51°. 351. Tweede Blad. I"4" Jaargang^. Zaterdag 14 Maart 1903. BUITENLAND. KOLONIËN. BINNENLAND. FEUILLETON. Militair Schetsboek AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.85. Idem franco per post. 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentien, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1—5 regelsf 0.75. Elke regel meer- 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Zuld-Afrika. Graaf Adalbert Sternberg, een der vrij willigers, die in de rijen» der Boeren tegen do Engel&chem gestreden hebben, vertoefde da vorige maand in Territed en vernam, dat president Sbedjn in de nabijihaid', in GLaTemoe, eemo villa beiwoondé. Hij bracht hem daarop een bezoek. „Steijn en zijne vrouw zaten", aldus ver haalt grahf Sternberg in de „Neme Fr. Pr.", „op een terras aan den oever van het meer van Genève. Ik werd onmiddelijk toegelaten en vierde met den ex-president een weerzien na drie jaren. In een rolstoel, over zijn ge heels liöhtaani verlamd, tot een skelet vermar gerd, zat hij daar, en slechts zijn oog lichtte nog in liet door pijnen en zorgen gegroefde gelaat. Naast hem zat zijne gemalin, de be lichaamde liefde en zorgvuldigheid, een schoono vrouw, goed in de dertig. Steijn herkende mij onmiddelijk en stak mij zijne beidie handen toe. Een stomme groet, doch niettemin was het mij alsof hij wilde zeggen: „Daar ziet gij ©en menscth, die den kelk van weemoed en ongeluk tot op den bodem geledigd heeft. Daarna zeide liiji„Ik herinner mij u. In de harten der Vrijstate rs blijft ge on vergeten, evenals de arme Villebois, die daar zijn leven moest laten. Ons volk heeft veel geleden, maar iik geloof dlati wij voor altoos de achting der wereld verworven hebben." Wij praatten daarna over bekenden van wie velen bij het verloop van den oorlog hun leven voor bet vaderland geofferd hadden. En daarna wees hij óp zijne echtgenoot© en zeide„Waar zou ik zijn, wanneer God mij. deze vrouw niet ge schonken had." En waarlijk, mevrouw Steijn verdient deze lof ten volle. Het werd echter tijd den ex-president weer in zijn kamer te overen, want eene vochtige avondlucht woei van de bergen. Mevrouw Steijn bleef bij mij en wij praatten voort, tyevrouw Steijn was maandenlang zonder be richt omtrent haren man geweest en toen zij hem na den vrede terugzag, was hij ver lamd en niet meer in stalat zich te bewegen. Zij ging niet 'hem naar alle doktoren, zonder dat haar ook maar een schaduw van hoop ge geven kon worden. Eerst in Berlijp vond zij, gelijk bekend, bij dr. Winkler uitkomt. En nu werd langzamerhand de vertwijfeling in hoop opgelost. Iedere morgen bracht een kleine verbetlering, en nu kan de president al reeds eenige passen gaan. Dag en macht was zij onafgebroken aan zijne sponde, en elk woord van haar was hem een troost, een lichtstraal in zijne door het noodlot verduis terde ziel. Eene vrouw toont eerst in ramp spoed, wait eene vrouw is en zijn kan. En toen mij mevrouw Steijn trotsch zeide: „Slechte wij vrouwen hebben een oorlog gewild, en al leen wij hebben onze mannen gedwongen hem zoo lang door te voeren", heeft zij de waarheid geaegd. Naar aam dé „Manchester Guardian," uit Kaapstad gemeld, wordt, is dominé Broek huizen, die in dien Tramsvaalsdbem volksraad het laatste glebed uitsprak, in Worcester (Kaapkolonie) aangeklaagd wegens hoog verraad. Hij moet voor Kruiger en Steijn gebeden en giezegd) hebben, diat de conventie van Veroeniging heit papier niet waard was, waarop zij geschreven wiaa. De voornaamste getuige is een loyale Hollander. Y©rscheodéne farmers geven toe;, dat Broekhuizen Kruger en Stedjim als presidenten genoemd! heeft, doch' het overige bestrijden rij. Milmer ver bood' Broekhuizen den toegang tot Trans vaal on bet afleggen van den eed van trouw. De Congo-gruwelen. De uiitgava van kapitein Guy Burrow's book „Th© Ours© of Central Africa, or the Belgian Administration of the Congo Free State" (De geese! van Midden-Afrika of het Belgische bestuur in den Congo-Vrijstaat), was de aanleiding tot een banket, Zaterdag avond gegeven in Comedy restaurant, Pan- tonstreet, Londen. Als voorztter fungeerde de heer Everett, uitgever van het boek, voorts waren aanwezig kapitein Guy Burrows en Edgar Canisius, schrijvers van het boek, alsook sergeant Hoff man, die verscheidene lichtfceekeningen nam, welke het boek opluisteren. Bij het dessert dronk de heer Everett op de gezondheid van de heer Burrows, en zeide dat hij de negatieven bezat van de lichttee- keningen, die in het boek voorkomen. NatuurEjjk, zeide da heer Everett, de uit gever, is het wensohelijk dat het boek in Bel gië kome en hetredht voor de uitgave in dit land werd aan Belgen aangeboden; maar deze wilden eerst het handschrift zien en daarin kon niet toegestemd worden. Toen men te Brussel vernam dat het boek het licht ging zien, heeft men op de pers gewerkt, opdat zijl het werk zou dood zwijgenmen hoopte nog dat het boek niet het licht zou zien, maar het ia nu verschenen, opdat ieder een, ook de koning der Belgen, zou weten wat er omgaat in den Congostaat. En het zal vertaald worden, opdat de aandacht der Belgische Kamer op deze gruwelen worde gevestigd. Kapitein Burrows, in antwoord op den heildronk, zeide dat al de verklaringen in zijn boek echt zijn- De koning der Belgen is, in Congo, een grooter autocraat dan de Czaar in zijn rijk. Toen hij, Burrows, naar Congo ging, had men ham gevraagd of hij de eer van een En ge ls ch gentleman zou hoog houden? Hij heeft dat gedaan, naar de beste zijner vermo gens, en aldus het begaan van gewone gru welen, al9 het hangen en neerschieten van inboorlingen en het geeselen van naakte vrouiwen belet. Hij heeft aldus een Belgisch officier voor den krijgwaad doen verschijnen maar de officier werd met een maand bureel- werk, wat men heette „dwangarbeid" gestraft, kreeg genade en werd gedecoreerd. Spreker zegt fier, dat hij zijn hand stuk gesilagen heeft op het aangezicht van een dezer Belgen want zoolang die daar meester zijn in Congoland zal 't er eene hel op aarde wezen. Vrouwen worden gegeeseld, mannen worden gedood voor niemendal en als iemand tracht de Belgen in hunne wreedheden te hinderen, dan trachten zij zich van hem te ontdoen. De Daily New» bevat, naar aanleiding der verschijning van kapitein Burrow's boek; een hevig artikel tegen de Belgen in den Congo en tegen de regeering van den Congostaat, die het blad beschuldigt, hare agenten aan te zetten tot deze misdaden, die erger zijn dan het ergste wat van het oude Rome wordt verteld. Het blad zegt dat men de Belgische pers heeft gemuilband en dat men zelfs voor de rechtbanken getracht heeft de uitgave van het boek in Engeland te beletten. Het regiem van slavernij en gruwel in den Congo kan in alle geval niet als een schan de voor Europa blijven duren. Het Hbld. van Antwerpen voegt daaraan toe: Men weet dat de Congostaat een ambte naar en twee in het boek beschuldigde offi cieren naar Londen heeft gezonden om de verschijning van het book van Burrows na te gaan. Ditmaal zijp zulke monsterachtige beschul digingen tegen de Belgen uitgebracht, dat men niet door onverschilligheid dezen aanval kan beantwoorden. Als er gelasterd is, dan pakke men de lasteraars bij de tong, voor de Engelaohe rechtbanken indien ten minste die Bur rows in zijn boek namen noemt, wat hij op het banket niet gedaan heeft. Noemt hij geen namen, dan kan men het boek eenvoudig onder de „chantage"-midde len rangschikken. OOST-INDIÊ. Aan een van demi cdvielon en militairen gouverneur van Atjeh en ouderiioorighedem ontvangen telegram» van 4 Februari wordt door die JavarOt. het volgende outlaeind Ondier bevel vam kapitein Adamiai van Sobedteimai patrouilleert, ©ene compagnie van het 3dle bataljon sedlert begin Januari in Boven-euniagan, Boven- Tripa em Kong; bel richt van deze colonne werd nog niét ontvan gen. Kwala Béë in Wojla is thans bezet door het detachement dat vroeger te Sabang was. De pretendent/sultan v^ird eergisteren voor dienstzaken naar Pidië gezonden Onderrluiitenant Gkriejtfaffel overviel in Boven-Keureutöë op 23 en 24 Januari schuil plaatsen van Toekoe Tji' Gcudong on Pang- lima Pblettn; de bende liet 3 gesneuvelden met wapens in onze handienaan onze zijde wemdlen 2 inlandsahe maréchaussees niet levetnsgevaarl ijk gewmd BivitemLandsahe brieven, boeken en esnnge zilveren preaiasa, toebeihoorende aan Polèm en Toeankoe Radja KeiumailaL Het Ajdtvbl. v. Atjelb meldt: Teuingjkoiel Fotetilh, zuster vam dein pretem- dlenltnsultan, kwam» miet eene miaroaha/usseto patrouille vlam Taxtgsé ein meldde zich te Sigli. Wij lezen in de JavarBode het vol gende: „Miles, de militaire causeur van het Soe- rab. 'Handelsblad, deelt met beslistheid me de dat de gouverneur 'van Atjeh in Mei ^.s. wegens gezondheidsredeneoi met bui ten- land sch verlof zal gaan en alsdan voorloopig zou worden vervangen door den kolonel W. G. ;A. C. Christ an. Inderdaad liep te Ba tavia eenigen tijd geleden reeds het gerucht, dat generaal Van Heutsz tegen Mei een huis zou hebben, gehuurd' 'in Den Haagmen wist zelfs 'de straat .te -noemen, waarin dat huis gelegen is. „Wij hebben dus geen aanleiding om de mededeeling van Miles onjuist te noemen. Alleen 'kunnen wij er tegenover stellen een mededeeling, 'die wij| uit vrij, vertrouwbare broni vernamen, 'dat die generaal het vaste plan heeft ora .na de® terugkeer alhier ,van dr. Bnouck Hurgronje, «JL i. oiver eenige maanden, persoonlijk een bezoek te bremgen aan 'de .Gajoelamdiem en dat de le luitenant 'der infanterie ^1. J. J. B. H. Campioni reeds zou zijn aangewezen om dien generaal op diens tocht te vergezellen. „Ri officieel© kringen laat /men zich over het gerucht niet uit." Poieloe Welk Aan dé Sabamgbaai, zoo wordt viaut daar aan het Bat. Nblld. ge schreven, ia men reeds krachtig in dé weer om loodsen en steigers te bouwen voor de bootten dier Stooanvaartmiaatsdhappij Neder land!, die, zoioails bekend, over eonigen tijd instelde van Padiamg, PoaLoe Wek zullen aan doen. In het midden vam dit jaar wordt do eerste boot dier maatschappij te Sabang ver wacht. Daar dan Colombo in den weg ligt, bestaan er plannen om ook Ce)1 Ion aan te doen, zegt. het Bat. Nbld. Verder zullen waar schijnlijk do booten der Noord-Dintecho Lloyd den weg over Sabang nemen en zal een vaat© verbinding met Pinang ontstaan. Dé kolensteigers te Sabang beloven goed te warden; alleen het moeren gaat nog niet gemakkelijk, dloch in de toekomst zal een havenbootje het rondzwaaien op do bceo bei Hooge gasten. Uit Solo sol rijft mem aam de Java--Bode dato 29 Januari Prin9 Ruippreoht van Beieren en- zijn neef Georg kwamen gisteren per sneltrein van 11 uur van Djokja hier aan met hunne reiisge- nooten, professor Mayer, den heer von Hert- ling en den consul-generaal van Duiteoklamd, dr. von Syburg. Op het jperron van het station te Belapan, dat vol was van nieuwsgierige dames, heeren en kinderen van allerlei landaard, werden zij door den resident en assistent-resident wel kom geheeten. Nadat de gebruikelijke beleefdheden gewis seld waren, stapten de twee prinsen met den assistent-resident in een, met vier zwarte Australische paarden bespannen, door aen soesoehoenan te hunner beschikking gesteld rijtuig, en reden, gevolgd door hunne, in een anderen, eveneens aan den soesoehoenan toe behoorenden vragen, gezeten reisgenooten en den resident, die in zijp eigen rijtuig reed, weg. Aan het hotel Slier, waar voor hen kamers waren besproken de resident kon de hee ren wegens plaatsgebrek niet ten zijpent la- geer en werden de gasten door den, in pontificaal gedosten directeur van Vloten ontvangen. Evenals op den weg daarvoor, krioelde het ook hier van vrouwelijke, man nelijke en jeugdige nontonners van allerlei kleur. Om half zes 's middags maakten de prin sen met professor Mayer een rijtoer door de stad en 's avonds om half zeven hunne op wachting bij het gewestelijk bestuurshoofd. Na de bezichtiging van het residentiehuis, dat schitterend verlicht was, werd het berzoek besloten met een dronk op aller gezondheid. Om negen uur werd, in gezelschap van eenige autoriteiten en tolken, aan den soesoe hoenan een bezoek gebracht. De koninklijke hoogheden, die, zooals bekend, bij deze ge- legenheir het incognito, waaronder zij gc reisd hadden, hadden opgeheven, waren, ge rokt en droegen hunne verschillende ridder orden. Lang nadat het middernachtsuur geslagen had, dachten de gasten eerst aan vertrekken en reden toen, nadat prins Rupprecht dom soe soehoenan zijp portret en dat zijner gemalin had geschonken, met de souvenirs, bestaan de uit een kostbare kris, een kostbaren wan delstok, een album met photografieën vau verschillende gedeelten van den kraton, als mede portretten van Z. H. den soesoehoenan en de rato©, naar hum hotel terug. Inlandsdhe (militaire wielrijders. De kapitein der infanterie J. J. W. van 'Benne- kom, /belast met de .opleiding der wielrijdérs- rapportgapgetrs, «al zich, paai* men aan -het Soer. Hbld. meedeelt, in commissie naar Mar gelang en zoo noodig ook naar Djokjakarta en .Tjimahi begeven, om een tiental iSoen'da- neeeche en Amboneesche militairen in over leg met de betrokken korpsco'mmandanten uit te zoeken oan tot militaire wielrijders te wordein opgeleid. Verminderd debiet. De Lo comotief sahrijftIn het afgeloopen jaar werd in de afdeeling Semarang in het go- heel slechts verkocht pl.m. 45,000 tails regie- opium. Laait men de jaren 1900 en 1901 bui ten rekening, als zijnde toen de economische toestand van de afdeeling geheel abnormaal' en vergelijken wij bet debiet vam 1902 meti dat van den pachter in 1899, dat pl.m. 66.000 tails bedroeg, dan is het verschil niet minder dan 21.000 tails. Het verminderd debiet ip de afdeeling Se- maramjg is echter nog klein in vergelijking met dien achteruitgang in de afdeeling Koe does, waar munder dan 50 pet. weid ver kocht dan wat de pachter sleet. Zulke groote verschillen mogen wij niet al leen op rekening stellen vam een lef waar dig streven der schuivers om het opiumge bruik te temperen, maar moet, zoo er al van temperen sprake is, een smokkelen op groote schaal nog veel meer bijdragen tot den kolossalen achteruitgang van het opiumr debiet. Het Soer. Hbld. schrijft: „Het leven in de kofa Soerabaja wordt er niet gezelliger op. Ternauwernood is de cholera-epidemio voorbij .(naar wij wagen te hopen), die ons -eigenlijk in twee jaar niet verlaten heeft, of andere ziekten komen ons teisterenkoortsen en pokken, vooral de laatste, heerschen in bijna elke kampong en ontzien ras noch kunne, leeftijd noch stand. „De buitengewone weersgestel dheid draagt er het hare toe bij, ota den hygiënischen toe- srfand! ter plaatse te Kameroverzicht. Vergadering van Vrijdag 13 Maart. Geopend 11| ure. Indische Comptabiliteitswet. Aan de orde ia de voortzetting der beraad slaging over de wijsiging der Indische Comp tabiliteitswet. De heer dos repliceerende, constateert dat de minister gisteren duidelijk heeft gezegd, dat het ontwerp zal leiden tot eene b'ijven- de scheiding der Indische en Nederlandsche financiën. Spr. geeft toe dat wanneer de Re geering onmogelijk aan de billijkheid kan voldoen, zij niet anders kan handelen dan zij voorstelt. Hij vreeet echter dat elk jaar de strijd opnieuw zal worden gevoerd over de bijdrage welke aan Indië zal gegevenl worden, zoodat de maatregel tot groote on zekerheid leidt. Daarna bestrijdt Spreker het batoog -van den heer Cremer. Van diens rede heeft hij den indruk gekregen dat het niet de belas- door MIL VAN HOORN. (Het auteursrecht is verzekerd XXI. Boertje. Bartels is kamerwacht. Rustigjes zat hij aan1 eien hoekje Van de tafel te poetsen op zijn sabel gevest. Knusjes heeft hij hiet rondo®» zich ge maakt: zijp kleine poetadoosjes, Lapjes en luoufcjes bij zich genomen, zijp kribkastje opengezet en zijp pijpje aangestoken. Nu dampt hij kleine, sterk geurende wolkjes uit zijn kort pijpje en wrijft zoet-zachtjes over het sa/belgevest Van tijd tot tijd ziet hij eens rond over de groote oohtendstille kamer, waar geen ander geluid) is dan zijn zacht schu ren en liet gejaagd tikken in iizerklank van de klok. Hij ziet eens of hij nog wat vergeten heeft, maar hij kam geen fout in zijn kamer- wchtdlenst ontdekken: de andere tafels, niet de banken er bovenop, staan op hiun plaats, de wapens aan bet rek hangen nauw keurig gericht, de klompen onder de bed den staan juist gelijk meit het voeteinde dier kribben; alle dekens vertoon en hetzelfde fi guur op hét hoofdkussen vap vierkant gevou wen stapeltje met dezelfde afwisseling in roodo ep witte strepen; alle kastjes hebben het overeenkomstig uiterlijk met de glim mende eetketels en schoenen er onder han gend, het pak blauwe kleeren er bovenop de vloer is netjes met zand bestrooid, in lan ge vederachtige vegen; het kamergereed'- schap, in den hoek bij de schoorsteen, staat zóó, dat het 't minst in 't oog valt met zijn verveloos blik, dweil en stofferde bovenra men zijn neergelaten. Knusjes is 't nu op de stille kamer. Door do hooge ramen» valt in ruime weelde onge temperd zonlicht, dat breedé lichtvakken toe kent oven- vloer en tafels ep dé kleuren van kamer cm meubels doet oplevenhiet wit van muren wordt scheller, het bruin vam kastjes wiarmer, ,het zwart vap kribben minder som ber. Dan valt Bartels' dog op zijn openstaand kastje. Hij staakt even zijn poetsen werktuigelijk doorwrijiVemdheel zacht kijkt hij met mieer aandacht naar dé portretten op de binnenrijd'® van bet deurtjemoeder met dé kornet op knappe boerevrouw en broer Jan; boven ieder portret een papieren roosje, op dé kennis in den schiettent, met tien scho ten verdiend. Er rijn nog een paar prent briefkaarten op het deurtje de groote kerk van 't dorp met Geert, den bakkersjongen, op het Kerkplein en de nieuwjaarskaart van Hendrika, een grappige niet de oemta-prent- teekeming vam oen minnend paar en het op schrift in druk „Gijl moogt boei- of soMaat rijn, beste vrind, Door H. wordt gij nog sfceedé bemind." Dé H. had Hendrika or „eigens" op getee- kond d'at had moeder hem geedhreven, en dtofc maakte de kaart voor hem vam groote waardeWant Hendrika kon niet schrijven. En dop, heel zacht doorwrijvend, wegdroo- mend, zijp, oogon gericht op het kastdeoirtje, mijmert hij even voort over tihuis, over Hen drika, moeder en dé koeien, de boerderij, waar hij knecht is. een half uur van 't dorp af; maar terugdenkend van, het versje weêr van „boor" tot „soldaat" komt rijn aandacht weêr bij het poetsen En nu hij ziet, dat het gevest als zilver blinkt, staat brij op, behoed zaam dé sabel met een poetslapje aanvattend, on brengt haar terug naar het wapenrek aan 't einde der kamer. Dam drentelt hij térug naar zijn straatje, klimt op zijn krib, de voe ten voorziahtig op den ralnd, om rijn stroo- zak te sparen. Hij zal rijm kleeding ©ens bekijjkeln et» het kastje opnieuw' pakken. Beret wordt dé drögé handdoek over dén stroozak gespreid, d'ain. zijn bovenkleeding stuk voor stuk genomen, bökeken, geschuierd en op den handdoek gevouwen, alles heel be- (hoedzaam, zoodat de vouwen dezelfde Wij ven. Dan schikt hij de voorwerpen op het onderste plankjehet sigarenkistje met poetslappen en moeders brieven, de was- en vetdoozeu, rijn tabaksdoosje, de „kleine équipemewtst ukken", rijn brood met het klontje boter er tegen gediuwd. Als hij alle kleedmgstukken en voorwerpen weer netjes heeft geschikt, zet hij rijn lepel en vork te recht a al iter bot gespijkerd reepje Iter bin nen tegen het linkerkastdeurtje. Juist staat hij in aandacht-droom nu vóór rijn bed! en beziet weêr moeder, broer Jan en de prentbriefkaart, als de kalmerdeur geo pend wordt en een luitenant dé kamor op komt. In orde! roept Bartels, hoewel hij de eenige is, die aan het orde-roepen kan vol doen. en gaat op den luitenant toe. Kamerwacht pensent, luitnt. De officier gaat nu even over de kamer. BarteLs volgt hem en kijkt mee naar allee wat do luitenant beziet. Bij Bartels' nachtleger staat de luitenant even stil. Lig iij hier? Jawel, luitenant. De luitenant werpt een blik op het kast- deurtjo, glimlacht even. Bartels' oogen blin ken; hij glundert de luitenant lacht zeker o:n do mooie prentbriefkaart van Hen drikaofoim moeder's portret .Nu moet nij, oven op een drafje vooruit- loopen, ©mi do deur open te doen. Bij1 de dieur kijkt Bartels dan luitenant viaut in .io oogon zpu hijj niets zeggen Je kamer ziet er netjes uit. Bartels sluit nu de deur achter dén luite nant. „Ja, de kamer"hij haid graag eens gehoord, waarom de luitenant zoo glmiladbte bij bet zien van rijn kastje. 't Wordt koffiedrinktijd. Bartels neemt een stuik krantenpapier, strijkt het glad over de tafel, legt er zijn brood en mes op en smeert rich een snede. Dam neemt hij het blikje, door hem zelf van een ijzer cland hengsel voorzien, om koffie to halen in. de cantine. Zijn plan is heed rustigjes zijn twaalf-uurtje tc gaan ge nieten Maar beneden in den corridor klinken ge lijkmatige voetstappen en schalt het geluid' van stenume.nisprekon en zingen. Dam stxwnmcd-dondert hot op dé trappen en zwelt het zingen tot schreeuwen aan. „Daar komen za". Bartels bergt het brood weer in rijn kastje. Nu stormt de troep binnen, schetterend, schreeuwend, zingend; wapens worden af go- gespt, jassen uitgedaan en op de bedden ge smeten; kastjes worden inderhaast geopend, kisten van onder de kribben geschoven. In een oogenbhk is de straks zoo rastg-crrdedijke kamer veranderd in. een lokaal vol beweging en wanorde. Er wordt luid gesproken en ge lachen, soms iets geschreeuwd! van het eene eind der kamor uaav het andere; banken winden met ecu amotk van de tafels op den grond: gekoerd, telkens kwakt het geluid van het dichtslaan van do kamerdeur neer tuaschen stemmen en gestommel. Bartels neemt nu zijn koffie-blikje eni gaat naar do cantine on» koffie Als hdj! terugkomt, is het weêr wat. rusti ger op dé kamer enkelen rijn naar de oan- tme gegaan; andoren zitten, aan do tafels, sommigen liggen op de bodden Dan/ schuift Bartels schuwtjes bij aan een hoekje van een tafel en spreidt zijn krant weêr uit, neemt rijn koffie en brood en be gint te eten. Nu is hij niet zoo wel te moode als straks, toen hij alleen was; nu voelt hij rich wat schuw onder al die luidruchtige menschen, die harde en ruwe woorden zeggen en lachen om een kameraad, die onhandig doet. En hij is hang, ook onhandig te rijn en durft niet kijkea» naar den kant, waar de kameraad geplaagd wordt. Als hij genoog gegeten heeft, bergt hij onopgemerkt het. ovuisdhot van zijn brood wég, telkens rijn kia.Hl.jo weêr behoedzaam! sluitend voor onbescheiden oogen. Dan noemt

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1