'Cl
tGfl
63.
1"* Jaargang.
Dinsdag 12 Augustus 1902.
\p
lit den goeden, ouden tijd.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
p.
O00
JUMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
maanden roor Amersfoortf 1.25.
jem franco per post- 1.75.
lerlijke nummers- 0.05.
Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
a- en Feestdagen,
tentiën. mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
taant morgens bij de Uitgevers in te zenden,
ban
Uitgevers: VALKHOFF C®.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTIÉN
Van 1—5 regelsf 0.75.
Elke regel meer- 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
LM.
Kennisgeving.
O IM
Burgemeester der gemeente Amersfoort.
3Q0(6 i.'t op eene missive van den heer Com mi s-
ijer Koningin in deze provincie, d.d. 5 Aug.
no, 6 A. <Z.
nut ter kennis van belanghebbenden
dat op den 19., 20.. 21. en 22. Augustus
mo noodig op 23 en 25 Augustus d. a. v.
lórfeningen zullen worden giehouden van het
0 de Harssens
ui worden gevuurd met kanonnen van
ijliber, bi) welk vuur de reede tot op een
Bd van 4500 M. van het fort als onveilig
worden beschouwd
op de dagen, waarop gevuurd wordt, een
rlag op het fort geheschen zal worden van
^nséèn uur vóór den aanvang der oefening,
ik gekleurde vlaggen, aangevende de rich-
1 waarin gevuurd zal worden, terwijl een
boot, voor zoover mogelijk, de schepen zal
rhuiren en desgewenscht hulp zal verleenen
leuiere (zeil) vaartuigen om buiten "het. on-
t gedeelte van het vaarwater te komen
op die dage. ngroote waarschuwingsborden
worden geplaatst aan den ingang der haven
de batterij „Yischmarktf, vermeldende dn
richting dien dag gevuurd zal worden, ter-
kj het torpedo-magazijn én ,aan den ingang
Mm borden zullen worden geplaatst waarop
igegeren de beteeken is dei bovengemelde
ircle vlaggen als volgt
d en witte vlag beteekent- Noord, wit en
vlag N.O., zwarte vlag Oost
dat in het tijdvak van 19 tot 23 Augustus
'schietoefeningen met oefeniings-projectieben
j plaats hebben van de forten ,,de Ruijter"
Pruis Frederik"
dce oefeningen het gedeelte van het Helle-
CoJ ut op een afstand van ongeveer -000 Meter
«Ik der forten onveilig zal maken, nabij het
,Prins Froderik''5 echter alken bez. de rich-
r>?t van het fort
het met boeien afgebakende terrein tus-
den wal en de boeien onveilig zal zijn
een stoomboot, voor zoover mogelijk, zal
chuwen en desgewenscht hulp zal verlee-
iin kleinere zeil-vaartuigen. om buiten het
"jge gedkielte te komen
up de dagen, waarop gevuurd zal worden
eflirten ,,de Ruijter' en Prins Frederik" een
j vlag zal waaien van minstens één uur vóór
aanvang d>er schietoefeningen tót aan het
.daarvan.
bersfoort, den 11. Augustus 1902.
De Burgemeester voornoemd,
WUUTEBR6.
iia
door li USORNI.
IV. (Slot),
ien reglement op de school van 1745 geeft,
n daarin wordt verboden, oene
De aanwijzing van do verkeerdheden waar
de schooljeugd dier dagen zioh wel eens
Ég maakte. Zoo schrijft art. 4 voor, „dat
ector eens per week do scholen moet visi-
11 en de baldadigen en luyaarts naai- ver-
sten straffen „en de rector de scholen
erende, zullen de discipulen met onge-
/ten hoofde behoorlijk toeluisteren."
het noodig was dit laatste er bij te
:n geeft ons goen hoogen dunk voor den
ed der leerlingen voor hun rector. Ik
A, mij niet kunnen voorstellen, dat in onzen
w zulk eene bepaling noodig kon zijp.
'L 8 zegtEn dewijl de discipulen zedert
l,r(S. en tiid gewoon zijn geweest voor de schooi-
op de straat buiten de poort of op de
en ie vergaderen of te lopen, waaruit
Jqh vele insolenties ontstaan, zal d'e Rcc-
w« Ie discipulen, voor de schooltijd komende,
tonds ui hunne dassen, en het school ge
rijmde. naar huis doen gaan en voorts
alle middelen gebruiken, clio hij bekwaam zal
oordeelen, om die vergaderingen te beletten
en daaruit spruitende ongeregeldheden voor
te komen.
Art. 18. De Muilemakers, weerspanuclin-
gen en luyaarts, die hun werk maken van de
opgegeven lessen thuis niet te loeren ofte
schrijven, zullen strengelijk gestraft worden.
Art. 19. Zoo een discipel zich baldadig tegen
zijn Praecepfcor aanstelde of zich de discipline
en straffe niet wilde onderwerpen, zal de Con
rector of Praeceptor den Rector te hulp roe
pen en zal de Reetor, ingevalle van hardnek
kigheid zo een discipel de scholen-mogen ver
bieden met overeenstemming der Heeren
Scholarohen.
Art. 26. Praeceptoren zullc-n acht geven
dat de discipulen met behoorlijke uitspraak
haare lessen opzeggen, niet zugtende ofde
laatste syllaben inhoudende of snapachtig ofte
in eene asem agtcr den anderen, zonder dis
tinctie en dus voor haar schadelijke gewoon-
tens aanwennen, maar haar worde voorgehou
den langzaam en distinct hetzelve te doen, zo
dat toonen dat zelf verstaan en door een an
der verstaan kunnen worden.
Zijn liet geen voorschriften, die evengoed
gelden voor onze tegenwoordige leergrage
jeugd?
Ên al die voorschriften blijken noodig te
zijn geweest, niettegenstaande de schoonles
sen en waarschuwende Woorden,, die de leerlin
gen dagelijks niet alleen te hooren, maar ook
te zien kregen. Want de wanden der zeer een
voudige scboollooailen (meest sehaarsoh ver
lichte vertrekken met steen en of houten vloe
ren en met zand bestrooid, waarin niets was
aangebracht, wat het oog aangenaam aan
deed, en waar men zelfs dikwijls volstrekt
niet voldoende beschut werd' tegen de felle
zon of nijpende kou) waren een versierd met
zeer wijze opschriften of citaten uit den Bijt-
bel, of verzen van eigen maaksel, als bijv.
Prov. 23.13. Weert de tucht van den jongen
niet.
Prov, 23.14. Gij suit hem met do roede slacn
en zijne ziel van de hel redden.
Prov X. 13. Tn de lippen der verstan digen
wordt wijsheid gevonden, maar
op den rugge des verstandéloo-
zen de roede,
ofGeeft U tot studeeren Om konst te ver-
mcoren.
ofElck wil hsmi stil en vroeb soo
dragbeu
Dat hij blijft vrij' van boet en
slaghen.
ofZoo do jonghens niet buygen mot manie
ren
Zal de meester hen scerpelio corrigieren.
Zoo de jongskens trans el en al» zij ter
school gaen,
De meester zal se sekerlijo slacn
Zoo de jongskens op straet ongestant be
drijven
De meester zal «e seker comen aan den
lijve.
(Zoo de jongskens moeten doen hunne sa-
ken
Sij moeten heb vraghen met maniere op
poene van plaken).
Ook vond men aan sommige scholen- een
leerrijk en deftig opschrift als uithangbord'
als bijv. ter verklaring van een op het uit-
hangteeken geschilderde roede
De Roe ia niet als berkenrijs
Maar maakt de kinders goet en wijs
Wie al te veel dit tuygje spaart
Die maakt of laat een boozen aart.
Eu dan had men nog de* vele Nutto en
Profijtelijcke Boeckkens, gelijk wij er reeds
een geciteerd hebben van Dirck Adr. Val-
coogk, en die ook als leer- en lesboeken op
de scholen werden gebruikt. Een zeer eigen
aardig 'boekje was o. a. „Goede manierlijcka
zeden, hoe do jonghers gaen, staeu. eten,
drinckcn, spreken, swijghcu. ter tafelen die
nen, en de tpijse ontghiimen sullen, met vele
andere onderwijsinghen. Gliccolligeert uit di-
versche Autheuren ende mqer andere ghelcer-
de Boccken door Yraghe cmle Antwoorde ghe-
stelt. TAntwerpen bij Jan van WaesBerghe.
1587. Hieruit citeeren wij bv.
Vr. Wacr uit kent men eens jongelirtx
goede, manierlijoke zeden
Antw.Uit conen eerbaren wesen. welcks
bewijringe sijn de oogen. voorhooft, wijnbrau-
wen, wangen ende metten oorste het gansche
gcstalt des lichaems.
Vr. Hoe sal men hem met de oogheir hou
den J
Ant w.Men ensal met dd oogen nietstuers
zien als een dul menschen,j niet alom; in alle
lioecken loeren, gelijcde cat; na de niuys, noch
tchoomoedich als de hoovei^digc, niet te wijt
opgespert, als de sot ten met. pincoogen oft
wcncken, want d'it alquade teeckenen si in,
maer men sal se eerbaerlijckd ende manierlijpk
gewent houden.
Vr.Hoe sal het voorhooft gestelt zijn
Ant.Scdiohlije ende vroUjc. niet gerimpelt
als een out wijf, niet stuer. noch grouwelijc als
een o- want liet voorhooft is een stille reden
des gemoets.
Vr.Hoe sal men den neuso met zijnder
tocbehooren houden
Antw.Roy n li je, niet besmeert ofte- on-
suyver als een bractpanne.
En zoo gaat'dit lees en lesboekje voort tot
vervelens too met voorschriften omtrent klee»-
ding, tafeldienen, gedrag in dc kerk en aan
deu disch, lessen in het eten en drinken (bv.
het ammelaken niet bedruipen of vet maken,
den vinger nigt in 't zout steken, den keese
niet als een sikkel oft ghetrapt snijden, niet
met vollen mond: spreken oft dr in eken, het
hoofd of do andere leden niet cvauWen. den
wijn niet inzuigen en slorven, gelijk oen paard
door den toom.) Het pleit zeker niet voor
de fijne manieren onzer voorouders, dat hun
kinderen zulke lessen behoefden.
Verder werd nog van dit soort boeken op
school gebruikt het A. B. C. bock der plig-
ten, bv.
A. Al wat kwaad is moet gij mijden.
B. Bidden moet gij te allen tijden.
C. Gier U met geen ijdel oleed.
D. Doe uw naasten nimmer leed, enz.
Ein zoo waren er een menigte A. B. boekjes
vol behartigenswaardige wenken;. Ook nog
de Dietscbe Lucidarhis, boe die cl ere oen
meester vraecht ende die meester antwóort
en dan vooral niet to vergeten de Distiotra
Catonis, die op de Groote School in bet La
tijn. op de lagere in het Hollandsch (Dietse
Gatoen) gelezen werden. Het bevatte allerlei
wijze lessen in 4 of 2 regeliga ver sen. Eeuwen
lang is dit boek op de scholen gebruikt. Wie
de schrijver is, is onbekend. Daar de vertaling
in het Middolnederlandsch is, zijn zij voor
ons bij oppervlakkige lezing vrijwel ontge>-
nietbaar.
In bet algemeen schijnt men in dezen tijd
vi el kracht te hebben toegekend aan het ge-
scbïeven en gedrukte Woord. Men scheen in
Zie Schotel. Vadcrl. Volksboeken en Volks
sprookjes, Hoofdstuk IV.
den zeer rastigen waan te verkeeren, dat ccn
keur of ordonnatie voor groote menscben cn
gedrukte lessen voor de kleine bijna voldoen
de waren om. hen van het kwaad af te schrik
ken. Bleek dit dan later niet zoo te zijn. dan
werd de schuldige wel eens wat erg hard be
handeld, harder dan wij votor geoorloofd ach
ten. Maar die hare behandeling heeft de toen
malige mensehheid zeker geen kwaad gedaan.
Ik meen te mogen betwijfelen of wij met de
humane ideeën van onzen pbilantbropischen
tijd mannen zullen vormen, die dat. weer
standsvermogen en die kracht zullen hebben,
dia ons voorgeslacht in zoo ruimen mate be
zat.
Ten slotte nog een gedeelte van „den Ar-
tyckel-brief, om in de school te hangbén" van
den bovengenoemden Dirck Adriaensz. Val-
ooogh. een lange reeks van ondeugden, waar
aan zich de jeugd in zijn tijd bezondigde
Die zijn muts niet afneemt voor een man van
eeren.
Die daar loopen crijten. vloecken ende zwoe
ren.
Die wildt end' onzedigh loopen langs der stra
ten.
Dio spelen om gheldt, Boecken, oft leugeuen
praten.
Die der Lieden Eenden smijten of Beesten
plagen'
Die niet en doen, dal haer Ouderen behagen,
Dio (met mensen poghen. in 't hayr plocken
Die in 't- Veldt loopen. door 't Hoy springen
met stocken.
Die buy ten Meesters of Ouders raedt te buys
blijven,
Dio gheldt, boecken, pennen, papier nemen
als Dieven,
Die nakent baden, in erton, in wortelen loo-
Pen-
Die in de Kerok rabouwen oft suobberije
coopen,
Die sijn Benedictie niet over tafel en lesen,
Noch '9 morgens, nocb 's avonds niet bidt
ghepresen,
Die t Boeck scheurt, oft verrabbelt zijn pa
pier,
Die malcanderen gheven toenamen hier,
Difi- zijn .eten wei-pt. voor Gatten ende Honden-
Die 't sp&eCksel uyt der neuse oft den mondt
Met den voeten niet uvt en treden terstondt,
Die op den Wallen loopen, als men gaet nae
Huys,
Die malcander bewoi-pen met .snot, vlooyen en
iuys,
Die n'iet zedigh loopen jna de. Kerck of daer
van,
Die malcander smijten met- stucken Korf oft
Can,
Wat scholiers dees puncten voorsz. niet en
onderhouden,
Sullen twee placken hebben, oft ben met roe-*1
deu clouwen.
Politiek Overzicht
Agrarische woelingen in Oosleurifk
Uit een klein begin, waarop in bet eerst
nog te weinig is gelet, is de werkstaking on
der de veldarheiders in bet oostelijke deel van
het Oostenrijksche kroonland Galicië thans
tot eene onrustbarende, hoogte aangegroeid.
De werkstakingen verliepen eerst rustig,
gaandeweg echter kwam het tot botsingen en
nu hoort men reeds van do afkondiging van
den staat van beleg. Wij hebben bij eene vo
rige gelegjnliieid gewezen op het verband tus-
schcu dca?e beweging en don rassenstrijd in
Oostenrijk. Thans willen wij, aan dc hand van
gegeve 19 die de Neue Freio Presse daarover
bevat, eeuige mededeelingen doen over de
landhuishoudkundige zijde van het- vraagstuk.
Wanneer men kennis neemt van den toestand
(RT landelijke bevolking van Oost-Galicië, dan
komt men allicht tot de conclusie, dat dege
nen. die met den toestand bekend zijn, niet
verrast hebben kunnen zijn door het. uitbar
sten van de beweging. gp?
Het grootste gedeelte van deu boerenarbeid
iigt in Galicië in de hand van daglooners.
Meestal is op boerderijen de kost in de beloo-
uing" begrepen, terwijl op de zoogenaamde
poerenbedrijven het loon meestal slechts in
geld wordt uitbetaald. Voor den lagen stand
van de loonen 111 Oost-Galicië is het kenschet
send, dat, afgezien van de kroonlanden Dalma-
tië en Bukowina waarvan de opgaven ontbre
ken, nergens in Oostenrijk de uitgaven aan
arbeidsloon per hektare in den landbouw ge-
bezigden oppervlakte zoo gering is als juist
in Oost-Galicië. Die uitgave bedraagt voor
Neder-Oostenrijk.- grootbedrijf (meer dan
100 HA.) 63 fl., middelmatig bedrijf (20 tot
100 HA.) 61 fl., klein bedrijf (beneden 20 HA.)
62 fl.
O pp er-Oostenrijk grootbedrijf (meer dan
80 HA) 47.2 fl., middelmatig bedrijf (30 tot
80 HA.) 66.5 fl.. klein bedrijf (beneden 30
HA) 75 fl.;
Kustlanden grootbedrijf (meer dan 80
HA.) 35 fT.middelmatig bedrijf (25 tot 80
HA.) 45.1 fl., klein bedrijf (beneden 25 HA.)
76.7 fl.;
Silezie: grootbedrijf (meer dan 1Ó0 HA)
34.4 fl., gemiddeld bedrijf (30 tot 100 HA)
33.7 fl., kledn bedrijf (beneden 30 HA.) 73.4
fl.;
West-Galicie groot bedrijf (meer dan 150
HA) 20.7 fl., middelmatig bedrijf (beneden
150 HA.) 24.9 fl.;
Ocst-Galieie groot bedrijf (meer dan 250
HA.) 18.11 fl.. middelmatig bedrijf (beneden
llëj.JIAJ. 18,6 fl.
Deze lag
ze lage stand der loonen, dj© de hoofd
oorzaak is van de tegenwoordige werkstaking,
vindt niet het minst rijn oorsprong in de
wanverhouding, waarin dc bevolkingsdicht
heid van Oost-Galicie staat tot de werkgelegen
heid. In een in 1888 verschenen boek van*
Szc'/ep>anow»ki „Galicie's ellenden in cijfers"
wordt opgegeven, dat in: Galicië jaarlijks
56.000 niienschen van honger sterven. Een
werk van lateren datum, dait de toestand
over de jaren 18481898 behandelt, noemt
dezo opgaven zelfs bepaald verouderd naar
de mcening van dezen Schr., prof. Oleskow,
moet men haar verdubbelen, om de waarheid
meer nabij te komen.
Er zijn niet alleen vele werkkrachten te
veel in het landbouwbedrijf, maar dc reusach
tige versnippering van het grondbezit maakt
den boer to-t concurrent van den eigenlijken
boerenarbeider en draagt daardoor er toe bij
0111 de loonen te drukken. Szczepanowski zegt
dan ook in rijn reeds aangehaald geschrift.
„Behalve Italië, China ëh Bengalen, waar ge
heel bijzondere toestanden de overbevolking
rechtvaardigen, is er op de gansche aa de geen
land, waar iedere vierkanten Kilometer voor
ceuo zoo talrijtko landbouwende bevolking
voedingsmiddelen moet leveren, dan Galicië."
De overmatige versnippering van het grond
bezit in Galicië werd reeds in 1875 het onge-
EERZUCHT.
I. DE R00Y YAN HEERLEN.
Antoon, wat !n heer was ie geworden,
snt m UtrechtAltlijd even keurig, met-
hagelwitte hooge boord mcb omgeslagen
f!l- zijn chique das, toch eenvourig, ge-
lijk een blauw kleurtje met 100de of wia-
["■utjes. em rijn zwart pak. waarop nooit-
[ah hij uitging mocht er geen vlekje op
al was 't nog zoo klein. Opeens zag ze
nu, hoe hij met de lange, zorgvuldig ge-
uagels een spatje krabde van zijn jas-
Wat had hij toch mooie blanke han-
tiet die van zijiu vader. Hij leek heele-
kweel op zijn vader, toen die neg jon.g
dezelfde fijne ken, de lange, rcchto
<k dunne op elkaar gedrukte lippen,
[«arte krullige haar. En de oogen ook,
*P zwarte oogen... Ze lichtte het hoofd
t portret vóór haar, boven het kastje
sn':; mager gezicht, met scherpe lijmen,
tdoor een ringbaard, met grijzige vlok-
icr cn daar... Ja-, dc oogen en da neus
1 liet die van Antoon. God, God, in een
blik ging heel het- verleden voor haar
"ij t zien van het portret Dat gebeurde
•Itijd. als Heen zijinde en aan A11-
wnkend, daar, boven het kastje keek.
*as altijd goed voor haar geweest, had
halar nooit verweten haar lagen stand, haar
geringe kennis. Niet éénr aal... God. watt '11
herrie was er geweest om dat. huwelijk mot
haar. Hij had toen een sigarenfabriekje, 11a
al van allerlei geprobeerd te heb lien. Zijn
ouders waren dood, zijn beide broers hadden
gestudeerd, waren nu alle twee rechter, de
een in den Haag, de ander in Utrecht... Hij.
de jongste, was een paar jaar op de Hoogere
Burgerschool geweest, wou fabrikant, indus
trieel worden, maar hij raakte van 't een op
't ander, en niets ging naar wensch. Toen
kwam hij met haar in kennis. Haar oudei's
nu ook al gestorven hadden een kroeg
je in de Beekstraat en zijp fabriek was dicht
daarbij. Wel viermaal op een dag m;est hij
langs haar huis. Met een knikje en ccn lachje
was 't- begonnen. Ze was een mooi meisje,
alle heeren keken liaar aan alc zc op straa.'
liep. Eindelijk, op '11 avond', had hij haai- aan
gesproken. Ze waren de Apeldcornsche straat
opgewandeld. Die eerste avond, ze zou 'm
nooit- vergeten. Hij had zijn hand in haar arm
gelegd, en ze liepen langzaaan omhoog. Eerst
praatte hij druk, allemaal flauwe complimen
tjes, maar hoe verder ze kwamen van dö stad
hos minder bij zei. 't Was zoo stil Luiten,
zco'11 wond re zoete -gcuir was er it. de lucht.
Ze had een gevcrl alscf zc huilen meest, alsof
hartstochtelijk snikken haar verluchting zou
geven van de benauwende angst, die toch
geluk, krampachtig opstuwend, hesl haar
lichaam doortrillend1 geluk was... Zoo stil,
zoo stil was 't... Alleen een yerward geruisch
kwam van de stad, maar dat werd al .zachter
en zachter. Teen was hij opeens blijven: st.il-
•staan en haar hoofd vattend tusschen zijm
handen, hakl' hij haar plotseling 'heftig gekust
op haa-r mond. En ze had zich niet verzet,
hedemaal -niet... Ze was nog mooit zoo ge
lukkig geweest. O. 't was als een heerlijke
droom,... de teedere omknelling van zijn ar
men. de streeling van zijn handen, het kJan-
ken van zijn stem... Toen ze thuis kwain, bij
half elf, had haar moeder baar uitgescholden
vcor straatmeid en del, want ze wist (geen
reden ie geven voor haai' lang uitblijven,
stotterde w el onBiandig onthutst ïetis van „bij
een vriendin geweest," maar aan den rooden
blos cn "t verwarde haar bad t scherpe oog
van >dc argwaaiige vrouw dadelijk ontdekt dat-
liaan' dochter een leugentje vertelde en verbo
den dingen had uitgehaald. Bij het weigeren
van 't meisje te zeggen met wiciv ze geweest
was, stuurde zij haar naar boven onder fel
boozc w'aarsdhuwingswoorden. 't Ivon Johan
na niets schelen, al da" gekijf. Dc scherpe
woorden gleden langsJiaar, zonder te wonden,
zonder pijn te doen. Ze hoorde nauwelijks,
't was als een ver troPipetgeschetter in haar
ooreu, zij glimlachte zelfs tegen iets héél
moois en zaligs, klanken e.11 kleuren van geluk
vage muziek van geluk, die zii in en pm rich
voelde...
Sinds dicii Meiavond waren ér nu al vele
lange jaren vcrloopen, en toch- lag hij nog
helder 111 baar herinnering met .nliet te ver-
bleckon kleuren Was 't niet do mooiste avond
van haar leven geweest?.. Ze waren al meer
en meer van elkaar gaan houden, en toen
'haar ouders dc zekerheid Wadden, dat 't ernst
was bij dien kal men, wat sukkel acht ïgen jon-
(gen man, hadden .zo hen -stil laten begaan,
[moedigden zelfs heimelijk de veihouding aan,
gestreeld in hun trots van liooger wiillendo
kleine burgei's"
Toen ze hoorde van <le ruzie, dio hij kreeg
om haar niet- zijiu broers, had ze ,vau hem!
willen gaan. 't Moest maar uit zijnMaar
hij had niet gewild. Wat koii hem stand
schelenEr was maar één ding w aaraan hij
hechtte, en dat-was liefde. De rest bestond
niet in zijn cogen, was gemaakt door minne
mcnschjes, verzot op vuile geldstukken
Zóó bacl hij geredeneerd, cn ach God, ze gaf
hem zoo .graag gelijk, ze was 't zoo heelemaal
met hem eens. De broers hadden hem verder
met rust gelaten, hem toch al beschouwend
als den rate van d'e familie, door liet altij/d
mislukken van zij.11 ondernemingen. Toen wa
ren ize gehuwd, maar 't fabriekje in de Beek
straat floreerde niet. Hij was geen zakeman.
geen man va"n energie. Plannen maken, dat
was zijn lievelingswerk, tot diep in den nacht
zat hij gebogen over papieren met teekcirin-
gen van machine's en werktuigen, maai' als
hij op 't oogen blik zelf een flinken maatregel
moest nemen, was bij verward en heduiteloos
En zij. die flink was, die zirn slapheid als
een gevaar voelde dreigen, wilde hem helpen,
hora steunen. Maar hSj wees haar bemoeiing
afjft „.Te bent -een best wijfje," was 't dan.
„maar daar móet je je buiten houden, daar
hebben vrouwen geen verstand van. zie je."
Ontmoedigd droop zc af. cn 't- gaf niet. of 7.0
van zacht .vermaan in harde verwijten ver
viel, "hij. bleef kalm en lankmoedig bij haar
driftige woorden, zei. hoofdschuddend, dat z-
niet wist- watt ze deed, da"! -ze berouw zou*?*eb
ben later over baar uitvaren tegen hem.
Ean compagnon, die eerst- zijn boekhouder ge
weest was, drong hem langzamerhand uit de
fabriek, en ten laatste moest hii eon depot
openen in de Bakkerstraat, terwil da ge»wezen
boekhouder als chef de fabriek bestuurde.
Maar ook die sigarenwinkel tierde niet. Hij,
bleef altijd de man van deftige familie, dié
in zijn kantoortje zat, ijverig bezig met plan
nen. die hem weer heelemaal er bovenop zou
den brengen, en onderwijl dreef een slechte
bediende dé klanten uit do zaak. O. toen
'had ze dikwijls, als al'haar heftig overreden
de waa-rscliuwingswoorden afgleden langs zijjn
vergevensgezinde, berustende kalmte-, ver
weekt nog door een glimlach'van medelijden
met'haar dol driftig spreken toen 'had ze dik
wijls zichizelf bitter verweten, dat ee zoo zwak
geweest was te huwen mot heiu. dien zo
tooh toen ook al energieloos en; weifelend ge
weten had Maat, als zo hem dan weer zoo
innig-zorgvol voor haar zag. zoo gelukkig met
zijn kleinen Antoon. dan wae 't medelijden al
leen, dat haar hart beroeirde. en dan, móeöfc zij
toch ook bekennen, dat die ééne daad'; baar
te trouwen trots den tegenstand van zijn fa
milie. een mooie van vasten wil was geweest.
Alleen 't gevoel, de liefde 'voor 'haar, 'had
hem tot dat willen kunnen drijven... Ach.
was hij maar geen zakeman geweest, juist
voor Wat hij: wilde zijn was hi» niet bere
kend. E11 geen berouw had hij ooit-, geen spijt
over zijn onmacht. Toen hij door een lievige
longontsteking stierf Antoon was toen
vijf jaar waren zijin zaken erg in de War.
Op zijn sterfbed ach God. ze zag weer
hoe hij daiar lag zoo mager, cob mager, met-
zijn al grijzende bakkebaarden, wild en ver
ward' oVer de beenige, holle wangen op
zijn sterfbed had hij zich opgericht mei moei
te en Was heengegaan in een glimlach van
zacht0 tevredenheid...
Wnrdi vtrtolgd