4MEKF00OTSCHE COURANT De Fiihrer: „Trouw en onwrikbaar zullen wij ook in het nieuwe jaar onzen plicht vervullen" n— Nooit zal er meer een 9e Nov. 1918 komen :m II IS WOENSDAG 3 LOUWMAAND (JAN.) 1945 - 58a JAARGANG - No, 251 DAGBLAD VOOR AMERSFOORT EN DE GELDERSCHE VALLEI 0 „Millioenen Duitschers. mannen en vrouwen, jongens en meisjes, tot kinderen toe hebben naar de spade en schop gegrepen Duizenden Volkssturm-bataljons zijn ontstaan en worden nog opgericht. Divisies pj 4 na divisies zijn nieuw opgesteld. Volksartilleriecorpsen, granaatwerper-en stormgeschutbrigades alsmede J7 pantser ormaties worden uit den grond gestampt. Jachteskaders worden aangevuld en van nieuwe toestellen voorzien". 1 Mi -v* lv. - Ons volk stond als een rots in de branding Telegram wan den Führer aan den Rijkscommissaris Uitgave: N.V. DRUKKERIJ ONNES v/h BLANKENBERG ZN Snouckaertlaan 9 - AMERSFOORT - Directeur F. HALEWIJN Abonnementen alleen bij vooruitbet.: p. kwartaal 12-05: p.post f2.25 p.week f 0.16. Losse nummers f 0.06. Correspondentie over advertenties en abonnementen aan ADMINISTRATIE. TELEF. 5289. GIRO 86362 Redactie: Telefoon 6731 HoofdredacteurNIC. LAMAN PRIJS ADVERTENTIES: permillimeterregel f0.12. Ingez. mededee- ling f 0.24 p.r. „Doelpunten"a. personeel t.m, 20 woorden f 0.55. Ieder woord meer f0.05; b. alle overige tjn. 20 woorden f 0.66. Ieder woord meer f 0.06 max. 50 woorden. Bewijsnummers 6 cent. De administratie behoudt zich het recht voor advertenties eventueel zonder opgave van redenen te weigeren. 4 Hoofdkwartier van den Führer. Ter gelegenheid van de jaarwisse ling heeft de Führer een oproep gericht tot het Duitsche volk, waarin hy zeide het laatste jaar en vooral sinds 20 Juli zijn geheele aandacht te hebben gewijd aan den lotsstrijd van het Duitsche volk. De ver wachtingen van den vijand zijn teniet gedaan. De verschillende ter mijnen, die hy telkens stelde, verliepen zonder succes. Thans verklaart inen dat in Augustus het Duitsche rijk ineen zal storten en in Juli zal men ongetwijfeld weer spreken van den daaropvolgenden winter. Intusschen zal dan de oorlog werkelijk eindigen maar niet door een Duitsche capitulatie maar door de Duitsche overwinning. De Führer zet vervolgens uiteen, dat de tegenstanders van Duitsch- land in de eerste plaats het Duitsche volk in het geheel niet kennen, dat de beslissende factor is van de Europeesche geschiedenis en der halve van de wereldgeschiedenis en dit thans en in de toekomst pas goed zal zijn, ten tweede dat men van een nationaal-socialistische staat geen benul heeft en ten derde, dat men in de landen van den vijand een kleine clique van salon-politici en salon-generaals, die niets te maken hebben met de overweldigende massa van het gezonde Duitsche volk, geloofd heeft. Daartegenover staat, dat Duitschland weet, wat de Britsche en Amerikaansche staatslieden met het Duitsche rijk voor hebben en wat de bolsjewistische machthebbers en de inter nationale joden voor maatregelen tegen het Duitsche volk beramen. Bovendien zyn nu de Duitschers ook tot alles besloten. De Duitsche staat zal nooit capituleeren, is vastbesloten iedere crisis het hoofd te bieden door een grootere krachtsinspanning en zal iedereen vernietigen, die van plan is, zich te onttrekken of te verlagen tot instrument van het buitenland. De Duitschers strijden voor het behoud van den Duit- schen mensch en voor al datgene, wat het leven zyn waarde geeft, om geleefd te worden. Uit de puinhoopen der Duitsche steden is de Duitsche wil pas goed opnieuw naar boven gekomen. Als slotstuk van dezen tyd zullen ook de Duitsche steden weer uit haar puinhoopen herrijzen. De Weermacht opnieuw versterkt. De Führer geeft vervolgens een overzicht van de geweldige lasten, die het jaar 1944 ge bracht heeft, waarbij hij op merkt, dat het liberale tijdperk voorbij is en dat de pogingen om de democratie te doen herleven, totaal onvruchtbaar zijn geble ven. In 1944 zijn naar het voor- fceeld van Italië, Finland, Roe menië, Bulgarije en Hongarije ineengestort, in de eerste plaats als gevolg van de lafheid en besluiteloosheid der leiding. Het zijn of niet zijn van een Duit sche toekomst is afhankelijk van de consequente verdere ontwik keling van den Duitschen volks- staat. De Duitsche Weermacht wordt opnieuw versterkt, dui zenden volkssturmbataljons zijn ontslaan, jachteskaders worden aangevuld enz. Wat de vijanden oo'.t vernield hebben, het wordt w*fer ongebouwd met boven in enschelij>:e vlijt en helden moed en dit zal geschieden, tot dat het beginnen van de vijan den van Duitschland op zekeren dag een einde neemt. De Führer eindigt zijn oproep als volgt: Ik zou aan het einde van dit jaar nu al de ontelbare millioe nen van mijn volksgenooten als woordvoerder der natie en op dit oogenblik ook als de leider van naar lot met een overvol hart willen danken voor alles, wat zij geleden, verdragen, ge daan en gepresteerd heboen, den mannen en vrouwen tot onze kinderen in de Hitlerjeugd toe, in de steden en gehuchten, in de dorpen en op het land. Ik zou hen willen vragen ook in de toekomst niet te verslappen, doch de leiding der Beweging te vertrouwen en met een uiterst fanatisme dezen zwaren striid voor de toekomst van ons volk te doorstaan. Voor zoover het aan mij zelf ligt, om het succes te bevorderen, ik zal, evenals in het verleden, ook in de toekomst alles hiervoor doen. Ik spreek derhalve thans minder, niet, omdat ik niet spreken wil of niet spreken kan, aoch omdat mijn weik mij weinig tijd tot spre ken laat en omdat ik geloof, dat ik thans ieder uur verplicht ben na te denken en te streven om het weerstandsvermogen van onze legers op te voeren, betere wapens in te voeren, nieuwe formaties op te stellen en uit mijn volk aan krachten te vor men, wat gemobiliseerd kan worden. Bij mijn vijanden zal misschien nu al een licht zijn opgegaan, dat ik dezen tijd niet geslapen heb. Onwrikbaar geloof in de toekomst. Overigens wil ik u, mijn volks genooten, evenals in de lange jaren van den strijd om ae macht ook thans opnieuw verze keren, dat mijn geloof aan de toekomst van ons volk onwrik baar is. Wien de Voorzienigheid zoo zware beproevingen op de schouders legt, heeft nij tot de hoogste taak uitverkoren. Het is derhalve mijn eenige zorg mijn uiterste best te doen om het Duitsche volk door dezen tijd van nood heen te leiden en het daarmede de poort naar die toe komst te openen, waaraan wij allen gelooven, waarvoor wij strijden en werken. Ik kan dit appèl niet besluiten zonder God te danken voor de hulp, die Hij leiding en volk steeds weer heeft doen vinden, alsmeue voor de kracht, die Hij ons gegeven heeft om sterker te zijn dan de nood en het gevaar. Wanneer ik Hem daarbij ook dank voor mijn eigen redding, dan alleen, omdat gelukkig hen mijn le ven zoodoende verder te kunnen stellen in dienst van mijn volk. Op dit oogenblik wil ik der halve als woordvoerder van Groot-Duitschland jegens den Almachtige de plechtige ge lofte afleggen, dat wij trouw en onwrikbaar onzen plicht ook in het nieuwe jaar zullen vervullen, in hét rotsvaste geloof, dat het uur komt, waarop de overwinning dien- gene beschoren zal zijn, die haar het waardigste is, het Groot-Duitsche Rijk. Dagorder van Adolf Hitler Hoofdkwartier van den Führer. Adolf Hitler heeft in een dagorder aan de Weermacht in het licht gesteld, dat thans een strijd geveerd wordt om zijn of niet zijn, om dood of leven. De vijand heeft de uitroeiing van het Duitsche volk ten doel. De oorzaak der tegenslagen^ die geleden zijn. lag niet hij het Duitsche volk en zijn Weer macht, maar bij zijn Europee sche bondgenooten. De Führer geeft dan een overzicht van den weg, die het verraad gevolgd heeft, vanaf den Don, waar het Roemeensch - Italiaansche Hongaarsche front instortte, tot het opgeven van Bulgarije en de smadelijke houding van Horthy, waarhij nog de aanval van den 20sten Juli kwam. Van dien datum dateert het keer punt in het Duitsche lot. Eens en voor altijd mislukte toen de poging om door een binnen- landsch complot den socialen Duitschen volkss taat te vernie tigen en Duitschland uit te leve ren aan de internationale sa menzwering. Dit bekrachtigt, dat er nooit een negende No vember 1918 weer zal komen. Sinds 20 Juli heeft de Führer al leen geleefd voor de voorberei ding om uit het defensief weer over te kunnen gaan tot het of fensief. Daarbij werd geen stap achteruit gedaan zonder weer stand tot het uiterste. Voortgaande wijst de Führer erop, dat overal, waar de vijand gebied bezet, politieke anarchie en economische chaos ontstaan. In plaats van de Duitsche orde komen werkloosheid, honger en ellende. De Führer, besluit: 1945 zal van ons het uiterste eischen aan moed en krachtda digheid, maar het zal ook tevens het jaar zijn van een histori- schen ommekeer. De met ons marcheerende soldaten der ver bonden Europeesche regeerin gen en volken vormen kiemcel len voor den wederopbouw van i - Wanneer ik God dank voor mijn eigen red ding, dan alleen, omdat ik gelukkig ben mijn leven daardoor verder in dienst van mijn volk te kunnen stellen. Dr. Göbbels over 1944: Rijksminister dr. Göbbels heeft ter gelegenheid van de jaar wisseling via de radio tot het Duitsche volk gesproken. „Het einde van het oorlogs jaar 1944 vindt, aldus dr. Göb bels, de avondlandsche mensch- heid in een waarlijk tragischen toestand. Wanneer de misleide volken van Europa na vijf jaar oorlog gehoopt hebben, dat hun troostelooze positie door het na deren van de Anglo-Ameri kaansche strijdkrachten verbe terd zou worden, zijn deze verwachtingen op wreede wijze den bodem ingeslagen. Waar deze vijanden van het Rijk en de Europeesche nieuwe orde verschenen, werden zij onmid dellijk gevolgd door honger, el lende en een politieken en eco- nomischen chaos. Het jaar 1944 heeft de algemeene crisis van de geheele beschaafde wereld naar een nieuw-hoogtepunt ge voerd. De minister wees erop, een continent, dat ons gemeen schappelijk vaderland is, waarin onze voorouders leefden, waarin zij duizenden jaren om hun lot geworsteld hebben en dat wij thans verdedigen tot den dood. Dagorder van Göring, von Runstedt en Himmler. Rijksmaarschalk Göring heeft een dagorder gericht tot het Duitsche luchtwapen, waarin hij er op wijst, dat deze dagen de eerste vruchten te zien geven van het opbouwwerk bij het Duitsche luchtwapen. Groot-adminraal Dönitz heeft een nieuwjaarsboodschap uitge geven waarin hij zegt: fanatie ke stoutmoedigheid zal ons tot de overwinning leiden. De chef van den generalen staf, kol.-gen. Guderian heeft eveneens een nieuwjaarsoproep uitgegeven, waarin hij zegt het komende jaar met moed en vertrouwen tegemoet te zien, want door de laaiende vlammen der veldslagen straalt het sig naal der overwinning. Gen. veldmaarschalk Von Rundstedt heeft een dagorder uitgevaardigd tot de soldaten van het Westelijke front, waarin hij zegt, dat een der hardste ja ren van dezen oorlog voorbij is. De Führer heeft den Rijks commissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, Rijksmi nister dr. Seyss-Inquart, ter ge legenheid van de jaarwisseling het volgende telegram gezonden: „Ontvangt voor het komende jaar mijn hartelijke wenschen voor uw verantwoordelijken ar beid, alsmede voor uw gezond heid. (w.g.) Adolf Hitler". Het nieuwe jaar zal ons zien als trouwe en gestaalde soldaten van de'n Führer, dapper in den aanval, standvastig in de verde diging, ontembaar in den groo- ten beslissenden strijd. Ons-, ge- geloof in den Führer en de hechte kracht van ons volk zijn onwrikbaar. Wij zullen on ze inspanningen nog verhoogen, nooit verslappen, nooit toege ven, zoolang de vijand niet ver slagen is. De Reichsführer-SS, hevel hebber van het „Ersatzheer", Heinrich Himmler, heeft een nieuwjaarsbevel gericht tot het „Ersatzheer" waarin o.a. wordt gezegd: Onze vaste wil voor dit jaar is door verdere vereenvou diging in onze gelederen ,door harde opvoeding van officieren en manschappen en door onver moeide plichtsgetrouwheid geen taak, die de Führer ons over draagt en geen eisch, die 't front ons stelt, onvervuld te laten. In een nieuwjaarsbevel tot de Waffen-SS en politie zegt de Reichsführer-SS o.a.: het jaar 1945 zal ons op beslissende wij ze nader brengen tot de groote Duitsche overwinning en daar mede tot den vrede. Wij willen meer doen dan onzen plicht. dat een onlangs gevangen geno men bemanning van een Ameri kaansche terreurbommenwer- per, die uit negers bestond, niet eens wist te zeggen, boven wel ke Duitsche stad zij haar lading brisant- en brandbommen had neergeworpen. Het jaar 1944 kenmerkt zichzelf door deze ge beurtenis op treffende wijze. Na een korte opsomming van de belangrijkste gebeurtenis sen van het afgeloooen jaar ging de minister voort: In deze wilde stormen stond ons volk als een rots in de branding. Zijn vijan den waanden den weg naar Berlijn reeds vrij. Maar het voor den vijand onbegrijpelijke ge beurde. In een krachtsinspan ning zonder weerga kregen zij weer vasten grond onder de voe ten. De idee triomfeerde over het brute geweld. In deze maan den voltrok zich datgene, wat onze vijanden het Duitsche won der noemen. Het is echter geen wonder doch het resultaat van ons geloof, van onzen strijd en onzen arbeid. De eenige man, die dezen tijd zal overwinnen. Wij leven, aldus dr. Göbbe's verder, in den tijd, waarin de waarde van alles verandert. Het Duitsche volk alleen beschikt tijdens dezi verandering over den man, die dezen tijd waardig is en die dezen tenslotte ook overwinnen zal. Hij is het zin nebeeld en de belichaming van zijn tijd. Wanneer Europa zijn leven redt, dan gebeurt dit al leen door hem. Het nieuwe jaar zal ons pa raat vinden. Het Duitsche volk zal eerst dan de wapens neer leggen, wanneer het de overwin ning veilig in handen heeft en niet één seconde eerder. Het nieuwe gevechts- en oorlogsjaar zal het Duitsche volk en zijn leiding steeds op de hoogte van den toestand aantreffen".

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1945 | | pagina 1