MPSFOOOTSCHE CCIIEANT
„Zinloos geofferd'
DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN DE GELDERSCHE VALLEI
Plichten-Rechten
Wie zijn de doodgravers van
het Nederlandsche Imperium
Nieuwevorderingen aan Donetzfront
Eiland Singapore voor drie vijfde
in Japansche handen
Zware Britsche nederlaag
in het Kanaal
ABONNEMENTSPRIJS
bij vooruitbetaling:
Per 3 maanden
ƒ2.05
Per post per kwartaal
225
Lobso nummers
0.06
Adm.: Teleï. 6289, Giro
B6362.
Bcdactlc: Tel. 6731. Na 6 u
6137
ADVERTENTIES
bij vooruitbetaling
Losse regelprljs 055
Kleins advert. (..Doelpunten"i
Hoogstens 20 woorden 0.55
Elk woord- meer 10.05
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1942
HOOFDREDACTEUR: NIC. LAMAN, SOEST. UITG.: N.V. DRUKKERIJ ONNES, v.b. BLANKENBERG Zn. DIRECT.: F. HALEWIJN.
Het is de wensch van het geheele
Nederlandsche volk in de toe
komst als gelijkberechtigde natie
te worden opgenomen in de Europee-
sche levensruimte. Deze wensch is al
leszins te begrijpen, daar ons volk
ondanks zijn innerlijke verdeeldheid
zich nog steeds is bewust van zijn
scheppingskracht. Helaas echter ziet
het één ding over het hoofd, nl. dat de
gelijkberechtigdheid ook een verplich
ting inhoudt, de verplichting om posi
tief te zijn en geestelijk verzet te sta
ken. Dit is volkomen logisch, want zoo
wij gelijke rechten in de Europeesche
levensruimte willen verdienen, moeten
wij zelf medewerken en niet tegenwer
ken.
Een groot deel van ons volk heeft
dit begrepen en reeds strijden duizen
den Nederlandsche soldaten als vrijwil
ligers aan het Oostfront om Europa te
verdedigen tegen bolsjewisme en kapi
talisme, de aartsvijanden van den
mensch. Deze volksgenooten hebben
zich ingezet omdat het deelnemen aan
dezen oorlog door óns land bittere
noodzaak is, welke zelfs los kan wor
den gezien van een gelijkberechtigden
opbouw van Europa.
Niet iedereen past echter de'wapen
rok, dat is trouwens ook niet noodig;
om mede te werken aan het nieuwe
Europa staan ons nog andere wegen
open. Wij hebben altijd maar tever
geefs den kanker der werkloosheid
bestreden en thans behoeft er geen
werkloosheid meer te bestaan, want
in Europa is zeer veel werk te verrich
ten. Nederland is rijk aan bekwame
werkkrachten en in'Europa slaat de
ijverige Nederlandsche werker een uit
stekend figuur, zoodat hij als actieve
houwer van het nieuwe Avondland van
enorme waarde is.
Het is thans voor allen duidelijk, dat
in de toekomst hoofdzakelijk Europa
als afnemer van onze producten in aan
merking komt, daarom moeten wij ons
nu reeds op dat Europa instellen. Dit
Is even noodzakelijk als natuurlijkmet
onze zuivel-, landbouw- en industrie
producten kunnen wij ons op iedere
markt laten gelden. Daarom moeten
wij thans de beslissing nemen; in het
belang van ons vaderland moet zij lui
den: Nederland stelt zich in op het
Europeesche achterland.
Verder beschikken wij over uiterst
bekwame ingenieurs, waarvan werken
over de geheele wereld getuigen. Over
al in Europa zal men monumenten moe
ten kunnen aanwijzen, welke onze tra
ditie zullen hooghouden. Onze archi
tecten zullen den steden- en dorpen-
bouw ter hand moeten nemen, terwijl
onze stoere zeelieden de Oceanen weer
zullen trolseeren als in vroeger jaren.
Zoo moet Nederland losbreken uit
zijn begrensdheid en zijn talenten in
dienst stellen van het komende, hetere
Europa. In dit kader zal men het derde
punt van de zevenvoudige taak van het
Nederlandsche volk welke Mussert
op 14 December jl. te Utrecht procla
meerde moeten bezien. Dit punt
luidt als volgt:
„Het verkrjjgen van volkomen gelij
ke rechten in de Europeesche levens-
ruimte en het zoeken en vinden van em
plooi voor den ondernemingsgeest en
de arbeidskracht van ons volk in,
Europa, opdat welvaart zal komen en
de armoede zal worden verdreven".
Wanneet' Duitschland, dat honderd
veertig menschen per vierkante
kilometer telt, reeds uit zijn
grenzen dreigt te barsten, hoe moet
het dan met Nederland, dat tweehon
derdzeventig personen per vierkanten
kilometer herbergt, gesteld zijn.
Wij kunnen onmogelijk ons eigen
volk van eigen bodem bedruipen; de
Zuiderzeewerken een poging tot uit
breiding van onze levensruimte zijn
onvoldoende, zoodat het zoeken van
grootere levensruimten een levensnood
zaak is geworden. Wij moeten onze be
grippen van al te strenge staatssoe
vereiniteit laten vallen, daarvan kan
een volk nu eenmaal niet leven. Het is
onzinnig, dat in Europa vruchtbare
landsdeelen braak liggen, terwijl de
daarnaast levende volkeren naar ruim
te snakken en over bekwame arbeids
krachten beschikken. In het nieuwe
Europa zal het niet meer mogelijk zijn,
dat goede aarde waardeloos blijft en
voor anderen is afgesloten, want de
nieuwe orde zal moeten worden opge
bouwd op een basis van verschuivin
gen, welke de natuur zelf eïscht. Wan-
neer ieder plekje grond in Europa pro
ductief gemaakt zal zjjn en zelfs
nog vóór dien tijd zal iedere bewo
ner van dit werelddeel volop voedsel
hebben en vrij en onafhankelijk zijn.
In dit licht bezien krijgt het vierde
punt van den Leider der N.S.B., nl.
MUSSERT, DE LEIDER DER N.S.B.: „ONS HART IS BIJ
HEN, DIE LIJDEN VER VAN HUIS".
In den zomer van 1935 bezocht ik Indië en werd daar tweemaal ontvan
gen door den toenmaligen landvoogd jhr. de Jonge, niettegenstaande de
toenmalige minister van Koloniën, dr. Colijn, de telefoon gloeiend praatte
om hem te bezweren mij niet te ontvangen. Maar jhr. de Jonge was een kerel
en liet zich door Colijn niet voorschrijven wien hij al of niet zou ontvangen.
Hij ontving den leider der N.S.B. en haalde zich daarmede den haat op den
hals van alle politiekelingen. Van den opper-politiekeling dr. Colijn in Neder
land tot den zetbaas der R.K. Staatspartij in Indië, Piet Kerstens, toe."
„In 1936 trad jhr. de Jonge af als
gouverneur-generaal van Indië. Wie
zou hem opvolgen? Een bekwaam en
ervaren man, die het schip van staat in
Indië veilig door de woelige wateren
zou sturen? Neen!
Een persoon, die de gehoorzame die
naar zou zijn van dr. Colijn, die op zijn
beurt weer de gehoorzame dienaar was
van Londen, terwijl Londen reeds toen
aan den leiband liep van den rijken
grooten broer- Amerika.
Die is ook gevonden, of waarschijn
lijk zelfs aangewezen door Roosevelt.
Wie was dc gelukkige.? Jhr. mr. Alidius
Warmoldus Lambertus Tjarda van
Starkcnborgh Stachouwer! Hoe kwa
men zij, of juister gezegd, hoe kwam
dr. Colijn aan hem? Laten wij den heer
Tjarda zelf aan het woord:
In een onderhoud met onzen toenma
ligen gezant te Berlijn, jhr. van Rap-
pard, verklaarde hij nooit in zijn leven
zóó stom verwonderd geweest te zijn
als toen Colijn hem aanzocht om gou
verneur-generaal te worden: hij ver
klaarde n.l. hoegenaamd niets van In
dië te weten en ook nooit zelfs maar de
minste interesse voor dat land te heb
ben gehad, om welke reden hij zich
steeds stelselmatig er van onthouden
had om iets over Indië t» lezen, dan
wel zicl\ op ccnigerlei. andere wijze van
de toestanden in dat land op de hoogte
te stellen.
Is deze benoeming dus alleen een
waanzinnige lichtvaardigheid van den
doodgraver van het Nederlandsche im
perium, dr. Colijn? Ja, indien men al
leen ziet naar den heer Tjarda; neen,
indien men ook ziet naar zijn vrouw.
Zijn vrouw is n.l. een Amerikaansche
genaamd Christine Marburg, geboren te
Baltimore in de Vereenigde Staten. Zij
is een dochter van Theodoor. Marburg,
die in Washington thuis is, want hij
was eens gezant van de Vereenigde
Staten in België.
Met de benoeming van den heer
Tjarda, die zich om Indië niet bekom
merde, heidom tevens deze Amerikaan
sche, dc vertrouwensvrouwe van Roo
sevelt, den Buitenzorgschen troon!
Wanneer men dit nu weet enals
men tevens bedenkt, dat de vrouw
van den minister van Buitenlandsche
Zaken, den heer Van Kleffens, een
Engelsche is en de heer dr. Colijn het
iederen deg betreurde, dat men in»
Londen tóch nog aan hem kon bemer
ken, dat hij geen échte Engelschman
was, doch slechts een Hollandsclie
kaaskop, dan is het duidelijk, dat van
1936 af zoowel Nederland als Indië
aanhangwagens waren van een loco
motief, die met Amerikaansche kolen
in Engeland reed.
Het drama-Indië begon in 1936.
Nauwelijks was jhr. de Jonge
vertrokken of eenige politiekelin
gen werden onder leiding der R.K.S.P.
„het verhinderen van het verkwijnen
en voortvegeteeren van ons volk in een
te nauwe levensruimte, nu alle wegen
overzee zijn afgesloten", zijn ware
beteekenis.
Het Nederlandsche volk heeft vele
rechten, maar ook en dat ten
eerste! vele plichten. De tijd
is aangebroken dat men zich daar eens
zeer ernstig rekenschap van geeft.' Met
het luisteren naar den Engelschen zen
der komt men er niet en het dragen
van een kruisteeken is evenmin vol
doende om het vaderland een goede po-
sitie na den oorlog te laten innemen.
Met kankeren en sahoteeren verwekt
men eveneens een leegte en de Neder
lander, die meent dat het slechts vol
doende is om veilig bij de kachel „Hol
land's glorie" van Jan de Hartog te
lezen, is er óók naast. Men kan slechts
op één manier aan de toekomst van
zijn land bouwen, namelijk döor daden.
Ons volk verafschuwt Jan Salie's,
dat is gebleken in den tijd toen wij door
dadenkracht en noesten pioniersarbeid
ons land tot bloei brachten. En ook
thans moeten wij de negativisten cn
slappelingen ter zijde zetten en den
weg naar Neerland's opgang betreden.
In een uitvoerig artikel van
Volk en Vaderland van heden
bespreekt Mussert de laatste be
richten welke uit N^.-Indië tot
ons kwamen.
In verband daarmede komt hij
tot een opsomming van de voor
naamste feiten, welke bepalend
zijn geweest voor het lot, dat on
ze Oost-Indische bezittingen thans
ondergaan en waaruit het ant
woord op de schuldvraag ondub-.
belzinnig is af te leiden. Aller
eerst betuigt Mussert zijn diep
gevoelde deelneming in het ver
lies, dat vele Nederlandsche ge
zinnen heeft getroffen door het
omkomen van honderden mari
ne-mannen, bij de vernietiging
van het grootste deel der Neder
landsche vloot en voegt daaraan
toe
„Duizenden vrouwen en kinde
ren hebben hun echtgenoolen en
vaders voorgoed verloren. Hun
smart is de onze. Hun rouw is
de onze. Hun zorgen zijn de on
ze. Wanneer er eens weer een
Nederlandsche regeering zal zijn,
zal het de plicht dezer regeering
zijn te doen wat in haar vermo
gen is om althans de materieele
gevolgen te verzachten, zooveel
dit haar mogelijk is."
derwaarts gezonden. Door hen werd de
N.S.B. bezwadderd, in hoofdzaak om
stemming te kweeken tegen Duitsch
land en Italië waardoor Indië in het
kielzog van Engeland en Amerika
moest worden gebracht.
Oud-minister Verschuur en de nu in
Londen als minister optredende Piet
Kerstens leverden het leeuwenaandeel
in dit verachtelijke spel. Een geheim
verdrag met Engeland werd aangegaan
onder de leuze: isoleer Japan econo
misch.
Mussert beschrijft den duidelijken
onwil van het Nederl.-Indische gouver
nement, waarvan de heer Van Mook als
woordvoerder optrad, om met Japan
tot overeenstemming te komen:
„Nederlandsch-Indië boycotte Japan,
nam openlijk deel aan de economische
omsingeling van Japan door Engeland
en Amerika. Het weigerde Japan pe
troleum te leveren en stuurde zyn tank
booten naar Wladiwostok om de olie
aan de Sovjets te leveren!
Ned.-Indië trad toe tot het A.B.C.D.-
front. Het werd door de dienaren en
aanbidders van Engeland en Amerika
in het front tegen Japan geplaatst, zoo
als tie kwade geest van alles, n.l. dr,
Colijn, Nederland in dienst van Enge
land tegenover Duitschland had ge
plaatst. Iets verder vervolgt Mussert:
„Op 7 December verklaarde Japan
den oorlog aan JEngeland en aan de Ver
eenigde Staten. Dienzclfden ochtend
werd een belangrijk deel van dc Ame
rikaansche pacific-vloot in Pearl Har
bour op Hawaii vernietigd. Dit verhin
derde niet, dat de z.g. Nederlandsche
regeering in Londen in den nacht van
7 cn 8 December aan Japan den oorlog
verklaarde."
De Japansche regeering beschouw
de de oorlogsverklaring van de
emigranten-regeering in Londen
blijkbaar als ongeldig en verklaarde r.a
de ontvangst daarvan uitdrukkelijk,
dat Japan slechts twee vijanden had,
n.l. Engeland en de Vereenigde Staten.
Japan beschouwde zich niet in staat
van oorlog met Nederlandsch-Indië.
In Singapore krijschen de Engelschen
om hulp en Nederlandsch-Indië gaat
daar helpen. De heer Van Kleffens. die
doet alsof hij echt minister van Buiten
land ïche Zaken is, verklaart dat men
niet neutraal mag zyn, dat neutraliteit
zelfs opgevat kan worden als ontrouw!
Daarna begint het noodlot zich aan
Ned< rl.-Indië te voltrekken, hoewel nog
op 21 Januari door den Japanschen mi
nister van Buitenlandsche Zaken aan
Batavia de kans werd geboden op zijn
gevaarlijke politiek terug te komen.
Dc- gouverneur-generaal zal toen ech
ter in Australië, de luitenant-g.g., Van
Moei: was naar Washington vertrokken
en Piet Kerstens was reeds in Londen.
De hoeren waren veilig. De vloot met
eenige duizenden plichtsgetrouwe ke
rels aan boord werd uitgestuurd.
Terecht schreef het te Tokio verschij
nende blad „Nitschi-Nitschi" daarna:
„De vijandelijke leiding was blijk
baar van alle goden verlaten,,toen zij
haar oorlogsvloot beval zich in de wa
teren te begeven, waarboven het Japan
sche marine-luchtwapen de onbestre
den heerschappij uitoefent."
Alle mogelijkheden zijn er geweest
oni Ned.-Indië buiten het conflict te
liou'ien, geen enkele noodzaak bestond
r- ti zich cr in te mengen, doch helaas:
„De hceren in Londen, gevangen in de
netten van Roosevelt en Churchill, wil
den dit niet; zij stortten Indië in den
oorlog."
Mussert besluit met het uitspreken
van het geloof in de mogelijkheid om
eens de eenwenonde banden van
vriendschap met Japan weer aan te
knoopen:
„Ook al bloedt ons nu het hart door
wat zich in Insulinde afspeelt door de
domheid en onverantwoordelijkheid
van lieden, die hun land uitvluchtten
toen hun soldaten op hun bevel aan de
Grebbe vochten, Indië treft geen
schold; ons hart is bij hen, die lijden
ver van huis."
SUCCESVOL ZEEGEVECHT IN HET KANAAL
Duitschland strijdt voor Europa
Hoofdkwartier van den Führer, 13 Febr. Het opperbevel van de
Weermacht maakt bekend:
„In het Oosten heeft de vijand zijn aanvallen op talrijke plaatsen
van het front voortgezet en hierbij opnieuw zware, bloedige verliezen
geleden. Aan het Donetz-front maakt onze aanval in weerwil van
taaien, vijaiidelijken tegenstand, nieuwe vorderingen. In de wateren
ten Oosten van de Krim heeft de luchtmacht met bommen een groot
transportschip beschadigd.
Op twaalf Februari ontstond in liet 0der van operaties van Duit-
sche zcestrijdkrachten in het Kanaal, alsmede in het Westelijke ge
deelte van de Noordzee gevechtscontact met Engelsche strijdkrachten.
Door de formatie onder hevel van vice-admiraal Ciliax, bestaande uit
'de slagschepen „Scharnhorst", „Gneisenau" en de kruiser „Prinz Eugen",
werd volgens de totdusver ontvangen berichten een Engelsche torpe
dojager tot zinken gebracht en een andere Britsche torpedojager in
brand geschoten. De aanvallende sterke formaties van de Engelsche
luchtmacht werden met zware verliezen afgeslagen. Slechts een Duit-
schc torpedoboot werd door bomtreffers licht beschadigd. Een patrouil
levaartuig is gezonken, nadat het het aanvallende vliegtuig had neer
geschoten. De operaties van onze zeestrijdkrachten werden door ster
ke formaties van de luchtmacht, onder het opperbevel van generaal-
veldmaarschalk Sperle ondersteund. De verliezen van de vijandelijke
luchtmacht bedroegen, volgens de totdusver ontvangen berichten, 43
vliegtuigen, waarvan het meerendcel door Duitsche jagers en de ove
rige door de luchtdoelartillerie van de zeestrijdkrachten en de lucht
macht werden neergeschoten. Tijdens de hevige luchtgevechten gin
gen zeven eigen vliegtuigen verloren.
Aan de Engelsche Zuidkust hebben gevechtsvliegtuigen in scheer-
vlucht havenwerken cn vliegvelden met bommen van zwaar kaliber
bestookt.
In Noord-Afrika wederzijdsche activiteit van verkenners. Duitsche
gevechtsvliegtuigen ch duikbommenwerpers wierpen bij aanvallen
overdag cn des nachts voor den oorlóg belangrijke installaties van de
haven Tobroek in brand en stelden door bomvoltreffers batterijen
luchtdoelgeschut buiten gevecht.
Op Britsche vliegvelden in dc Marmarica werden verscheidene vlieg
tuigen op den grond vernield of beschadigd. Tijdens luchtgevechten
verloor de vijand nog vijf vliegtuigen.
Bij aanvallen van Dnitsche gevechtsvliegtuigen op lucht- cn vloot-
steunpunten op Malta schoten de ter bescherming meevliegende Duit
sche jagers twee vijandelijke vliegtuigen neer.
Verbitterde strijd bij
de renbaan
LAATSTE HARDNEKKIG VERZET IN DE STAD
De omsingeling van dc wanhopig strij
dende Engelschen wordt steeds nauwer.
Deels op den grond kruipende, deels
sprongsgewijs vooruitrukkend werken
de Japansche stormtroepen zich met de
bajonet op het geweer, de officieren
met getrokken sabel, steeds dichter
naar de stellingen toe. Het onophoude
lijke machinegeweer- en geweervuur
wordt overstemd door salvo's van Brit
sche kanonnen, die uit goed gedekte
stellingen vuren, of door het ronken
van Japansche vliegtuigen, die onver
moeid in de gevechten op don grond in
grijpen.
De steenen dam, die het vasteland
van het schiereiland Malakka met het
eiland Singapore verbindt, cn die door
het vijandelijke vuur na het herstel
door de Japanners op tien Febr. op
nieuw was beschadigd, is op den avond
van dertien Febr. volledig hersteld,
waarna nieuwe Japansche strijdkrach
ten naar het eiland toestroomden.
De correspondent van de „Nilsji
Nitsji" meldt van het front op Singa
pore:
Het eiland Singapore bevindt zich
thans voor drie vijfde in handen der
Japansche strijdkrachten. In de stad
biedt de tegenstander een laatste hard
nekkig verzet, daarbij gesteund door
zware batterijen op de eilanden ten
Zuiden van de stad Singapore en door
de kustbatteryen van fort Tsjangi op
de Oostkust. Bovendien hebben Brit
sche oorlogsschepen zich in den strijd
gemengd.
Van de stellingen op.'de hoogten bij
den Boekit Timah hebben dc Japanners
met vlakbaan- en krombaangcschut
zwaar vuur geopend, dat vooral gericht
is op de vijandelijke cilandbattcrijen
cn oorlogsschepen.
Het vijandelijke vuur heeft in de stad
groote schade aangericht. Vele gebou
wen in de havenwijk en ook olietanks
branden. Buiten de stad duren de ver
bitterde gevechten bij Boekit-Timah en
tien km. naar het Westen bij Simapar
voort.
Volgens Domei hebben de aanvallers
Vrijdagochtend een punt bereikt op
drie kilometer van het stadscentrum cn
waren zij in de voorsteden. Bijzonder
verbitterd wordt volgens dit bericht ge
streden in de omgeving van de renbaan.
Bekendmaking
Het Bureau van den Weer-
machtsbevelbebber in Nederland
deelt mede:
Een Duitsche Krijgsraad heeft
twee Nederlanders wegens spion-
nage cn twee andere wegens be
gunstiging van den vijand cn
verboden wapenbezit ter dood
veroordeeld.
De vonnissen zijn met dcn ko"
gel voltrokken.
Duitsche slagschepen vernietigen 43 vliegtuigen
en een torpedojager
WOEDE IN ENGELAND
Zooals men in het in dit nummer
gepublicee'rde Duitsche legerbericht kan
lezen, heeft in het Kanaal alsmede in
het Westelijk deel van de Noordzee
een zeeslag gewoed tusschen de Duit
sche slagschepen „Scharnhorst", „Gnei
senau" cn de kruiser „Prinz Eugen"
eenerzijds en Britsche zee- en lucht
strijdkrachten anderzijds. Bij dezen
strijd schoten de Duitschers 43 vijan
delijke vliegtuigen neer en brachten
een torpedojager tot zinken. Zeven
Duitsche toestellen cn een eigen pa
trouillevaartuig werden vernietigd.
United Press meldt uit Londen, dat
men" aldaar toegeeft, dat de Engelschen
in het Kanaal 42 vliegtuigen hebben
verloren en wel twintig bommenwer
pers, zestien jagers en zes Swordfish-
vliegbooten.
Volgens radioberichten uit de Ver.
Statefi heeft het groote Duitsche suc
ces in Engeland een buitengewoon
sterken indruk gemaakt. De Spaansche
zender Schnenectady meldt: het be
richt over den uitslag van het gevecht,
dat gevolgd is op de catastrophe van
Singapore heeft de Engelsche bevol
king tot woede gebracht. De zender
New York zegt, dat het bericht een
golf van opwinding onder de Britsche
openbare meening heeft veroorzaakt.
Dc Engelsche pers richt hevige aan
vallen op Churchill en zijn oorlogvoe
ring.
Uit Stockholm wordt gemeld, dat de
„Nya Dagligt Allehanda" een bericht
van United Press bevat, volgens het
welk de Engelsche bevolking de me-
dedeeling over het gevecht in het Ka
naal als een „koude douche" op het
lijf viel. De Londensche correspondent
van „Aftonbladet" meldt, dat men
zich thans te Londen algemeen af
vraagt, waar de Britsche slagschepen
gezeten hebben.
Verbazing onder
de Amerikanen
Volgens een bericht van United Press
uil New York heeft de tijding van hel
zeegevecht de grootste verbazing bij
het Amerikaansche publiek teweeg ge
bracht. Aanvankelijk wilde men dit
bericht amper gelooven, daar van Brit
sche zijde herhaaldelijk was gemeld,
dat de Duitsche slagschepen „Scharn
horst" en „Gneisenau" niet meer ca
pabel waren tot den strijd. De weder
verschijning van deze Duitsche oor
logsschepen heeft nog bijgedragen tol
de neerslachtige stemming onder het
Amerikaansche publiek.
Geestdrift in Italië
Het bericht van de Duitsche over
winning heeft in Italië groote geest
drift en vreugde gewekt. Uit liet com
muniqué van de Britsche» admiraliteit
blijkt duidelijk, aldus zegt men, dat
de Engelsche poging, den Duitschers
de doorvaart te beletten, geheel mis
lukt is en dat de Britsche luchtmacht
en de vlootstrijdkrachten opmerkelijk
zware verliezen hebben geleden, die
door de Engelschen zijn toegegeven.
Men merkt op, dat daarmede is bewe
zen, dat de Britsche vloot het Kanaal
niet meer kan bebeerschen.
ENGELSCHE VLOOTBEWEGINGEN
Sterke Britsche vlootformatics zijn
te Gibraltar aangekomen cn stoomden,
nadat zij brandstof en levensmidde
len hadden ingenomen, onmiddellijk
op in de Middellandsche Zee.
Een vliegkampschip cn ttvee gepant
serde kruisers maakten deel van deze
formaties uit.
DE VERDUISTERING
Verplicltf te verduisteren
14 Febr. 18.50 tot 15 Febr. 8.58
15 Febr. 18.52 tot 16 Febr. 8.56
Maan
15 Febr.* 8.51, onder 15 Febr. 19.12
16 Febr. 9.21, onder 16 Febr. 10.26