i"e Jaargang* Zaterdag 27 September 1902. Bericht BUITENLAND; FEUILLETON. Militair Schetsboek. ABONNEMENTSPRIJS: p(r 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Wonderlijke nummer»- 0.05. pexe Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentie», medudeelingen enz., gelieve men vóór 10 uiir 'jmorgoim bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTEËN: f 0.7%. - 0.15. Tan 15 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit T'.lad bij abonnement Eeno circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. lOJtj Aan hen die zich met 1 Octo- bar a. s. a's abg*n£"ü»ceven wordt ons beden GRATIS bezoi Ons „Het is mij alsóf ik de handen .Op 't hoofd u leggen wou, Biddend, dat God u beware „Zoo rei-n, zoo lief. zoo trouw!" Naar Heine. ,Esn der teekenemi van toenemende beh aving is het toekennen van gewicht) aan kinderjarendo volkeren komen tot het ef, dat hun grootheid afhangt van de jsiite ontwikkeling der jeugd." Aldus de Imerikaansohe schrijfster dr. Mary Wood i het korte voorberiert van een barer wk ie onzent reeds bekend geworden hoeks- kens. En inderdaad het Verschijnsel laat zich ïaarnëmen, dat, naarmate de mensohhedd rek meer ontwikkelt en alzoo hooger staat, cj te meer zich beijvert voor de opvoeding het kind, gedreven door 't besef, dat in kind gansch de toekomst ligt niet alleen, ir ook doordrongen van 't gevoel van ver- atvroordelijikheid, 111 zooverre do opvoeding mag gelden als een der machtigste factoren van het toekomstig levensgeluk van dat had. Het is een heerlijk teeken des tijids, dat aai al rneea* cn meer zich gaat rekenschap gpea van hetgeen men aan het kind vefh- èciit is. at men het al meer gaat beschou- ven als ee-ii toevertrouwd pand, een kostelijk tk-z.t dierbaar kleinood, dat ons ter be- raring werd gegeven, ter bewaring rein en onbesmet van de wereld Treffend is hetgeen' verhaald wordt van a; moeder van Tiberius en Cajus Gracchus. AU zij op zekeren^ dag bezoek krijgt van ét-u niendin uit. Campanie en deze vraagt hare «raden cn kostbaarheden te mogen zien, agt zij gaarne aan dit verlangen te willen voldoen. Intusschen houdt zij haar vriendin zoolang aan de praat tot haar zonen thuis lomen. Diatm, roerend schoon, komt heitl van laar lip „Ziehier nu mijine kleinodiën Gelukkige moeder, wie uw kind alles is, de gTootste schat, de hoogste vreugd Mij komt bet niet vreemd voor, wat ik ergens van Busken Huët vond ópgeteekend, si <ta i hij, na lezing van een boek van Dis raeli Lord Baconsfield dit onvoldaan Kr zijde legde, omdat er in dat boek in't geheel geen kinderfiguur voorkwam. 'Neem de kleine Elvai uit het bekend! ver naai van Oom Tom weg, en ge hebt aan dat boek zijn grootste aantrekkelijkheid ontno- èu! Het kind trekt ons aan door zijn lieftal ligheid, maar meer nog misschien door zijn oubedor ven hend, zijn, grootheid van ziel. Daarom sproken wij dan ook van „Zijnei Mar jfcteit heb Kind „Zijne 'Majesteit het Kind" terecht fflcelil iemand zoo schrijven, want toch aan bet kind zijn wij verschuldigd den hoogs;en orbicdliet. heilige mag niet ontwijd, het |oddtlijk© niet bezoedeld De reine kmder- te, ontzien wij haar en walken wij over haar, ht niet verontreinigd worde de dampkring, faarm zii ademt en leeft. „God, wij waken voor het kroost, „Dat Ge ons hebt toevertrouwd; „Dank, dat Ge ons tot bewaarders koost, „Van meer clan goed of goud!' Vaders en moeders, uw taak is grootsch en schoon, waar gij geroepen zijjtl op te voe den uw kindEu dat woord op voet- den' elf wijst, u duidelijk aan en, om schrijft. als 't< ware uw plicht en roeping. Niet inleen voor 't stoffelijk belang van uw kind, voeding en wat dies nteer zij, hebt gij to zorgen, gij hebt boven alles het zoo to be schermen eerst, zoo te le.den dan. dat het geestlijk al hooger komt te staan één ontwikkelingsgang moet zijn leven zijn, één streven naar volmaking en veredeling' „Ons kind" is van adel iets van de God heid draagt het in zic.h om, aan den hemd is liet verwant. En allermeest deze adeldom is lu i, die vciplicliting oplegt do taak der opvoeding is geen andero dan een helpen na komen van die verplichting, oen gedurig herinneren aan dien adel, etuidagelijks laten zien, hoe men wandelen moet, waardig die afkomst. Jonkvr. Anna de Savornin Lobman laat hiel. in haar boek ,„Na het. Ontwaken'' Add'a zoo mooi zeggen „Niet alleen on« die licha melijke verzorging zou ik steeds bij mijn kindje willen zijn, maar vooral omdat ik dan ook aldoor 't ontwaken zo-u kunnen gade slaan van 't zieleleven en het behoeden en beschermen kunnen, en, in dat dagelijks in tiem. er meê opgroeien, heel innig vertrouwd zou worden met de ziel van mijn kind." ITelalas, hoeveel ouders weten niet van al wat er omgaat in die wereld van mysterie, het hart en de ziel van hun kind' gelij.v de bekende Franscbe sehrijiver Wagner te recht en weemoedig klaagt zij weten niet., wat er ontkiemt in die toed ere hoofdjes, die wij tiussohen onze handen nemen cn aan onze borst drukken, cndat niet-wieten is een waar ongeluk.' Het geheim eener goede, opvoeding schuilt daarin, dat wij ons kind kennen en ons kind ons vertrouwt. Waar deze gegevens ontbre- k- n. waar ouders en kind als vreemdeling tegenover elkaar ótaian, daar kan van opvoe ding geen sprake zijn, daar kunnen vad r en moeder nooit hun roeping vervullen. De opvoeding is een even belangrijke als moeielijike taak, belangrijk in zooverre als waar is, wat iemand gezegd heeft, dat vaders en moeders een veel grootereu invloed op de welvaart der maatschappij uitoefenen dan wietgcvers en staatslieden, moeilijk omdalb hier vereischt wordt zooveel, dat ons nooit wordt geleerd. Herany Koch laat het in „Zon neschijntje" vadertje Kapt ei n zoo naïef zeg gen „Zooveel wét ik er van, dat mjen drie dingen noodig heeft om zoon lutte deern groot 'te brengen, d;e hulp van Onzen Lieven Heer, gezond verstand cn een koe.. Dó leste twee 'ow ik en dé eerste, noe, dio zei wél te kriegen zin, als ilc er maar om vraag" Naast hetgeen benoodigd is voor de voeding, zijn verstand en vroomheid de eerste ver ei scshten bij h l moeilijk werk der opvoeding. 't Is bovendien niet genoeg ons kind to zeggen, hoe het leven moet, 'u komt, er bo venal op aan, ons kind te laten zien, hoe het zijn moet. De voornaamste fabtor in do opvoeding is zeker wel het voorbeeld. Wat zijn de men schel» toch dwaas, die, als ergens ten vader of moeder weggerukt wordt uit den kring hunner kinderen, als eerste vraag uitspre ken „Hoeveel liet hij of zij hun na, wat bleef hun aan geld of goed Alsof niet d'e ko lelijkste nalatenschap is een goed vöor- bceld. Nic-t van lieden of gisteren is het spreek woord „soo de ouden songhen, soo pypen de jonghen", men is t er reeds lang over eens, dat geen macht zoo groot is, geen in vloed' zoo sterk als dio van het voorbeeld. JIoo zou het ook aftidors kunnen? Daarom, dient" heel do opvoeding niet anders te zijn dan één stuk aanschouwingsonderwijp ook hier moet hut kind zitu om te begrijpen, te voistaaox de waarde en hele eken is der deugd, dooi'drongcn t^nordi u van do schoonheid en """h Wee, Mie een slecht, voorbeeld geven Nog is waar het voor zooveel eeuwen uitgespro ken woord „do misdaad der vaderen wordt, bezocht aan de kinderen", 't Is op het eerder gehouden vijfde Internationaal Crimineel Anthropclogiscii Congres, uitgesproken door den geleerden Lombroso, onder instemming van den lioogleeraar Winkler, dat degene ratie do oorzaak is van criminaliteit. En af gezien van do vraag of deze stelling altijd te verdedigen is, zooveel nochtans is zeker, al.-; wij eens konden rondgaan de cellen, waar do misdadigers, jongeren en ouderen, boeten voor bedreven kwaad, leidend een leven van afzondering, en als zii met de hand op het hart, ons antwoorden wilden op onze vraag: „Wait bracht, u hier?" z:u niet door verre weg do ineesten do schuld moeten worden gegeven aan een vader of moeder, die de teere kinderziel besmetten met de smetstof dés kwaads nog voor heb kind was geboren, of die door een slecht voorbeeld het kind' leerden den voet zetten op den Weg des ver- derfs! Heeft niet reeds vader Cats gewaar schuwd „O, gij', die jonge kinderen voedt, „Let, wat gij zegt en wat gij doet; „Want, wad het zij en hoe het ga, „Do jongen doet zijn vader na!" En moge ook hier een uitzondering op den regel, dank zij andore, betere, sterkere in vloeden, niet buitengesloten zijn, 't zijn de uitzonderingen, die den regel bevestigen! Boven de gevangenispjort kon als opschrift staan, ter waarschuwing aan alle vaders en moeders „Verkeerd geleid f' Niet alleen in lagere, maar ook in de hoo- gero standen wordt nog maar al te weinig de bateekeuiis van het woord opvoeding begre pen. Onze tijid is de tijd van vooruitgang en beschaving ook dit woord wendt nog ta vaak verkeerd verstaan. Johanna van Woud© heeft het ergens zoo juist 111 't licht gesteld, waar zij zegt „Beschaving bestaat niet hier in, dat men een wals van Chopin apeelt en Franich, Duitsch en Engelsch spreekt.; be schaving is humaniteit in den hoogsten '.in haar bezitten is het ideaal streden, dat zich tob ho-Cger peil van zeden verheft." Dit ideaal Ie bevorderen is de taak van allen, die kinderen opvoeden, de moeder niet in de laatste plaats. Opvoeden is opheffen ons kind is als het klimop, t heeft in zich den aanleg tot om hoog gaan, maar behoeft daarbij cn zoekt naar een F.teun, waaraan het opgaand zich ka,n hechten. Vindt hot zulk een steun niet, dan, in plaats van op te klimmen, blijft het, gelijk het klimop, dat den eik mist, kruipen langs den grond, bezoedeld met het vuil der aaide. Opvoeden, nog eens, is opheffen laat ons pogen tc wekken bij. ons kind (aldus dr. J. H. de Ridde-r in zijn „hoe voeden wij onze kinderen godsdienstig op?") bet besef, dat bet in "b leven niet gaat oml wat het voor deel igst. of I'd. prettigst is, maar om wat goed, waar, edel en mooi is. Laat het ons streven zijn ons kind le loe ren zijn hart te bewaren boven al wat te be waren is, inimers van dat hart zijn de uit gangen des levens. Helaas liet jongere ge slacht groeit in onzo dagen voor oeni goed deel op zonder zich veel to beikomimercn om den godsdienst, d w. a. naar verstandelijke ontwikkeling wordt gestreefd als eisoh des tijds, sport eu allerlei ander vermaak wordt b.o.fend en nagejaagd, dikwijls mot oen ijver, een betere zaak waard wie bekom mert zich veel om 't aankweeken van don adel des gemoeds, wie heeft er tijd of lust zich bezig to houden met de vorming des harten Wilt gijl, dat het anders wordt met „ons kind", welnu, dan allereerst ons zei ven her zien. laat. opleven in onze ziel do eerbied voor heb heilige, laten wij in woord en daad too- ncn.. dat het goede door ons wordt nage streefd, laten wij edele menseheu z in, die deugd on gepaste vroomheid minnen! Treffend schoon moet hot geweest ziim to beluisteren den genoeg beleenden goleerde Pasteur, waar hij, op gevorderden leeftijd nog eens zijn vaderstad betredend', déze ontboeze ming slaakt„Beste Vader, goede moedei", al zijl gij niet meer op aarde, toch zal ik u in.i- mer dankbaar bTijven gedenken gij toch waart het. die mij leerdet miin hart rein t» bewaren Mij dunkt, d.it is wel het schoonste monu ment, dat ooit op iemands graf werd opge richt, als zóó, na ons^verscheidcn, kan spro ken do dankbare liefde^van ons kind. „Ons kind" zie het in zoeten sluimer, 't mollig lichaampje onder t wicgcklced ver scholen, iets van den glans des hemels op 't «gelaat, iets van Gods vrede spelend om do lip, dat kind, zoo rein nog en teer, dat niet weet van do zorgen, veel minder van de zon den dea- wereld 1 Straks, aanschouw1 nog eens dat kind, nu grooteT geworden, stoeiend op uw knie, met dat open oog, waaruit slechts waarheid straalt, met-dien gullen lach, waar uit slechts onschuld n tegenklinkt., en dan, voel iets van wat eens gevoeld moet ziim door dien kindervriend, die, kinderen zegenend, sprak „Hunner is het Koninkrijk der He- miclcni )Dan, leg ook gij uw hand op dat teedcr hoofd' en bid, dab „God' uw kind beware, zoo rein, zoo lief, zoo trouw1 F. W. DRIJVER. Politiek Overzicht De lierdeuking vuti Sciiipka. Vijf-en-twintig jaren geleden was de Schip- kapas, de bergpas die uit B'tlgarije, van Gar brovo uit, naar Kazanlik in Oost-Rurnclio over den Grooten Balkan leidt, maanden ach tereen het tooneel van een verwoeden strijd in den oorlog tusschen de Tinken en de Ru-ssen. Den !7en Juli 1S77 tastten de Russen van het noorden uit den Sohipkarpas aan, maar wer den teruggeslagen; den 19en Juli echter maakte generaal Goerko zich door capitulatie van de Turksche stelling meester. Van 20 tot 27 Augustus 1877 tastte Suleiman Pacha met 26.500 man de Russen in den Scliipkapas met grooten nadruk aan en bracht hen in een zeer ernstigéon toestand, omdait de versterkingen slechts langzamerhand aankwamen. Het ge lukte huil echter'alle aanvallen af te slaan. Ook een nieuwe aanval van de Turken op den 17en September werd afgeslagen. Den 7cn, Sen en 9en Januari 1878 hadden zeer hevigo gevechten in het zuiden plaats. De Russen hadden den Balkan overgetrokken, waren om de Turksdhe stelling heen getrok ken en dwongen de Turken onder Weasel Pacha, 32,000 .man met 93 stukken geschut, na. hevigen tegenstand bij Schejnowe tot de capitulatie. Deze reeks van gevechten, die den oorlog tot beslissing 'bracht, waaruit de tegenwoor dige toestand van de Balkan-landen is ont staan, is in deze en d volgende week bet on derwerp van een op groote schaal opgezet her inneringsfeest. Eergisteren is dat feest offi cieel begonnen met de aankomst va.n groot vorst Nicolai Nicolajewitsch, als vertegen woordiger van den Czaar, te Varna, waarheen ec-n Russisch oorlogsschip hem heeft gebracht. Hij werd door vorst Ferdinand van Bulgarije met zijn minister-president- en con lid van het bureau van de Sobranje begroet en naar Tir- nowa, de oude Czarenstad, geleid. Van hier ging de reis naar Grabowoi etn van daar wordt lieden te paard do tocht naar den Sohipkapaa ondernomen. Te midden van de Russische graf- en zege-monun enten wordt het middag maal gebruikt en tegen den avond dalen de reizigers den Sckipkapas af naar het kamp bij hot dorp Schejnowo, waar de nederlaag van de Turken bezegeld werd. Zondag wordt het Russische klooster ingewijd' dat ter herinne ring aan die dagen aan den voet van de Schip- ka-boogte is geb uwd. Maandag voormiddag wordt door de troepen de Turksche aan val en de R uss i sclir-Bul gaarscho verdedi ging van den Schipkarpas voorgesteldaan liet einde daarvan wordt een rouwdienst ge houden voor de daar gevallenen. Den volgen den dag wordt de flankaanval voorgesteld, die het Turksche kamp bij Schejnowo dwong tot de overgave. Woensdag wordt de feestvie ring besloten met oene .groote parade, gevolgd door een feestmaal, waarbij toasten zullen worden gewisseld tusschen den grootvorst en den vorst en tusschen de ministers van oor log van Rusland en Bulgarije; dienzelfden dag nog neemt de Russische grootvorst de terugreis aan. Dit programma maakt den indruk, dat er met groote zorg voor .gewaakt -is, dat deze feestviering een zuiver militair karakter draagt en niet- voor poli tick-nation ale mani- fe^tatiën kan worden gebruikt. Dit feiit is niet in staat, om de vreugde van do Bulgaren aan deze feestviering te verhoogen. Misschien zou de Sobraire de betrekkelijk aanzienlijke kos ten van dit feest niet eens toegestaan hebben, wauneer zij bad geweten, dat dit feest zou verloopen zonder dat er .gelegenheid werd ge geven onn er politiek» munt uit te slaan. Niet eens een bezoek van den Russischen grootvorst te Sofia, de hoofdstad van Bulgarije, is in het programma opgenomenalleeu graaf Igna- tiew heeft van den Czaar vergunning beko men Sofia to beaockon. .liet programma ziet er uit, alsof er eone groot© Russische inspec tie over de Bulgaarsche st rijdkrachten gehou den wordt, waarvan mori vreemde militaire gevolmachtigden verwijderd gehouden heeft. Maar Rusland beeft, er voor trachteu te zor gen, dat Europa geene verontrustende conclu sion uit dit militaire schouwspel zal trekken. Reeds voor eenigen tijd heeft hot Russische departement van buitenlandsohe zaken laten verkondigen, dat grootvorst Nikolai Nikolaje- witsch na de groote parade op 1 October naar dóór MIL VAN HOORN. Het auteursrecht is verzekerd.) IX. Slachtoffer. Nummertje 12 moest invallen. Nummertje 12 was het kort-gedrongen paard, dat zoo woest sterk was; een dier: sterke rug, goede beeneu, ruime veel gratie. uummertiji 12 was m oeilijk hij leefde en steigerde. Trokken deed hij niet. Zoolang het stuk over effen terrein ging, liep foj ..lijntrekkend" meê zonder eenige inspan- ®ng; zoodra, de bodem wat zwaarder werd' ook zijn krachten vereischt werden om le beweging erin te houden en hij daartoe ^ögezet werd, wierp hij zich met een nik in haam. Kwa m er dan geen beweging, dan tijgerde hij. omhoog. Op het. 9tijgeren volgde festal ccn. heftig bokken, en zelden bleef berijder da-n in den zadel. Hen enkele maal slechts was hij in het geprobeerd ;en hoewel he/ti zonder on- fdukktn was afgeloopen, heette hij toch '•S^aarlijk in het span". Daarom deed hij geregeld dienst als rijt- paaid van korporaal Kam1 manga; die kende dc gevaarlijke oogenblikken van nummertje 12 en wist er op to blij.en, ook al werd de sterke rug een paar nialen achtereen vlug gekromd en weer gestrekt, of al wierp de voorhand zich driest omhoog. Wij kennen mekaar, zei Kamiminga, en liii hield van nummertje 12. Vandaag echter moest nummertje 12 in vallen. Er was een manoeuvre in verbinding met andere wapens en gelast zoo sterk moge lijk uitrukken; door het uitvallen van een paar andere paaiden kwam in een stuk een, paard te kort. Wo hadden langen tijd gestaan in colonne bi» een draai in den weg. Eindelijk kwam een order„den weg volgen en den zwaren zandweg rechts inslaan, dan langs den voet der heuvels, en in het onbedekte gedeelte zijwaarts in batterij komen." Toii opgestegen, was, werd voorwaarts ge reden in, draf, in eèni snel tempo, dat sneller1 nog naar dpn staart d'er colonne zich ver plaatste. De zandweg was zwaar, héél zwaar j de ra deren zakten diep in het mulle zand, hot tempo verminderdé. In beweging blijvenroept de sectie commandant de stukriiders van liet 5e stuk to:, het stuk waarin nummertje 112 in het mi delen span gaat. Het was van voel belang in gang te blijven: als het. hokte, zou het stuk slechts met groote moeite weêr vooruit te brengen zijin.; dan zou nummertje 12 wei geren en danja, dan zou het stuk er niet komen, zeker niet. In beweging blijven, toch liep de luite nant nu nog eens. Toe. middemïjder Zet op' Aan het hoofd der colonne gmgen handen omhoog; men houdt halt. Wat is er? Kregel klinkt de stem. -Weet niet, luiitnt.we schijnen ver keerd tc zijin. Een luitenant-adjudant is bij den kapitein aan het hoofd van do batterijmen discus sieert dat is te zien aan de gesticulaties. Er valt een kanonschot, bij de tegenpartij. Wo zijn al ontdekt, zegt de oudste sec tiecommandant; de voorste stukkeu staan buiten do heuvels, ïilles is te zien. Voorwaarts! in drafl Er wordt aangezet; zwaar zotten, de paar den zich tegen, den last. Er komt- beweging in de colonne; maar het vijfde stuk hokt Wel wierpen de paarden zich in het haam, wel zetten de aohterpaardeu met sterk spier- spannen zich sohrap in hoti zand en duwden hot lichaam tegen het liaanii in, maar de radian zitten) diep in heit zware zand; het at.uk blijft onwrikbaar. 't Gaat ongelijkroept de wachtmees ter. Allo, de Vries, zet aan 1 Je karwats, als ie niet' wil! Wachtmeester Stil, zet opT Dc karwats dreigt; de bespanning zet nog eens aan. Heit is een oogenblik of er be weging moet komenalle paarden spannen zioh in, één 9eoonde, één klein tijdsgedeelte maar. Toe, de Vries, toé, jij. moet Maar do uitroep besterft op de lippen: nummertje 12 heeft- zioh omhoog geworpen, niet de voorbeen en vooruitgrijpend. Laat losschreeuwt de luitenant don kanonnier toe, die den stangteugel aan grijpt Te laat.het cïoode punt werd gepas seerd, het voorspan wijkt terug en met een smak vallen kanonnier on paard achterover. In grooto verwarring ligt het paard in do bespanning; alle tuigdeolen. verSdhoven en door elkaar gestrengeld, omwinden het ge vallen paard. Een wild slaan on wentelen van feet dier, dat fcidh gevangen voelt tus schen touwen cn leerwerk volgt; do andere paarden der bespanning trachten woest uit een te wijken de kanonnier komt in de wen teling vrijr kreunend en in elkaar gekrom- j pen van pijn chuifelt hij naar den weg kant. Korporaal Kamniinga lange, droge oudo-soldaat - - bij hot zien-aankomen- v-an-gcfvaar van Zn paard gesprongen, grijpt mi liet hoofd aan. van nummertje 1*2 en drukt 'het op den grond, oml verder slaan to beletten. Nu komt er éen oogenblik verade ming; man kan hot dier nu naderen en tracht strengen cn ïi-men los t© krijgen: 'I gaat moeii-lijk een achterbeen zit verward. Als de vaste strengen eindelijk uitgehaakt zijn, zegt de wachtmeester: Laat hem opstaan, dan komt ie van zelf vrij;. Kamminga laat. bet. paardehoofd los; onmiddellijk begint het slaan en wen telen weer. Dan. ineens, met een fier heffen, van het hoofd, staat nummertje 12 op. Om hem heen ratmmelt en kraakt liet, van rekkendo en bre kende tuigdeelen. Slechts even, heel kort, blijft, hij staan maar als gevéld, valt hij voorover nu opnieuw zich verwarrend in da tuigen. Póót gdbroken, roept do oud© korpo raal. rechtervoorbeen. Nu Was het. duidelijk te zien; erven onder de knie was het been verbrijzeld, het bot stak door het vel en langzaam sijpelde bloed door dc wond. Weer hield Kamminga het hoofd van het paard op den grond gedrukt en begonnen stukrijders en, kanonniers de tuigdeelen los te maken. Als liet. gelukt is nummertje! 12 vrij to maken, gaat de bespanning terzijido om voor- loopig met vijf paarden verderft© gaan en het stuk in de vuuPfniie te brengen. Do korporaal krijgt opdracht bij nummer tje 12 te blijven; er gaan boodschappen naar den afdeelihgs-oommandant en den paarden arts. Als Kamiminga alleen is met liet paard, iaat hij liet hoofd losnog eens heft num mertje» 12 zich op en blijft nu ter been; het gebroken voorbeen hangt slap ternew. Snui ven en hinnikend speurt liet dier naar do andere paaiden, die achter eon Iioogterand oen honderd nieters verder staan. Het is gedaan, ventje; je bent er ge weest, hoor, zegt Kamminga, en meteen klopt hij het) dier liefkozend op den bals. Achter den hoogterand gaait het boemi- liocmi van de schijn-schoteii geregeld voort; er tusschen door knetteren geweerschoten en rammelen geluiden van aan- cn afrijdende voertuigen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1902 | | pagina 1