1°. 865. Tweede Blad.
l"e Jaargang.
Zaterdag 28 Maart 1903.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Indische Penkrassen
AMERSFOORTSCN DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post. - 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF O».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIES
f 0.75.
0.15.
Van 15 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteoron in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-INDIË.
Mem seint ons uit 's Gravenhage
Eon regeenngstelegrani uit Atjeh dd. 27
Maart meldt
Pangerau Toemengoemg bedoeld in tele
gram 14 Febr., gepubliceerd Staatscourant 17
Februari jl., is gevlucht.
-Onlangs is beriohit do aanstaande terug
komst vaai den generaal Van Heait9z., gou
verneur van Atjöh en ondlerboorighede®.
Eiem ambtenaar bij het binnenlamdsohe be
stuur, thans met verlof in Nederland, schrijft
aan het Hbld, dat hij dit bericht beslist kan
tegenspreken. „Het is mogelijk, zegt hij, dat
gewwïcBheiitdisredenen Z.E. daartoe zouden
nopen (wat ik betwijfel, daar Z. E. gedurende
hei laatste jaar volkomen gezond is geweest),
maar Z.E. heeft mij eenige dagen vóór majn
vertrok van Atjeh nog verzekerd niet te zul
len misten alvorens Panglima Polém gevat
was, waardoor toah feitelijk een eind gemaakt
ml zijn aan hot verzet. In ieder geval dacht
de generaal, en Z. E. heeft dat volstrekt niet-
alleen aan mij, maar herbaalde]ijk en bij ver1
schillende gelegenheden gezegd, nog twee jaar
aan te blijven.
In overeenstemming met het boven
staande is het volgende bericht uit de laatste
mafl
„De Java-bode verneemt uit Atjeh uit be
trouwbare bron, dat de geruchten als zou
generaal Van Heutsz dit jaar met een kort
verlof naar Holland gaan, onjuist zijn. Al
vorens Panglima Polim en andere invloed
rijke hoofden zullen gevangen genomen zijn
en de tramweg naar de Langssi-baai gereed
zal wezen, dit laatste niet voor 1906
is er geen denken aan verlof.
Vóór zijn vertrek wenscht de generaal ook
nog een bezoek te brengen aan. de Gajoe-
lauden. doch niet éBrdor voor de bovenge
noemde hoofden onschadelijk zijn."
Korintji. Den 1 len Februari seinde
men uit Padang aan de Locomotief, dat de
raajeor van den general en staf H. C. Kro-
nouer bij eene verkenning door het bevriend'
gedeelte van Korintji beschoten werd zondeil
dat onzerzijds verliezen werdien geledenvan
da schutters werden er enkele door heb dek-
kings-detachement neergelegd- Nu zou beslo
ten zijn dat het 9e bataljon in April a.s. naar
Korintji zal vertrekken.
Uit de 13 Februari verschenen Javasche
Courant blijkt d!at ook de regeering geen an
deren weg meer mogelijk schijnt te ach feu
dan dien van dwang en geweld, waarvan da
verklaring wel gezocht zal moeten worden in
de, van ouds bestaand© verhouding tuasoheu
Korint-ji en het sultanaat van Djambi.
Bij ordonnantie van den llen Februari
(Stbl. no. 124) is besloten, dat alle in- en uit
voer in de landschappen Korintji, Serampas
en Soengei Tenang, anders dan ten behoeve
van den lande of met een bijzondere vergun
ning van het betrokken Europeesch hoofd van
plaatselijk bestuur, verboden is. Overtreding
van dit verbod wordt gestraft met een geld
boete van f 100 tot f 1000 en verbeurdverkla
ring van de goederen, waarmede da overtre
ding is gepleegd- De vervoermiddelen en goe
deren, de laatste Voor zooveel zij niet zijn of
behooren te worden verbeurd verklaard,
waarmede de overtreding is geschied of be- i
proefd, zijn voor de betaling van de opgelegde
boeten en van de kosten der gerechtelij kei
vervolging aansprakelijk. (J.-B.) I
Een nieuwt dok voor het marine-etablis
sement. De Soer. Ct. söhrij|fti: Een bijzonder
belang is op het oogenblik aan het hierboven i
genoemd onderwerp verbonden, nu, na aan
komst van het pantsorschip Koningin Regen
tes, noch het marine-etablissement, noch de
particuliere industrie in Imdië in staat is om
dit schip van 5000 ton dokgelegenheid aan
to bieden, en man dus op het oogenblik niet
onafhankelijk is van heb buitenland voor het
dokken van dit meest moderne der op den
huidigen dag in ïndië aanwezige oorlogssche
pen, van welk type de Nederlandsche marine'
weldra vier schepen rijk zal zijn.
Te Soerabaja treft men geen enkel parti
culier dok aanmen is hier ook in dat op
zicht niet gelukkig geweest; in vroeger jar
ren zonk één dok bij kampong Kendjeran
aan den ingang van het oastervaafwiater,
terwijl ter reede bewesten de Kali Mas nog
twee dokken zonken, de ligging waarvan,
voor zoover betreft het meest oostelijke wrak,
nog aangegeven wordt door een groene wrak-
boei, en bet andere, meer westelijk gelegen,
nagenoeg geheel im flte modder is weggezon
ken.
Het marine-etablissement is twee dokken
rijkvan het grootste, dat nieuw zijnde sche
pen van hoogstens 4800 ton lichten kon,
werden 14 Juni 1879 de eerste platen gelegd,
en werd het dok 6 Juni 1880 te water gela
ten dit honderd meter lange dok kan te
genwoordig schepen lidhitm van ongeveer
45Ö0 ton, doch is onvoldoend© votor het type-
Koningin Regentes; behalve dit heeft het
marine-etablissement nog een 1400 tons dok,
in Maart 1888 te water gelaten, dat dient
voor het opnemen van kleinere vaartuigen.
Irrtusschen bestaan er plannen voor de
aanschaffing van een 'derde, waarschijnlijk
7000 tons dok, waardoor het marine-etablis
sement in staat zou zijln onze grootste oorlog
schepen gemakkelijk te dokken, maar, tus-
schen plannen tot aanschaffing en in staat
zijn het dok te benutten, bestaat een groot
verschil, en is het inderdaad- te bejammeren,
dat niet reeds eerder tot den koop vami eer»
nieuw dok werd overgegaan, zoodat de nieu
we schepen bij hun aankomst in Indië reeds
dadelijk ook gelegenheid zouden, vinden repa>-
raties te ondergaan.
WEST-INDIË.
Onderzoek van het Lawagebied. Onze
West bericht:
Naar wij vernemen zullen de leden van de
expeditie-Van Lóón 2 Maart deni tocht naar
Lawa aanvaarden.
De leden der espeditie zijn de heexein
prof. C. J. van Loon, de mijningenieur A. J.
Gouka en de gouvemements-landmeter W.
L. Loth.
Verder gaan mede een opzichter met een
5-tal arbeiders, en eenige beambten van
politie. Het laatste is zeker nuttig, waar het
te bereizen gebied jaren-lang vrijwel van
toezicht verstoken is gebleven.
De expeditie vertrekt van Paramaribo per
stoomschip naar Albina, om van daaruit met
kleinere vaartuigen de Marowijne op te va
ren. Waarschijnlijk zal men terstond door
reizen naar het placer van de „Compagnie
des mines d'or de la Guyana hollandaise"
aan de La-wa, welke reis gewoonlijk twee we
ken duurt. Van genoemd placer uit, zal de
verkenning van het Lawagebied nader wor
den geregeld. Feitelijk grondonderzoek zal
sléchts plaats vinden voor zoover de tijd het
toelaat.
Men weet dat het geheele onderzoek een
voorloopig karakter draagt. Het doel is de
grondslagen te leggen, waarop later, bij het
uitgebreide onderzoek, dat jaren duren zal,
zal kunnen worden voortgebouwd.
De hygiënische maatregelen der expeditie
bepalen zich in hoofdzaak tot verweermid
delen tegen muskietensteken, in verband met
de theorie der mal ari ar muskiet. Een tent
van gaas wordt medegenomen, waarin de
leden zich 's avonds zullen terugtrekken.
De expeditie-Van Loon hoopt begin Mei
in Paramaribo terug te zij®, waarop prof.
Van Loon medio Mei hoopt te repatrieeren.
Staien-Generaal.
Wetboek «hu lulHlair Mrafreckt.
lirltKNliicllt.
Blijkens de Memorie van Antwoord betreffende
bovengenoemde wetsontwerpen diënt later, in
verband met de aanstaande regeling der rechts
macht van den militairen rechter, te worden on
derzocht of de Leerplannen in algemeenen zin te
wijzigen zijn in de richting dat meer werk 'kan
worden gemaakt van de juridieke opleiding der
aanstaande officieren.
De aanbeveling tot spoedige voortzetting van
den arbeid der herziening ook van 't formeele
militair strafrecht strook volkomen met de voor
nemens der Regeering.
Tot de invoering van het ontwerp kan onmoge
lijk worden overgegaan voordat de militaire
rechtsmacht opnieuw wettelijk geregeld zal zijn.
De al dan niet opneming der doodstraf in het
straffen stelsel .gelijk trouwens van elke straf
wordt gerechtvaardigd door de al dan niet
noodzakelijkheid daarvan.
Ten onrechte wordt in de afhankclijkstelling
der toepassing van de doodstraf van 's rechters
oordeel over de veiligheid van den Staat, een
bedenkelijke verzwakking gezien van den eer
bied voor het recht en evenzeer ten onrechte
wordt in verband hiermede eene waarschuwende
vingerwijzing gedaan naar de Fransche revolutie.
De bedoeling der bepaling is volgens do Re
geering. dat de rechter zich als eerste vraag heeft
ie stellen heeft de overtreder den dooa ver
diend? en als tweede vraag: is zijn dood nood
zakelijk voor de veiligheid van den Staat?
Alleen bij bevftieende beantwoording van
beide vragen veroordeelt -hij tot de doodstraf.
Ook de Regeering blijft betwijfelen of door de
opneming van de straf van detentie het ontwerp
inderdaad wel verbeterd is.
De wen schel ijk he id om, althans op den duur,
de straf klasse voor de zeemacht van die voor de
laTtfin-acht te scheiden, wordt beaamd. De moge
lijkheid is zelfs niet uitgesloten, dat twee straf-
schepen voor de marine zullen moeten worden
ingericht, één hier te lande en één in Oosft-Indië.
Gehandhaafd wordt de meening, dat het on-
noodig is, het vloekten van meerderen tegen min
deren bovendien strafrechtelijk strafbaar te stel
len, daar in de voorschriften ter uitvoering der
wet zulks uitdrukkelijk zal worden verboden en
diens volgens dit feit volgens art. 2 van het ont
werp-Kr ijgstuchtwe t zal kunnen worden gestraft.
De bewering, dat in 'het ontmerp-Krijgstucht-
wet „vermenging van strafrecht en tuchtrecht"
te vinden .is, komt de Regeering minder juist
voor. Het is juister, de zaak zóó te beschouwen
dat die regeling feilen 'betreft, welke èn een
strafrechtelijk èn een tuchtrechtelijk karakter
hebben.
Herhaald wordt, dat de Regeering voornemen»
is eene enunciatieve opsomming van krijgstuch-
telijke gedragingen in een reglement of voor-
schrifl op te nemen.
Jeugdige officieren zullen alleen dan strafbe-
voegdheid hebben, wanneer zij als detaehements-
comuiandanten werden aangewezen.
De vraag f de kromsluiting thans ook aan
boord van koopvaardijschepen gemist kan wor
den, vereischt naar li or oordeel van den Minister
van Justitie een nader onderzoek en eventueel
overleg mee zijn, ambtgenoot van Waterstaat,
Handel en Nijverheid.
Het openbaar belang zou kunnen worden ge
schaad d-Hjr het. stokstijf vasthouden aan het be
ginsel ,,non bis in idem wanneer de toepassing
van krijgstuchtelijke sWüWtet recht van straf
vordering wèl deed vervallen.
De Riegeering beantwoordt ten slotte de nota
van den heer Van den Bireen in zoo verre dett>
kritiek oefent op <le bepalingen van art. 9 en 31
van het ontwerp-Militair Strafwetboek en in ver
band daarmede «len staf breekt ever de straf
rechtelijke inzichten van den. Minister van Jus
titie.
Noodrecht is eigenlijk niet een 'begrip dat al
leen bij de doodstraf tier sprake komt. maar wel
eer een dat loopt door 'het geliecle strafrecht.
Met aanhaling van verschillende schrijvers van
ten minste even beslist christelijke beginselen
als door den steller der nota zeiven aangekleefd,
doet de Regoering uitkomen dat hare meening,
hoezeer ook door den steller der nota verworpen
een volkomen christelijk karakter draagt en ge
heel overeenkomt met de leer dier schrijvers,
waarvan de lezing zeer bij den steller der nota
wordt aanbevolen. De Regeering hoopt, dat het
haar gelukt moge zijn, hem de overtuiging te
schenken, dat het, met het oog op de zoowel door
hem als door bet Kabinet beleden beginselen
minder „hoog noodig'' is, togen de strekking van
de artt. 9 en 31 van het Wetboek van Militair
.Strafrecht waarschuwend de stem te verheffen
dan er voor te waken, dat verschil in opvatting
tusschen hiem, als geestverwant, van het Kabinet
en de Regereing, zich ga verliezen in Byzan-
tijnsch krakeel.
4 rheldi>wef.
Wij doelden reeds mede, daib Het Volk
inzage heeft gehad van het (vertrofuwtelijjke)
aan de Kamers van Arbeid gezonden wets-
ontwerp van dr. Kuypar, dat de bestaande
Arbeidswet zal vervangen.
Wij ontleenen aan het uittreksel, dat Heb,,
Volk daaraan geeft, het volgende:
„Buiten deze wet, en de bescherming die zij
verleent, worden gesteld de arbeiders die wer-
loen bij mijnbouw." landbouw, tuinbouw, bosch- 1
■bouw of veehouderij. Op de vlasbraak hokken ©n
zwingelketen heefi echter de wet wel betrekking.
De mijnwerkers zullen afzonderlijk worden be
schermd, zoodat feitelijk alleen de landarbeiders
geheel onbeschermd blijven. Ook werkzaamhe
den, onder toezicht van militairen, of in militai
ren dienst verricht, en in Rijksopvoedingsgestich
ten, Rijkswerkinrichting en gevangenissen, val
len buiten, de wet. (Art. 4 en 5).
'Binnen de wet daarentegen worden getrokken
de ondernemingen van openbare vermakelijkhe
den, en de winkels. (Art. 3).
Art. 73 geeft den minister bevoegdheid, te ver
bieden dat alle of sommige personen arbeiden
in lokalen waar lood in gevaarlijke hoeveelheden
worden verwerkt.
De tweede verbiedt het verrichten van arbeid
(uitgezonderd landarbeid enz. zie boven voor
kinderen beneden 13 jaar en voor leerplichtige
kinderen. (Art. 74). Voor jongens en meisjes
(aldus luidt de nieuwe term voor jeugdige perso
nen beneden 17 jaar (Art. 8) is veenarbeid ver
boden, uitgezonderd het. verleencn van hulp bij
het droogmaken van reeds gesneden en naar het
droogveld vervoerde veenspecie. (Art. 75).
De dan volgende artikelen 76üx nemen wij
woordelijk overArt. 76, Jongens en meisjes
mogen geen arbeid verrichten
a. als zelfstandig machinist of als zelfstandig
stoker bij kraohtwerktuigen, bij stoomketels, op
locomotieven of op stoomschepen
b. ibij het vervaardigen of verwerken van ont
plofbare stoffen., tenzij die arbeid veilig kan ge
schieden naar 'het oordeel van den daartoe inge
volge art. 306 aangewezen ambtenaar
C. bestaande in het trekken, duwen of dra
gen van een last wKilke kenlijk de krachten van
dien .persoon te boven gaat
d. bestaande in werkzaamheden tot het uit
voeren van gevaarlijke kunstverrichtingen
e. in eene open of besloten ruimte, waar voor
de eerbaarheid aanstootelijke voorwerpen worden
vervaardigd of verpakt, alsmede in een winkel,
waar dergelijke voorwerpen in voorraad zijn.
Art. 77. Jongens, meisjes en vrouwen mogen
geen arbeid verrichten in werklokalen, waar in
den regel loodoxyd, loodsuiker, loodwit, menie
of chromaatstoffen worden bereid, accumulato
ren voor electriciteit worden vervaardigd, of
kwik, kwikverfoeliesel of witte .phosphor wordt
verwerkt.
Art. 78. Jongens, meisjes on vrouwen mogen
geen arbeid verrichten in werklokalen, waarin
bij algemeenen maatregel van Lestuur aan te wij
zen werkzaamheden worden verricht, wanneer
die werklokalen tevens als woon- of slaapver
trekken dienen. (Huisindustrie).
Art. 79. In een steenbakkerij mogen
a. gohuwde vrouwelijke personicn geen arbeid
verrichten
b. jongens en ongehuwde vrouwelijke perso
nen geen arbeid verrichten, bestaande in
lo. het verplaatsen van wagens, kruiwagens
daaronder begrepen
2o. het neerslaan (steenen uit de vormen leg-
gen)
3o. het oprichten, van steenen
4o. het nemen van gebakken steenen uit d©
ovens
Art. 80. Vrouwelijke personen, ten aanzien
van wie in de artikelen 208 en volgeoide de ar
beidsduur wordt beperkt, mogen geen arbeid
verrichten binnen vier weken na hare bevalliag.
Art. 81. Den jongen, een. meisje of eene
vrouw mag geen arbeid verrichten
a. aan drijfwerk dat in beweging is, als
1. smeren, reinigen, onderzoeken, herstellen
2. drijfriemen, touwen of kettingen inkorten
cxf hers tel lien
3. drijfriemen, touwen of kettingen opleggen
of afnemen, tenzij, voor wat drijfriemen betreft,
deze niet breeder zijn dam 55 all. en het opleg
gen en afnemen geschiedt, zonder dat» de daar
aan werkzame persoon den vloer verlaat
b. aan in gang zijnde werktuigen, wanneer die
arbeid naar het oordeel van den daartoe inge
volge art. 306 aangewezen ambtenaar gevaar kan
veroorzaken als smeren, reinigen, onderzoeken,
herstellen
c. aan in rust zijnde werktuigen, wanneer die
arbeid gevaar kan veroorzaken, als smeren, rei
nigen, onderzoeken, herstellen, zoolang het drijf
werk, waardoor die werktuigen in beweging te
worden gebracht, nog in gang is.
Dit verbod geldt evenwel niet, indien de werk
tuigen behoorlijk afgekoppeld of zoodanig vast
gezet zijn, dat zij alleen door een onvoorziene om
standigheid in bewieging kunnen komen.
Voor de naloving van deze bepalingen wordt
het lioofd of de bestuurder der onderneming aan
sprakelijk gesteld.
Hoofdstuk IV is getiteld: Van beveiliging bij
den arbeid. Het bevat algemeene bepalingen om
trent luchtverversching, verlichting, brandge
vaar, overkleeren, kleedkamers, schaften buiten
de werklokalen, privaten, zindelijkheid, wasch-
gelegenheden, verwarming, gassen, dampen of
stof, drinkwater, gevaren door werktuigen enz.,
gereedschappen, steigers, bordessen enz., werk
vloeren, trappen, ladders, liften, hefwerktuigen,
kuipen en bakken, ontplofbare stoffen en gassen,
electrische toestellen en geleidingen.
Een paar van die artikelen nemen wij over
Art. 136. Gereedschappen, die gevaar kunnen
veroorzaken, moeten in goeden 6taat van onder
houd verkeeren.
Art. 137. De steigers met toebehooren moeten
voldoen aan den eisch van goed en veilig werk.
Art. 141. De ladders, die verplaatsbaar zijn,
moeten van beveiligingsmiddelen tegen uitglij
den of te sterk inbuigen zijn voorzien.
Hierbij is te bedenken, dat als fabriek of werk
plaats wordt beschouwd, en dus binnen de wet.
valt, „elke open of besloten ruimte waar in of
roor eenig bedrijf pleegt gewerkt te worden aan
het vervaardigen, veranderen, herstellen, versie
ren, afwerken of op andere wijze tot verkoop of
gebruik geschikt maken van voorwerpen of stof
fen, of waar in of roor eenig bedrijf voorwerpen
of stoffen een daartoe strekkende bewerking ple
gen te ondergaan." (Art. 9).
Op bouwwerken zijn deze bepalingen dus niet
van toepassing. Art. 13 zegt-
Onder fabrieken en werkplaatsen verstaat deze
wet echiter niet
c. vaartuigen voor zoover aan boord daarvan
geen andere arbeid verricht wordt dan in of voor
het schippers- of visschersbedrijf.
net komt ons voor, dat dus de artikelen be
treffende de veiligheid ook het bootwerkersvak
onbeschermd laten.
In dit hoofdstuk komen de volgende bepalin
gen voor ten behoeve van het winkelpersoneel
Art. 177. Voor de jongens, meisjes en vrou
wen, die in een winkel werkzaam zijn, moeten
■Auteursrecht uitdrukkelijk roorlenoudeti.
Heden, Vrijdiag 6 Maart, hebben we dan
'indelijk een» kalme zee en mooi zomerweer!
ïk zal daarom dadelijk maar do gelegenheid
benutten en mijn reisverhaal voortzetten.
We kwamen dan Zondagavond te South
ampton aan an troffen het iin die stad al
bijzonder slecht. !Het regondb en wcnei or
vretselijk en als ik het niet aan u, lezers,
verplicht waa geweest, dan zou ik zeker geen
'voet aan wal hebben' gezet.
Southampton is, als uitgangspunt en aan-
e8P'aats der voornaamste stoomvaartlijnen,
°ön stad van veel' beteekenis. Zij onderhoudt
®et alle havens van Engeland, mot hot vaste
land van Europa, met Amerika, Afrika, Oost
en West-Iudië, Australië, China en Japan, een
druk verkeer. In verbandi hiermedia heeft hier
o SouthrWestern-Spoorwog zijn voornaamste
eindstation. Deze spoorlijn toch brengt haai
'«"binding met het geheele Britsehe eiland
Bijzonder groot is Southampton nu juist niet
wonen slechts 90.000 monscihen, doch
er hocracht een bedrijvigheid, tzjooals zeüf|
Rotterdam niet kent.
Van dat veile, wat wij gedurende ons ver
blijf ragen en opmerkten, willen wij hier even
een en ander mededeelen.
Do bootwerkers in de dokken vertegenwoor
digen heit type van den goedi betaalden en
goed ge voeden Engelschen werkman. Het
zijn zware gespierde kerels met flinke open
gezichten. Zij rijn voor ons passagiers, erg
beleefd, misschien wel in d© hoop op een Hol-
landseh sigaartje! Enfin, dat is hun niet kwa
lijk te nemen, want sigaren van al zeer twij
felachtig allooi (van do twaalf om een dubbel
tje in Holland.) kosten daar throe pence (vijf
tien cent). Nu kan een ieder wel begrijpen,
hoe de menschen er voor een Hol landslui
drieccnts-sigaar vliegen 1 Allee rookt hier dan
ook pijpen. Sigaren zijn grootte weelid© ou
men snapt, hoe wangunstig dó Engelsche dok
werkers naar onze koloniaaltjos keken, dio er
lustig op los dampten, dank zij de goede zor
gen van vaders, moeders, ooms en tantes.
De stad ingaande vallen' ons al dadelijk de
politiemannen op. Zij vormen een keurkorps
van ware neuzen, die werkelijk ontzag inboe
zemen en tegelijk in hun optreden zeer vrien
delijk en welwillend zijn.
Zoo bmtaat er een politieverordening, da,b
men in de hoofdstraten steeds dioor moet loo-
pen, zeker om do passage niet to stremmen
cn toen wij nu mot een groepjo van twaalf
passagiers dit gebod urt onwetendheid over
traden, kwam een dier gebaarde „grenadiers
op ons af, groette beleefd en begon met een
„vraag wol excuus hoeren, maai- ga moogt hiert
niet blijven stilstaan." Zoo'n politieman be
grijpt pas zijn baantje!
-U© soldaten hebben over 't algemeen 'n zeer
zelfbewuste houding. Men ziet het hun aan,
dat zij zich voelen. Ze schijnen het echter
met militaire vormen niet bijzonder nauw te
nemen. Velen 'gaan hun onderofficieren zon
der eetjig salu/ut voorbijOfficieren zagen wij
niet^die loopen er blijkbaar zoo woinig mioge-
lijk in uniform.
Jongens van veertien a vijftien jaar vervul
len hier de betrekking van brieven- en tele
grambestellers en maken dén ündn^k van-
kleine soldaatjes. Juist zooals do „Tommies",
dragen zij een soort kalotje gcheef op het hoofd
niet een stormriempje onder de kin. Ik ver
nam, dat d'ie knapen later bijna allen vrijwil
lig dienst nemen, daar zij natuurlijk geen be
paald vak kennon en reeds jong aan do uni
form zijn geilieoht.
De hoofdstraat van Southampton, do zoo
genaamda Higlistreet, wordt 'w avonds met
electrischo booglampen verlicht Do leelijko
ouderwetsohe omnibussen, die iik hier nog in,-
1896 zag rijden, zijn thans vervangen door'
electrische trams mot bovengrondsche gelei
ding Van do Highstreet komt men door een
prachtige poort-, de Bargate, in de Above Bar.
Genoomdo Bargate, een bouwstuk uit vroe
ger eeuwon, steekt eigenaardig af bij de zoo
moderne omgeving. Vermelding verdient hee
nog. dat man in Engeland er geen bepaald©
cafe's op na hcudt. Wel kan men hier en daar
in oen bar aan do toonbank zijn glas whisky
of palc aio naar binnen slaan, dooh een biittei-
uurtje houdt ine® er niet op na. Daarvoor
heeft men het to druk on wordt er overal do
leus„tijd is geld" gehuldigd.
Ziet men er dus betrekkelijk weinig drank
huizen, men valt er over gelegenheden om wat
te bikken en ze houden er van zwaren kost,
dat verzeker ik u
De indruk, die ik thans van Southampton
kreeg, was niet zoo gunstig als bij mijn eerste
bezoek in 1896, doch dit zal wol aan het af
schuwelijke weer gelegen hebben. Nadat we
wat door de voornaamste straten hadden ge
slenterd, nu tan dan schuilend in een bar, be
zochten wo notg da Pier, die aam Scheven in-
gen herinnert, doch nu natuurlijk doodsch en
verlaten was.
's Avond» gingen wo naar een reusachtige
„tingel-tajigel", die er van binnen zoor primi
tief uitzag dooh stompend vol was. Wa zagen
er al'eon meinschen uit de volksklasse, die
voor hun zestig cents entréa heel wat te ge-
nitrou kregen.
Dat h< t Leger in Engeland populair is,
nicenaVu we op te merkon uit het feit, dat de
„Soldiicr» of the King" (soldaten van den Ko
ning) door allen uit volle borst wend"" meege
zongen. Ook Koning Eduard schijnt nog al
bemind te rijn.
Wij spraken er nog een Engelschman, die
ons Hollandech e enigszins machtig was cru 't
geleerd had van. HoUentottcn in Zuid-Afri-
ka 1 Do man beweerde pro-Boer te zijn, aekeii
omdat wij Hollanders waren.
Terwijl wij daar zco rondscharrelden in do
stad, waren bootwerkers druk berig met nog
tal von koopmansgoed ore ti uit Engeland voor
Öofil-Indië in te laden, 't Waa al net aoo'a
drukte als dien laatste® dag ts Amsterdam
on ik hoor dat do Koning Willem II wal voor
drie raillioen aan vrachtgoed overvoert.
Dinsdag 3 Maart hadden we onze lading
van Southampton binnen en om half vijf
is middags kwam do Engel&ehe loods weer aan
boord en kondón wo het dok verlaten
Het weer waa voor eon oogenblik wat op
geklaard e® wo genoten dan ook naar harto-
lua'j van het indrukwekkende schouwspel.
Waren we Spithead ingevaren, nu gingen
wq in oostelijke richting door the Soleut en
zagen wo weer aan bakboord (links) het prach
tige eiland Wight mot zijn heerlijk groeua
b:>83chon, rijn kasteel on on sahilderaoUtige
dorpjes togen de heuvels opgebouwd.
Tegen zes uur passeerden we d© Noodles,
versahiLlondo rotsgevaarten in zoo, en kouden
wo nog oven door otize kijkers do prachtige
vorstorkiiigen bewonderen, dio hier door En
geland zijn gebouwd boven op do laatste bom
vols van Wight.
We kwamen in hot kanaa) e® do langere
tocht naar ons twoedo. station. .Genua was'
aangevangen.
Lt. OLOCKENER BR OU SS ON b d
a/b S. S. Koning Willem II
6 Maart 1903.