Het Raadsel van.
den Doode'
door
EDGAR RIGE BURROUGHS
VRIJDAG 13 JUNI 1941
ant er waren verschillende leden
m de bemanning, die twee jaar ge-
den de opwindende avonturen had-
:n meegemaakt. Bij aankomst von-
?n zij de geredden van het jacht van
ord Tennington. Onder zyn verstan-
ige leiding leefden de achttien schip-
reukelingen een betrekkelijk veilig en
ïstig leven. Zij hadden nooit de hoop
pgegeven, dat hun vierde reddings
boot gered zou zijn. Toen kwam op
zekeren morgen een vreemd en vree-
selijk schepsel uit de jungle aan
strompelen, juist ten zuiden van hun
kamp. Teen Lord Tennington zijn re
volver trok en deze op de half naakte
figuur richtte riep deze zijn naam en
rende naar hem toe. Nu zag hij, dat
het „Monsieur Thuran" was, eens zijn
gast aan boord van de „Lady Alice".
Toen hem gevraagd werd. waar de
andere geredden van de vierde boot
waren, zei Thuran: „Mijn hemel, het
is te verschrikkelijk, ik ben alleen nog
in leven en kan hun geschiedenis
vertellen. Diep onder den indruk van
het droevige lot van Jane en Clayton,
trof het gezelschap voorbereidingen
om aan boord van den Franschen
kruiser te gaan. Den volgenden mor
gen zouden zij vertrekken en terug-
keeren naar de beschaafde wereld
Luitenant d'Arnot liep voor het laatst
nog eens langs het strand en dacht
aan zijn vriendschap met Tarzan.
Plotseling werd zijn aandacht ge
trokken door een vreemden stoet, die
in de verte naderde.
(Wordt vervolgd.)
."•waarschuwde politie werd ingere-
md.
Hij stond thans voor de Haarlem-
•he rechtbank terecht en hoewel
ij hardnekkig ontkende, eischte de
fficier wegens oplichting 8 maanden
?vangenisstraf tegen hem.
Voorts stond terecht de 29-jarige
rondwerker A. H. uit Alkmaar, die
i hetzelfde kosthuis als O. woont.
had eenigen tijd geleden een
mtal muntstukken in H.'s jaszak
stopt met het verzoek deze te ver
jopen. Zonder de munten eerst be-
aken te hebben, was H. naar een
ïfé gegaan en had ze daar te koop
ingeboden Eenige adspirant-koo-
>rs ontdekten echter terstond, dat
et. vergulde halve guldens waren en
aarschuwden de politie, die H. ar
ceerde. Voor de rechtbank betuig-
H. zijn onschuld en de officier
*htt,e inderdaad het bewijs voor de
jzetteliike ortlichting niet geleverd
•ndat hii vrijspraak vroeg.
De rechtbank ontsloeg H. uit de
oorloopige hechtenis.
Vat in liet Vat is
U oning leeg geroofil
»ilUK, 'nee!»
u/ pr,nc
geroer3a.?,rï;
INBREKERS VEROORDEELD
Een verloofd paar uit Haarlem, dat
Maart zcu gaan trouwen, had in
Santpoort een woning ingericht.
Kort voor den huwelijksdag kwam
de bruidegom tot de ontdekking, dat
inbrekers het grootste deel van het
meubilair en den keukeninventaris
hadden gestolen. De VeLsensche po
litie wist de dieven echter weldra te
arresteeren. Ket waren de 30-jarige
H. v. d. B. en de 29-jarige J. R-, beiden
uit IJmuiden, die 's nachts eenige
malen naar het huis waren gegaan
en alles, wat zij maar mee konden
nemen, met een handkar hadden
weggehaald. Daar zij vrijwel alles
nog in hun bezit hadden, kreeg het
toekomstige bruidspaar weldra zijn
eigendom weer terug.
De twee inbrekers, die zich ook aan
tal van andere diefstallen hadden
schuldig gemaakt, stonden veertien
dagen geleden voor de Haarlemsche
rechtbank terecht. Tegen J. R van
wien het plan voor de inbraak was
uitgegaan, werd twee jaar en tegen
v. d. B. acht maanden gevangenis
straf geëischt. De rechtbank ver
oordeelde R. thans tot een jaar en
ze.s maanden en v. d. B. tot een jaar
gevangenisstraf
beweren. Immers dan had vè^d^oTr
zon ko,-fon afstand iemand moeten
miron. pi vroeg derhalve viisoraak,
s"hc voorwaarde1'ik? ter beschik
kingstelling der regeerin.g.
Het waren rceen genuien
Tientjes
VERGILDE HALVE GULDENS
VERKOCHT
Begin Maart kwam de 32-jarige
veekoopman M. O. uit Alkmaar in
een café te Purmerend en bood den
bezoekers gouden tientjes te koop
aan. De meubelmaker F. D. uit Am
sterdam en de paardenhandelaar J.
S. uit Oostzaan gingen op dit aan
bod in en kochten samen 12 munten,
waarvoor zij aan O. f 350 betaalden
O. verliet daarna het café en kort
daarop kwamen de koopers tot de
ontdekking, dat zij bedrogen waren,
want de zoogenaamde gouden tien
tjes bleken vergulde halve guldens
te zijn. De meubelmaker ging O.
achterna. Er ontstond een woorden
wisseling en een vechtpartij, met als
resultaat, dat O. door de "inmiddels
INBRAAK NA BIJNA VIJF JAAR
BERECHT
Bijna vijf jaar geleden, in den
nacht van 7 op 8 Augustus 1936, is
ingebroken in het kantoor van de
N V. Oliefabriek T. Duyvis Tzn. te I
iZaandam. De daders waren er. n ge-
ïlaagd. de kluisdeur open te branden
•isten op dezelfde wijze de in de
Jcluis staande brandkast te forcee-
ren, waaruit zij een bedrag van bijna
50S0 gulden wegnamen.
Bij deze inbraak waren vier per-,
son en betrokken, waarvan er drie
reeds veroordeeld zijn. De vierde
echter, de 29-jar.ge Amsterdammer
C. V.. had zich eerst gisteren voor
de Haarlemsche rechtbank voor di
feit te verantwoorden. Het bleek
dat hij kort voor deze inbraak uit de
gevangenis was ontslagen en sinds
dien reeds weer voor andere misdrij
ven was veroordeeld, zoodat zijn
strafregister verre van blanco was.
De officier van justitie eischte an
derhalf jaar gevangenisstraf.
KUNST ENLETTEREN
DE BEELDHOUWER L. ZIJL 75 JAAR
Heden viert de bekende beeldhou
wer L. Zijl te Bussum zijn 75sten ver
jaardag.
De beeldhouwer Zijl, die in Kralin
gen bij Rotterdam geboren is, werd
tot beeldhouwer opgeleid op de Quel-
liniusschool te Amsterdam, waarna
hij in de practijk werkzaam werd op
het atelier Van den Bossche en Cre-
vels. Intusschen studeerde hij verder
aan de Kunstnijverheidsschool.
Na eerst met een anderen beeld
houwer te hebben samengewerkt
kwam Zijl in contact met den bouw
meester Berlage, van wien hij de be
kende opdrachten kreeg en waarbij
Zij I's bijzondere begaafdheid zich
ontwikkelde. Bekend is het werk van
Zijl aan de Amsterdamsche Beurs,
waarvoor hij beelden en reliefs ver
vaardigde. Voorts 't versierend beeld
houwwerk aan het gebouw van da
Algemeene Levensverzekeringmaat
schappij te Amsterdam en van het
gebouw der „Mij. de Nederlanden" te
Den Haag.
Voorts zijn bekend de geslaagde
portretten van Berlage en anderen
en het monument voor Koningin
Emma op het Emmaplein te Amster
dam.
KERKNIEUWS
CHIL GEREF. KERK
Boduukfc voor Oosterboek: <Is. E. du
Marcbie van Voorthuyaen te L'rk.
GEREF. KERKEN
Beroepen In Doetinchem: cand. J. T.
Meesters, thans hulpprediker aldaar.
RADIO-PROGRAMMA'S
ZATERDAG 14 JUNI
HILVERSUM I, 415,5 M.
6.45 Giaaiofoonniuziek. 6.50 Ochtend
gymnastiek. 7.00 GramoFoonmuziek. 7.-13
Ochtendgymnastiek. S.MO BN.O. Nieuws
berichten. 8.15 Grawfoonmuziek. 9.15
Voor do huisvrouw. 9.25 Svmphoniseh
strïjkcnsemble (o,pn.). 10.00 Ernstige
muziek (opn,). 12.00 Pin-novoordracht.
12.30 Crrantofoonniuziek. 12.10 Almanak.
12.45 B.N.O.: Nieuws- en economische
berichten. 1.00 Do .Molodisten en grn-
mofoonmuzïek. 2.00 Voor het gezin. 2.20
Na gt'danen arbeid.... muziek en vroo-
Iijkhcid. 4.00 Pi|bellezing (voorbereid
door de C-hrist. jjLuIio Sticht ine)4.20
Zang en piano. 5.15 B.N.O.: Nieuws-,
economische en beursberichten. 5 30 Or
gelspel. 6.00 Gra mof oonmu ziek. 6.15
Voor den binnenschipper. 6.30 Het or
kest Eloward. (7.007.15 BN.O.: Vra
gen van den dag). 7.45 Nederland voedt
zich zelf. Productieslag 1941. 8.00 B.N.O:.
Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van den
dag. 8.30 Zaterdagavondprograinma.
9.30 Berichten (Ervgelsch). 9.-15 Grnmo-
foonmuziek. 10.0010.15 B.N.O.En-
gelscbo uitzonding: „Dutch news reel".
HILVERSUM IT, 301,5 M.
6.45 Gramofoouniuziek. G."0 Ochtend
gymnastiek. 7.00 G"ramöfoonniuziek. 7.15
Ochtendgymnastiek. 8.00 B.N.O.: Nieuws
berichten. 8.15 Grainofoonmuziek. 10.00
Morgenwijding (voorbereid door het
Vrijz. Prot. Kerkcomité). 10.20 Frag
menten uit. de operette „Frauen im Me
tropol (opn.). GramoFoonmuziek en
„Ons Schemeruurtje (opn.). 12.00 Be
richten. 1.00 Zang met pianobegeleiding.
1.40 Voor de jeugd. 2.00 Tiet Rotter-
damsch Philharmonisch Orkest, en so
liste. (2.45'3.00 „Stad en land"). 4.00
De Romancers en soliste. 4 45 Gramo-
foonmuziek. 5.00 Fijbolvortelling (voor
bereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomité).
5.15 BN.O.: Nieuw-, economische en
beursberichten. 5.30 ViOol en piano. 6.15
Amsterdamscli a capolla-koor „Bel Can
to" en Gramofoonmuziek. 6.45 Repor
tage. 7.00 B.N.O.Groningsch praatje.
7.15 GramoFoonmuziek (Om 7.30 Wer
kers ontmoeten eikaart. 8.00 B.N.O.!
Nieuwsberichten. 8.1'5 Yroolijke voor
dracht met muzikale omlijsting. 8.30 To
renmuziek (opn.) 9,20 TT et Concertge
bouworkest, het Toonkun-lkoor Amster
dam en solisten (opn.). 9.40 Gramofoon-
muziek. 9.55 Dagsluiting (voorbereid
door de Christ, Radio Stichting). 10.00
BN.O.: Nieuwsberichten. Sluiting.
Wanneer de kinderkamer van het Centraal Station te Amsterdam gereed zal zijn, wacht den kinderen een waar
paradijs op .spoorweggebied, want de enorme speeltafels toonen een zuiver in alle details volledig beeld van ons
spoorwegwezen. (Polygoon)
FEUILLETON
Roman van Hans Holz
Nederlandsche Bewerking E. Veen
26.
Zeker, zegt Wiedemann, die al-
-ijd nog een beetje hulpeloos is. Maar
zegt u mij een ding, wie was de dame
die bij u was?
Ohlsen's gezicht wordt hard en stug.
Dat kan ik ook u niet zeggen, mijn
heer Wiedemann. Anders had ik het
immers wel voor het Gerecht gezegd
en had ik niet behoeven te wachten
totdat uw Christa zich opofferde, niet
waar?
Wiedemann staat moeizaam on.
Kom. zegt hij en gaat naar de
deur, maar daar gekomen keert hij
zich plotseling om. ..Is het geen
prachtmeisje. mijn Christa?
-Ja, zegt Ohlsen.
Ais zij in "de taxi zitten, die hen
naar Grünewald zal brengen, ^egt
Ohlsen plotseling: Misschien tref
fen w" Christa niet eens thuis.
Waarom niet? vraagt Wiede
mann verwonderd.
Ohlsen vertelt haastig wat hii heeft
gezien. Zij heeft een koffer ge
kocht en nog iets en ging in een taxi
wc.
Wiedemann ziet er verschrikt uit.
Dat lijkt op een vlucht, zegt b"
Thuis hooren zij, dat Ohrista niet
terug is eekomen. Wiedemann ver
ontschuldigt zich en praat tien mi
nuten lang met zijn vrouw, die hij al
les vertelt. Dan komt mevrouw Wie
demann de kamer binnen en Ohlsen
heeft voor de tweede maal het ge
noegen zich over haar fijne hand te
bukken en deze te kussen.
- Maar wat doen wij nu?, vraagt
Ohlsen. Waar is Christa?
Zij zijn ten einde raad en. weten
niet wat zij beginnen moeten. Maar
Ohlsen krijgt een ingeving.
Waarschijnlijk is het mogelijk
de taxi terug te vinden, zegt hij. Het
was zoo'n oüderwetsch ding.
En wat hebt u eraan als u de
taxi vindt, zegt Wiedemann treurig.
Als Christa werkelijk gevlucht
is. dan is zij waarschijnlijk naar een
of ander station gereden en hebben
wij eenmaal dat station gevonden dan
zijn wij al een eind verder.
Juist, zegt Wiedemann en grijpt
Ohlsen's hand.
Een. taxi brengt hen naar de stad
terug en Ohlsen laat naar de stand
plaats rijden waar hij Christa het
laatst heeft gezien. Zij hebben geluk,
de oude wagen staat er. Ohlsen
springt uit den wagen.
Luistert u eens, zegt hij tot den
chauffeur. U hebt daarstraks een
blonde ionge dame gereden, waar-
s"hiin!iik naar een of ande- station
De chauffeur verschrikt. Bent
u van de politie?
Ohlsen zet een streng gei"1'!,, Ik
kan m!4n waag ieder oogenb,'k do""
ïn'p-i verbalen, zegt h;;. als
u dat Fever hebt.
Neen. reen. verweert de chauf
feur zich. Ik zeg het u ook zoo, de
dame ging naar het Schlesische sta-»
tion.
Dank u.
Wiedemann denkt een oogenblik
na. maar dan roept hij uit. Gauw.
naar een reisbureau. En terwijl hun
taxi al weer verder rijdt vraagt hij.
Hoe laat was het ongeveer dat
Christa wegging?
Ohlsen denkt even na. Dat kan
ongeveer om twee uur zijn geweest,
antwoordt hij.
De taxi stopt voor een reisbureau
en Wiedemann springt er uit en rent
het gebouw binnen. Voor een loket
vraagt hij haastig. Hoe laat is er
vanmiddag een trein naar Packau
vertrokken?
De bediende bladert in een spoor-
boek. Packau. Packau, ja hier is
het, om 2.20 uur.
En wanneer gaat de volgende?
vraagt Wiedemann.
Vandaag heelemaal niet meer.
pas morgen om 5.14 uur. Dan bent
u om 8.35 uur in Packau.
Dank u.
Nu staan zij op straat en Ohlsen
vraagt verwonderd: Hoe komt u
zoo opeens aan Packau?
Wiedemann lacht slim. Dat zal
ik u zeggen. In Packau woont een
oude ongetrouwde zuster van mij.
Christa is altijd haar lieveling ge
weest. Toen u daar straks over het
Schles'sche station sn-ra'r. dacht ik
dadeh'"'- aan tante Agatha.
Wat zult u nu doen? vraagt
Ob'ien.
Wiedemann blijft staan. Ik?
b» verv/"Yls,,1. T'"? "rol m:,n-
!- 'v i-'a van u 's r-!" h!""i r"-
aelooren. •-nrgt n e- nu rrnar voor,
dat zij weer terug komt. Zijn oogen
lachen terwijl hij schijnbaar boos
spreekt. En Ohlsen kan het niet hel
pen, dat hij Wiedemann's hand neemt
en zegt. Met zoo'n vader verwon
dert men er zich niet meer over, dat
Christa een prachtmeisje is.
Ook een nacht gaat tenslotte voor
bij, al is men nog zoo onrustig. Maar
nu zit Ohlsen in den trein, die hem
naar Packau zal brengen naar tante
Agatha. Wiedemann had hem nog
gezegd, dat hij de dame met „me
vrouw" Wiedemann moet aanspreken.
Zij is niet getrouwd, maar als vreem
de moet je doen alsof je dat niet
weet. Overigens is zij een verstandige
vrouw, met vie men heel goed kan
praten. De trein vermindert vaart.
Packau, Packau! roept buiten dc
conducteur. Ohlsen stapt uit, kijkt
rond en ontdekt een eenzaam spoor-
wegwachtershuisje. Hij moet over de
rails loopen, maar dan staat hij te
genover een man. die blijkbaar de be
woner is. Vertelt u mij eens? vraagt
Ohlsen, waar is hier het dorp? De
man kijkt hem verbaasd aan
Packau bedoelt u zeker?
Neem mij niet kwalijk, het
komt niet veel voor. dat iemand hier
uitstapt en naar Packau vraagt. Wel,
u loopt den weg af naar het bosch
daar, u loopt het bosch door tot u
aan een kruisweg komt. dan een
straatweg en dan moet u opletten.
Lieve hein. roect Ohlsen. Hoe
lang loon ik daarover, ik wist niet,
dat het dorp zoover van het station af
was.
Nu, zoo erg ver 'S bet n'et twn
uvr, ?:s i' een '""nhb-v bent.
Best, an two-"git, ohlsen en.
denkt; Christa heeft hier gisteren
ook geloopen. Maar dan bedenkt hij
zich nog. Weet u aoms ook waar
mevrouw Wiedemann woont? vraagt
hij opnieuw.
O, wilt u naar haar toe. Dat is
dichtbij, hier om den hoek. Ziet u
daar die kleine vlakte tusschen de
dennen? Daar ligt het huis van me
vrouw Wiedemann,
Hier, heelemaal buiten het
dorp?
De man trekt de schouders op.
Dat heeft zij zoo gewild,
Ohlsen mat op weg. Het is maar
tien minuten loopen en nu ziet hij
het huis. Een klein gebouwtje van
één verdieping, bont geschilderd en
door een tuin omgeven. Een bordje
hangt aan het tuinhekje. Mevrouw
Agatha Wiedemann.
Ohlsen glimlacht. Hij drukt de
klink neer. het hek is niet gesloten.
Langzaam loopt hij het grintoad tot
de huisdeur. Hier blijft hii staan en
klopt op de deur. Het blijft binnen
stil. Ohlsen klopt notg eens. Opnieuw
blijft alles stil. Hij wil juist on zoek
gaan naar een andere deur als hij
merkt, dat er iemand naast hem
staat. Het is Christa. Een tijdlang
zeggen beiden geen woord. Doch ein-
deliik verbreekt. Christa het zwijgen
Ik was in den tuin achter het
huis. zegt zij en hoorde u kloppen. Ik
ben niet door het huis gedaan, maar
omgeloonen. Z'i wHst daarb'i naar 'n
met kiezel bestrooid pad. dat om bet
huis heen naar een achterom leidt
Ohlsen ziet heer handbeweging.
ITii heeft nauwelijks nanr haar woor-
Hon «roiu'o^erd, maar alDcu in haar
•--gen. Uy vo'ct h-eer naov
d"ri trin ach f er het huis. Zij heeft
eerst geaarzeld, maar dan komt zij
naast hem. Zij komen bij een terra*
daar staan, onder een zonnescherm,
twee tuinstoelen.
Tante is naar het dorp, zegt
Christa. het kan nog wel een poos
duren voordat zij terugkomt.
Nu eindelijk steekt Ohlsen zijn
hand uit. Christa, lieve, kleine
Christa, fluistert hij.
Zij heeft haar hand in de zijne ge
laten, maar nu hij deze aan zijn lip
pen wil brengen, trekt zij haar terug.
Ohlsen kijkt haar verwonderd aan,
maar dan opeens weet hij het. U
hebt een offer gebracht, zegt hij. en
nu hebt u het recht alles van mii te
hooren.
Christa is kalm. U moet niet
denken, dat ik jaloersch ben. doctor
Ohlsen. zegt zij en daarom moet u
mij ook niets vertellen.
Toch kleine Christa, zegt hij
rustig, je hebt het recht alles te
weten. Ik heb je. toen het ongeluk
over mij kwam. iets gevraagd en ie
hebt het prachtig gehouden. Ik heb
gevraagd je vertrouwen in mij niet
te verliezen en je hebt je vertrouwen
bewaard, hoe zwaar het je ook ge
vallen mag zijn.
Hij gaat zitten en trekt haar naast
zich En tcch Christa. moet ik je
weer iets vragen. Blijf de mensch
die in mij vertrouwt.
Zij kijkt hem vragend aan
In dien bewusten nacht, gaat
hij voort, was Charlotte bij mij. maar
je moet mij gelooven wanneer ik zeg
dat er niets is dat ook maar één smet
on haar kan werpen. Hij kijkt ha°r
aan. Christa trekt haar hand op
nieuw terug.
(Wordt verve: