feuilleton. bü iténTand. I"" Jfaargang. Vrijdag 5 December 1902. Een Stormvogel. I". 165. A BONNE M ENT8PBIJ a par 8 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per po8t1.75. Afzonderlijke nummers0.05. Dare Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, idveitentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 'gmorgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Infercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTEHTIÉN Van 15 regels0.73» Elke regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tol het herhaald advorteeren in dit Blad bjj abonnement. Eena circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Vriendelijk Weldoes. H* »H WH 90S ten. „Ja, Kinderheilige, nog noemt inijn hart u aan I ,AEn had de wereld slechte wat beter u verstaan „Uw geest van weldoen en van liefde meer begrepen De G6 nest et. Reuzen en Kabouters ziji passen niet meer in onzen tijd en daarom bestaan zi) voor ons niet meer, hoewel wij toch altijd nog sarno een klein oogeublikje met onze ge- achtcn, toeven' in dat heerlijk tooverland, war onze goede moeder ons binnenleidde als rij in 't stille schemeruur ons rondom haar (haarden om tc luisteren naar zoo menig 'occiend verhaal. Dan was bet of wij ona te Bidden van licn bevonden, machtige reuzen, zier kracht wij bewonderden, ijverige kabou ters, dio wij volgden in hun haastig bewe- jvn eerlijk gezegd, was het wel oen grooto 1 urstellmg voor ons toen wij voor de eerste aad begonnen te begrijpen, dat een sprookje |ecn wa'ro geschiedenis is en dat de helden en heldinnen, van welke ons zooveel was ver teld, slechts in de verbeelding van dichters sadden bestaan. Wij voelden dat ons iets intnoruen werd. wat wij nimmer terug zou- ocu kunnen krijgen, iets dat toch zoo mooi en dat wij zoo graag nog wat behouden lidden jammer, dat wij toen in eens zoo poot waren geworden en zoo wijsWelk ver- •landig mensoh praat nog over reuzen en kabouters? ihi nochtans het geslaobt dezer is niet lut- jRtorven, krachtig treden zij op, geweldige iachtcn, dio verwoesting aanbrengen en ou- icil stichten ter eexc. dapper weren zij zich, jxuenstigo geesten, dio goed werk verrich ten en zegen verspreiden, ter andere zijde Dio reuzen, zij heeten afgunst, toorn, nijd, haat en zoo mier, te veel om te noemen hoeveel goeds verstoorden zij op aardeDio kabouters, hun namen zijn geduld, vriend schap, liefde en tal van anderen, die altijd 'rer.g bezig zijn out, waar zij maar kun nen, blijheid to brengen onder de menschen. Wat die kabouters betreft, schier in het verborgen, zonder opzien te baren, doen zij hun work, beetje voor beetje, maar zonder ook ocaar één oogenblik of één gelegenheid verloren te laten gaan, altijd bedacht op het' bicden van hulp, hot verlichten vau zorg, het ei-meerderen van geluk Overal, waar zij aan 't werk zijn, tooveren tij zonnestraaltjes en roepen zij bloempjes ;W voorschijn, zonnestraaltjes, die verkwik king en. warmte brengen, bloempjes, dio liefe- liikhc.d en geur verspreiden, als met too verstaf elk oord herschapcnd in een klein paradij:, waar hot) lied des vredes ruischt! Als patroon van deze kleine weldoeners der menschhcid kan geld -n „die goede Sint" eeuwen. lang vereerd, tot op den dag van beden gehuldigd 1 „...een heilige, dien k haast aanbidden zou, „Eén daad van minzaamheid, van wel doen was zijn leven, „Zijn liefde heeft zijn naam de onsterfe lijkheid gegeven Ja, onsterfelijk is hij op aarde vlecht bloemen om zijn beeld, zing liederen hem ter - eer, engeef in daden blijik van de ver Die een en andier wil lezen omtrent legende ea v:ering van den «Sintcrklaasdag, verwijs ik naar het uitvoerig artikel van dien naam in mijn iloz al e k-uitgave van P Noordhoff te Gronin gen. eering, die gij voor hem in 't harte draagt En, weer i» hij gekomen, de vijfde van wintermaiand, met zijn avond van vreugdo en verrassing, kinderfeest eigenlijk, maar al- leng» uitgebreid tob feest voor klein en groot. En in stede van in het meedoen mot de kleinen iets kinderachtigs of belachelijks tvinden, zeggen wij met onzen bekenden dichter mee O, wèl hem, die dat feest, „Nog altijd meeviert met een kinderlij ken geest Do dagen, die wij thans beleven, zijn niet slechter dan die eerder waren, maar toch, wij loven zooveel drukker dan er in den „goeden ouden tijd" geleefd werd, er is zoo veel, zoo heel veel, dat ons in beslag neemt, va<n alle zijden legt. men ons vraagstukken voor om aan hun oplossing mede ons te wij don» van alle kanten klopt men. bij ons aan. om te helpen, naar onze krachten, aan 't volbrengen van mceiolijken arbeid en zware taak, er is zooveel in onzen tijd, waar we ons mco to bemoeien hebben, daarom leven wij wat gejaagd en 't rustig hoekje van den haard, velen onzer kennen het slechts bij overlevering of uit de boeken. Het huiselijk leven lijdt schade in deze eeuw. het familie leven is niet meer wat het geweest is, wij hebben er nauwelijks tijd voor oai vriend schap to onderhouden, mcê te leven het leven van anderen. Daar komt „het avondje van Sinter- klaes" t is alsof een' tooverotaf allen aan raakt, een oogenblik tot stilstaan en tot na denken dwingend. En wij voelen het, dien avond bchooren wij nu toch geheel aan onzo kinderen, aan onze vrienden, aan allen, dio ook maar eenig recht op ons hebben. Het bedrijvig sleur-leven staat stil, de fee:tlamp wordt ontstoken, wij reppen ons, nog STwedig dit klaar en dat in orde te bren gen, wij verlangen naar 't oogenblik, waarop wij alles bezorgd weten, z ;odat ieder liet zijne zal hebben, met vau geluk stralend oog de -vreugd» der onzen, telkens als de huisbel een nieuwe verrassing aankon digt, kortom t is een gansch bizondere avond voor ons, zoo heel anders dan alle andere avonden. En dan nog. dat nieuwsgierig elkander aan zien, dat vragen en gissen, afdalend in de kleinste b.zonderhedeai om do onbekende geefster, den onbekenden gever op 't spoor te komen. Onderwijl merken wij op, hoe door ieder rekening is gehouden met korter- of langer t voren argeloos uitgesproken wenschen, hoe allen zich hebben beijverd, elkanders verlangen te bevredigen, hoe er vooral op gelet is, do verrassing zoo groot mogelijk to doen zijn, door eerst de verwachting laag ge spannen tc houden een koolblad, dat een juweel verbergt of ook, hoó men c-r op uit geweest is don vorm zóó te kiezen, dat dezi op zich zelf reeds vroolijkheid en schaterlach geelt. Ja, daar is iets eigenaardigs, bekoorlijks in de gewoonten van dezen avondde wijze, waarop gegeven wordt, is dikwijl3 reeds hot grootste geschenk, 't is of allen om. strijd, ge ijverd hebben „vriendelijk wel te doen'-. Uit berekening is cr ditmaal in 't geheel niet gehandeld, tenzij misschien daar, waar de goede Sint .als „postillon d'amour" had op tc tredenmaar dat is in elk geval toch berekening van de beste soort, waarvan de grondslag niet slechts is gelukkig willen wor den, maar tevens gelukkig willen maken. „Als twee hetzelfde doen, is het daarom nog niet hetzelfde'', zegt een oud spreek woord,. er is zoo heel veel aan gelegen, hoe men geeftKicsch gevoeld was het van Myra'e bisschop, die, toen hij, zooals het be kend verhaal zegt, ren schoenmaker ont moette, die neerslachtig met de handen in het schootsvel zat, tn klaagde dat hij te arm was om leer te koopen, ongemerkt een geld stuk liet glijden in een half afgewerkten schoen, om dan zijn weg te vervolgen, opdat de gelukkige zijn weldoener niet zou kennen en vooral niet zou kunnen danken Ik weet niet wie van de twee dien dag het gelukkigst zal zijn geweest, de bisschop of de schoenmakergeven is minstens even zalig als ontvangen, en door te geven ont vangen wij veel aan vrede en geluk. Dat ia almee de schoone zin van 't woord van den dichter, waar hij1 zegt»; „Zooveel werd ieder Jan 'fc leven gegeven, „Als liefde ziju adbrc-u doorstroomt!" Een waarachtige lièfdc zoekt en vindt al tijd wegen, langs well» zij ongekend de wo ning nadert en het hart treft, waarin zij wil uitstorten van haar milde gaven. Bij alle weldoen komt het vooral aan op dc wijze waarop do Sinterklaasavond is dó ar. om ons er op te wijzen, dat wij vin dingrijk genoeg zijn, dat wij den slag er wel van hebben vroolijkheid en vreugde te bren- geu, binnen te smokkelen als het ware onzo geschenken, waar wij die hebben willen; voor jong en oud ontbreekt het ens niet aan een palend woord, een oolijk rijm is bet to veel beweerd als ik zeg, dat op Sinterklaas avond de meeste menschen ziehzclven over troffen 1 Alleen in één opzichy-Konden wij wat naar- stigcr zijn Konden \vi» met den goeden Sint meerijden in den stoet!- in snelle vaart onzen weg vindend over de daken der huizen, wat zouden wij naar binnéh ziende, ncerblikken op van blijdschap iubs(ende groepen van klei nen en grooten, een verrukkelijke tocht! Maar ook zouden 'wij moeten ontwaren meer. dan ééu kou<►ongezellig woonvertrek, waar geen lach ons uit tcgenklonk, goen lied uit opsteeg, terwijl eeu traan in 't oog dei- bewoners, van de grootereu misschien ook, van de kleineren zeker 't meest, verried, dat hier geen vreugde wordt gekend, dat hier kinderen en menschen wonen, vergeten van anderen, dat hier niets werd gebracht van wat elders dubbel werd bezorgd, en och vooral oen kinderhand is toch zoo spoedig gevuld Daar zijn armen, heusche armen, wier ar moede geen eigen schuld is trouwens al was het dat nu eens wèl, kunnen die kinde ren het helpen en mogen die om dc schuld der ouders nog nicer boeten dan zij reeds doen misschien kent gij er wel een of me ei- hunner, en anders, liefde is vinding rijk, zij; zal u wel weten te brengen waar gij wezen moot, nu vooral wezen moet, terwij'. d«* wegen besneeuwd zijn en kond de huizen der armen o, niet koud zij; uw hart En ge kent immers wel dat mooie woord van Angelus Morula: „der armen dienst is Gods dienst!" Vooral dan ook wilt den kinderen der ar men gedenken, zij, die hunkerend turen naar al hot moois cn al het lekkers, uitgestald ach ter glinsterende winkelruiten, zij, die begeo- rig, droevig nastaren eiken pakjesdrager is er dan geen pakjo bij voor hen Bestaan dan de Kabouters niet meer, die in het donker, ganscli ongemerkt, welwillend de tafel aanrichten mot wat suikergoed en bier en daar een pakje cr op met de namen l it het Zue-edsch AXEL L (I S D U 4 It l>. Er werd een nieuwe dans ingeleid eu ik kreeg een anderen cavalier. Hij danste met mij sloebts een halve ronde door dc zaal; toen bleef hij staan, boog ziels tot mij over en zeiide, dat er nu toch kans bestond om ook bier, in Oostenrijk, do zon der vrijheid, waarnaar wij zoo hartelijk verlangde, tc rien opgaan. En toon ik hem met een aanmoedi genden blik toeknikte, zeidc- hij, dat hbt niet te pas kw.i-mmet over elkaar geslagen ar men liet aanbreken van den nieuwen dag af te wachten alle const iiioneel-gezindeu, zoo wel vrouwen als man-non bchooren zich nader tot elkander aan to sluiten. Toen ik hierop weder met een toestemmend hoofdknikje antwoordde, sloeg hij zijn arm om mijn middel, en als tot bevestiging en illustratie van die aaneensluiting dansten wij wederom, een toertje door de zaal. De geestdrift wa» tot. een waro vrijheids- koorts geworden. Hier en daar ving ik half- gefl uister de woorden oponder andenen hoorde ik iemand zeggen, dat men een cm- dor wh ei d i n gsteek en moest bedenken, waar aan dc vrienden der vrijheid elkander zouden herkennen; de zwart-rood gouden kleuren w»r den in die dagen voor zoo revolutionair ge houden, dat niemand zulk een cocarde durf de te dragenen op het oogenblik dat wij langs doctor Schiitte wandelden zag ik, dat zijne dame haar sjerp verscheurde. In een ommezien had zij haar cavalier met een witter cocarde en met een witten band om den arm getooid. En de vrijheid had dit verbeeld den wij ons althans haiar eerste uniform gekle-ede lijfwacht in Wcenen ontvangen; want spoedig hadden alle dames, ik ook, het gegeven voorbeeld gevolgd en onze hoeren gedecoreerd. Jammer, dat wij reeds den vol genden dag moesten hooren, dat die „Witte afdoeling van hot Yriiheidslogioen" was te niet. gegaan De door ons zoo keurig versierde heeren waren na afloop va,n het bal, dien nacht naar een koffiehuis getogen en daar hadden zij het door de ovenjroomende ontboezemingen van bun geestdrift, met de politie t? kwaad gekregen Misschien had het besef van vrij te zirn hen tot buitensporigheden verleid; als dit zoo was. had het verbord wel een zin nebeeldig einde genomen. Dr. Schiitte werd «moedig een bus vriend in onze familie. Wie hem bi' ons bad ingeleid weet ik niet meermaar wel wee- ik. dat ik op zekeren dag van mijne muziekles thuisko mende. hem in onze» ontvangkamer zittende vond. Later vond ik hem daar nog zeer dikwijls hij herbaalde zijne bezoeken bij ons met hoe langer zoo kortere tu-schenpoozen. Zijne beminnelijkheid overwon ieder die met hem in aanraking kwam. Ik zou niet weten te zeggen, wie wel het meest, met, hem ingenomen was, mijne moeder of mijne zus ter. Wat mijzelf betreft ik „dweepte" een voudig met hem, op de wijae van echt opge- wondene, overspannen jonge meisjes Wie hij was dit wist niemand in onzen kring Maar dat hij een zeer veelzijdig ont wikkeld man was. die veel gereisd e-n goed in do wereld rondgezien had, dit was voor ons bij do eerste kennismaking met hem al aan stonds duidelijk zichtbaar geweest. Een poos later, toen hij zich bij ons tehuis gevoelde, vertelde hij ons, dat hij te Coesfold in Westphalen geboren was als ik mij, wel hcrinncT in het jaar 1813 Hij had eerst to Bonn gestudeerd en daarna to Berlijn. Tijde lijk bad hij ook in Engeland en in Frankrijk vertoefd. Het was een genot heen van v.ijno reizen to hooren verteller. hij had ook do Oosterscho landen bezocht en met bewon dering -mrak hij over dio slaperige natie en hare uitstervende beschaving. Maar veel mw brachte-> züno redevoerin gen over do vrijheid en do al gemeen o men- schenrochten ons in verrukking en die over den strijd voor de beide voorrechten, die vol gen» hem. nu weldra getreden zouden vor en. Wii wisten het toen nog nief, wélk enn voorsm-Jlendo geest hwn bezielde, wolk een geloofwaardig profeet der naaste toekomst hij zoude blijken te zijn. Toon echter de heerlnke gave der zoo go- we nsch te vrijheid op oen sehoonen dag uit den hemel op ons neerdaalde en de 'blijd schap hierover aller harten vervulde, toen werd dr. Schiitte. althans voor mij. de ver- I persoonlijking van het evangelie, dat hij ver der kiemen, dan overgelukkig dat die goede Sint toch ook hen niet vergat Een heerlijko dag die vijfde December, die, bij wintersche koude, komt aankwecken warmte van gemoed, die komt leeren en on derhouden dc hoogste deugd welkome ge legenheid voor allen, jong en oud; tot vriendelijk weldoen' Naarden, F. W. DRIJVER. Wintermaand 1902. Politiek Overzicht Twee ultsuwe arbitrale beNlIsalogcii* Wederom* zijn door schender echtelijke be slissing twee intemationalo geschillen uit deu weg geiuimd. Do eene, waarin aan den Nodcr- landschen staatsraad mr. T. M. C. Asser het scheidsrcchtersaanbt was opgedragen, maakt een einde aan de sedert ge rui men tijd reed3 tusscbcn Rusland on de Vexeenigde Staten hangende strijdvraag over de inbeslagneming van Amerikaanschc robbenvangers in de Bchringzee De oorsprong van dit geschil ligt een dertig jaren terug. In het jaar 1871 had Rusland aan. de Amerikaanschc Alaska- compagnie eene robbenvangst-concessie voor de Russische Commandeur-eilanden ver leend. Nadat deze concessie in het begin van het laatste tienjarige tijdperk der 19e eeuw was afgeloopen, breidden Russische onderne mers de robbenvangst tot de genoemde eilan den uit. Toen Amerikaanschc robbenvangers de jacht iri de Russische wateren voortzet ten, werden verscheidene van hunne schepen door Russische oorlogsschepen opgebracht. In het jaar 1894 kwam er tusschen de beide staten een verdrag tot stand, waarin Rusland de vangst, op de Commandeur-eilanden uit to oefenen, tot 30,000 stuks robben 'sjaars beperkte, terwijl Amerika zich verbond aan de Amerikaanschc schepen de robbenjacht in eene strook van tien zeemijkn langs 4 Russische kusten en van dertig zeemijlen in den omtrek van de Commandeur-eilanden en van het Robben-eiland in do Ochotskische zee to verbieden. Bij het vervolgen van ver tredingen van dit verbod hebben de Russi sche oorlogsschepen, volgens het nu door den scheidsrechter gewezen vonnis, som mige beginselen van het- volkenrecht niet in acht genomen. In sommige ge vallen is de inbeslagneming buit-n de territoriale wateren geschied, en daar het volkenrecht gecne vervolging toe laat buiten deze wateren omdat de rechts macht van een staat zich niet buiten zijne grenzen uitstrekt, was in die gevallen de in beslagneming onrechtmatig. Derhalve zijn in dio gevallen aan de benadeelden schadever goedingen toegekend tot een gezamenlijk be drag van 101,270 dollars. Dit geschil was, zooals men ziet, niet van dien aard, dat het do wereld in rep en roer kon brengen. Anders was bet met het grens geschil tusschen Chili en Argentinië, dat nu ook door de arbitrale beslissing van den Ko ning van Engeland is opgelost. Hier heeft men meermalen, laatstelijk nog een jaar ge leder. aan den rand van een oorlog gestaan fl' geschil liep over eene oppervlakte van in t goh col 94,000 K.M2.. waarvan ongeveer 54,000 aan Chili cn 40,000 aan Argentinië zijn toegekend. Gelijktijdig met do uitspraak van het vonnis van den scheidsrechter zijn aan de vertegenwoordigers der betrokken par tijen kaarten uitgereikt, waarop de nieuwe kondigd had. In 't geheim aanbad ik heon als de incarnatie van alle deugden van vrij heidsliefde, kracht cn moed van alles wat ik in mijn droombeelden edel en schoon cn beminnelijk had gezien in dien man mijn afgod. Na den langen tijd van verdrukking waar onder wij geleefd hadden, was het nu piot- teling alsof ons een ruime blik, helder en open, gegund werd op bet leven en de wereld, om cn in ons. Het schijnt mij nu vreemd toe, dat een zoo jong meisje, bijna nog een kind, hiervan besef had, m^ar zooveel is zeker, dat ik er in deelde. Tiet kan zijn. dat dit gevoel bij mij tc levendiger werkte, omdat de gevolgen der nieuw vorkregen vrijheid ook in de ver houding van mijne moeder tot ons. achtbaar waren geworden. De gestrengheid waarmede zij mijne zusters en mii had opgevoed, werd merkbaar oewii- zigd en dit waren onze particuliere „Maart- scbe Veroveringen." Overigen.» staat alles wat ik persoonlijk in dsgon beleefd heb in ecu nevol gehuld voor miine Iparinnering. alsof het slecht» een droom was geweest, die bij het lichten van den morgen verdwenen was. Tk kan onmoeo- li'k e^vft beechriVing geven vav hetgeen cr in nriï is omgegaan Hef w- ru'k eon onbe wust voortleven, dat he* ge«u snoor kon r-rh- tcrlaten. Dc betwijfel het, of dit bestaan wel in woorden Van vertolkt worden voor mij hg de grootsN» beton vering mist. daarin, daf het een zo o nnhvu^pcliik en toch een zoo onuitsprekelijk rijk hvem was. Als ik bodem aan dien trd terugdenk, schijnt h:* do rrw-st onbezorgde van geheel mijn leven te zijn gew-est TV gevoelde iets grens! uen get eekend ziju. In Chili is, blij kens een bericht uit Santiago, de eerste in druk van do gevallen beslissing eene van teleurstoliiug geweest; men meent daar to kort gekomen te zijn, omdat Chili wel het grootste gedeelte gekregen hooft van het ge bied waarover hei geschil liep, maar Argen tinië het beste deel. Intusschen mag men wel aannemc-n, dat beide partijen zich zullen neerleggen bij het gewezen vonnis. Daarmede* is een strijd uitgemaakt, die tientallen van jaren heeft geduurd en bij herhaling, zelfs nog pas een jaar geleden, eene bedenkelijk gespannen verhouding tusschen de beide naburige landen heeft doen ont staan. Het onderwerp van het geschil waa oorspronkelijk nog uitgebreider: men was hot. oneens over de grens in het noorden, in het district Atacaira. en in het zuiden, m Patagonië. In het js i- 1896 kwamen de beide landen overeen het geschil aan een scheids gerecht te onderwerpen, maar dat verdrag werd niet uitgevoerd. In Juli 1898 werd de toestand weder kritiekbeide partijen maak ten oorlogstoerustingen, en in Augustus van dat jaar zond Chili zelfs een soort ultima tum naar Buenos Ayres met den eisch zich to gedragen naar het verdrag van 1896. Na cenig aarzelen gaf Argentinië toe, cn het ge schil wegens Atacama werd aan een scheidfv gmecht onderworpen, dat uit een vertegen woordiger van ieder der betrokken staten en den gezant der Vereenigdo Staten te Buenos Ayres bestond. Dit scheidsgerecht velde in April 1899 zijn vonnis, dat door beide par tij-en werd aangenomen. Daarmede was de strijd over Atacama afgedaan. Thans bleef nog hot geschil wegens de grens in Patagonië, en in deze zaak werd nog in bet jaar 1899 do Koningin van Engeland als scheidsrechter aangewezen. Deze benoem de tot commissarissen, die dc wcderzijdsche aanspraken moesten onderzoeken, kolonel Sir Thomas Holdicb. gencraal-majoor Sir John Ardagh en den jurist Macnaghteu. De werkzaamheden van deze commissarissen voiderden uihtcr eict hard en- hot werk liep gevaar geheel te mislukken, toen een jaar ge leden de betrekkingen tusschen Chili en Ar gentinië zoo gespannen werden, dat een oor log haast onvermijdelijk scheen. Dit gewaar noopte Sir Thomas Holdich zich persoonlijk naar het gebied in geschil te begeven, oin de plaatselijke opnemingen te bespoedigen. Langzamerhand bedaarde de spanning weer tusschen dc beide Zuid-Amerikaanschc repu blieken. nadat cr eene overeenkomst geslo ten was om do wcderzijdsche toerustingen to beperken en het aanleggen van versterkingen in het betwiste gebied na te laten. Thans hoeft Koning Eduard, dio zijne overleden moeder in het acheidsrechtersambt is opgo volgd. zijne uitspraak gedaan op grond van het door zijne commit arisseu op de plaats zelve verzamelde en bewerkte bewijsmateri aal. Een bewijs hoe zelfs het meest ingewik kelde geschil tusschen twee staten, waarbij zelfs de „nationale eer'' \;.n dozen in 't spel komt, zonder ecu beroep op de wapenen kan worden opgelost op eene voor beide partijen eervolle en bevredigende wijze Telegrammen. Berlijn J, Dec. ibj hot verdere verloop der zitting van den Rijksdag in aansluiting op liet debat aangaande het reglement van orde, vinden stormachtige roouceL*n pl 'e Ce vice-president, graaf v. diolberg ro»j»: r.t-n afgevaardigde Singer, dio de trap, leidende naar d© redenaarstribune niet verlaten wil, in mij, dat het best te verge lijken Ja bij. de gewaarwording e;ner plant op ecu zomer morgen in het licht van den koesterenden zonneschijn, als dc levenssappen uit harü wortelen opstijgen en bladeren en knoppen doen irveüen. Ik ontmoette hem nu en dan maar dat was voldoende om mijne ziel, mijn leven van hem te vervullen. Ik geloof niet, dat het ooit in hem is opgekomen, welk een voorwerp' van aanbidding bij voor mij was. Zooveel is zeker, dat hij' nooit met een blik of door oenig ge baar te kennen heeft gegeven er iets van to begrijpen. Ik wist. dat hij een lieveling was van de meeste dames en ik bad er een duister ver moeden van dat ook mijne zuster hem, in 'fc geheim, als haren afgod vereerde. Van ja- locrschiheid hierover was bij mij geen kwestie Ik vond het eenvoudig natuurlijk. Immers bij was voor mii niet» anders dan de lichame lijk geworden idéo ik a ebt te hem van rijn kant ongevoelig vvx«r de hulde die de andere dames hem brachten, evenzoo als hij ongevoe lig Week voor mijne innige toewijding. Hij scheen er niets van to merken welk een in druk hij persoonlijk maakte; al de vriende- liikheid die hij moeht ervaren, bracht, hij geheel en uitsluitend over de goede zaak.'' op het streven naar de vrijheid, wier dienaar hij was. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1902 | | pagina 1