feuilleton.
bü iténTand.
I"" Jfaargang.
Vrijdag 5 December 1902.
Een Stormvogel.
I". 165.
A BONNE M ENT8PBIJ a
par 8 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per po8t1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Dare Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen,
idveitentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'gmorgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Infercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTEHTIÉN
Van 15 regels0.73»
Elke regel meer 0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tol
het herhaald advorteeren in dit Blad bjj abonnement. Eena
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Vriendelijk Weldoes.
H*
»H
WH
90S
ten.
„Ja, Kinderheilige, nog noemt inijn
hart u aan I
,AEn had de wereld slechte wat beter
u verstaan
„Uw geest van weldoen en van
liefde meer begrepen
De G6 nest et.
Reuzen en Kabouters ziji passen niet
meer in onzen tijd en daarom bestaan zi) voor
ons niet meer, hoewel wij toch altijd nog
sarno een klein oogeublikje met onze ge-
achtcn, toeven' in dat heerlijk tooverland,
war onze goede moeder ons binnenleidde als
rij in 't stille schemeruur ons rondom haar
(haarden om tc luisteren naar zoo menig
'occiend verhaal. Dan was bet of wij ona te
Bidden van licn bevonden, machtige reuzen,
zier kracht wij bewonderden, ijverige kabou
ters, dio wij volgden in hun haastig bewe-
jvn eerlijk gezegd, was het wel oen grooto
1 urstellmg voor ons toen wij voor de eerste
aad begonnen te begrijpen, dat een sprookje
|ecn wa'ro geschiedenis is en dat de helden en
heldinnen, van welke ons zooveel was ver
teld, slechts in de verbeelding van dichters
sadden bestaan. Wij voelden dat ons iets
intnoruen werd. wat wij nimmer terug zou-
ocu kunnen krijgen, iets dat toch zoo mooi
en dat wij zoo graag nog wat behouden
lidden jammer, dat wij toen in eens zoo
poot waren geworden en zoo wijsWelk ver-
•landig mensoh praat nog over reuzen en
kabouters?
ihi nochtans het geslaobt dezer is niet lut-
jRtorven, krachtig treden zij op, geweldige
iachtcn, dio verwoesting aanbrengen en ou-
icil stichten ter eexc. dapper weren zij zich,
jxuenstigo geesten, dio goed werk verrich
ten en zegen verspreiden, ter andere zijde
Dio reuzen, zij heeten afgunst, toorn, nijd,
haat en zoo mier, te veel om te noemen
hoeveel goeds verstoorden zij op aardeDio
kabouters, hun namen zijn geduld, vriend
schap, liefde en tal van anderen, die altijd
'rer.g bezig zijn out, waar zij maar kun
nen, blijheid to brengen onder de menschen.
Wat die kabouters betreft, schier in het
verborgen, zonder opzien te baren, doen zij
hun work, beetje voor beetje, maar zonder
ook ocaar één oogenblik of één gelegenheid
verloren te laten gaan, altijd bedacht op het'
bicden van hulp, hot verlichten vau zorg, het
ei-meerderen van geluk
Overal, waar zij aan 't werk zijn, tooveren
tij zonnestraaltjes en roepen zij bloempjes
;W voorschijn, zonnestraaltjes, die verkwik
king en. warmte brengen, bloempjes, dio liefe-
liikhc.d en geur verspreiden, als met too
verstaf elk oord herschapcnd in een klein
paradij:, waar hot) lied des vredes ruischt!
Als patroon van deze kleine weldoeners der
menschhcid kan geld -n „die goede Sint"
eeuwen. lang vereerd, tot op den dag van
beden gehuldigd
1 „...een heilige, dien k haast aanbidden
zou,
„Eén daad van minzaamheid, van wel
doen was zijn leven,
„Zijn liefde heeft zijn naam de onsterfe
lijkheid gegeven
Ja, onsterfelijk is hij op aarde vlecht
bloemen om zijn beeld, zing liederen hem ter
- eer, engeef in daden blijik van de ver
Die een en andier wil lezen omtrent legende
ea v:ering van den «Sintcrklaasdag, verwijs ik
naar het uitvoerig artikel van dien naam in mijn
iloz al e k-uitgave van P Noordhoff te Gronin
gen.
eering, die gij voor hem in 't harte draagt
En, weer i» hij gekomen, de vijfde van
wintermaiand, met zijn avond van vreugdo
en verrassing, kinderfeest eigenlijk, maar al-
leng» uitgebreid tob feest voor klein en
groot. En in stede van in het meedoen mot
de kleinen iets kinderachtigs of belachelijks
tvinden, zeggen wij met onzen bekenden
dichter mee
O, wèl hem, die dat feest,
„Nog altijd meeviert met een kinderlij
ken geest
Do dagen, die wij thans beleven, zijn niet
slechter dan die eerder waren, maar toch,
wij loven zooveel drukker dan er in den
„goeden ouden tijd" geleefd werd, er is zoo
veel, zoo heel veel, dat ons in beslag neemt,
va<n alle zijden legt. men ons vraagstukken
voor om aan hun oplossing mede ons te wij
don» van alle kanten klopt men. bij ons aan.
om te helpen, naar onze krachten, aan 't
volbrengen van mceiolijken arbeid en zware
taak, er is zooveel in onzen tijd, waar we ons
mco to bemoeien hebben, daarom leven wij
wat gejaagd en 't rustig hoekje van den
haard, velen onzer kennen het slechts bij
overlevering of uit de boeken. Het huiselijk
leven lijdt schade in deze eeuw. het familie
leven is niet meer wat het geweest is, wij
hebben er nauwelijks tijd voor oai vriend
schap to onderhouden, mcê te leven het leven
van anderen.
Daar komt „het avondje van Sinter-
klaes" t is alsof een' tooverotaf allen aan
raakt, een oogenblik tot stilstaan en tot na
denken dwingend. En wij voelen het, dien
avond bchooren wij nu toch geheel aan onzo
kinderen, aan onze vrienden, aan allen, dio
ook maar eenig recht op ons hebben.
Het bedrijvig sleur-leven staat stil, de
fee:tlamp wordt ontstoken, wij reppen ons,
nog STwedig dit klaar en dat in orde te bren
gen, wij verlangen naar 't oogenblik, waarop
wij alles bezorgd weten, z ;odat ieder liet
zijne zal hebben, met vau geluk stralend oog
de -vreugd» der onzen, telkens
als de huisbel een nieuwe verrassing aankon
digt, kortom t is een gansch bizondere avond
voor ons, zoo heel anders dan alle andere
avonden.
En dan nog. dat nieuwsgierig elkander aan
zien, dat vragen en gissen, afdalend in de
kleinste b.zonderhedeai om do onbekende
geefster, den onbekenden gever op 't spoor te
komen.
Onderwijl merken wij op, hoe door ieder
rekening is gehouden met korter- of langer
t voren argeloos uitgesproken wenschen,
hoe allen zich hebben beijverd, elkanders
verlangen te bevredigen, hoe er vooral op
gelet is, do verrassing zoo groot mogelijk to
doen zijn, door eerst de verwachting laag ge
spannen tc houden een koolblad, dat een
juweel verbergt of ook, hoó men c-r op uit
geweest is don vorm zóó te kiezen, dat dezi
op zich zelf reeds vroolijkheid en schaterlach
geelt.
Ja, daar is iets eigenaardigs, bekoorlijks in
de gewoonten van dezen avondde wijze,
waarop gegeven wordt, is dikwijl3 reeds hot
grootste geschenk, 't is of allen om. strijd, ge
ijverd hebben „vriendelijk wel te doen'-.
Uit berekening is cr ditmaal in 't geheel
niet gehandeld, tenzij misschien daar, waar
de goede Sint .als „postillon d'amour" had
op tc tredenmaar dat is in elk geval toch
berekening van de beste soort, waarvan de
grondslag niet slechts is gelukkig willen wor
den, maar tevens gelukkig willen maken.
„Als twee hetzelfde doen, is het daarom
nog niet hetzelfde'', zegt een oud spreek
woord,. er is zoo heel veel aan gelegen, hoe
men geeftKicsch gevoeld was het van
Myra'e bisschop, die, toen hij, zooals het be
kend verhaal zegt, ren schoenmaker ont
moette, die neerslachtig met de handen in
het schootsvel zat, tn klaagde dat hij te arm
was om leer te koopen, ongemerkt een geld
stuk liet glijden in een half afgewerkten
schoen, om dan zijn weg te vervolgen, opdat
de gelukkige zijn weldoener niet zou kennen
en vooral niet zou kunnen danken
Ik weet niet wie van de twee dien dag het
gelukkigst zal zijn geweest, de bisschop of
de schoenmakergeven is minstens even
zalig als ontvangen, en door te geven ont
vangen wij veel aan vrede en geluk. Dat ia
almee de schoone zin van 't woord van den
dichter, waar hij1 zegt»;
„Zooveel werd ieder Jan 'fc leven gegeven,
„Als liefde ziju adbrc-u doorstroomt!"
Een waarachtige lièfdc zoekt en vindt al
tijd wegen, langs well» zij ongekend de wo
ning nadert en het hart treft, waarin zij
wil uitstorten van haar milde gaven.
Bij alle weldoen komt het vooral aan op
dc wijze waarop do Sinterklaasavond is
dó ar. om ons er op te wijzen, dat wij vin
dingrijk genoeg zijn, dat wij den slag er wel
van hebben vroolijkheid en vreugde te bren-
geu, binnen te smokkelen als het ware onzo
geschenken, waar wij die hebben willen; voor
jong en oud ontbreekt het ens niet aan een
palend woord, een oolijk rijm is bet to
veel beweerd als ik zeg, dat op Sinterklaas
avond de meeste menschen ziehzclven over
troffen 1
Alleen in één opzichy-Konden wij wat naar-
stigcr zijn Konden \vi» met den goeden Sint
meerijden in den stoet!- in snelle vaart onzen
weg vindend over de daken der huizen, wat
zouden wij naar binnéh ziende, ncerblikken
op van blijdschap iubs(ende groepen van klei
nen en grooten, een verrukkelijke tocht!
Maar ook zouden 'wij moeten ontwaren
meer. dan ééu kou<►ongezellig woonvertrek,
waar geen lach ons uit tcgenklonk, goen lied
uit opsteeg, terwijl eeu traan in 't oog dei-
bewoners, van de grootereu misschien ook,
van de kleineren zeker 't meest, verried, dat
hier geen vreugde wordt gekend, dat hier
kinderen en menschen wonen, vergeten van
anderen, dat hier niets werd gebracht van
wat elders dubbel werd bezorgd, en och
vooral oen kinderhand is toch zoo spoedig
gevuld
Daar zijn armen, heusche armen, wier ar
moede geen eigen schuld is trouwens al
was het dat nu eens wèl, kunnen die kinde
ren het helpen en mogen die om dc schuld
der ouders nog nicer boeten dan zij reeds
doen misschien kent gij er wel een of
me ei- hunner, en anders, liefde is vinding
rijk, zij; zal u wel weten te brengen waar gij
wezen moot, nu vooral wezen moet, terwij'.
d«* wegen besneeuwd zijn en kond de huizen
der armen o, niet koud zij; uw hart
En ge kent immers wel dat mooie woord
van Angelus Morula: „der armen dienst is
Gods dienst!"
Vooral dan ook wilt den kinderen der ar
men gedenken, zij, die hunkerend turen naar
al hot moois cn al het lekkers, uitgestald ach
ter glinsterende winkelruiten, zij, die begeo-
rig, droevig nastaren eiken pakjesdrager
is er dan geen pakjo bij voor hen
Bestaan dan de Kabouters niet meer, die
in het donker, ganscli ongemerkt, welwillend
de tafel aanrichten mot wat suikergoed en
bier en daar een pakje cr op met de namen
l it het Zue-edsch
AXEL L (I S D U 4 It l>.
Er werd een nieuwe dans ingeleid eu ik
kreeg een anderen cavalier. Hij danste met
mij sloebts een halve ronde door dc zaal;
toen bleef hij staan, boog ziels tot mij over
en zeiide, dat er nu toch kans bestond om
ook bier, in Oostenrijk, do zon der vrijheid,
waarnaar wij zoo hartelijk verlangde, tc rien
opgaan. En toon ik hem met een aanmoedi
genden blik toeknikte, zeidc- hij, dat hbt niet
te pas kw.i-mmet over elkaar geslagen ar
men liet aanbreken van den nieuwen dag af
te wachten alle const iiioneel-gezindeu, zoo
wel vrouwen als man-non bchooren zich nader
tot elkander aan to sluiten.
Toen ik hierop weder met een toestemmend
hoofdknikje antwoordde, sloeg hij zijn arm
om mijn middel, en als tot bevestiging en
illustratie van die aaneensluiting dansten wij
wederom, een toertje door de zaal.
De geestdrift wa» tot. een waro vrijheids-
koorts geworden. Hier en daar ving ik half-
gefl uister de woorden oponder andenen
hoorde ik iemand zeggen, dat men een cm-
dor wh ei d i n gsteek en moest bedenken, waar
aan dc vrienden der vrijheid elkander zouden
herkennen; de zwart-rood gouden kleuren w»r
den in die dagen voor zoo revolutionair ge
houden, dat niemand zulk een cocarde durf
de te dragenen op het oogenblik dat wij
langs doctor Schiitte wandelden zag ik, dat
zijne dame haar sjerp verscheurde. In een
ommezien had zij haar cavalier met een witter
cocarde en met een witten band om den arm
getooid. En de vrijheid had dit verbeeld
den wij ons althans haiar eerste uniform
gekle-ede lijfwacht in Wcenen ontvangen;
want spoedig hadden alle dames, ik ook, het
gegeven voorbeeld gevolgd en onze hoeren
gedecoreerd. Jammer, dat wij reeds den vol
genden dag moesten hooren, dat die „Witte
afdoeling van hot Yriiheidslogioen" was te
niet. gegaan
De door ons zoo keurig versierde heeren
waren na afloop va,n het bal, dien nacht naar
een koffiehuis getogen en daar hadden zij
het door de ovenjroomende ontboezemingen
van bun geestdrift, met de politie t? kwaad
gekregen Misschien had het besef van vrij
te zirn hen tot buitensporigheden verleid;
als dit zoo was. had het verbord wel een zin
nebeeldig einde genomen.
Dr. Schiitte werd «moedig een bus vriend
in onze familie. Wie hem bi' ons bad ingeleid
weet ik niet meermaar wel wee- ik. dat ik
op zekeren dag van mijne muziekles thuisko
mende. hem in onze» ontvangkamer zittende
vond.
Later vond ik hem daar nog zeer dikwijls
hij herbaalde zijne bezoeken bij ons met hoe
langer zoo kortere tu-schenpoozen.
Zijne beminnelijkheid overwon ieder die
met hem in aanraking kwam. Ik zou niet
weten te zeggen, wie wel het meest, met, hem
ingenomen was, mijne moeder of mijne zus
ter. Wat mijzelf betreft ik „dweepte" een
voudig met hem, op de wijae van echt opge-
wondene, overspannen jonge meisjes
Wie hij was dit wist niemand in onzen
kring Maar dat hij een zeer veelzijdig ont
wikkeld man was. die veel gereisd e-n goed in
do wereld rondgezien had, dit was voor ons
bij do eerste kennismaking met hem al aan
stonds duidelijk zichtbaar geweest.
Een poos later, toen hij zich bij ons tehuis
gevoelde, vertelde hij ons, dat hij te Coesfold
in Westphalen geboren was als ik mij, wel
hcrinncT in het jaar 1813 Hij had eerst to
Bonn gestudeerd en daarna to Berlijn. Tijde
lijk bad hij ook in Engeland en in Frankrijk
vertoefd. Het was een genot heen van v.ijno
reizen to hooren verteller. hij had ook
do Oosterscho landen bezocht en met bewon
dering -mrak hij over dio slaperige natie en
hare uitstervende beschaving.
Maar veel mw brachte-> züno redevoerin
gen over do vrijheid en do al gemeen o men-
schenrochten ons in verrukking en die over
den strijd voor de beide voorrechten, die vol
gen» hem. nu weldra getreden zouden vor
en. Wii wisten het toen nog nief, wélk enn
voorsm-Jlendo geest hwn bezielde, wolk een
geloofwaardig profeet der naaste toekomst hij
zoude blijken te zijn.
Toon echter de heerlnke gave der zoo go-
we nsch te vrijheid op oen sehoonen dag uit
den hemel op ons neerdaalde en de 'blijd
schap hierover aller harten vervulde, toen
werd dr. Schiitte. althans voor mij. de ver-
I persoonlijking van het evangelie, dat hij ver
der kiemen, dan overgelukkig dat die goede
Sint toch ook hen niet vergat
Een heerlijko dag die vijfde December,
die, bij wintersche koude, komt aankwecken
warmte van gemoed, die komt leeren en on
derhouden dc hoogste deugd welkome ge
legenheid voor allen, jong en oud; tot
vriendelijk weldoen'
Naarden, F. W. DRIJVER.
Wintermaand 1902.
Politiek Overzicht
Twee ultsuwe arbitrale
beNlIsalogcii*
Wederom* zijn door schender echtelijke be
slissing twee intemationalo geschillen uit deu
weg geiuimd. Do eene, waarin aan den Nodcr-
landschen staatsraad mr. T. M. C. Asser het
scheidsrcchtersaanbt was opgedragen, maakt
een einde aan de sedert ge rui men tijd reed3
tusscbcn Rusland on de Vexeenigde Staten
hangende strijdvraag over de inbeslagneming
van Amerikaanschc robbenvangers in de
Bchringzee De oorsprong van dit geschil
ligt een dertig jaren terug. In het jaar 1871
had Rusland aan. de Amerikaanschc Alaska-
compagnie eene robbenvangst-concessie voor
de Russische Commandeur-eilanden ver
leend. Nadat deze concessie in het begin van
het laatste tienjarige tijdperk der 19e eeuw
was afgeloopen, breidden Russische onderne
mers de robbenvangst tot de genoemde eilan
den uit. Toen Amerikaanschc robbenvangers
de jacht iri de Russische wateren voortzet
ten, werden verscheidene van hunne schepen
door Russische oorlogsschepen opgebracht.
In het jaar 1894 kwam er tusschen de beide
staten een verdrag tot stand, waarin Rusland
de vangst, op de Commandeur-eilanden uit
to oefenen, tot 30,000 stuks robben 'sjaars
beperkte, terwijl Amerika zich verbond aan
de Amerikaanschc schepen de robbenjacht
in eene strook van tien zeemijkn langs 4
Russische kusten en van dertig zeemijlen in
den omtrek van de Commandeur-eilanden en
van het Robben-eiland in do Ochotskische
zee to verbieden. Bij het vervolgen van ver
tredingen van dit verbod hebben de Russi
sche oorlogsschepen, volgens het nu door
den scheidsrechter gewezen vonnis, som
mige beginselen van het- volkenrecht
niet in acht genomen. In sommige ge
vallen is de inbeslagneming buit-n de
territoriale wateren geschied, en daar
het volkenrecht gecne vervolging toe
laat buiten deze wateren omdat de rechts
macht van een staat zich niet buiten zijne
grenzen uitstrekt, was in die gevallen de in
beslagneming onrechtmatig. Derhalve zijn in
dio gevallen aan de benadeelden schadever
goedingen toegekend tot een gezamenlijk be
drag van 101,270 dollars.
Dit geschil was, zooals men ziet, niet van
dien aard, dat het do wereld in rep en roer
kon brengen. Anders was bet met het grens
geschil tusschen Chili en Argentinië, dat nu
ook door de arbitrale beslissing van den Ko
ning van Engeland is opgelost. Hier heeft
men meermalen, laatstelijk nog een jaar ge
leder. aan den rand van een oorlog gestaan
fl' geschil liep over eene oppervlakte van
in t goh col 94,000 K.M2.. waarvan ongeveer
54,000 aan Chili cn 40,000 aan Argentinië
zijn toegekend. Gelijktijdig met do uitspraak
van het vonnis van den scheidsrechter zijn
aan de vertegenwoordigers der betrokken par
tijen kaarten uitgereikt, waarop de nieuwe
kondigd had. In 't geheim aanbad ik heon als
de incarnatie van alle deugden van vrij
heidsliefde, kracht cn moed van alles wat
ik in mijn droombeelden edel en schoon cn
beminnelijk had gezien in dien man mijn
afgod.
Na den langen tijd van verdrukking waar
onder wij geleefd hadden, was het nu piot-
teling alsof ons een ruime blik, helder en
open, gegund werd op bet leven en de wereld,
om cn in ons. Het schijnt mij nu vreemd toe,
dat een zoo jong meisje, bijna nog een kind,
hiervan besef had, m^ar zooveel is zeker, dat
ik er in deelde. Tiet kan zijn. dat dit gevoel bij
mij tc levendiger werkte, omdat de gevolgen
der nieuw vorkregen vrijheid ook in de ver
houding van mijne moeder tot ons. achtbaar
waren geworden.
De gestrengheid waarmede zij mijne zusters
en mii had opgevoed, werd merkbaar oewii-
zigd en dit waren onze particuliere „Maart-
scbe Veroveringen."
Overigen.» staat alles wat ik persoonlijk in
dsgon beleefd heb in ecu nevol gehuld
voor miine Iparinnering. alsof het slecht» een
droom was geweest, die bij het lichten van
den morgen verdwenen was. Tk kan onmoeo-
li'k e^vft beechriVing geven vav hetgeen cr
in nriï is omgegaan Hef w- ru'k eon onbe
wust voortleven, dat he* ge«u snoor kon r-rh-
tcrlaten. Dc betwijfel het, of dit bestaan wel
in woorden Van vertolkt worden voor mij
hg de grootsN» beton vering mist. daarin, daf
het een zo o nnhvu^pcliik en toch een zoo
onuitsprekelijk rijk hvem was.
Als ik bodem aan dien trd terugdenk,
schijnt h:* do rrw-st onbezorgde van geheel
mijn leven te zijn gew-est TV gevoelde iets
grens! uen get eekend ziju. In Chili is, blij
kens een bericht uit Santiago, de eerste in
druk van do gevallen beslissing eene van
teleurstoliiug geweest; men meent daar to
kort gekomen te zijn, omdat Chili wel het
grootste gedeelte gekregen hooft van het ge
bied waarover hei geschil liep, maar Argen
tinië het beste deel. Intusschen mag men
wel aannemc-n, dat beide partijen zich zullen
neerleggen bij het gewezen vonnis.
Daarmede* is een strijd uitgemaakt, die
tientallen van jaren heeft geduurd en bij
herhaling, zelfs nog pas een jaar geleden, eene
bedenkelijk gespannen verhouding tusschen
de beide naburige landen heeft doen ont
staan. Het onderwerp van het geschil waa
oorspronkelijk nog uitgebreider: men was
hot. oneens over de grens in het noorden, in
het district Atacaira. en in het zuiden, m
Patagonië. In het js i- 1896 kwamen de beide
landen overeen het geschil aan een scheids
gerecht te onderwerpen, maar dat verdrag
werd niet uitgevoerd. In Juli 1898 werd de
toestand weder kritiekbeide partijen maak
ten oorlogstoerustingen, en in Augustus van
dat jaar zond Chili zelfs een soort ultima
tum naar Buenos Ayres met den eisch zich to
gedragen naar het verdrag van 1896. Na
cenig aarzelen gaf Argentinië toe, cn het ge
schil wegens Atacama werd aan een scheidfv
gmecht onderworpen, dat uit een vertegen
woordiger van ieder der betrokken staten en
den gezant der Vereenigdo Staten te Buenos
Ayres bestond. Dit scheidsgerecht velde in
April 1899 zijn vonnis, dat door beide par
tij-en werd aangenomen. Daarmede was de
strijd over Atacama afgedaan.
Thans bleef nog hot geschil wegens de
grens in Patagonië, en in deze zaak werd nog
in bet jaar 1899 do Koningin van Engeland
als scheidsrechter aangewezen. Deze benoem
de tot commissarissen, die dc wcderzijdsche
aanspraken moesten onderzoeken, kolonel
Sir Thomas Holdicb. gencraal-majoor Sir
John Ardagh en den jurist Macnaghteu. De
werkzaamheden van deze commissarissen
voiderden uihtcr eict hard en- hot werk liep
gevaar geheel te mislukken, toen een jaar ge
leden de betrekkingen tusschen Chili en Ar
gentinië zoo gespannen werden, dat een oor
log haast onvermijdelijk scheen. Dit gewaar
noopte Sir Thomas Holdich zich persoonlijk
naar het gebied in geschil te begeven, oin de
plaatselijke opnemingen te bespoedigen.
Langzamerhand bedaarde de spanning weer
tusschen dc beide Zuid-Amerikaanschc repu
blieken. nadat cr eene overeenkomst geslo
ten was om do wcderzijdsche toerustingen to
beperken en het aanleggen van versterkingen
in het betwiste gebied na te laten. Thans
hoeft Koning Eduard, dio zijne overleden
moeder in het acheidsrechtersambt is opgo
volgd. zijne uitspraak gedaan op grond van
het door zijne commit arisseu op de plaats
zelve verzamelde en bewerkte bewijsmateri
aal. Een bewijs hoe zelfs het meest ingewik
kelde geschil tusschen twee staten, waarbij
zelfs de „nationale eer'' \;.n dozen in 't spel
komt, zonder ecu beroep op de wapenen kan
worden opgelost op eene voor beide partijen
eervolle en bevredigende wijze
Telegrammen.
Berlijn J, Dec. ibj hot verdere verloop der
zitting van den Rijksdag in aansluiting op
liet debat aangaande het reglement van orde,
vinden stormachtige roouceL*n pl 'e Ce
vice-president, graaf v. diolberg ro»j»: r.t-n
afgevaardigde Singer, dio de trap, leidende
naar d© redenaarstribune niet verlaten wil,
in mij, dat het best te verge lijken Ja bij. de
gewaarwording e;ner plant op ecu zomer
morgen in het licht van den koesterenden
zonneschijn, als dc levenssappen uit harü
wortelen opstijgen en bladeren en knoppen
doen irveüen.
Ik ontmoette hem nu en dan maar dat
was voldoende om mijne ziel, mijn leven van
hem te vervullen. Ik geloof niet, dat het ooit
in hem is opgekomen, welk een voorwerp' van
aanbidding bij voor mij was. Zooveel is zeker,
dat hij' nooit met een blik of door oenig ge
baar te kennen heeft gegeven er iets van to
begrijpen.
Ik wist. dat hij een lieveling was van de
meeste dames en ik bad er een duister ver
moeden van dat ook mijne zuster hem, in
'fc geheim, als haren afgod vereerde. Van ja-
locrschiheid hierover was bij mij geen kwestie
Ik vond het eenvoudig natuurlijk. Immers
bij was voor mii niet» anders dan de lichame
lijk geworden idéo ik a ebt te hem van rijn
kant ongevoelig vvx«r de hulde die de andere
dames hem brachten, evenzoo als hij ongevoe
lig Week voor mijne innige toewijding. Hij
scheen er niets van to merken welk een in
druk hij persoonlijk maakte; al de vriende-
liikheid die hij moeht ervaren, bracht, hij
geheel en uitsluitend over de goede zaak.''
op het streven naar de vrijheid, wier dienaar
hij was.
Wordt vervolgd.