Het naiionaal-socialisme zal overwinnen!
Duitschland strijdt voor de veil
igheid
van
Europa
Haupdienstleiter Schmidt over de
geschiedenis der nat. soc. beweging
Nederlanders strijden tegen hetbolsjewisme
AMERSFOORTSCHE COURANT MAANDAG24 AUGUSTUS 1942
3
Belangwekkende rede van Hauptdienstleiter Dr. Schmidt
Districtsleider de Ruiter had reeds gewezen op de achting en'de liefde, dit
de beide sprekers in nationaal-socialistisch: kringen hebben verworven en het
was of het publiek in de zaal dit nadrukkelijk wilde onderstrepen. Want het
applaus waarmede Van Geelkerken en later ook Hauptdienstleiter Schmidt werd
begroet bij zijn verschijnen, liet aan hartelijkheid niets te wenschen over
Eki door hun woerden brachten beide sprèkers ook hun publiek in geest
drift. Zij zeiden ernstige dingen op een duidelijke wijze. Hun taal was klaar en
men begreep dat men hier tegenover mannen stond, die het niet begonnen is
om mooie woorden, maar om harde werkelijkheid. Men begreep, dat hier ge
sproken werd in het belang van de Nederlanders, dat hier was afgedaan met
oude begrippen en dat slechts het vooruitzien in den nieuwen tijd de redding
zou kunnen brengen. -Dat was het wat van Geelkerken en Hauptdienstleiter
Schmidt den menschen duidelijk maakten. Strijd voor een ideaal, die gestreden
moet worden en die geen oogenblik verslappen mag, ook al zijn er dan moei
lijkheden. Ernst, bloedige ernst, in dien strijd, die tot het bitter einde gevoch
ten zal worden en die niet gestoord kan worden door elementen, die luisteren
naar de misdadige influisteringen van hen, die op een veiligen afstand zitten
en zelf geen gevaar loopen. Want Duitschland vecht voor Europa, dus ook voor
ons. En wanneer wij dit niet begrijpen, zullen wij aan den lijve ondervinden,
hoe ernstig en hard de strijd is.
Een stampvol Concertgebouw te Amsterdam, waar Dujtsche en Nederlandsche Nationaal-Soaialisten broe
derlijk vereenigd waren, heeft Zaterdagavond in diepe spanning geluisterd naar de pakkende redevoeringen van
Hauptdienstleiter Schmidt en den plaatsvervanger van den leider der N.S.B., C. van Geelkerken. Geen plaats
was er onbezet in de groote zaal en op het podium en op de bal cons hadden velen zich zelfs tevreden gestold met
een staanplaatsje. Men wilde de nationaal-socialistische voormannen, die op deze gemeenschappelijke bijeenkomst
den Nederlanders en Duitschers ernstige dingen te zeggen hadden, hooren en men liet niet na uiting te geven
aan zijn intense belangstelling voor het gesprokene.
Men kent de stijlvolle wijze, waarop de nationaal-socialistische vergaderingen worden ingericht, maar steeds
weer is men opnieuw verrast door de variatie, die men-weet te brengen in de aankleeding der zaal en in de
smaakvolle, sobere versiering. Ook nu weer werd men getroffen door den stijl en de orde en tegelijk door de
feestelijkheid van deze bijeenkomst. Prachtig was het podium versierd met strak gespannen Duitsche en Neder
landsche nationaal-socialistische vlaggen. Tegen wit fond zag men een gouden hakenkruis. Roode en witte bloe
men en frisch groen zoomden het podium af, waar geüniformeerde leden der jeugdbewegingen hadden plaats ge
vonden. Buiten stond een eerewacht van Duitsche en Nederlandsche nationaal-socialisten opgesteld, die na de
aankomst der autoriteiten het Concertgebouw binnenmarcheerde en met de vlaggen een vaandel wacht vormde
achter het spreekgestoelte.
Met enkele korte woorden opende de gemachtigde van den leider der N.S.B.. districtsleider J. W. de Ruiter,
de bijeenkomst, waarna hij het woord gaf aan den heer Van Geelkerken.
Op 1 September 1939 verklaarde de
Führer in de Rijksdagzitting, dat hy
thans het bevel gegeven had om terug
te schieten. Duitsche legers zouden nu
de bescherming der Duitsche volks-
genooten zelf ter hand nemen. Nu alle
pogingen van den Führer mislukt wa
ren, moesten dt- kanonnen spreken. De
Führer trok zelf het veldgrijs aan, dat
hij vier en een half jaar lang als een
voudig musketier en Gefreiter in den
wereldoorlog gedragen had en ver
klaarde aan het Duitsche volk en de
wereld, dat hy het veldgrijs pas dan zou
uittrekken, wanneer Europa definitief
tot rust zou zijn gekomen. De Arische
menschen beschermd zouden zijn en de
absolute overwinning zou gehecht zijn
aan de Duitsche vaandels.
Nadat aldus, zoo vervolgde Haupt
dienstleiter Schmidt, Duitschland in de
zen geweldigen strijd op leven en dood
getreden was. moesten Polen en de we
reld ondervinden, dat de trefkracht van
de Duitsche weermacht zoo geweldig
was. dat dit tot de tanden gewapende
Polen in achttien dagen werd vernie
tigd.
Door afspraken met de Sovjet-Unie
had de Führer in Augustus 1939 gepro
beerd tot een vergelijk met de Sovjets
te komen. Na het marxisme als eersten
vijand in eigen - land te hebben leeren
kennen en te hebben vernietigd, was
zulks voor alle nationaal-socialisten vol
doende rede om het bolsjewisme slechts
in zooverre te vertrouwen als het voor
ons stond.
Aan den Westwal hielden Duitsche
soldaten trouw de wacht; aanvallen van
de vereenigde strijdkrachten werden af
geslagen. Slechts heel kleine successen
konden in de bocht bij Saarbrücken be
haald worden. De Engelschen zongen
hun mooie lied: „Wij hangen onzewasch
op aan de Siegfried-linie", dat inmid
dels volkomen verstomd is, terwijl er
op Het oogenblik nog wel nauwelijks
iemand in Engeland te vinden zal zijn,
die dit lied zal zingen. Het lied even
wel, dat dienzelfden tijd in Duitschland
gezongen werd, klinkt thans nog over
de zenders en verkondigt de macht van
de Duitsche marine. Het was een aan
sporing voor de Duitsche zeelieden, die
dit lied „Wir fahren gegen England"
zongen.
In dien tijd van den Duitschen afweer
begon reeds precies zooals op dit oogen
blik het gepraat over uitbreiding der
fronten. Overal wezen Fransche en En
gelsche staatslieden op deze noodzake
lijkheid. Churchill had inmiddels als
premier in Londen de zaken overgeno
men. De Führer echter was de Engel-
sche actie in Noorwegen twee uren voor.
De Engelsche landingstroepen uit de
lucht werden reeds door de luchtmacht
en de marine verslagen en binnen en
kele dagen werden de laatste resten van
den vijand uit het gebied van Noorwe
gen weggevaagd.
DE DUITSCHE BEZETTING
IN NEDERLAND.
Zoo kwam ook de 10e Mei, waarop
de Westelijke legers overgingen tot den
aanval en de vernietiging van de En-
gelsch-Fransche strijdkrachten. Dat ook
bij deze operaties Nederland niet ver
schoond kon blijven, spreekt thans voor
ieder nuchterdenkend mensch vanzelf.
Als dientengevolge Duitsche en Neder
landsche soldaten in conflict zijn ge
raakt, dan dragen diegenen daarvoor de
verantwoordelijkheid, die thans niet
meer in Nederland zijn, maar aan de
overzijde in Engeland en Amerika sto
ken. Wij willen het lot dankbaar zijn.
dat deze ongelukkige strijd slechts kort
duurde en dat de helden, die aan beide
kanten zijn gevallen, ons steeds in her
innering zullen brengen, dat het in de
toekomst nooit weer mag voorkomen,
dat Nederlanders en Duitschers in den
strijd tegenover elkaar staan.
Nadat de capitulatie van het Neder
landsche leger zich had voltrokken, be
noemde de Führer bij zijn decreet van
!B Mei 1940 Reichsminister dr. Seyss
Inquart tot Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied
Dr. Seyss Inquart nam 29 Mei 1940
een plechtige bijeenkomst in Den
Haag de bestuursmacht op zich. Het Is
goed. als wij ons af en toe deze histori
sche feiten'in de herinnering terug
roepen. De Rijkscommissaris zeïde des
tijds:
„Alle wapensuccessen en de heer
lijkste overwinning, die ooit is be
vochten en die thans in Vlaanderen
werkelijkheid wordt, veranderen
niets aan het feit, dat wij. Duit
schers liever in dit land waren ge
komen met de ten groet opgeheven
hand dan met de wapens in de
vuist. Dit feit zal eenmaal voor den
rechterstoel der geschiedenis be
slissen en de verantwoordelijkheid
voor alle ongeluk en alle vernieling
leggen op de schouders van dege
nen. die niet opgewassen waren te
gen de grootheid van dit uur."
Destijds zeide hij voorts. „Wij Duit
schers zijn nu eenmaal geplaatst, m een
gebied, dat ons in het Oosten en in het
Westen zonder bescherming heeft over-
geleverd 3an den aanval van wie op
het oogenblik machtiger is. Eeuwenlang
sümöen wij bloot aar. de rooftochtenen
roofocrlnge-i der Franschen. Eeuwen
lang stortte dg storm van het Oosten I
zich nver ons, dien wij tot redding van
het Avondland steeds weer afweerden. 1
De heer van Geelkerken zeide het
kernachtig in zijn rondborstige taal.
Hij begon met er op tc wyzen. dat de
nationaal-socialisten strijden uit inner-
lijken dwang. Het nationgal-socialisme
moge ons leeron dat het voor den enke
ling noodzakelijk is een vaste levenslijn
te hebben, die zoo sterk is, dat hij er
nooit van-afgetrokken kan worden. Een
nationaal-socialistische levenslijn wil
zeggen: te weten, dat men gekozen
heeft. .Als wij zoo'n lijn kennen en we
ten dat wij onwrikbaar staan, dan is er
nog licht in dezen tijd.
Wij hebben de gemeenschapsgedach
te leeren kennen. Wij zijn gegroeid en
wanneer wij nu hier staan, dan weten
wij, dat onze groei gekomen is door
hen, die met ons op straat gestaan heb
ben, die gecolporteerd lebben en hun
arbeid hebben gegeven; door de een-
voudigen dus.
Het naiionaal-socialisme stelt het al
gemeen belang boven het eigenbelang.
Dat eischt offers van ons. Maar de na-
tionaal-socialist is offerbereid en zet
zichzelf in een uitzonderingspositie, om
dat. hij offeren wil voor zijn volk. Vóór
Mei 1940 bestond er geen consequentie
en niemand was verantwoordelijk. Nu
zijn wij de eenige politieke partij in Ne
derland, maar nu zijn wy er nog niet.
Want wij hebben niet gevochten om de
eenige politieke partij te zyn. maar om
ons volk te winnen. Daarom bestaat er
voor ons nu de consequentie, die er
nooit voordien geweest is. Wij moeten
werken en voorbeelden stellen. Wij
moeten dus niet denken, dat wij de
menschen kunnen laten loopen. die het
niet met ons eens zyn. Wij moeten ook
daarheen, waar men ons niet zien wil.
Wij komen op voor ons volk en moeten
dus onze verantwoordelijkheid dragen.
Dan alleen kunnen wij de jeugd in de
oogen zien, wanneer deze ons reken
schap vraagt. Wij moeten haar kunnen
zeggen,' dat wij het geloof hebben ge
had. Niemand mag zich dus, zooals
vroeger in de politieke partijen, aan de
consequenties onttrekken. Men zegge
piet: er is oorlog en daarom kan nu het
nationaal-socialisme niet gebracht wor
den: straks echter zal het komen. Men
moet durven zeggen: Het nationaal-so
cialisme zal thans gebracht worden voor
zoover het op het oogenblik mogelijk is.
Mén mag zich niet laten beïnvloeden
door onaangename maatregelen of door
moeilijkheden, welke thans bestaan.
Als deze dingen een nationaal-socialist
kunnen beïnvloeden, gaat hij langzaam
de helling af. Men behoeft niets goed te
praten. Men moet heelemaal niet pra
ten. Men moet alleen doorzetten en het
nationaal-socialisme willen brengen.
Wij moeten lachen, omdat wy de eeni-
gen zijn, die nog lachen kunnen. De an
deren hebben deze week gelachen, toen
zij dachten, dat de Engelschen kwamen.
Maar zij lachten slechts kort, want de
Engelschen kwamen weer niet en zul
len ook nooit komen.
Duitschland strijdt op het oogenblik.
Het strijdt ook voor de moeders en kin
deren in Engeland en Amerika. Want
als het bolsjewistische monster niet
wordt verslagen, zullen ook zij de ver
schrikkingen ondervinden, als de tijd
gekomen is.
Europa begrijpt dit en wij begrijpen
dit ook. Want toen Napoleon naar Rus
land trok. nam hij vijftienduizend men
schen uit ons land mee. Nu hebben vijf
tienduizend vrijwilligers gehoor gege
ven aan Musserts oproep om naar het
Oostfront te trekken.
Wij staan samen verbonden
met de Duitschers.
Wij zijn niet bang ons lot aan dat van
Duitschland te binden. Duitschland
heeft het zwaard opgenomen en het
bloed van duizenden gegeven. Het bijt
het spit af voor heel de wereld. En het
is dwaas aanmerking te maken op de
wijze van oorlogvoeren door de Duit-
sehers.v De Duitschers zouden het ook
anders kunnen doen. Zij zouden hun
zorgen kunnen bepalen tot de Duitsche
bezetting en de belangen van de Ne
derlanders kunnen overlaten aan de ge
vluchte Nederlandsche regeering in Lon
den. Zij zouden inderdaad anders oorlog
kunnen voeren. Zij zouden het kunnen
doen als de Amerikanen,, die in 1914
1918 soldaten naar Europa stuurden en
toen zij jaren later in armoede protes
teerden voor het Capitool, met gasbom
men werden bewerkt en opgejaagd
naar Alaska. Zij zouden het kunnen
doen als de Engelschen, die in Britsch-
Indië, de bevolking regeeren met bam
boestokken, gevuld met lood, die in
Egypte de menschen onderdrukken en
in Zuid-Afrika Boeren en vooral hun
vrouwen en kinderen op beestachtige
wijze uitmoordden. De wereld heeft
over deze moordpartij niet hard meer
geschreeuwd, omdat het goud en de dia
manten al dit? leed deden vergeten.
Duitschland strijdt onmeedoogenloos
hard, juist om te voorkomen, dat nog
ooit zulke dingen zullen voorkomen en
om zeker te zijn, dat dit gebroed uitge
roeid zal wórden.
De Engelsche zender heeft gezegd,
dat wij nog even moeten wachten met
den opstand, maar dat de „Nederland
sche regeering" het sein zal geven.
De hetzers in Londen, die het goud
hebben meegenomen, denken, dat wij
hen zullen gelooven. Zij trachten ons in
het verderf te storten en dat zal gebeu
ren, wanneer wij hen inderdaad pro-
beeren te volgen. Wij echter, zoo eindig
de de heer Geelkerken, staan samen,
verbonden met de Duitschers, bereid
om te offeren ten bate van ons volk en
ons vaderland en daardoor ten bate van
het nieuwe Europa.
Na den heer van Geelkerken voerde
Hauptdienstleiter Schmidt het woord.
Hauptdienstleiter Schmidt gaf in groote trekken een beeld van de natio
naal-socialistische beweging in Duitschland van 1933 tot den dag van heden
en van den Duitschen bezettingstijd in Nederland in het bijzonder.
Spreker schilderde, hoe de Führer na het overnemen van de macht met
den opbouw begon langs vreedzamen weg, het Duitsche volk weer arbeid en
brood gaf, den boeren vaste prijzen, en hoe hij zich tevens in zijn groote vre-
desredevoeringen tot de wereld richtte en zijn hand tot den opbouw van
Europa aanbood. Hauptdienstleiter Schmidt toonde voorts aan. hoe dit twee
de programmapunt, door de wereld met hoon en spot werd beantwoord en hoe
de vroegere vijandelijke mogendheden er niet aan dachten, hun achterbakse!)
spel v-an 1919 op tc geven. Integendeel, vrijmetselaars en kapitalisten stelden
pogingen in het werk om de revolutionnaire krachten van het nationaal-
socialisme te verstrikken en langzaam met hun geld af te sluiten.
Met enkele voorbeelden stelde spreker nog eens de mijlpalen van dezen
strijd oni de Duitsche vrijheid in hel licht: de uittreding uit den Volkenbond,
den terugkeer van het Saargebied, de bevrijding van het Rijnland, de vriend
schap met Italië, de bevrijding van de Oostmark van de clericale machten,
die zich met het marxisme verbonden en tegen den vrijheidswil van zeven
millioen Duitschers gesteld hadden, voorts den terugkeer der Sudeten-Duit
schers in het Duitsche rijk en het plaatsen van Tsjecho-Slowakije onder Duit
sche bescherming, waarmode weer een keten in den ring der vijandelijke mo
gendheden gebroken werd. Vervolgens besprak Hauptdienstleiter Schmidt den
op de Volksduitschers in Polen uitgc-efenden druk en het grootmoedige aan
bod van den Führer, waarin van dc Pelen niets anders verlangd werd dan
een verbindingsweg naar Dantzig en Oost-Pruisen. Opgehitst donor Engeland
en Frankrijk, ging deze te Versailles opgerichte staat echter niet op het aan
bod van den Führer in, doch daagde Duitschland brutaal uit door militaire
demonstraties en nieuwe vervolging van de Duitschers.
Het Germaansche bloed in onze ade
ren verschaft ons het initiatief en den
ondernemingsgeest, die de Nederlan
ders flinke zeelieden en kooplieden de
den worden en ons, Duitschers, in den
strijd voor onze levensrechten hebben
gemaakt tot de beste soldaten ter we
reld."
In deze rede zeide hij verder: „Wij
Duitschers, nu, die thans doQr dit land
gaan, verheugen ons over de Neder
landsche menschen. Wij verheugen ons
over de kinderen. Wij wenschen den
jongens hier toe, dat zij moedjge, krach
tige. ondernemende mannen worden en
wij wenschen den meisjes toe. dat ze
goede vrouwen en blijmoedige moeders
van gelukkige gezinnen worden."
Deze woorden waren derhalve geen
woorden van haat, maar woorden van
waardeering, waarin èen aansporing lag
orp mede te werken aan de groote ge
beurtenissen Hij bekrachtigde dit, door
te zeggen: Het Duitsche volk heeft zijn
Groot Duitschland lief en is bereid hier
voor alles op te offeren. Het voelt even
wel de hoogere beteekenis van de aan
liet Duitsche volk gestelde roeping tot
medewerking aan den opbouw van een
nieuw geordend, vredelievend Europa.
In het besef van do grootheid van deze
taak is het bereid geweest zijn hoogste
goed te weten Groot-Duitschland
zelf in de waagschaal te stellen om het
nieuwe schöonere Europa te helpen tot
stand brengen!"
Dc kameraadschap, die m de
kerkers is gesmeed is blijvend
Nu Ook in den tegenwoordigen tijd
.steeds weer de vraag vernomen kan
worden waarom de Duitsche bezettings
autoriteiten slechts met de nationaal-
socialisten samenwerken, zou ik nog
eens in de herinnering willen terug
roepen, dat deze kameraadschap in de
kerkers der vroegere regeering is ge
smeed.
Wie heeft Duitsche en Nederlandsche
nationaal-socialisten gemeenschappelijk
opgesloten?
Wie heeft er voor gezorgd, dat zij op
de meest onwaardige wijze werden mis
handeld? Wie heeft laf en arglistig
weerlooze menschen neergeschoten in
treincoupé's? Het is tijd. kameraden,
dat wij ons deze dagen herinneren en
ons deze misdrijven voor oogen stellen
om daaruit de noodiee conclusies te
trekken voor de hardheid van onzen
politieken strijd. Deze kameraadschap,
die .destijds ontstond, zal haar hechtheid
ook in de moeilijkste, zwaarste dagen
bewijzen. Destijds is het gehecle volk
aangespoord tot médewerking. De ka
meraadschap kon evenwel slechts ge
schonken worden aan degenen die voor
dezelfde idee hebben geleefd en ge
leden.
Als derhalve destijds mannen
opstonden als Colijn. die in zyn
- brochurq „Op de grens van twee
werelden" de massa van het volk
toeriep, dat de zelfstandigheid der
kleine staten wel niet zou terug-
keeren, dan stond toch tusschen de
regels te lezen: Wij zullen wel pro-
beeren die Duitschers te zijner tijd
weer kwijt te raken en wij zullen
zoo mogelijk ook bijdragen tot een
Engelsche overwinning op de na-
tinoaal-socialistische krachten.
Óok do toenmalige Commissaris
'der provincie Groningen Linthorst
Homan, wendde zich in zijn bro
chure: „Aanpakken" tot het volk en
spoorde aan tot de nieuwe orde,
evenwel altijd onder zekere voor
waarden en voorbehoud.
Desondanks heeft de RijkxcoYnmissa-
ris aan alle partijen gelegenheid gege
ven weer werkzaam te zijn. Zelfs de
marxisten meenden, dat wij op grond
van onze overeenkomst met Moskou nu
zelf marxisten en vereerders van het
communisme waren geworden. Uit hun
schuilhoeken kwamen zij te voorschijn
en zij zagen zich alweer als wereldred
ders met hun parool- „Proletariërs
aller landen, vereenigt u".
In dezen tijd trokken ook de oude
nationaal-socialistische strijders der
N.S.B. naar hun vergaderplaats te Lun-
teren op. Mussert richtte toen den blik
van zijn strijders naar het Oosten en
wekte het Nederlandsche volk op te
breken met de oude methoden der prc-
Engelsche gezindheid en zich te schik
ken naar de noodzaak der gebeurtenis
sen. Hy deed dat, terwijl hij alle Ne
derlanders opwekte nu niet meer te
spreken van vijanden, maar van broe
ders.
De bezettende macht heeft deze ont
wikkeling nauwkeurig gadegeslagen en
daaruit naderhand de noodzakelijke
gevolgtrekkingen gemaakt. Overal
vormden zich groepen en vereenigin-
gen. die steeds weer betoogden Duitsch-
gezind te zijn, maar die tevens Enge
land lief hadden. Deze twee harten in
een borst hadden echter niets te ma
ken met de eerlijkheid van een politie
ken strijd.
Sedert begin 1940 vlogen Engelsche
vliegers bij nacht en onty naar Duitsch
land en wierpen zelfs in Nederland,
België en Frankrijk hun bommen op
weerlooze menschen. De Führer waar
schuwde nogmaals. Pas, nadat hij had
vastgesteld, dat op 2yn waarschuwin
gen geen acht werd geslagen viel hij
ook met zijn bomeskaders aan en zette
Engeland betaald, wat het Duitschen
menschen had aangedaan.
In een tweede rede, die Reichsminis
ter dr. Seyss Inquart 26 Juli 1940 in
Den Haag hield, spoorde hij in de vol
gende bewoordingen de Nederlanders
tot medewerking aan:
„Dat de Nederlanders nu meewerken
aan den opbouw en wel als gelykrech-
tigde partners, die tot groote prestaties
in staat zijn, is de wonsch van het Duit
sche volk. Het is duidelijk, dat alle Ne
derlanders door deze verandering wor
den getroffen. De toekomst zal deze toe
treding der Nederlanders tot den vollen
stToom der gebeurtenissen toejuichen,
want het zal den Nederlanders een toe
stand van rus! doen verlaten, die niet
onvoorwaardelijk op alle gebieden meer
levert dan datgene, wat een staat van
rust. die licht stilstand wordt, kan bie
den, Ik geloof, dat deze nieuwe opbouw
aan de meerderheid van het Nederland
sche volk, vooral aan de arbeiders en
de plattelandsbevolking, maar ook aan
den Nederlandschen koopman en zee
man zeer veel zal bieden, namelijk
medewerking aan een Groot-Euro-
peesch gebied, dat door grootheid en
verscheidenheid van zijn zeden waar
borg biedt tegen crisisschokken van
eiken aard."
Al werd slechts door de nationaal-socialisten acht geslagen op dezen op
roep. toch blijkt daaruit zeer duidelijk, dat de bezettende mogendheid zich
steeds moeite heeft gegeven het Nederlandsche volk kameraadschappelijk op
te roepen tot medewerking. In dezen tjjd geschiedde het ook. dat de eerste
jeugdige naionaal-socïaljsten zich ter beschikking stelden van de Standarte
Westland. Zij wisten niet op wien zij eens hun geweren zouden richten. Slechts
een ding beseften zij: steeds zullen er krachten zijn, die optreden tegen het
Germanendom. Deze mannen kunnen zich er ook op beroemen den grooten
tijd te hebben begrepen, afscheid te hebben genomen van al. wat hun lief en
dierbaar was en tegen den wil van 90 procent van alle Nederlanders den
weg der revolutie naar de nieuwe vrijheid te zijn ingeslagen
Op 2! Juli 1941 gingen de legers van
den Führer over tot den stryd tegen
het bolsjewisme, den doodsvijand der
menschheid. Het bezoek van Molotof
met zijn eischen had den Führer aan
getoond hoe dreigend het bolsjewisme
zijn klauVven had opgeheven tegen
Duitschland en daarmee tegen geheel
West-Europa. Zegevierend voorwaarts
stormend beveiligden Duitsche soldaten
Europa en aan hun zijde de bondgenoo-
ten. Voor de eerste maal nemen ook
Nederlandsche vrijwilligers in de Stan
darte Westland deel aan den strijd te
gen het bolsjewisme. Opnieuw wordt
hier de kameraadschap aangetoond, die
in de kerkers was beproefd.
Voor de politieke groepen In Neder
land had nu ook het uur der beslissing
geslagen, namelijk deel te nemen aan
deze gebeurtenis van wereldhistorische
beteekenis of zich afzijdig te houden.
Zij kozen het laatste en hebben daar
mee zelf hun bestaansmogelijkheid ver
speeld. Op grond hiervan konden zij de
meenlngvorming in Nederland niet 'lan
ger influcnceeren, daar zjj niet bereid
waren zich te schikken in de noodzaak
van den grooten tijd. Het is derhalve
consequent en noodzakelijk dat deze po
litieke weg, die eenmaal als juist is on
derkend, verder wordt afgelegd. Duit
sche en Nederlandsche nationaal-socia
listen vormen sedert dien tijd het poli
tieke strijd- en leidersfront in Neder
land Mussert. die reeds in September
1940 den Führer zijn denkbeelden over
de vorming van een Germaanschen Sta
tenbond had uiteengezet, besloot in de
dagen van den zwaarsten winterveld-
tocht in het Oosten, op 12 December, in
de nieuwe rijkskanselarij te Berlijn den
Führer trouwe volgzaamheid tot in den
dood te beloven. Hierdoor had de na
tionaal-socialistische beweging onder
haar leider in den loop van tien jaar
de uitsluitende aanspraak op leiding in
Oe Führer ontving in zijn hoofdkwartier >n tegenwoordigheid van den Rijksminister
van Buitenlandsche Zaken 'oo Ribbentrop den nieuwbenoemden Turkschen gezant
in Berlijn, ^affet Arikan, 'f overhandiging van zijn geloofsbrieven. Links: gezant
dr. Schmidt Hoffmann-Stapf-Pax Holland m
Nederland veroverd. Bij de viering van
het tienjarig bestaan te Utrecht ver
klaarde derhalve de Rijkscommissaris,
Rijksminister dr. S.-v.ss Inquart de
N.S.B. thans de uitsluitende politieke
wilsvorming voor zich mocht opeischen.
Inmiddels was het aantal der vrijwil
lige strijders tegen het bolsjewisme in
het Oosten toegenomen. Het Legioen
Nederland werd in Februari opgeroe
pen in het Oosten in verbitterde winter-
slagen te bewijzen wnt. het waard was.
Uit deze consequentie volgt nu ook de
verdere weg van Nederland.
DE GIJZELAARS
Vervolgens behandelde Haupdienstlei
ter Schmidt enkele actuc-ele aangelegen
heden, In de eerste plaats de kwestie
der gijzelaars. Hij betoogde: „Nadat de
'Nederlandsche bevolfcing door den
Whermachtbefehlshaber, door publica
ties van de pers en door openbare rede
voeringen was gewaarschuwd geen acht
te slaan op het gestook van Londen en
zich rustig aan zijn werk te wijden en
nadat ik enkele weken geleden tc Wau-
bach deze aansporing nogmaals had on
derstreept met de woorden: „Rust is de
eerste burgerplicht', hebben toch snoo-
de elementen te Rotterdam getracht
een Duitschen militairen trein door een
bomaanslag te doen ontsporen. Hoe er
barmelijk deze plegers van den aanslag
zijn geweest blijkt wel hieruit, dat *y
hun ladingen ontplofbare stof hadden
geplaatst bij een viaduct en dus wilden
bereiken, dat de trein naar beneden
stortte. Een Nederlandsche spoorwegbe
ambte moest hierbij zijn leven offeren.
De Voorizenigheid heeft ook hier an
ders beslist dan deze ellendige misda
digers hadden bedoeld.
De Wehrmachtbefr-hlshaber spoorde
nogmpals dc bevolking aan tot deelne
ming aan het onderzoek. Ook deze tyd
verliep ongebruikt, zoodat de bezet
tingsautoriteiten thans gedwongen wa
ren vyf Nederlanders als gijzelaars tc
doen boeten. De wetten van den oorlog
zijn hard en meedoogenloos. Juist den
laatsten tijd is gebleken met welke
lichtzinnigheid de Engelsche strategie
optreedt."
A priori zij opgemerkt, dat het
doodschieten van gijzelaars voor
de eene noch voor de andere par
tij een aangelegenheid is, die
licht kan worden opgevat. Op
grond hiervan hebben de Duit
sche bezettingsautoriteiten dezen
Stap ook zeer rijpelijk overwo
gen. Zij zijn zich bij de beslissing
volkomen bewust van de groote
beteekenis, die deze zaak uit
menschclijk oogpunt heeft, en zij
nemen deze beslissing uitslui
tend krachtens de groote verant
woordelijkheid, die zij thans dra
gen in de beslissende worsteling
om onze toekomst. Wellicht heeft
de bewogenheid, die bij gelegen
heid hiervan Nederlandsche krin
gen heeft aangegrepen, deze voor
de eerste maal eenigszins doen
aanvoelen welk een vreeselijk
harde en vooral onverbiddelijke
strijd om zijn of niet-zijn in het
Oosten wordt uitgevochten.
In Mei 1940, toen men nationaal-so
cialisten doodschoot en toen de broeder
van den leider der N.S.B.. luitenant-ko
lonel Mussert, wreedaardig werd ver
moord. sloeg daarop vrijwel niemand
acht. Ik zou zeer in het bijzonder de
aandacht op dit feit willen vestigen,
daar er thans nog Nederlanders zijn, die
niet willen begrijpen, dat dc strijd, die
in het Oosten woedt, geen oorlog in den
gebruik el ij ken zin der laatste eeuwen
is. Zij moesten toch door de rcusachtigo
bewapening der bolsjewistische legers
en den gruwelijken strijd dezer onmen-
scheüjke horden langzamerhand tot een
ander inzicht zijn gekomen.
Evenals in het tijdperk van de Volks
verhuizing en van den Mongolenstorm,
waarin de wereld een ander aanzijn
kreeg, gaat het er ook thans om, of de
volken van Europa in de door hun ge
schapen cultuur zullen voortleven dan
wel vernietigd worden en ondergaan.
Deze worsteling, die tegenwoordig in
den Kaukasus, aan de Wolga en voor
Moskou zich afspeelt, is een worsteling
om de vrijheid van Europa. Indien deze
strijd in het Oosten mocht worden ver
loren, dan is er op het geheele vaste
land geen mensch meer. wien dit niet
aangaat. Ieder zou deze nederlaag moe
ten ondervinden en bespeuren aan het
eigen lichaam. Nu moet niemand zich
verbeelden, dat dit bolsjewisme halt
zou maken voor zijn woning. Ik weet,
dat er thans in Nederland nog altoos
menschen zijn, die willen vergeten, wat
het bolsjewisme sedert het jaar 1917
onder de volken in hel Oosten heeft
aangericht. Het geheele cullureele en
sicoale leven heeft men dezen volkeren
ontnomen. Volslagen verdelgd werd
ieder, die het slechts waagde een woord
te zeggen over den vroegcren tijd van
het tsaristische Rusland. Massa execu
ties van ongelooflijken omvang werdca
voltrokken, waartegenover de Fransche
revolutie slechts het werk van leeken
en beginnelingen is geweest. Tien tot
vyftien millioen menschen en nog meer
werden uitgemoord. Dertig millioen
stierven den hongerdood, daar men vol-
gens de marxistische theorie probeerde
den bodem, die geslachten lang door
gezinnen werd bewerkt, thans in eed
communistisch kolgozenstelsel te per
sen. Voorts werden 20 millioen men
schen gedeporteerd en gingen in de
Noordelijke ijswoestenijen en in de Si
berische steppen dc vernietiging tege
moet. Wat overgebleven is, is een ziel
loos mensch. Men leze slechts de brie
ven der Duitsche fronlslodaten, die
overal op de naarste, ellendigste plek
ken standbeelden van Lenin en Stalin,
reusachtige partijgebouwen met zuilen
van gips en andere imitaties aantroffen.
Dat heeft dit marxisme den volken in
het Oosten gebrth-ht en daarmee wilde
het de wereld gelukkig maken. Op een
oogenblik. waarop het Duitsche volk
honderdduizenden zijner beste zonen
offert voor de toekomst van Europa, is
het onverdraaglijk, dat in een land men
schen probeeren in vrijwel ongestoorde
gezelligheid te leven en zich over te ge
ven aan de rust. Aan wie danken deze
menschen hier in Nederland hun leven
dan eigenlijk wel? Aan hun eigen pres-
taties zeer beslist niet
(Z19 voof vervolg pag.