S®. 27. Serste Blad.
l"fe Jaargang.
Zaterdag 5 Juli 1902.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Militair Schetsboek.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.28.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagolijks, met uitzondering van
Zon- tn Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
'8 morgens bij de Uitgevers in to zcnieu.
Uitgevers: VALKHOFF O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTTÊN:
f 0.75.
- 0.18.
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
De grootste schat.
Tevredenheid,
„Eén kroon, die zelden zelfs een
koning draagt
Shakespeare.
„Gezondheid is de grootste schat'' een
genoeg bekende uitdrukking, van welke het
niemand verwonderen kan, dat zij geworden
is tot spreekwoord. Wij moeten eerst zelf
maar eens gedurende korter of langer tijd aan
't ziekbed gekluisterd zijn geweest, om daarna
eerst ten volle te kunnen waardeer en het ge
not van gezond zijn en dan ook te kunnen
verf taan den zin der woorden, die te Ischl aan
den voet van het beeld van de godin der ge
zondheid gebeiteld staan:
,.Man nennt als grösstes Glück auf Erd'en
„Gesund zu sein
„Ich meine nein
„Eirt grössres ist's gesuncf zu werden."
Intussolieu, ik heb ze ,in mijn leven ont
moet, mensehen gezond! van' lichaam, krach
tig van gestel, die aanzaten aan welvoorzie-
nen disoh, wien 't aan niets ontbrak, do we
reld piees hen gelukkig, door velen werden
zij benijd en todhf, daar waë iets in hum oog,
daar lag ietis. op hun gelaat-, dat getuigd1© van
onvoldaanheid en ongenoegen, en aanstonds
herkende ik hieir den ontevreden mensch,
die, bij al wat de wereld hem biedt, laet beste
mist, gezond en rijk en tocli -zoo ziekelijk en
arm. is, ontevredene, die derft, den groot sten
schiat.
Daartegenover staat, dat ik lijders bezocht
aan hun sponde, wier kracht was gebroken,
wier lichaam wals verzwakt, in langzaam
voortkruipendo dagen en moeiedijjk doorwaak
te nachten kwelde hen de smart dee lij,dens
en toch, daar was iets im't flauw starend oög,
daar lag iets op 't verbleekt gelaat, d'at mij
aantrokdat mij aanstonds dteedl gevoelen,
dat d'mi Hf or velen beklaagden geen beklag
vom zidii wilden. "Welk een bewonder en.srwiala.r-
digo kalmte cngelatenheid werd hier aan den
dn: gelegd, welk een verzoend zijn met het
In!, welk toni geloovig vertrouwen^ welk een
iifnerlijiko blijdschap ,en dankbaarheid) neg
voor eiken kleinen liefdesdienst hem bewezen,
Waarlijk een tevreden zieke is te benijden bij
een gezonden ontevredene tevredenheid is
de allergrootste schat!
Daar wórd,tfverhia Aid van Lodewiik XI, dat
hij, eens in t paleis een der koksjongens on.tr
moetende, hem vroeg: ..hoeveel verdient gij?"
.en dat dó aangesprokene daarop kort en goe«d
antwoordt „zooveel als de koning!" een
antwoord, dat uitlokte de wedervraag„weet
ge dan -wel, hoeveel de koning verdient?"
waarop de jongen hernam„de koning ver
dient zooveel als hij noodig heeft- en ik ook,
Men noemt, het grootst geluk op aar.le ge
zond te 4c ij n grooter geluk nog is het, gezond
'te worde n.
dus wij verdienen evenveel."
Ziellier ons geteekend het beeld van d!en
tevreden mensch. die weet, dat men niet rijk
behoeft te zijn om tevreden te wezen', maar
dat men wel tevreden moet zijn om rijk te
wezen. Zoo kan en -wie zal zeggen hoe dik
wijle het- inderdaad ook het geval is do
e: nvoudigsi,. dagloonor gelukkiger zijjn dan
de machtigste koning.
Op d. vraag van den rijken Alexander,
wat hij kon doen voor den cenvoudigen Dio
genes, antwoordde deze: „niet anders als een
voetbreed ter zijde gaan, opdat het zonlicht)
mij weer kan beschijnen Toen moet de
groote koning jaloers oh zijn geworden op dien
tevredón wijze en gezegd hebben „Als ik
Alexander niet was, zou ik Diogenes willen
zijn
Daar i: dan ook niets bt-ters en niets van
meer waardij voor een mensch dan dat hij
verstaat de groote levenskunst, die de groot
ste levenswij-beid tevens is, weinig met- dank
baarheid1 te genieten en veel met blijmoedige
heid te ontberen.
De bekende Romein Cicero, ondervraagd
welke de grootste rijkdom was, heeft naar
waarheid geantwoord- „de grootste en ook
de zekerste van alle schatten is tevreden
heid.'
Een ontevreden mensch is wel beschouwd
een ongelukkig mensch, met wien men diep
meelijden moet hebben, want voor hem mist
do blotim kicur en geur, de ster licht en. glans,
het leven schoonheid en aantrekkelijkheid, 't
Is als miert het ontevreden kind, dat zijn
speelgoed niet mooi, zijn les te saai, het eten
niet lekker, broertje of zusje te lastig, kortom
alles en allen vervelend vindt, nergens 'be
hagen in schept- en naar vindt het leven, dat
voor «en kind inzonderheid zoo mooi is en
zoo rijjk aan geluk.
Door ontevredenheid' wordt el'k: geluk ver
stoord, verwoest, relden waarom wijl al meen*
willen trachten liet zoover tei brengen, dart
wij, met een gewijd schrijver kunnen zeggen
„ik hi&b geleerd vergenoegd te zijjn in hetgeen
ik ben."
E'n inderdaad, er is voor die vergenoegd
heid voor iedler onzer reden te over Onte
vreden met ons lot, zochten wij naar yerarn-
dening, maar straks, lroe vurig wenschten wij
terug, waarov a wij eerst ons beklaagden.
Treffendl is deze waarheid aangetoond in de
volgende gelijkenis, die ik ergens vond
Daar leefde ver van hier, ergens "t rots
gebergte, em leenhouwer, die in t zweet
zijjus aunacbijins verrichtte zijn zware® arbeid»
van den vroegen, morgen tot den laten a vond
hanteetrend het houweel, beukend' de rots. Op
zekere® dag ,is het werk hein te veel. wrevelig
werpt hij 't gereedschap uit de hand, hij wischt
zich het door de zen gebruind gelaat, klaagt
over zijn ondragelijk lot-, en 't komt in hem
op als een voorbijvliegende gedachte„o,
als ik toch eens die zon kou zijn, hoe heerlijk
ware dan mi ju bestaan'En nauwelijks he*ft
hij 't gedacht, of ziet, zijn wensch Was reeds
vervuld daar* stond bijv nu de zon, die in
verzengenden gloed hare breede bundels stra
len wierp op de aarde, bruinend het gelaat
van de teenhouwers inde rotsen. De vreug-
(i. over zij/tl nieuw bestaan kende geen gren
zen., totdat d'aar op een gegeven oogenblik
'ii reusachtige wolk komt aangevaren, die
zich stelt tusejehen hem en de aardie, belenir
■rend zijn uitzicht. De zon was dus niet wat
hij zich had voorgesteld, oppermachtige ko
ningin des heelalss de wolk was haar meer
dere lieerliijk moest het wezen, zulk een
wolk te zijn
En nauwelijks was deze wenscb geuit of hij
was reeds vervuld, de steenhouwer was in.
een wolk veranderd. In rustelooze vaart dreef
hij door het onmetelijke luchtruim over lan
den en zeeën heen. tot hare eigen zwaarte
haar naar omlaag trektoen vloeide zij in
regen neêr op de bergen, straks een schui
mende, klaterende bergstioom, die meesleept
wat zich hem in den weg stelt. Maar dan, op
eenmaal ziet hij zich tot stilstaan gedwon
gen door een onmetelijk rotsgevaarte, 't zelf
de, waarop hiijl eens met het houweel zijmi
kracht b "proefde.
Met nauw verholen toorn ontwaart hij hoe
die rots meer is dan een wolk, zoo n rots, die
va® geen wij|kcn weet. die trotseert den bran
denden gloed1, die afstraalt van de zon, zoo
wel als den machtigen, 'stroom, die zijn oor
sprong neemt uit de wolk, en. 't verlangen
wordt in den steenhouwer wakker, een rots
te zijn. En nog. eens wordt hij van gedaante
veranderd reeds geruimen tijd stond hij
claar, toen hij op zekeren dag mensohen ziet
naderbij komen, 't houweel over den schou
der, dwergen, die post ..vatten aan. den voet)
van den reus, straks met geweld tel kens en
teil'ken» w'eêr met- het. zware werktuig hem
beukend eni kleiner makend. Wanhopig er
over. dlat hijj dit alles lijdelijk moet aanzien,
dat die dwergen daar omlaag dus zijn' meer
deren zijn., ja hem' .straks misschien geheel
verbrokkeld zullen hebben, wellicht voor een
goed' deel ook uit zucht tot. zelfbehoud, smeekt
eindelijk dó reeds zoo dikwijls van gedaante
veranderde dat hij) nog eens, en nu dan voor
de laatste maal, veranderd mocht- worden in
een.steenhouwer.
En andermaal wc,rdt zijjn bede verhoord,
reeds hanteert hij. het houweel, nu niet voe
lend den last van den arbeid, verzoend met
zijn lo-tt Immers, ervaring had. den man wijr
zer gemaakt, liii had geleerd vergenoegd te
zijn ai hetgeen hij was van nu af valt hem
niet zwaai mteer zijn werk, hij zingt er bij
zijn lied, een tevreden en gelukkig- mensch
De las, die uit. dit. verhaal spreekt, is d'üi-
delijk haak met altiid naar wat anders, denk
niet altijd, dat anderen 't beter hebben dan
giji, leer in uw leven van alles de lichtzijde
zoeken, zetl uw mond niet tol klagen, alvo
rens degelijk onderzocht te hebben of er wol
grond is voor uw klacht, en leer zoo na te
zeggen de bekende oede:
„Heer, maak mij in mijn lot tevreden
„Met wat ik heb en wat ik ben
Ten slotte nog ditEens is iemand op tien
vernuftige» inval gekomen, te vertellen dat
tevredenheid een artmel is, dat feitelijk door
iemand' wordt begc-erd dan alleen door dwa
zen, dab het woord „tevredenheid'' heel mooi
klinkt in poëzie, malar erg belachelijk in
proza. O zeker, "t. is maar hoe men de dingen
opvat 'l -.preekt, toch van zelf, dat wij aJ-
len tot aan d°® rand van 'L graf liehouden
onze wensehen en idealen, dat ons ingescha
pen is de zucht om te zoeken en tc streven.
En wij kunnen het slechts zegenen, dat een
Columbia niet tevreden was voordat hij zijn
nieuwe wereld had ontdekt, dat een Galileï
niet rustte voordat hij. kon staven de waar
heid, d'at onze aarde zich toch beweegt, wat
het vooroordeel van Tlun tijd er ook tegen
inbracht.
Alleen zcruden wij dit kunnen zeggen te
vredenheid beduidt niet zich nederleggeo aan
den levensweg, nadat wij in ons gedood heb
ben alle geestkracht, ons leven verlagend tot
ecu werkeloos en doelloos bestaan neen,
daarvoor zijn we ons te zeer bewust van het
geen wij, verplicht zijn aan de menschheid,
wier kinderen wij zijn. "Het. leve® is „arbeid
en roeping en edele strijfd dwazen., die 't
werkeloos, gedaehteloo<;< doorleven"', zooals
onze de Gen es bet zoo mooi hoeft, gezegd'.
De Al pen knaap kan niet duren in: het dal,
telkens roteer zoekt hij de hoogte waar bloeit
dó alpenroos. Zoo voelen ook wij in ons een
onverzade 1 iilk begeeren, tc- jagen naar een
wit, té bereiken e?n ideaal, te vinden een ge
luk Maar bij dit alles kweekem wij, aan de
groote deugd der tevred'enheid. niet morrend
gaan wij tegen de: bergen op, maar zingend
ons lied', niet klagend als daar zoo ménige
bloem geknakt wordt gevonden op onzen weg,
maar dankbaar op zichzelf, roods, daarvoor,
dat de lust tot verder gaan in ons is neerge
legd, genietend heden van cfen zonnestraal.
die daar viel op ons pad, en strak»rond
de wolken, die samenpakken boven ons, jui
chend begroetend den lichtzoom, die ze om
glanst.
Ja, wij, gaa.il nog verder niet alleen., dat
een zekere mate van ontevredenheid' ver
klaarbaar zou zijn in ons. daar is zelfs een
heilige ontevredenheid, die allen
eigen moest zijn, ml. waar het geldt onzen
geestelijken menscb. Hier- allermeest, komt
het er op aan, onafgebroken te streven, met
alle -kracht, die in. i.ns is. te zoeken naar het.
hcogere. ons zelf te volmaken, niet spoedig
voldaan, maar altijd vervuld van een groot
verlangen-, betera menschon te worden
Hoe meer ons leven die richting neemt,
hoe meer over ons en in ons zal komen een
blijde geest van tevredenheid, een stemming
des gemoed-., zooals door Shakespeare wordt
bezongen in de schoone versiegels
„Mij» kroon is in mijn bait, niet op mijin
hoofd,
Gr oil diamant, geen kostbre steen ver
siert haar;
Onzichtbaar is ze. Haar naam Tevre
denheid,
.Een kroon, die zelden zelfs een koning
draagt
F. W. DRIJVER
Politiek Overzicht
Hel Duitselte tarief ran luvoer-
rechteu.
Terwijl! de rijksdag zijne zoinervacantie ge
niet. die in dit jaar korter dan gewoonlijk
zal duren, want bij 't naar huis gaan werd
de eerstvolgende zitting op 14 October be
paald, i.s eene commissie urit dón rijksdag
♦"veroordeeld den gansehen zomer door te wer
ken. Dat is de commissie, die rapport moet
uitbrengen over liet nieuwe tarief van in
voerrechten, waai'van liet ontwerp in Decem
ber van het vorige jaar bij den rijikadag werd
ingediend. Den 8en Januari is die commissie
met haren arbeid begonnen, en nagenoeg een
•half jaar later, den len Juli, in de 74e zit
ting. kon worde® modebeeld, dab de -hielft
van het uit 946 posten bestaande tarief was
afgedaan.
Daarmede is nu wel het grootste gedeelte
van het werk der eerste lezing afgedaan,
want in de tweede helft van liet tarief zij®
niet de groote princi,pieelo strijdvragen begre
pen. die de beraadslaging over de eerste helft
li&blben bdheerseht. Maar het is niet onnatuur
lijk, dat de langzame voortgang der behan
deling tot dusver voedsel geeft aan de vrees,
dat de commissie nidi gereed zal 'kunne® komen
uk tiaar werk. De KreuErZeituog heeft zich tot
het orgaan gemaakt van die vrees. Zij spreekt
twijfel uit of het, naar het tot dusver in
aoht genome® tempo, gelukken zal de gek ede
behandeling in de commissie tegen 't laatst
van Sept.. ten. einde te brengen. Zij berekent,
dat voor de eerste lezing nog tien weke®,
elk van vijf zittingsdagen, noodig aulllen zijn,
e® meer tijd: is er niet beschikbaar, tenzij: de
commissie, om ook de tweede lezing nog te
kunnen houden vóór half October, de be
scheiden vacant ie mooht. wille®, opoffere®, die
ziji zich heeft toegedacht. Daarna schrijft het
conservatieve blad
„De commissie zal dus met de® tijd, dlie
haar is toegemeten, zeer zuinig moeien oant-
gaaui, want. van het. tijdig volbrengen dier
tank, die linar i3 opgedragen hangt ten alot-
te hert tot &ito®d komen af van de geheele her-
voiming van hert, tarief van invoerrechten.
Wij zijn overtuigd., dat d© beraadslagingen,
tenzij de „Daaierreclen" (redevoeringen om de
zittingen te rokken) aan de linkerzijde nog
meer de overhand krijgen:, nadat het nu in
behandeling zijnde lioofdst.uk is afgedaan,
vlugger en met mindbr bezwaren zullen ver-
'oopen en dart. den in hoofdzaak alleen nog
de rechten op machine*» uitvoerige debatten
zullen verdere®. Maar toch zal men goed
doen. zooveel mogelijk op tijdbesparing be
dacht te zijn. In t eind zou de commissie
niet kunnen vermijden, den dagelijkschen
werktijd aanzienlijk te verhoogen en af te
zien van do vacant ie. Daartoe wordt natuur
lijk bijzonder groote werklust verejsoht,
door
MIL VAN HOORN.
(Het auteursrecht is verzekerd.)
IV.
Open brief a a a m ij n e» ml e d e-p aeda-
g o g o n van li e t. L h e t. U. L het
M. U. L„ het) M. en het H. O.
Alvorens u, mijne zusters en broe-
ders, io vragen uwe aandacht voor een
oog,-n blik te willen wijden aan het.
straks op te werpen vraagpunt ver
geef mij bij voorbaat, indien ik. geleid! door
m.jn dichterlijken geest, soms heelde® bezig,
die, getoetst aan onze doceorlaal, weinig ge
bruikelijk blijikcn wil ik u in mijne scluij-
pi- verbeelding,een oogenblik medevoeren van,
af de cathederhoógte tot een goed' eind boven
den begane» grond, zoodat uw zitvlak van
dezen laatsten verwijderd is op een afstand,
var.iterend tusschen 1.50 a 1.60 M.
Tot beter begrip diene, dat. ik u in onze
pemecnschappelijke verbeelding altijd op
deze 'hoogte gezeten, verplaats van uw do-
oe izaal naar een der straten of grachtjes on
zer ctad Van in.woniug, en u verzoek al uw
aandacht te willen geven aan betgene om en
onder u geschiedt.
Ik schrijf expresselijk „al uw aandacht", ora-
dkt ik vieeade, d'at er voor u anders overwe
gende redenen zouden bestaan, geheel uw den
ken onverdeeld te richten naar een enkele
handeling, nl. dc- wijze, hoe go de door mij
vastgestelde labiele zitvlaklioogto van 1.50 a
1.60 M. in den kortst mogelijk en tii,tï aan
zienlijk zoudert kunnen verminderen. Of,
mccht. ge al, uit beleefdheid of andc-re over
weging bijvoorbeeld, dat ge in geenen deel©
kans zaagt tot bovt-ngenvelde vermindering
besluiten op de-zi iloor mij aangenomen hoog
te door de stad te hobbelen, tc hotsen, of
te schuifelen, dan twijfel ik er toch aam, of gij
onaangezocht uwe attentie van het zich on
der u vooitbewegend element zoudt afwen
den naar de voorbijgangers te voet of te
voertuig. Het lijkt mij daarom dringend nood
zakelijk het woordje „alin bovenbedoelde
zinsnede de meest uitgebreide beteckems toe
te kennen, en u op de spatieering daarvan te
wijzen.
Ik wensch echter nog meer te verge® van
uwe verbeeldingakraolilrekenende op uw. me
dewerking in fantasiezaken en gewapend met)
de wetenschap, dat het u voortlezende ge
makkelijk moet worden mij in mijn vlucht dór
verbeelding to volgen.
Ik wil u dan vragen genoemde horizonfale
verplaatsing altijd op hcogto 1.5 a 1.6
niet alleeniglijik. maar in combinatie van
e enigen uwer te ven iohten, zoodat gij in groe
pen van 6 tot 20 u voortboweegt., en dóór deze
samenvoeging ook nun of meer aan plaats en
ruimte gebonden wordt. (Onzo straten, graohr
ten, ja zelfs 'pleinen zijn niet) van die afme
tingen, dat deze groepeoring geen invloed op
Uw persoonlifke plaats uil oefent. Kort en
goedgij zult u verplicht zien u met tweeën
of hoogstens vieren op ééne rij to bewegen^).
Wanneer ik u thans nog vraag, u, wat de®
tijd betreft, voor genoemde verplaatsing tie
willen kiezen een oogenblik, gelegen tusseheii
half twaalf en half één in hot midden van
een weekdag, dan heb ik aan alle eischen vol
daan wat mijne conceptie betreft,
(Voor enkelen onder u, die met zéér sterke
fantasie begaaft- z n, wil ik nog iets verdei"
gaan <:n markt' in'plaats vaai „week" stei-
len doch daar de verwikkelingen straks zich
vei-vijfent,wint igvoudigen door deze klein»
woordverandering, zoo rangschikke men zich.
niet lichtvaardiglijk onder deae bevoorrech
ten).
Thans keer ik terug lot het punt van uit
gang„al" uw aandacht, te geve® aan uwe
omgeving en beter uitgedrukt nog aan de
levende wezens daarin.
Het. uur der handeling der verbeeld'ings-
handeling, gelukkig is u opgevallen, cn het
verblijdt, mij een glimlach op uw tot nu toe
angst.strak gelaat te ontwaren bijna voelt gij
u weer thuis, zelfs op deze onzekere hoogte,
n,u si? u omringd ziet van uwe leerlinge®
van alle kunne en leeftijd. Zij zijn er bi; tien-,
neen bij vijftiglallen zij zijn er geleid en in
vrijheid, te voet) en per rijwiel
Edoch, ik zie den glimlach uwer leeraarS-
vreugje vervagen, ik zie uwe oogen toornig
blikken, ik zie uwe trekken zich spannen tot)
woede-uit ing, ik zie uwe vuisten zichneem
dit kan ik, zelfs in mijn stootste verbeelding,
niet zien,ik zie uwe handen angstig grij
pen naai' een houvast
Wat is d'e oorzaak van uw verrifeenHe®
toorn?... Het is een geluid, welks beschrij
ving mij bijua onmogelijk gelijkt, cn dat ge
tot nu toe, d. w. z. tot. op dezen dag, t'/en ik
van cathedóihoogte u opvoerde, enz., niti uwe
«aandacht hebt waardig gekeurd. Het is -is-
ïx®d, kitsend, gillend', .piepend', tierend, knar
send, sarrend, schrijjnend. krii;-ohe®"Hf, drei
gend. Het kwetst nèrkbaar d< muzikale ge
voelens van liet zich bewegend element on
der li. dat) dc kenteekenen hiervan aan u dui
delijk maakt, door uw eerplaat -iTig"~~minder
geleidelijk te doe® plaats hebben
Het ontstaat, zoodra ge u. op genoemd urn
en overeengekomen hoogte, ui bovenbeschre
ven omgeving vertoont, en houdt, aam in
alle variatiën cn afwisselende toonaard:
(valsehelijik doende als wilde het- verstom
men om straks weer hoog op te rijzeai in
„fortissimo zoolang ge in 'bovenoni9ckre-
vene omstandigheden blijft vertoeven (Ik
neem aan, dat ,.het" element u niet
tot zulke» spoed aanmaant, dat gij u met eena
snelheid gaat beuvgen als bij Politic-verorde
ning in onze straten verboden is). Het. wekt
middellijk uwe onwelwillendheid zoo niet
toorn tegen uwe leerlingen op.
Ik maak nu van mijne auteurswrijheid ge
bruik, om op dit oogenblik van het rijk der
verbeelding terug tc keeien tot den begane»
grond, en ik vei trouw dat dit u aa:ngenaam
zal zijn, ;il was hert ook slechts in figuurlijk
kippenvel, dat- uwe bovenste hu id laag zich
omzettede.
Dit. lagere standpunt van beschouwing i9
noodig. om tot een meer doeltreffende wisse
ling van gedachten to komen omtrent Het bo
venaangehaalde geluid. Ik wilde dit getier,
gesis, gekrijschi. go- enz. als onderwerp van
algemeen onderzoek u aanbevelen.
De volgende vragen zouden (ter nadere be
paling der gedachten bijvoorbeeld) ter be
antwoording gestold kunnen worden
I. Is de oorsprong van dit geluid na te
gaan
II. Zijn alle menschelijko individuen, wat
dit-gcluid-maken betreft, als erfelijk belast ie
beschouwen
Dit wat aard en oorsprong bet reit.
Daar het mij verder na jaren lange onder
vinding gebleken i>, dat het srtralks besproken
bewegend element niet aan dit geluid is te
gewennen zoo zouden als punten van on
derzoek nog aangewezen kunnen worden
I. De mogelijkheid liet aankom end, men
sch en geel acht van het onmuzikale en onnut
tige er van te overtuigen; of. indie® uwe
paodagogische onderzoekingen hier op een
negatief resultaat geven:
II Instrumenten uit te denken, die der
jeugd het genot van liet geluid maken toe
staan, terwijl hert op bedoelde beweoghoogte
van 1.50 a 1.60 niet waargenomen wordt.
Mij overtuigd houdende u gewezen te heb
ben op een vraagpunt, waarvan de oplossing
van ingrijpend' Kelang kan zijn voor de toe
komst. en mij bereid verklarende tot- de noo-
dige medewerking ter oplossing, teeken ik, na
betuiging van gevoelens van hoogachting.
Uw dw
M.
dn.
H
Andere bladen wórden vc-rzocht. het boven
staande over te nemen.