'Cl tGfl 63. 1"* Jaargang. Dinsdag 12 Augustus 1902. \p lit den goeden, ouden tijd. BUITENLAND. FEUILLETON. p. O00 JUMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS maanden roor Amersfoortf 1.25. jem franco per post- 1.75. lerlijke nummers- 0.05. Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van a- en Feestdagen, tentiën. mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur taant morgens bij de Uitgevers in te zenden, ban Uitgevers: VALKHOFF C®. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADYERTENTIÉN Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. LM. Kennisgeving. O IM Burgemeester der gemeente Amersfoort. 3Q0(6 i.'t op eene missive van den heer Com mi s- ijer Koningin in deze provincie, d.d. 5 Aug. no, 6 A. <Z. nut ter kennis van belanghebbenden dat op den 19., 20.. 21. en 22. Augustus mo noodig op 23 en 25 Augustus d. a. v. lórfeningen zullen worden giehouden van het 0 de Harssens ui worden gevuurd met kanonnen van ijliber, bi) welk vuur de reede tot op een Bd van 4500 M. van het fort als onveilig worden beschouwd op de dagen, waarop gevuurd wordt, een rlag op het fort geheschen zal worden van ^nséèn uur vóór den aanvang der oefening, ik gekleurde vlaggen, aangevende de rich- 1 waarin gevuurd zal worden, terwijl een boot, voor zoover mogelijk, de schepen zal rhuiren en desgewenscht hulp zal verleenen leuiere (zeil) vaartuigen om buiten "het. on- t gedeelte van het vaarwater te komen op die dage. ngroote waarschuwingsborden worden geplaatst aan den ingang der haven de batterij „Yischmarktf, vermeldende dn richting dien dag gevuurd zal worden, ter- kj het torpedo-magazijn én ,aan den ingang Mm borden zullen worden geplaatst waarop igegeren de beteeken is dei bovengemelde ircle vlaggen als volgt d en witte vlag beteekent- Noord, wit en vlag N.O., zwarte vlag Oost dat in het tijdvak van 19 tot 23 Augustus 'schietoefeningen met oefeniings-projectieben j plaats hebben van de forten ,,de Ruijter" Pruis Frederik" dce oefeningen het gedeelte van het Helle- CoJ ut op een afstand van ongeveer -000 Meter «Ik der forten onveilig zal maken, nabij het ,Prins Froderik''5 echter alken bez. de rich- r>?t van het fort het met boeien afgebakende terrein tus- den wal en de boeien onveilig zal zijn een stoomboot, voor zoover mogelijk, zal chuwen en desgewenscht hulp zal verlee- iin kleinere zeil-vaartuigen. om buiten het "jge gedkielte te komen up de dagen, waarop gevuurd zal worden eflirten ,,de Ruijter' en Prins Frederik" een j vlag zal waaien van minstens één uur vóór aanvang d>er schietoefeningen tót aan het .daarvan. bersfoort, den 11. Augustus 1902. De Burgemeester voornoemd, WUUTEBR6. iia door li USORNI. IV. (Slot), ien reglement op de school van 1745 geeft, n daarin wordt verboden, oene De aanwijzing van do verkeerdheden waar de schooljeugd dier dagen zioh wel eens Ég maakte. Zoo schrijft art. 4 voor, „dat ector eens per week do scholen moet visi- 11 en de baldadigen en luyaarts naai- ver- sten straffen „en de rector de scholen erende, zullen de discipulen met onge- /ten hoofde behoorlijk toeluisteren." het noodig was dit laatste er bij te :n geeft ons goen hoogen dunk voor den ed der leerlingen voor hun rector. Ik A, mij niet kunnen voorstellen, dat in onzen w zulk eene bepaling noodig kon zijp. 'L 8 zegtEn dewijl de discipulen zedert l,r(S. en tiid gewoon zijn geweest voor de schooi- op de straat buiten de poort of op de en ie vergaderen of te lopen, waaruit Jqh vele insolenties ontstaan, zal d'e Rcc- w« Ie discipulen, voor de schooltijd komende, tonds ui hunne dassen, en het school ge rijmde. naar huis doen gaan en voorts alle middelen gebruiken, clio hij bekwaam zal oordeelen, om die vergaderingen te beletten en daaruit spruitende ongeregeldheden voor te komen. Art. 18. De Muilemakers, weerspanuclin- gen en luyaarts, die hun werk maken van de opgegeven lessen thuis niet te loeren ofte schrijven, zullen strengelijk gestraft worden. Art. 19. Zoo een discipel zich baldadig tegen zijn Praecepfcor aanstelde of zich de discipline en straffe niet wilde onderwerpen, zal de Con rector of Praeceptor den Rector te hulp roe pen en zal de Reetor, ingevalle van hardnek kigheid zo een discipel de scholen-mogen ver bieden met overeenstemming der Heeren Scholarohen. Art. 26. Praeceptoren zullc-n acht geven dat de discipulen met behoorlijke uitspraak haare lessen opzeggen, niet zugtende ofde laatste syllaben inhoudende of snapachtig ofte in eene asem agtcr den anderen, zonder dis tinctie en dus voor haar schadelijke gewoon- tens aanwennen, maar haar worde voorgehou den langzaam en distinct hetzelve te doen, zo dat toonen dat zelf verstaan en door een an der verstaan kunnen worden. Zijn liet geen voorschriften, die evengoed gelden voor onze tegenwoordige leergrage jeugd? Ên al die voorschriften blijken noodig te zijn geweest, niettegenstaande de schoonles sen en waarschuwende Woorden,, die de leerlin gen dagelijks niet alleen te hooren, maar ook te zien kregen. Want de wanden der zeer een voudige scboollooailen (meest sehaarsoh ver lichte vertrekken met steen en of houten vloe ren en met zand bestrooid, waarin niets was aangebracht, wat het oog aangenaam aan deed, en waar men zelfs dikwijls volstrekt niet voldoende beschut werd' tegen de felle zon of nijpende kou) waren een versierd met zeer wijze opschriften of citaten uit den Bijt- bel, of verzen van eigen maaksel, als bijv. Prov. 23.13. Weert de tucht van den jongen niet. Prov, 23.14. Gij suit hem met do roede slacn en zijne ziel van de hel redden. Prov X. 13. Tn de lippen der verstan digen wordt wijsheid gevonden, maar op den rugge des verstandéloo- zen de roede, ofGeeft U tot studeeren Om konst te ver- mcoren. ofElck wil hsmi stil en vroeb soo dragbeu Dat hij blijft vrij' van boet en slaghen. ofZoo do jonghens niet buygen mot manie ren Zal de meester hen scerpelio corrigieren. Zoo de jongskens trans el en al» zij ter school gaen, De meester zal se sekerlijo slacn Zoo de jongskens op straet ongestant be drijven De meester zal «e seker comen aan den lijve. (Zoo de jongskens moeten doen hunne sa- ken Sij moeten heb vraghen met maniere op poene van plaken). Ook vond men aan sommige scholen- een leerrijk en deftig opschrift als uithangbord' als bijv. ter verklaring van een op het uit- hangteeken geschilderde roede De Roe ia niet als berkenrijs Maar maakt de kinders goet en wijs Wie al te veel dit tuygje spaart Die maakt of laat een boozen aart. Eu dan had men nog de* vele Nutto en Profijtelijcke Boeckkens, gelijk wij er reeds een geciteerd hebben van Dirck Adr. Val- coogk, en die ook als leer- en lesboeken op de scholen werden gebruikt. Een zeer eigen aardig 'boekje was o. a. „Goede manierlijcka zeden, hoe do jonghers gaen, staeu. eten, drinckcn, spreken, swijghcu. ter tafelen die nen, en de tpijse ontghiimen sullen, met vele andere onderwijsinghen. Gliccolligeert uit di- versche Autheuren ende mqer andere ghelcer- de Boccken door Yraghe cmle Antwoorde ghe- stelt. TAntwerpen bij Jan van WaesBerghe. 1587. Hieruit citeeren wij bv. Vr. Wacr uit kent men eens jongelirtx goede, manierlijoke zeden Antw.Uit conen eerbaren wesen. welcks bewijringe sijn de oogen. voorhooft, wijnbrau- wen, wangen ende metten oorste het gansche gcstalt des lichaems. Vr. Hoe sal men hem met de oogheir hou den J Ant w.Men ensal met dd oogen nietstuers zien als een dul menschen,j niet alom; in alle lioecken loeren, gelijcde cat; na de niuys, noch tchoomoedich als de hoovei^digc, niet te wijt opgespert, als de sot ten met. pincoogen oft wcncken, want d'it alquade teeckenen si in, maer men sal se eerbaerlijckd ende manierlijpk gewent houden. Vr.Hoe sal het voorhooft gestelt zijn Ant.Scdiohlije ende vroUjc. niet gerimpelt als een out wijf, niet stuer. noch grouwelijc als een o- want liet voorhooft is een stille reden des gemoets. Vr.Hoe sal men den neuso met zijnder tocbehooren houden Antw.Roy n li je, niet besmeert ofte- on- suyver als een bractpanne. En zoo gaat'dit lees en lesboekje voort tot vervelens too met voorschriften omtrent klee»- ding, tafeldienen, gedrag in dc kerk en aan deu disch, lessen in het eten en drinken (bv. het ammelaken niet bedruipen of vet maken, den vinger nigt in 't zout steken, den keese niet als een sikkel oft ghetrapt snijden, niet met vollen mond: spreken oft dr in eken, het hoofd of do andere leden niet cvauWen. den wijn niet inzuigen en slorven, gelijk oen paard door den toom.) Het pleit zeker niet voor de fijne manieren onzer voorouders, dat hun kinderen zulke lessen behoefden. Verder werd nog van dit soort boeken op school gebruikt het A. B. C. bock der plig- ten, bv. A. Al wat kwaad is moet gij mijden. B. Bidden moet gij te allen tijden. C. Gier U met geen ijdel oleed. D. Doe uw naasten nimmer leed, enz. Ein zoo waren er een menigte A. B. boekjes vol behartigenswaardige wenken;. Ook nog de Dietscbe Lucidarhis, boe die cl ere oen meester vraecht ende die meester antwóort en dan vooral niet to vergeten de Distiotra Catonis, die op de Groote School in bet La tijn. op de lagere in het Hollandsch (Dietse Gatoen) gelezen werden. Het bevatte allerlei wijze lessen in 4 of 2 regeliga ver sen. Eeuwen lang is dit boek op de scholen gebruikt. Wie de schrijver is, is onbekend. Daar de vertaling in het Middolnederlandsch is, zijn zij voor ons bij oppervlakkige lezing vrijwel ontge>- nietbaar. In bet algemeen schijnt men in dezen tijd vi el kracht te hebben toegekend aan het ge- scbïeven en gedrukte Woord. Men scheen in Zie Schotel. Vadcrl. Volksboeken en Volks sprookjes, Hoofdstuk IV. den zeer rastigen waan te verkeeren, dat ccn keur of ordonnatie voor groote menscben cn gedrukte lessen voor de kleine bijna voldoen de waren om. hen van het kwaad af te schrik ken. Bleek dit dan later niet zoo te zijn. dan werd de schuldige wel eens wat erg hard be handeld, harder dan wij votor geoorloofd ach ten. Maar die hare behandeling heeft de toen malige mensehheid zeker geen kwaad gedaan. Ik meen te mogen betwijfelen of wij met de humane ideeën van onzen pbilantbropischen tijd mannen zullen vormen, die dat. weer standsvermogen en die kracht zullen hebben, dia ons voorgeslacht in zoo ruimen mate be zat. Ten slotte nog een gedeelte van „den Ar- tyckel-brief, om in de school te hangbén" van den bovengenoemden Dirck Adriaensz. Val- ooogh. een lange reeks van ondeugden, waar aan zich de jeugd in zijn tijd bezondigde Die zijn muts niet afneemt voor een man van eeren. Die daar loopen crijten. vloecken ende zwoe ren. Die wildt end' onzedigh loopen langs der stra ten. Dio spelen om gheldt, Boecken, oft leugeuen praten. Die der Lieden Eenden smijten of Beesten plagen' Die niet en doen, dal haer Ouderen behagen, Dio (met mensen poghen. in 't hayr plocken Die in 't- Veldt loopen. door 't Hoy springen met stocken. Die buy ten Meesters of Ouders raedt te buys blijven, Dio gheldt, boecken, pennen, papier nemen als Dieven, Die nakent baden, in erton, in wortelen loo- Pen- Die in de Kerok rabouwen oft suobberije coopen, Die sijn Benedictie niet over tafel en lesen, Noch '9 morgens, nocb 's avonds niet bidt ghepresen, Die t Boeck scheurt, oft verrabbelt zijn pa pier, Die malcanderen gheven toenamen hier, Difi- zijn .eten wei-pt. voor Gatten ende Honden- Die 't sp&eCksel uyt der neuse oft den mondt Met den voeten niet uvt en treden terstondt, Die op den Wallen loopen, als men gaet nae Huys, Die malcander bewoi-pen met .snot, vlooyen en iuys, Die n'iet zedigh loopen jna de. Kerck of daer van, Die malcander smijten met- stucken Korf oft Can, Wat scholiers dees puncten voorsz. niet en onderhouden, Sullen twee placken hebben, oft ben met roe-*1 deu clouwen. Politiek Overzicht Agrarische woelingen in Oosleurifk Uit een klein begin, waarop in bet eerst nog te weinig is gelet, is de werkstaking on der de veldarheiders in bet oostelijke deel van het Oostenrijksche kroonland Galicië thans tot eene onrustbarende, hoogte aangegroeid. De werkstakingen verliepen eerst rustig, gaandeweg echter kwam het tot botsingen en nu hoort men reeds van do afkondiging van den staat van beleg. Wij hebben bij eene vo rige gelegjnliieid gewezen op het verband tus- schcu dca?e beweging en don rassenstrijd in Oostenrijk. Thans willen wij, aan dc hand van gegeve 19 die de Neue Freio Presse daarover bevat, eeuige mededeelingen doen over de landhuishoudkundige zijde van het- vraagstuk. Wanneer men kennis neemt van den toestand (RT landelijke bevolking van Oost-Galicië, dan komt men allicht tot de conclusie, dat dege nen. die met den toestand bekend zijn, niet verrast hebben kunnen zijn door het. uitbar sten van de beweging. gp? Het grootste gedeelte van deu boerenarbeid iigt in Galicië in de hand van daglooners. Meestal is op boerderijen de kost in de beloo- uing" begrepen, terwijl op de zoogenaamde poerenbedrijven het loon meestal slechts in geld wordt uitbetaald. Voor den lagen stand van de loonen 111 Oost-Galicië is het kenschet send, dat, afgezien van de kroonlanden Dalma- tië en Bukowina waarvan de opgaven ontbre ken, nergens in Oostenrijk de uitgaven aan arbeidsloon per hektare in den landbouw ge- bezigden oppervlakte zoo gering is als juist in Oost-Galicië. Die uitgave bedraagt voor Neder-Oostenrijk.- grootbedrijf (meer dan 100 HA.) 63 fl., middelmatig bedrijf (20 tot 100 HA.) 61 fl., klein bedrijf (beneden 20 HA.) 62 fl. O pp er-Oostenrijk grootbedrijf (meer dan 80 HA) 47.2 fl., middelmatig bedrijf (30 tot 80 HA.) 66.5 fl.. klein bedrijf (beneden 30 HA) 75 fl.; Kustlanden grootbedrijf (meer dan 80 HA.) 35 fT.middelmatig bedrijf (25 tot 80 HA.) 45.1 fl., klein bedrijf (beneden 25 HA.) 76.7 fl.; Silezie: grootbedrijf (meer dan 1Ó0 HA) 34.4 fl., gemiddeld bedrijf (30 tot 100 HA) 33.7 fl., kledn bedrijf (beneden 30 HA.) 73.4 fl.; West-Galicie groot bedrijf (meer dan 150 HA) 20.7 fl., middelmatig bedrijf (beneden 150 HA.) 24.9 fl.; Ocst-Galieie groot bedrijf (meer dan 250 HA.) 18.11 fl.. middelmatig bedrijf (beneden llëj.JIAJ. 18,6 fl. Deze lag ze lage stand der loonen, dj© de hoofd oorzaak is van de tegenwoordige werkstaking, vindt niet het minst rijn oorsprong in de wanverhouding, waarin dc bevolkingsdicht heid van Oost-Galicie staat tot de werkgelegen heid. In een in 1888 verschenen boek van* Szc'/ep>anow»ki „Galicie's ellenden in cijfers" wordt opgegeven, dat in: Galicië jaarlijks 56.000 niienschen van honger sterven. Een werk van lateren datum, dait de toestand over de jaren 18481898 behandelt, noemt dezo opgaven zelfs bepaald verouderd naar de mcening van dezen Schr., prof. Oleskow, moet men haar verdubbelen, om de waarheid meer nabij te komen. Er zijn niet alleen vele werkkrachten te veel in het landbouwbedrijf, maar dc reusach tige versnippering van het grondbezit maakt den boer to-t concurrent van den eigenlijken boerenarbeider en draagt daardoor er toe bij 0111 de loonen te drukken. Szczepanowski zegt dan ook in rijn reeds aangehaald geschrift. „Behalve Italië, China ëh Bengalen, waar ge heel bijzondere toestanden de overbevolking rechtvaardigen, is er op de gansche aa de geen land, waar iedere vierkanten Kilometer voor ceuo zoo talrijtko landbouwende bevolking voedingsmiddelen moet leveren, dan Galicië." De overmatige versnippering van het grond bezit in Galicië werd reeds in 1875 het onge- EERZUCHT. I. DE R00Y YAN HEERLEN. Antoon, wat !n heer was ie geworden, snt m UtrechtAltlijd even keurig, met- hagelwitte hooge boord mcb omgeslagen f!l- zijn chique das, toch eenvourig, ge- lijk een blauw kleurtje met 100de of wia- ["■utjes. em rijn zwart pak. waarop nooit- [ah hij uitging mocht er geen vlekje op al was 't nog zoo klein. Opeens zag ze nu, hoe hij met de lange, zorgvuldig ge- uagels een spatje krabde van zijn jas- Wat had hij toch mooie blanke han- tiet die van zijiu vader. Hij leek heele- kweel op zijn vader, toen die neg jon.g dezelfde fijne ken, de lange, rcchto <k dunne op elkaar gedrukte lippen, [«arte krullige haar. En de oogen ook, *P zwarte oogen... Ze lichtte het hoofd t portret vóór haar, boven het kastje sn':; mager gezicht, met scherpe lijmen, tdoor een ringbaard, met grijzige vlok- icr cn daar... Ja-, dc oogen en da neus 1 liet die van Antoon. God, God, in een blik ging heel het- verleden voor haar "ij t zien van het portret Dat gebeurde •Itijd. als Heen zijinde en aan A11- wnkend, daar, boven het kastje keek. *as altijd goed voor haar geweest, had halar nooit verweten haar lagen stand, haar geringe kennis. Niet éénr aal... God. watt '11 herrie was er geweest om dat. huwelijk mot haar. Hij had toen een sigarenfabriekje, 11a al van allerlei geprobeerd te heb lien. Zijn ouders waren dood, zijn beide broers hadden gestudeerd, waren nu alle twee rechter, de een in den Haag, de ander in Utrecht... Hij. de jongste, was een paar jaar op de Hoogere Burgerschool geweest, wou fabrikant, indus trieel worden, maar hij raakte van 't een op 't ander, en niets ging naar wensch. Toen kwam hij met haar in kennis. Haar oudei's nu ook al gestorven hadden een kroeg je in de Beekstraat en zijp fabriek was dicht daarbij. Wel viermaal op een dag m;est hij langs haar huis. Met een knikje en ccn lachje was 't- begonnen. Ze was een mooi meisje, alle heeren keken liaar aan alc zc op straa.' liep. Eindelijk, op '11 avond', had hij haai- aan gesproken. Ze waren de Apeldcornsche straat opgewandeld. Die eerste avond, ze zou 'm nooit- vergeten. Hij had zijn hand in haar arm gelegd, en ze liepen langzaaan omhoog. Eerst praatte hij druk, allemaal flauwe complimen tjes, maar hoe verder ze kwamen van dö stad hos minder bij zei. 't Was zoo stil Luiten, zco'11 wond re zoete -gcuir was er it. de lucht. Ze had een gevcrl alscf zc huilen meest, alsof hartstochtelijk snikken haar verluchting zou geven van de benauwende angst, die toch geluk, krampachtig opstuwend, hesl haar lichaam doortrillend1 geluk was... Zoo stil, zoo stil was 't... Alleen een yerward geruisch kwam van de stad, maar dat werd al .zachter en zachter. Teen was hij opeens blijven: st.il- •staan en haar hoofd vattend tusschen zijm handen, hakl' hij haar plotseling 'heftig gekust op haa-r mond. En ze had zich niet verzet, hedemaal -niet... Ze was nog mooit zoo ge lukkig geweest. O. 't was als een heerlijke droom,... de teedere omknelling van zijn ar men. de streeling van zijn handen, het kJan- ken van zijn stem... Toen ze thuis kwain, bij half elf, had haar moeder baar uitgescholden vcor straatmeid en del, want ze wist (geen reden ie geven voor haai' lang uitblijven, stotterde w el onBiandig onthutst ïetis van „bij een vriendin geweest," maar aan den rooden blos cn "t verwarde haar bad t scherpe oog van >dc argwaaiige vrouw dadelijk ontdekt dat- liaan' dochter een leugentje vertelde en verbo den dingen had uitgehaald. Bij het weigeren van 't meisje te zeggen met wiciv ze geweest was, stuurde zij haar naar boven onder fel boozc w'aarsdhuwingswoorden. 't Ivon Johan na niets schelen, al da" gekijf. Dc scherpe woorden gleden langsJiaar, zonder te wonden, zonder pijn te doen. Ze hoorde nauwelijks, 't was als een ver troPipetgeschetter in haar ooreu, zij glimlachte zelfs tegen iets héél moois en zaligs, klanken e.11 kleuren van geluk vage muziek van geluk, die zii in en pm rich voelde... Sinds dicii Meiavond waren ér nu al vele lange jaren vcrloopen, en toch- lag hij nog helder 111 baar herinnering met .nliet te ver- bleckon kleuren Was 't niet do mooiste avond van haar leven geweest?.. Ze waren al meer en meer van elkaar gaan houden, en toen 'haar ouders dc zekerheid Wadden, dat 't ernst was bij dien kal men, wat sukkel acht ïgen jon- (gen man, hadden .zo hen -stil laten begaan, [moedigden zelfs heimelijk de veihouding aan, gestreeld in hun trots van liooger wiillendo kleine burgei's" Toen ze hoorde van <le ruzie, dio hij kreeg om haar niet- zijiu broers, had ze ,vau hem! willen gaan. 't Moest maar uit zijnMaar hij had niet gewild. Wat koii hem stand schelenEr was maar één ding w aaraan hij hechtte, en dat-was liefde. De rest bestond niet in zijn cogen, was gemaakt door minne mcnschjes, verzot op vuile geldstukken Zóó bacl hij geredeneerd, cn ach God, ze gaf hem zoo .graag gelijk, ze was 't zoo heelemaal met hem eens. De broers hadden hem verder met rust gelaten, hem toch al beschouwend als den rate van d'e familie, door liet altij/d mislukken van zij.11 ondernemingen. Toen wa ren ize gehuwd, maar 't fabriekje in de Beek straat floreerde niet. Hij was geen zakeman. geen man va"n energie. Plannen maken, dat was zijn lievelingswerk, tot diep in den nacht zat hij gebogen over papieren met teekcirin- gen van machine's en werktuigen, maai' als hij op 't oogen blik zelf een flinken maatregel moest nemen, was bij verward en heduiteloos En zij. die flink was, die zirn slapheid als een gevaar voelde dreigen, wilde hem helpen, hora steunen. Maar hSj wees haar bemoeiing afjft „.Te bent -een best wijfje," was 't dan. „maar daar móet je je buiten houden, daar hebben vrouwen geen verstand van. zie je." Ontmoedigd droop zc af. cn 't- gaf niet. of 7.0 van zacht .vermaan in harde verwijten ver viel, "hij. bleef kalm en lankmoedig bij haar driftige woorden, zei. hoofdschuddend, dat z- niet wist- watt ze deed, da"! -ze berouw zou*?*eb ben later over baar uitvaren tegen hem. Ean compagnon, die eerst- zijn boekhouder ge weest was, drong hem langzamerhand uit de fabriek, en ten laatste moest hii eon depot openen in de Bakkerstraat, terwil da ge»wezen boekhouder als chef de fabriek bestuurde. Maar ook die sigarenwinkel tierde niet. Hij, bleef altijd de man van deftige familie, dié in zijn kantoortje zat, ijverig bezig met plan nen. die hem weer heelemaal er bovenop zou den brengen, en onderwijl dreef een slechte bediende dé klanten uit do zaak. O. toen 'had ze dikwijls, als al'haar heftig overreden de waa-rscliuwingswoorden afgleden langs zijjn vergevensgezinde, berustende kalmte-, ver weekt nog door een glimlach'van medelijden met'haar dol driftig spreken toen 'had ze dik wijls zichizelf bitter verweten, dat ee zoo zwak geweest was te huwen mot heiu. dien zo tooh toen ook al energieloos en; weifelend ge weten had Maat, als zo hem dan weer zoo innig-zorgvol voor haar zag. zoo gelukkig met zijn kleinen Antoon. dan wae 't medelijden al leen, dat haar hart beroeirde. en dan, móeöfc zij toch ook bekennen, dat die ééne daad'; baar te trouwen trots den tegenstand van zijn fa milie. een mooie van vasten wil was geweest. Alleen 't gevoel, de liefde 'voor 'haar, 'had hem tot dat willen kunnen drijven... Ach. was hij maar geen zakeman geweest, juist voor Wat hij: wilde zijn was hi» niet bere kend. E11 geen berouw had hij ooit-, geen spijt over zijn onmacht. Toen hij door een lievige longontsteking stierf Antoon was toen vijf jaar waren zijin zaken erg in de War. Op zijn sterfbed ach God. ze zag weer hoe hij daiar lag zoo mager, cob mager, met- zijn al grijzende bakkebaarden, wild en ver ward' oVer de beenige, holle wangen op zijn sterfbed had hij zich opgericht mei moei te en Was heengegaan in een glimlach van zacht0 tevredenheid... Wnrdi vtrtolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1902 | | pagina 1