r.
buitenland.
feuilleton.
1"* Jaargang.
Woensdag 8 April 1903.
BINNENLAND.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
pir I maanden voor Amerafoortf UB.
Idem franco per po»t - 1.7».
AfMnderlgke nummers 0.05.
Deze Courant Tenohjjnt Dagelijks mei uitsondering ran
Zon- en Feestdagen.'
AdvertentiSn, mededeelingen ens., - gelieve men vóór 10 uur
'«morgens bij de Uitgevers In te zenden.
Uitgevent VALKHOFF O».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmer 66.
PRIJS DER ADVKRTBNTIÊX
f. 75.
0.15.
Tea 1-1 nfl»
Elke ifi meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bêdryf bestaan roordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit blad by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Frankrijk.
De onthullingen, die Jaurès in de Kamer
beeft gebracht over de Dreyfus-zaak, zijn
nreeleaig. In de eerste plaats heeft hij nieuw
licht doen opgaan over de legende van het
bestaan van eene door den Duitschen Kei-
ier geschreven kantteckeuing, die do schuld
van den ven-oordeelde van 1894 nader zou
bevestigende bekende nota „Zend zoo spoe-
dig mogelijk het bewuste stukzorg, dat die
schurk van, een Dreyfus zich wat haast".
Jaurès wees aan, dat dit stuk een nieuwe
v&lschkekl van Hen ry is, Henry wist, dat
het bewijs voor de dwaling van 1894 geleverd
iou worden, en moest daarom vorder gaan.
H wist, dat na de openbaarmaking van het.
borderel Duitschland eene officieole mededee-
hng zou doen, en dus wilde hij| in staat zijn
op de verklaring van Duitschland, dat het
nooit met den veroordeelde van 1894 in ver
binding had gestaan, met een bewijsstuk van
het tegendeel te dienen. Hij rekende daarbij
op de kameraadschap van den grooten gene-
ralen staf. Voor de naar hem genoemde
valschhe'd ÏÏad Henry alleen verantwoorde
lijk gesteld kunnen won-den., maar voor den
vtrvalschen keizerbrief moeten ook zij; ver
antwoordelijk gesteld worden, die door h,un
stilzwijgen hetm dekten.
Jaurès schetst dan. hoe de anti-Dl'eyfus-ge-
zmde pers zich bediende van de nieuwe
vnlsohïieul. toen Esterhaizy er op stofte om
tich straffeloosheid te verzekeren, en hoe de
generale stal gedwongen werd zich de onder
steuning van Roehofort te verzekeren. Toen
do Intransigeant den 13. December 1897 van
bet geheime stuk", den brief van den Kei
zer gesproken. Méline door Havas het be-
taan er van betwist, maar de nationalistische
h'aden het officieole démenti verdacht gemaakt
liadden. had generaal Billot de zaak tot klaar-
W moeten brengen Hn had Esterhazv
moeten verhoorer. don generalep st.?f inlieh-
tin? moeten vragen. Hii heeft niet eens den
chef van zijn kabinet, die aan Rochefort me-
(kdrolinsen had gedaan, tot verantwoording
geroepen. Roussef De kabinetschef is met
30 dagen arrest gestraft.) Volkomen waar,
maar men heeft hem niet verhoord om de po
litiek der dubbelzinnigheid verder to kunnen
voeren. In het Zola-proces had Henry daar
op de stoutheid, op' den Keizersibrief openlijk
te zinspelen. Hij' clwong zo o- zijne superieuren
hem te dekken. Misschien wilde hij ook voor
generaal Mercier een brug bouwen om een
nieuw stelsel van aanklacht te kunnen op
zetten.
De groote verrassing in de rede van Jaurès
bvam toen hii, gewagende van het aan den
<hg komen der door Henry gepleegde verval-
fching. zeido dat die ook aan do blinden
<k negen opende en als bewijs; daarvan voor
den dag kwam met den voor allen geheel nieu
wen brief van generaal Pellieux aan den mi
nister van oorlog, waarin deze. verklaartdat
I hij zien door ge weten looze lieden hoeft laten
misleiden en nu evenmin meer in zijne- on
dergeschikten als op- zijine superieuren
vertrouwen kan hebben men heeft 'hem op
grond van valscbheden laten werken, en
i daarom verzoekt, 'hij om zijn ontslag.
Die onthulling maakte aanstonds een
slachtoffer, zooais blijkt uit het volgende
incident
Brisson. \Viit. heb aan mijne ontroering
wanneer ik u in de rede val. Dij zegt., dat
deze bnef van 30 Augustus 1898 gedateerd is?
Toen was ik minister-president. Ik verklaar,
dat mijino regeering geen kennis van de-zen
brief gehad heeft.
Cavaignac (minister van ooi-log in liet kar
binet-Brisson). Ik zou willen weten welke
conclusion gij trekt uit den brief. Wat mij
betreft, ik heb het grootste vertrouwen in
de mannen, die men hier wil verdacht maken.
Brisson. Ik weet, dat gijj, mijnheer Cavai
gnac, sedert 14 Augustus van dat jaar over
als do brief van generaal Pellieux achter
gehouden werd en hoe een valsche brief van
Keizer Wilhelm kon worden gebruikt, (Toe
juichingen tea- linkerzijde; kreten ter rech
terzijde A Berlin
Generaal André verklaarde, dat de Regee-
ring het onderzoek naar do waarheid in deae
zaak wil vergemakkelijken. Al was de eer van
hot leger in deze zaak niet gemoeid; spr. kon
natuurlijk niet verheugd zijn over do ver
oordeel van een Fransch officier voor een zoo
tuigd waart, dat het stuk van Henry ce_ j schandelijke misdaad. Ik houd me aan heti
valsch stuk was, en dat gij; mij toch eerst
den 3Oen Augustus daarvan heb ingelicht.
Welnu, den 30em. Augustus dus, toen Hcnry
in de gevangenis stierf, onbvingt gijl dezen"
brief van generaal Pellieux En gij iiebt er
geen acht op geslagen en noch wij. noch een
ander lid. der regeering daarvan verwittigd?
Van 14 tot 30 Augustus waart gij naar Le
Mans gegaan en hadt daar met generaal Mer-
cier overlegd, welke houding moest worden
aangenomen. En gijl liet u verleiden, een
stuk van dergelijk gewicht voor dc regeering,
waartoe gij behoordet, te verb< n. Gij
moogt de amnestie zegenon, want zonder haar
zoudt gij thans in staat van beschuldiging
gesteld moeten worden. De partij, die u eens
toejuichte, toen gij- democratische hervormin
gen invöerdet, veroordeelt u thans. Het
standbeeld van den anderen Cavaignac roept u
toe; Giii behoort niet meer tot- de republiek,
behoort niet meer tot onze famine.
Oavaignac. Mijne overtuiging van de schuld
van Henry vormde zich eerst op den dag,
toen ik hem. zijne bekentenis afdwong. De
beweerde samenkomst met den commandant
van een legerkorps ontken ik. Ik heb ook
geene akten uit den tijd van mijn minister
schap voor den heer Brisson verzwegen. Dc
brief van Pellieux was geen akte en boven
dien heeft Pellieux, terstond nadat hij den
brief geschreven had, er berouw van gehad.
De lieer Brisson roept de herinnering aan
-3.e republikeinen van 1848 wakker Waren
3 -r st entors van de republiek hier. dan jfr.u
den zij verklaren, dat het bestaande régime
in 't geheel geen republiek is.
Na. dit incident ging jantrès voort Ik neem,
akte van do verklaringen van Cavaignac. die
in ieder geval bevestigen, dat hij den brief
van generaal Pellieux heeft ontvangen.
Ca-vaignac. Ik kan slechts toegeven, dat
de brief van generaal Pellieux door mij ont
vangen is. Ik weet echter niet meer of dat
vóór of na mijn ontslag als minister van
oorlog was. (Luid gelach links.)
Jaurès eindigtGeneraal Pellieux beschul
digt in zijn brief verscheidenen van zijne su-
preieuren hem misleid te hebben en mede
plichtigen van kolonel Henry te zijn. De
toenmalige minister van oorlog had den
plicht- generaal Pellieux te roepen, hem aan
te hooren en zijne verklaringen te onderzoe
ken. in tegenwoordigheid van het gc-heele
ministerie
In de couloirs van de Kamer vatte men
den indruk van dit incident samen in da
woorden ..Cavaignac was reeds dood nu. is
hij begraven''.
In de Kamer zatte Jaurès zij no rede
voort, telkens in de rode gevallen, door
de nationalisten. Hij eindigde met de
verklaring, dlat de oorlog, waarmee het nati
onalisme ons bedreigde, nog kan dreigen.
Wat ons betreft, wij hebben den plicht der
republikeinsche regeering te vragen een onder
zoek in te stellen, hoe een ernstig document
laatste oordeel van dien krijgsraad, maar ben
van moening, dat hot geweten van het land
zeer verontrust is door verschillende omstan
digheden, die dit oordeel vetrzwaikken. ÖnJ
mijn deel bij te drageri tob do waarheid, zal
ik het schrijven vau generaal Pellieux over
leggen Er is»onderzoek gedaan in bet minis-
terio van oorlog en men heeft het schrijven
van Pellieux gevonden, dat da minister voor
las in een tekst, volkomen gelijk aan dien
door Jaurès meegedeeld.
De minister eindigde met de verklaring,
dat hij eene administratieve enquête aan
vaardde met medewerking van een zeker aan
tal magistraten.
Cavaignac verklaarde één punt te kunnen
vaststellen. Het schrijven van Pellieux word
hem eerst, na 13 dagen overhandigd door ge
neraal Zurlinden, maar de minister van oor
log v«rdonkerema.andja den brief nidb vooert
den minister-president, zooalg Brisson volko
men ten onrechte had beweerd.
Briiiflon antwoordde onder toejuichingen der
linkerzijde. Hij was op do tribune onverstaan
baar. Cavaignac stelde op heftige wijzex Jau
rès verantwoordelijk voor de nationale desor
ganisatie en schold de uiterste linkerzijde voor
lafaards evens Jaurès.
Lazies las een schrijven voor van oomman-
dant Cuignet, waarin deze zeide, dat de dé
pêche van Panizzardi gelij kstaat met een
uitdrukkelijke sch u ld beken ten x is van Drey
fus en de medeplichtigheid <{pr regeering
Lazies noemde zijne tegenstanders verval
schema.
Ten slotte werd de verkiezing van 8yveton
met 281 tegien 228 «temmen ongeldig ver
klaard, in strijd met de gunstige conclusies
van de commissie.
Verder werden verschillende motiën van
orde voorgesteld. Minister-president Combes
verklaarde, dat het hier. niet ging om dë ope
ning der revisie-procedure. De prioriteit werd
met 318 tegen 202 stemmen geweigerd aan
een motie van orde van Brisson en Jaurès.
Een motie van Chapuis, uitsprekende vertrou
wen in de regeering en den vasten wil der
Kamer om de zaak-Dreyfus niet buiten het
gerechtelijke domein te doen treden, werd met
350 tegen 75 stemmen aangenomen.
De zitting werd te 10 uur 25 gesloten.
Da Kamer ging tot 19 Mei uiteen.
Engeland.
In heft Lagerhuis verklaarde Haycty
Fisher, secretaris van die schatkamer,
dat hij zijn ambt zou neerleggen fen
g.:volge van de oritieik op hem geoefend
tjoor een rechter, voor wieu een vordering
word behandeld tegen een particulier syndi
caat waarin £m> was betrokken. Hij1 ontken
de onwaardig te hebben gehandeld en zeide
dat hij; hoewel niet rijk zijnde, schikkingen
had getroffen om aandeelhouders en crediteu
ren van het svndicaat te betalen De critici»
van den rechter stelde hem bloot aan aan
vallen, die hem tot een bron van zwakheid.
in stede van kracht zou maken voor de Re
giering. Daarom trad hij af. Zoowel Balfour
als Canipbt'll-Bannerman betuigden hem hun
sympathie.
Italië.
Te Rome is. nadat onderhandelingen tus-
schen de stakende typografen en de
werkgevers zijn mislukt, is op eene
vergadering de algemeene werkstaking gepro
clameerd. Men gelooft, dat zij echter slechts
partieel zal zijn. De stad is zeer rustig. De
voortgang der publieke dieneten is verzekerd.
Nader wordt gemeldDe algemeene sta
king is geproclameerd ten gevolge van het
mislukken der onidemandelingen over de
staking der typografen. De stad is rustig.
Er zijn maatregelen genomen om den public
ken dienst te verzekeren.
Ia het manifest, waarbij de algemeene
staking wordt geproclameerd, wordt gezegd,
dat de a taxing volkomen rustig moet wor
den toegepast en men zich moet bepalen tot
optochte.i op den openbaren weg.
Het Parijpche „Journal des Débats" zegt.
dat men mag aannemen, dat aan de regeering
de medewerking van het leger niet zal ont
breken, indien deze noodig ismaar men
mag hopen, dat de wijsheid der stakers haar
onnoodig zal maken, ondanks de ophitsin
gen van binnen- en buitenland.
Spanje.
Blijkens ecu to Madrid uit Melilla ontvan
gen bericht, heeft het pa/nserschip Isabella
eene afeeh'ng artillerie en munitie ontscheept.
De Mcoren deden een aanval op de versterking
Traganazij hadden, elf dooden en verschei
dene gewonden. Tegen den middag duurde
het gevecht nog voort.
In den ministerraad heeft de minister
van buitenlandsche zaken mededeeling ge
daan van de te Melilla) met? het oog op de
vrees voor verwikkelingen genomen maatre
gelen.
Servië.
Uit Belgrado wordt bericht, dat do leden
van den Staatsraad op non-activiteit, zijn ge-
seld. De kieswet, de perswet, de gemeentewet
zijn opgeheven en vervangen door de oude wet
ten. Na de be noem ing van nieuwo senatoren en
nieuwe Staatsraden zal de Koning eene nieuwe
proclamatie uitvaardigen, waardöoT de grond
wet van 6 April 1901 buiten werking wordt
Het zal de taak zijp der nieuwe Kamers
wetten, te ontwerpen die beter in overeen
stemming zijn met <lè constitutie, dan de
thans opgehevene.
De oud-regent Belimnrkowitch is benoemd
tot president van den Senaat.
Het tegenwoordige ministerie blijft aan.
uitgezonderd de minister van buitenlandsche
zaken, die vervangen worden door Delitoh.
Volgens een ader bericht is de koninklijke
proclamatie uitgevaardigd, waarin wordt ge
zegd, dab de nieruwe Grondwet, van 6
April 1901 noch aan de verwachtin
gen vatii den Koning, noch aan dc
van heit Servische wik hoeft beantwoord.
Daarbij is nu de toestand. op het Balkan
schiereiland zeer ernstig. Servië heeft orde
vrede en eendracht nmodiig. De Koning schorsi
derhalve do Grondwet van 0 April 1901 en
Ix-veelt de ontbinding van dc Skoepschtina De
mandaten der senatoren houden op van
kracht te zijn.
Bulgarijë.
Bij dc door Oostenrijk-Hongarije en Rus
land in Sofia gedane stappen om eene lx
tere bewaking vam dc werkzaamheid der
Macedonische c o m i t ó's en eene
moer doelmatiger bewaking van de grens te
verkrijgen, li ebben zich ook de andere rao-
gendh<*1en aangesloten
Rusland.
Uit Helsuigfore wordt aan „Aftonbladet"
gemeld Dc Keizer van Rusland heeft gene
raal Bobrikoff. algemeen gouverneur van Fin
land, de macht gegeven, als opperste hoofd
de Finsche overheden te vervangen en voor
eigen verantwoordelijkheid al die maatrege
len to nemon, die hij goed zal vinden.
Marokko.
Moeley Arami, bevelhebber van de troepen
van den Sultan, trok voor Bom Hamara terug
en vluchtte binneu Melilla. Boo Hamara jjond
een parlementair met zoek om aan Moeley
eeno toovlucht te weigeren, maar de militaire
commandant weigerde hierin toe to stommen.
Allerlei.
vIn tegenwoordigheid van den Keizer zal
prof. Delitsch den 17. a. a. in do Duit-
sohe örie atgesel 1 schaft' een voordracht
houden over- ziin reis naar de opgravingen
in Babyion. Dit thema is niet te verwisselen
met Babel en Bijbel
vDoor bemiddeling der regeering is de
in Spe zi a dreigende algemecne s taking
van, arbeiders bij de arsenalen aldaar, voor
komen. D'o arbeiders hebben, het werk weder
hervat.
vTe R o m. e hebben de letterzet
ters», die meer dan eon maand staken, be
sloten oen manifest tot eene al gemeen e star
king uit to vaardigen, indien do onderliaaido-
lingen tot geen g<vd einde leiden. Alle maat
regelen zijn gynomen, om rurtvetrstoringem
te voorkomen.
vDo tiara van Saitaphernea.
De Russische artist Rouchomowaky uit Odes
sa ia to Parijs aangekomen, en heeft, eon on
derhond gehad niet den heer Clermont Gan-
neau, die belast is met het ondersoek. De
tiara ia gisteren in 't bijzijn van den hoer
Kaempfen, bestuurder vhu do nationale mu
sea, aan den Rus voorgelegd en deze hoeft
zijno docannont-en aan den heer Clermont
Gauneau overhandigd, die ook zijne verkla
ringen aanteekende.
Meier heeft men er niet van kunnen te
weten kom en-
vGisteren nacht brak in het. „Grand
Theatre" te R;»ssel bran uit, een half uur
nadat de voorstelling was afgeloopcn. De
schouwburg werd geheel vernield. Monschen
zijn niet verongelukt.
Kameroverzicht.
Vergadering van 7 April, 's morgeus te
10 uur.
Stakingswetten.
Blij het heden voortgezette debat verklaar
de du Ministervan Justitie dat het
geenszins de bedoeling der Regeer ing is», om,
wie ook in dem lande te. knevelen. Zij wil
eenvoudig tien schifting niakeu tusschen de
goedwilligen en de kwaadwilligen, en de gocd-
w i iligern beschermen.
De Minister zette daarna uiteen, de bet ee
kenis en het beginsel der Ixide artikelen
van de straf recht novelle, en consi at eerde dat
noch in het beginsel, noch in de bet eekenis
RUTH.
Alorierne Roman
DOOK
fernand-lafargue.
„Zaj je komen?" herhaalde de kleintjes te-
£-ijk.
Neen, kindertjes, neen, ik kom niet. Ik
teb
een moeder en voor haar moet ik leiven.
woei ik verzorgen. en hen bij de hand
n«mend, ging M zwijgend en terneergedrukt
'emer.
Ben anderen keer had ae hen madegenomen
Daar Las-èqiie, achter de keiric Saint-Martin
stegen, en met hen een hen vol beklommen,
°°g uitstekend boven oude, deftige gebou-
die in breeden kring cm Saliee» lagen,
üjl vermoeid langa een snnvl, steil,
p®d naar bonedien komend, leclc
Eva gehikt toe, hen mede naar huist
nemen en eeu oogenblik te laten uitrusten,
^ainau Clémentine zou lien zokc*r \Tiendelijk
(fl rangv". nu do aanwezigheid dier vroolijke
-epaeltjes met hun guitige oogen een licht-
in hun sombere woning.
•*A^lun Clémentine», hier is mijn kost-
®°1» scherts te Eva. de deur van de groote
Wwn ojienend. ,Do kinjclteren willen u goe-
^D^asggen
Xcr. en sfreag, de zilverwitte haren het
•dien gelaat omlijstend, maar nog altijd
mooi en sympathiek, trad niaman Clémen
tine binnen De kinderen, eerst, beschroomd
achteruitgaand, kwamen naden', toen ze hen.
glimlachend toeknikte
„Jongeheer Jojo en jongejuffrouw Nini, die
hecieonaal niet van hun hadvrouw houden."
zeido Eva.
De kinderen vlogton lachend naar haar toa
en sloegen de armpjes om haa.r hals
„Ze hebben vast. wel honger, moeder. Maakt
u het een of andéa- voor hen klaar, terwijl
ik mijn japon uifechuier."
Ai pratende verdween ze in de kamer on
mamani Clémentine sneedi lxvterhaanmcjï.jch
van bruin brood, die ze met een laagje honing
besmeerde Toen schonk zo twee glazen melk
in, cn schoof t.weo stoelen bij de tafel.
„Ga zitten, kinderen, en eet..."
De uitnoodiging behoefde ni?t herhaald te
wordenmet één sprong s.'atcn zfi op hun
plaatsen en verorberden met. zooveel smaak
de sneedjes brood, dat, dlrinlken en praten
er bij vergeten werd.
„Komaan, jongeheer Jojo, je b°nt al een
groote jongen, zeg me eens, waarom jei Jojo
genoemd wordt?"
„Dat weet ik niet. Ik he©t George."
„George? En hoe nog meer..."
„Duclaux, George Duclaux.
Met een heftige beweging haar hand op
haar hart drukkend, bleef maman Clémenti-
nf's blik strak op den kleinen jongen geves
tigd. Nini voelde zich achteruitgezet, en ver
klaarde met een hoog stemmetje:
„En ik, ik heet Léonie Duclaux
Sprakeloos, met toegeknepen keel, zag Eva's
schoonmoeder het tweetal aan.
Geen twijfelen was meer mogelijk; voor
haar stonden de kleinkindelfen van Jacques
Duclaux, vau den broer van Pierre dc
kleinkinderen van don man, die haar echt
genoot geruïneerd had...
Do schok was groot, maar spoedig wist ze
haar diepe aandoening te beheerscheu.
„Eva heeft hen lief," dacht ze, „daarom zal
ik niets tegen haar zoggen.'
Zonder lach of woord, met onstuimig klop
pend kart sneed ze opnieuw boterhammetjes,
cv besmeerde ze met honigbij hef, vertrok
echter kon ze niot besluiten, do kinderen een
km te gov en
Noen, neen, dat wilde zii niet.' In deze fii>-
3cbe, I/lonende kiii»dergozijeh.t.jes zou jze dief
,trek kon weervinden van den onwaard i.geu,'
b'ocder. valsch cn wreed, schraapzuchtig cn
diefachtig tegelijkde trokken van den man,
die de lamilie Jansou van den troon had ge-
sti/oten, den bewerker van leed en de ellende,
waardoor haar hart en haar hoogmoed bj
elke ademhaling gepijnigd werd.
HOOFDSTUK IX
Eva had nauwelijks oen half uurtje mot da
kinderen gewandeld, of zo wenschten terug
tb koereu, vermoeidheid voorwendend maar
in werkelijkheid liegeerig oan de koffers te
zien pakken. Zij wilden naar het hotel om
cic kamenier te heipon, want den volgt-?'. 1
dag zouden ze Sal ka verlaten.
Het leed, dat Eva bi» deze mededeelingl
gcioelde. dec?d haar pas goed bcsi'ffcn, hoo
diciliaar do kinderen haar reels -^werden
waren.
„Spijt het jo niet, Jojo, en jou, Nini, om.
van mij weg te moeten gaan?"
..Neen," verklaarde Jojo, „want ik ga naar
papa
„En ik ben ook blij, zeide Nini
Een vaag besef ontwaakte in hun kinder
zieltjes van dc smart, «lie Eva dood vcrblee-
ken cn haar een kus gevend, fluisterden 'zo
bffchroomd
„Jo aiet ons toch morgen nog... dan komen
•wij voor het laatst, badten,"
Zij brncht de kinderen in bet. holel en be
trad eenige minuiten later de gailerij, waar oen
doodacho stilte heorschfce. Haast.ig schreed zo
vorder, opeado do dour van nomnier negen
tien en ging naar liet venster, dat op het. park
uitzag. Eenige kwijnende palmboompjes ..in
zoomden du uitgestrekte gazons, prijkend met.
oen overvloed van kleine madeliefjesop den
achtergrond verhieven zich statige platanen
en hooge pijnboomem. To midden van hot
sombere park, in een elegante muziektent,
nerxi plechtige, droeve muziek ten gchoore
gebracht, volkomen in overeenstemming met.
dc naargee&tige omgeving, die door gocn en-
kei zonnestraaltje werd verlicht.
Een paar bezoekers dwaalden eenzaam langs
de kiezelpaden niet. één stoel was nog bezet
en hot terras van Casino, links van het park
gelegen, was ge heel verlaten.
Eva sloot het raam en barstte in tranen uit.
h Avonds maakte ae niamfan Clémcninef
deelgenoot van haar verdriet, die ondank»
haai medelijden met, Eva's hartzeer, slechts
banale woorden van troost wist. to vindon.
Ditmaal trilde niet. deaelfdo snaar in bei
der g.moed on de moedor van Edouard her
haalde telkens;
„Je hadt je niet zoo aan die kindoren moei
ten hechten, ja wist toch, dat zo niet to Sar
lies zouden blijven. Overigens ik zeg het
niet om je een illusie te ontnemen zijn aa
niet zoo lief en aardig als je verteld hebt."
„Maar moeder!"
„Anderen zullen jo dit tweetal «poedig doen
vergeten kleiuo rieken opnieuw jo belang
stelling' wekken."
„Dat ia waar, maar aan niemand wil ik me
inetir hechten hei; scheidon is te pijnlijk."
„Zij vervullen je zoo geheel, dat jo geen
gedachten moer wijden kunt aan... hèm."
,Z:g dal, niet. moeder!" stoof do jongd
vrouw op. „Ik hen niet oen van diegenen, die
vergeten."
Eva bracht een slechten nacht door, ge
kweld. door benauwde droomen. oh ontwaakte
afgemat Zelfs Jo natuur scheen met haar te
treuren dichte nevelen omhulden de bergen
cn verhoogden het triestig aanschijn van dien
grijzen herfstmorgen.
Tn plaat» van door de nieuwe, breedo wijken
nam Eva haar weg door het oude gedeelte der
stad mot, zijn smalle, slecht geplaveide stra
ten, zijn lage huizen mot houten balkons, zijn
armzalige bloemperken, zijn stalgeuren. Het
weerzien dor oude, welbekondo plek jen, waar
zo eUikcl mannen en vrouwen zag, die evenal»
zij, moesten werken voor hat. dagelijkacli brood
stemde haar kalmer en schonk haar nieuwen
moed. Zij betrad dé badinrichting, vast be
sloten moedig to zijn.
Nog hleeker en luatelooTJar dan anders,
kwam do ongelukkige vrouw haar laatste bad
nomen. Zij loonde zich zeer dankbaar jegens
Eva en haar donkere oogen apraken van op
rechte toegenegenheid.
„De dokter heeft haar zeker over mij ge
sproken en haar belangstelling in mijn droevig
leven gewekt." dacht de jonge weduwe.
Wordt vervolgd.