7.30, 9 en 10.30 uur
Hoogmis, 6 uur Lof.
Par. St. Franclscus Xav.
Zondag H.H. Missen om 6.30, 8, 9.15 en
10.30 uur Hoogmis. 6 uur Lof.
Par. O.L. Vr. Hemelvaart
Zondag H.H. Missen om 7.30, 9 en 10.30 uur
Hoogmis. 6 uur Lof.
ACHTERVELD: Parochie St. Jozef
Zindag H.H. Missen om 7.30 en 10.30 uur
Hoogmis. 6 uur Lof.
HOOGLAND: Parochie St. Martluus.
Zondag 8 uur Vroegmis. 9.30 u. Kindermis.
VOOR DE VROliV/
ONS MENU
Van verschillende kanten bereikten
ons vragen hoe voor dc voorraad melk
poeder, lietzjj vol of mager, een toe
passing te vinden.
Wij geven hier op die vraag een ant
woord. Het spreekt echter vanzelf dat,
wanneer melkpoeder zou ontbreken,
déze gerechten evengoed met versche
melk te bereiden rijn.
Selderiesoep
Maak bouillon van een liter water en
twee bouillonblokjes. Maak een bosje
selderie schoon en voeg het bij de
bouillon met wat foelie.
Vermeng al roerend op het vuur
twee afgestreken eetlepels boter met
vier afgestreken eetlepels tarwebloem
tot een glad papje, en voeg hierbij ge
leidelijk, en steeds roerend, de bouil
lon met de groente. Laat de groente
even gaarkoken.
Vermeng intussclien twee afgestre
ken eetlepels melkpoeder met twee eet
lepels water tot een dun papje en voeg
dit bij de soep. Laat de soep daarna
nog even doorkoken.
Stamppot met spinazie.
Wasch twee kopjes rijst en breng de
ze aan de kook; voeg er 750 gram, in
schijven gesneden aardappelen en wat
water aan toe, en laat deze in ongeveer
een half uur gaarkoken.
Roer er daarna drie niet wat water
tot een glad papje aangemengde eetle
pels melkpoeder en twee afgestreken
eetlepels boter door. laat dit even mee
koken, en voeg dan een kilo tevoren
gewasschen en fijn gesneden spinazie
toe. Stamp liet dooreen, laat het ge
recht nog even flink warm worden, cn
dien het, voordat de groente gekookt
heeft, op.
Bessenvla met gries
Breng een half fleschje bessensap
met twee kopjes water en een stukje
citroenschil langzaam aan de kook,
voeg er vervolgens, onder gedurig roe
ren, een kopje suiker en een half ons
griesmeel aan toe. Laat het mengsel in
ongeveer tien minuten gaar worden,
stort het over in de schaal, waarin U
het wilt opdienen cn blijr het kloppen
tot het geheel bekoeld is.
„VAN DE BOVENSTE PLANK"
is JOZO en NEZO, het zui
vere, altijd droge keukenzout! Hy
giënisch verpakt en blank als
sneeuw.
10.30 Hoogmis. 6 uur Lof. Maandag 1ste
H. Mis op Leo's Oord. 2e H. Mis om 8.45 u.
Donderdag (Sacramentsdag) 8 uur Vroegmis.
9.30 Kindermis. 10.30 Hoogmis. 6 uur. Lof.
Andere dagen H. Missen om 8.00 en 8.45 u.
HOOGLANDERVEEN: Par. St. Josepa
Zondag 8 uur Vroegmis. 10.30 Hoogmis. 2.30
Lof met predikatie en geloofsbelijdenis.
Maandag H. Mis in de St. Josephstlchtlng.
Andere dagen H. Missen om 8.00 uur.
SOEST: Kerk Steenhofstraat
K.H. Missen te 7.30 en 9 uur. Hoogmis 10.30
uur. Lof 6 uur.
Kerk Nleuwcrhoek
H.H. Missen te 7.30 en 9 uur. Hoogmis 10.30
uur. Lof 6 uur.
Kerk Soest-Zuld.
Ie H. Mis 8 uur. Hoogmis 10 uur. Lof 6 u.
SOESTERBERG.
Vroegmis 9 uur. Hoogmis 11 uur. Lof 4 u.
BAARN:
7 uur Vroegmis. 8.30 uur Tusschenmis 10
uur Hocgmis. 7 uur Lijdensmeditatie. In de
week H.H. Missen 7, 7.45 cn 8.30 uur.
3
'je®/'1
lust voor de ogen was. Sinds lange
tijd waren de akkers niet zo prachtig
diep omgespit. Schatzoeken is een
nauwkeurig werk. Zij onderzochten
elke harde kluit die ze onder hun
werk tegenkwamen, want vader had
niet verteld in welke vorm zij de schat
moesten zoeken. Het kon natuurlijk
een ijzeren kist met goud of zilver
zijn, maar de schat kon evengoed uit
een bus met edelstenen of een fles
met kostbare papieren bestaan.
Daarom werkten ze zo grondig en
duurde het zoeken wel erg lang. Ze
vonden veel stenen en vergane stuk
ken hout en meer van die zaken, die
eigenlijk niet in een goed onderhou
den akker thuishoren. Daarom gooiden
zij ze aan de kant op een grote hoop,
en werkten weer verder.
Toen de winter voorbij was en de
lente al vorderde, waren zij nog maar
voor een derde klaar met zoeken. Het
was jammer die schoongemaakte, wel
doorspitte akkers renteloos te laten
liggen. Het zoeken kon nog wel jaren
in beslag nemen. Dus zaaiden de jon
gens eerst de gereedgekomen akkers,
voor ze verder zochten.
Maar de lente verstreek en daarna
ook de zomer en van de schat was
nog geen spoor te ontdekken geweest.
WeL stond de oogst in volle rijpheid
ie velde. De jongens keken er met vol
doening naar, en de buren bewonder
den de dikke aren en vonden het knap
werk voor een zeeman, een koopman
en een visser. Zij waren het boeren
blijkbaar nog niet verleerd.
„Als jullie vader dat had kunnen
zien", peinsde hun buurman, „dan had
hy' er plezier in gehad."
Nu ja, dat boeren was nu wel aar
dig, maar daarom waren zij niet hier.
Ze zochten de schat, maar dat ging
geen buurman iets aan.
Zo verstreek ook het volgend jaar,
en een dubbel zo groot stuk land was
haarfijn doorploegd en tenslotte be
zaaid, maar van het vinden van de
schat geen sprake.
De oogst was ook dit jaar weer goed
en de jongens hadden geen klagen.
Ieder had voldoende verdiend om rus
tig door te kunnen werken.
Dat deden ze. Het derde jaar ging
voorbij. Al het land was nu doorzocht.
Ze kenden er elke kluit van, want er
was er geen die ze niet zorgvuldig be
werkt hadden. Dat was een erge te
leurstelling. Geen schat?! Wel troostte
de gedachte aan de prachtige oogst die
maar zo zouden ze nooit rijk worden,
zulk een goede prijs op de markt
maakte, hen wel wat.
Ach, zorgen hadden ze nu wel niet,
gedichten-wedstrijd
Nu, ik moet zeggen, jullie zijn gewel
dige dichters Ik heb wel eens gehoord,
dat mensen zeiden: „die jeugd van te
genwoordig doet niets anders dan spe
len; ernstig is ze geen ogenblik". Ik heb
dat natuurlijk nooit geloofd; en nu ik
op mijn bureau jullie gedichten zie lig
gen, is voor mij duidelijk bewezen, dat
die mensen ongelijk hadden.
Het is voor mij erg moeilijk geweest
het mooiste vers uit te zoeken; ik heb
met de handen in het haar gezeten, en
jullie gedichten telkens maar weer ge-
Wat nu te doen?
„Misschien is de schat in de hoeve
of in de stallen verborgen geworden",
zeiden ze tot elkaar.
En nu doorzochten ze de oude hoeve
van de kelders tot de zolder, braken
vermolmde planken weg, maar her
stelden ze met stevig nieuw hout, want
ze wilden de hoeve toch in goede
staat verkoopen. Zo werd ook het
strooien dak en de stallen doorzocht
en hier en daar vernieuwd, maar de
schat bleef onvindbaar.
„Vader heeft zich vergist", zeiden
de jongens tot elkaar, „we verkopen
de hoeve en gaan weer ver weg, want
als er een schat was geweest, hadden
wij haar stellig gevonden.
Toen er sprake van verkopen was,
stroomden er van alle kanten kopers
toe. De hoeve was in uitstekende staat,
evenals het land en het vee, dat er
bij behoorde.
Er werd ook grif op geboden, maar
vreemd, geen bod vonden de jongens
zo goed dat zij er de hoeve voor laten
wilden. Daarvoor konden zij haar te
goed en hadden zij er teveel zorgen
aan besteed om haar nu voor wat geld
te moeten missen. Die oogst en dat ge
zonde vee was werk van hun eigen
handen. En de een na de ander kon
niet tot vertrekken besluiten. De hoeve
ging nu zo goed, en daarvan beloofde
ze zo'n voldoening, dat ze besloten
hem te behouden.
Toen de mensen in het dorp dat
hoorden, lachte de oude buurman en
zei: „Jullie vader was nog zo dom niet.
Er is een schat op jullie hoeve, maar
jullie zocht hem in de aarde, terwijl
hij op jullie akker te rijpen staat: jul
lie zelfverdiende oogst".
lezen. Maar eindelijk wist ik toch, dat
de 10-jarige Arie van Vierbergen, wo
nend in de Fahrenhcit^traat, de prijs
moest winnen.
Zijn gedicht, getiteld „Lente" luidt als
volgt
De knoppen aan dc bomen
In 't dood en dor plantsoen,
Zijn eindelijk uitgekomen,
In één week waren ze groen.
Te vroeg is 't voor de rozen,
Maar in mijn buurmans tuin
Staat de appelboom te blozen,
Met een hele roze kruin.
In onze mooie vijver
Spuit lustig de fontein,
Op 't water springt een „schrijver"
In heldere zonneschijn.
Ik hoor veel vogelstemmen,
Ik zie bloempjes rood, wit, blauw,
«Ik zou zo graag gaan zwemmen,
Ik heb geen last van kou.
Ik denk, dat jullie dit allemaal een
mooi vers zullen vinden en ik hoop dat
jullie vinden, dat Arie de prijs heeft
verdiend. Goed zo, Arie; kom maar
gauw op ons bureau in de Snouckaert-
laan, dan kun je het vulpotlood in ont
vangst nemen.
Nu moeten jullie niet denken, dat ik
de andere gedichten niet mooi vind. Ik
zei al, dat jullie geweldige dichters zijn,
en dat is geen grapje van me. Fred Yff
Buys b.v. zond een heel mooi vers in,
en ook Gerrit Puttenstcin's vers is goed.
Mimi Siebeling maakte een aardig lied
je, waarvan ik de laatste regels laat
volgen
,,'tls lente,
Heerlijke lente,
Geniet van de zon,
Haar stralen zijn gelukkig nog niet op
[de bon."
Greetje v. d. Berg had medelijden
met haar vader en begon haar gedicht
als volgt
„Mijn vader vindt de lente een kruis,
Want moes gaat als een heks door
['t huis
Met bezem, zeepsop, zeem en spons
Het lijkt een eindeloos geplons."
Ina van Baak tenslotte maakte on.
haar vers een prachtig gekleurde teke
ning van bloemen en sierlijke slingers.
Zo, nu moet ik eindigen, want ik
heb niet meer ruimte. Blijf de krant
maar goed lezen, want het kan best
zijn, dat ik nog eens een wedstrijd
uitschrijf, b.v. van verhaaltjes of teke
ningen I
Maar hij hield vol, zolang het nog
ging, omdat hij niet geloven kon dat
zijn jongens niet naar hem zouden
weerkeren.
En nu was hij al zo oud, dat hij niet
langer meer wachten kon. Nu moest
hij het werk overgeven.
Zou het nu toch tevergeefs geweest
zijn en de oude hoeve aan vreemden
verkocht worden of in verval raken?
Toen kwam de oude man op een
zonderlinge gedachte.
Hij zond bericht aan zijn zonen en
riep hen allen naar huis. En natuur
lijk kwamen zij en zagen met schrik
hoezeer hun vader veranderd was.
„Jongens", zei de oude man, „de tijd
is gekomen, waarop ik er de spade bij
neerleg. Jullie hebt alle drie je eigen
weg gekozen en ik wil ook geen van
mijn zoons dwingen een andere keus
te doen.
„Daarom ben ik besloten onze hoe
ve te verkopen, nu ik er niet meer de
nodige zorg aan besteden kan. Voor er
een vreemde op mijn plaats op de
hoeve komt, wilde ik jullie echter een
zonderling verhaal doen. In de aarde
van onze akkers ligt een schat verbor
gen. Wie hem vindt is zo rijk, dat hij
voor goed gelukkig leven kan."
„Zo'n grote schat in onze akkers?
Vader, waarom heeft U dat nooit eer
der verteld?" riepen de jongens om
strijd.
„Jullie wilden nooit naar mij luis
teren. Voor ik het had kunnen uitleg
gen, waren jullie al elk je eigen weg
ingeslagen."
„Maar nu gaan we er dadelijk naar
zoeken" zeiden de zonen vastbesloten.
„Dat is goed", knikte de oude boer,
en kort daarop stierf hij' heel tevre
den.
Na hun vader's dood bleven de jon
gens nog op de hoeve bijeen. Zij moes
ten immers de schat vinden, die hun
rijk voor heel hun leven zou kunnen
maken. Daarom verdeelden ze de ak
kers in drie gelijke stukken en ieder
nam zijn deel voor zijn rekening.
Ze groeven en spitten dat het een
(Een oud verhaal opnieuw verteld.)
Er was eens een oude boer, die na
lange jaren van hard werken en zor
gen zijn einde voelde naderen. Maar
wanneer hij overdacht dat nu spoedig
de dag zou komen, waarop hij er niet
meer zijn zou, dan trok hij zijn voor
hoofd in vele zorgelijke rimpels, want
wie zou voor de hoeve zorgen als hij
was heengegaan. En van zijn hoeve
hield de oude boer, bijna evenveel als
van zijn drie zonen, die geen van al
len boer hadden willen worden, zoals
hun vader.
Dat v/as voor den ouden boer een
groot verdriet. Zijn leven lang had hij
met plezier gewerkt, de akkers ver
beterd en de stallen herbouwd en al
wat hij sparen kon terzijde gelegd, om
meer land te kunnen kopen cn ont
ginnen, want, dacht hij, ik heb drie
jongens en eens moet het land cn het
vee in drieën gedeeld worden.
Dat de jongens geen van allen boer
zouden willen worden was nooit in
zijn grijze hoofd opgekomen.
Maar de zoons die hun vader heel
de lange, lieve dag hadden zien ploe
teren, kozen wat anders.
Een was er zeeman geworden en
reisde door zon en wind naar verre
vreemde landen. En de oude boer, die
zielstevreden zijn lange leven in zijn
dorpje gesleten had, vroeg verwonderd:
„Groeit ginds het koren beter als bij
ons? Oogst men daar misschien zon
der zaaien? Wat trekt je toch in den
vreemde."
En de zeeman vertelde: „Neen, ook
daar moest gezaaid en geploegd wor
den voor er geoogst kon worden; ook
daar werkten de mensen hard voor
hun dagelijks brood en de meesten
werden er evenmin rijk door, als de
mensen thuis in zijn eigen dorp. Wat
hem trok? Dat was het vele nieuwe
dat hij op zijn reizen leerde kennen.
De wereld was toch niet zo groot ge
schapen, om enkel maar je eigen dorp
je te kennen.
„Toch kom je eens bij mij terug",
voorspelde zijn vader, „want de" we
reld kan wel groot en mooi zijn, maar
geen plekje daarginds is het jouwe
en je blijft er een vreemdeling.
De tweede zoon was het kleine dorp
ook te bekrompen geweest. Ook hij
trok er op uit als reizend koopman.
En de jongste? Die werd visser en
ruilde de ploeg voor de netten.
Zo bleef de vader alleen achter met
al zijn land en vee en het vele werk
dat hij met het klimmen der jaren nog
maar moeilijk alleen verzetten kon.