ST°. 26. Tweede Blad.
3d" Jaargang.
Zaterdag 25 Juli 1903.
KOLONIËN.
FEUILLETON.
Indische Penkrassen
ft HERS FQO RTSC H DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1.85.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nnmmers
Deze Ooarant verschijnt Dagelijks, met nitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Adrertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgeversi VALKHOFF ft G>.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Tclephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÉNj
f 0.75.
- 0.15.
Van 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Plechtigheden bij den dood
van den Paus.
Omjbretnifc de bijl den dood van den Paus
gebruikelijke ceremoniën, vindon wijj in de
„Kreuszëitung" de volgende beschrijving:
Zoodra de Paus opgehouden heeft te leven,,
wordt het gelaat mot een wit-zijden sluier
bedekt en beginnen, de Poenitentiaren hunne
zielemiasen. op te zeggen. De opper-ceremonie-
meester stelt den Camerlenga van het afster
ven van denij Pans in kennis, era] decie treedt,
nadat een kamerdienaar den sluier wegge
nomen heeft, naar varen, omi volgens het ri-
tueele gebruik den dood' vast te stellen door
driemaal achtereen den ontslapene biji don
njaann te noemen en daarbij eiken keer met
een1, rilvëren hame rzacbtjes de slapen, aan te
raken. Met die woorden „die Paus is inder
daad gestorven" koert zilch, die caaneiieugo
danroip tot de aanwezigen en neemt alsdan
uit de handen van den Maestro di camera
den visschersrmg en dten stempel voor do
Pauselijke buillen in ontvangst.. De Camer-
lengo is hiermede tot aan de verkiezing van
een nieuwen Pans de hoogste autoriteit van
de kerken te Roane in alles, wat de leiding
betreft. Hij ondiertcekent die doodsoorkoradë,
regelt het luiden der klokken van de groote St.
Pieterskerk en verdeeld in een plechtige con
gregatie de posten voor den tijk* van de tus-
schonregeering. Het luiden, der Sb. Peters-
klokken wordt onmiddellijk door de geza
menlijke kerken in de stad overgenomen era
gedurende een: geheel uur wordt de rouw
verkondigd over demi dood vara den Pontifex
maxi mus. Den volgenden dlag komen de dok
toren om het lijk to balsemen en daarop
wordt de in witte wol gehulde dóddc, het
hoofd1 met den rooden camouro gedekt., be
nedien in de geheime zaal van het consistorie
ondier eera baldakijn zoodanig geplaatst, dat
het publiek, d'at in den corridor is toego-
laten, hem door die vensters kan zien. l>en
volgenden nacht om, 1 uur wordt het lichaam
in pleahtigen optocht naar de Capella Sistina-
overgebracht, alwaar de Poenitentiaren het
in. het Pauselijke prachtgewaad) met de gouki-
gestiktë matra kleeden. Db Pauselijke troon
wordt ten! teeken, dlat do Heilige. Stoel leeg
staat, verwijldlerd. Den derden dag na den
dood vöra dien Paus geven dei Pönitentiaren
zijp lichaam, aan de Canoniei (dótmheeren) van
San Pietro over, die het onder algemeene
deelneming van heb seminarium1 van Sint
Pieter, van de Blemefiriafcen en Dëmheeren,
van acht priesters, welke dë baar dragen eii
eindelijk van kardinalen en prelaten naar de
Rasilika vervoeren, alwaar in het centrum
van het groote middenschip de processie halt
houdt.
De baar met het lijk wordt op een katafalk
geplaatst, de kardinalen plaateen Zlah ter
linker- en ter rechterzijde en aan het voeten
einde heffen zangers do Libera aan. De vica
ris van liet kapittel, gekleed in het pontificale
rouwgewaad; geeft het lichaam de absolutie.
En wederom moet de doode vervoerd wor
den, ditmaal naar dte kapel der sacrementera.
alwaar hij drio achtereenvolgende dagen op
een schuine stellage geplaatst blijft, aoodar
nig, dat dte voeten uit het omhulsel te voor-
Bchijn komen en zich aldus voor de laatste
maal voor dé geloovigen tot den voetkus lee-
nen. Eerst dan wordt tot de begraveniö-plech-
tigheid overgegaan, die in de koorkapel plaats
grijpt. Priesters van de Basilika omhangen
den doodo met een goudgestikton zweetdoek.
Daar een, familielid van den Paus onder de
kardinalen niet aanwezig is, bezit de major-
domus de taak het gelaat en de handen van
den afgestorvene met wit-zijden sluiers te
bedekken. Tevens legt hij, daarin geholpen
door den ceremoniemeester, aam het voetera-
einde van de cypressenhoraten doodkist eera
fluweeleu zakje neer, waarin drie geJijjksoor-
tigo geldbeurjes, welke ieder zooveel gouden,
zilveren en bronzen medailles bevatten als
het aantal jaren van het pontificaat. De voor
zijde geeft de beeltenis van den Paus te zien,
terwijl de keerzijde do merkwaardigste ge
beurtenissen gedurende zijne regeer, ng ver
meldt. Uitvoeriger worden dé gebeurtenissen
uit heb Pausschap van dtera afgestorvene in
perkament opgeteokend, dat i;n eera ijzeren
omhulsel, door den voornaamste» era den oud
sten van de door don afgestorven Paus geko
zen kardinalen bijl het zakje met de medail
les wordt neergelegd. Tw^e ceremoniemeesters
spreiden een tweedon roodzijden zweetdoek
over het lichaam uit en, daarna wordt d'o kist
gesloten. De kardinalen geven het aan het
kapittel over, dat het in een tweeden van
lood vervaardigde kist plaatst, waarop de
naam en het wapen, alsmede het aantal ja
ren van het pontificaat en dë datum van
den dood gegrifd zijn. Op den looden kist druk
ken de camerlenge en ue majordomus hun
zegel af en daarna wordt liet geheel opnieuw
in een houten kist geplaatst, waarvan liet
deksel de zegels bevat van den camerlengo,
van den opperpriester van de Basilika, van
don majordomus en van liet kapittel. In een
nis wordt ten langen leste die Pauselijke kist
vootlobpig opgeborgen tot de beschikking
omtrent de eiüdbfijtebtimg uit het testament
van dien Paus bekend is.
Dën dag nadat het lij.k in de St. Pieters
kerk tentoongesteld, wordt, beginnen de No
vemdialien, die negeni dagen duren. Alle kar
dinalen. en verschillende personen, die oeni
functie in die kapel van den Paus bekleedt»,
wcracn eiken morgen com in de koorkapel
plaats vindende requiemmis voor den afgestor-
venel bij. In het midden der kapel wordt een
verhevenheid opgericht. Twintig kaarsen gie
ten over de rouwplechtigheid een geel licht
uit era rondom, de verhevenheid houdt de
„garde rajablo" in roocte uniform era getrokken
dlegemi en een rouwsluier om de lerad'enen de
eoreiwacht bij het symbolische graf. Bij al deze
ceremoniën staan steeds voor degenen, die er
aan deelnemen, bepaalde handelingen voor
geschreven, welker vermelding te veel plaats
ruimte zou/ vorderen. Alle bmmentredendlen
buigen twee maaJ dë kniq voor het altaar en
voor do kardinalen, waaronder do toekom
stige Paus schuilt. Gedurende de eerste
dagen vara de Novomdialen wordt in het
middenschip een prachtige katafalk opge
richt en den zeventien dag wordt, nadat de
verhevenheid, in dë kapel afgebroken is, *n
dten aanblik van deze monumentale kata
falk, die miet kunstig geschilderd linnen, be
dekt is en reliefs van hot portret des Pausen,
zijn wapen, eraz. bevat, absolutie gegeven.
Rondom, de Katafalk brandënt zoovele kaar
sen, dat het dagelijksoh gebruik gemakkelijk
op 300 K.G. geschat lean worden. Den negen
den) dag hooft opnieuw ondier plechtige cere
moniën tie sluiting van de Novemdialien
plaats. Een door het heilige college gekozen
prelaat houdt een lijkerde ter eere van dera
afgestorvene. Dit geschiedt van af een geïm
proviseerde preekstoel, die met het oog op de
voorname tegenwoordigheid! van de kardi
nalen gpen onkel sieraad mag dragen.
OOST-IN Dl
In eene Aljeh-correspondentie van de
Java-Bode komt het volgende voor betref
fende de door onze troepen gevangen geno
men familieleden van Panglima Polèm.
De navolgende vijf voorname personen met
volgelingen, waarbij zich later nog vrijtwillig
eenige mannelijke era vrouwelijke ka wan 9 van
de naburige ladarags voegden., vielen onze
troepen in handen:
le. Potjoet Po Awan (moeder van Pangli
ma Polèm);
2e. Potjoet Po Boelenëu alias Po Potjoet
lë Alang (z'n vrouw);
3e. Potjoet Po Radon, (Polèmfs zuster),
vroeger gehuwd' met T. Radja Pidië, thans
met T. Mohamat Oeseuman OeJèë Gadjah van
Bambi;
4e. T. Nïa Pidië (zoon van, Potjoet Po
Radèn uit haar eerste huwelijk);
5e. T. Mohamat Oeseuman Oelèë Gadjah.
Den 25o waren de gevangenen goed en
wel to Sigli geïnterneerd, waar zij, in afwach
ting van het herstel van T. Nja Pidië, die
door pokziekte was aangetast, voorloopig zul
len verblijven, om daarna wellicht, naar Koe-
taradja te worden opgezonden.
De moeder van Panglima Polèm schijnt
een zeer achtenswaardige vrouw van ongeveer
50 jaar te rijm. Van, eon, fanatiek optreden is
biji haar geen sprake, veeleer lijkt ze een ge
moedelijk persoon. Over dein pretendent-sul
tan en diens familie zijn de Panglima Po-
lifia's niet góed te sprekeneen karaktertrek
die trouwens het gehate geslacht in 't bloed
zit cu waarvan vooral dë mannelijke leden
bij verschillende gelegenheden reeds vroeger
deden blijken.
Het hoofd der XXII Moekims gold vroe
ger als de voornaamste der drio voogden,
die volgens Atjchsche traditie do handelin
gen van den, sultan beheerschten. Zijn naam
Panglima Polèm (d. i. heer oudere broeder)
geeft dit reeds in hooge mate aan. Nog ster
ker treedt de houding, die dat hoofd tegen
over dten haven koning durfde aanmcimen, op
den voorgrond1, als men leest wat dr. Snoeuck
hierover schrijft in zijn bekend work. De At-
jehexs, namelijk dat de grootvader van den
tegenwoordigeini Panglima Polèm rilch niet
ontzag om, voor 't geval hij, aan de oproepin
gen van den sultan om zaken te bespreken,
voldeed, in smerige kleedirag, do vorstelijke
Woning binnen te treden en den sultan met
gassa (gij, of jij) aan te spreken en te zeggen
„met dèëlat te spreken zijn wijl niet ge
woon."
Uit een, onderhoud met de vrouwen is ge
bleken, dat zij reeds drie jaren in Tangsé
vertoefden, do laatste 2i jaar op de ladang,
waar zijl niu werden, verrast. Kwam de Kom-
peuraie in de vallei, dan vluchtten ziji, tijdig
gewaarschuwd, m het bosch. Daarom was 't
nu zaak geiwccst in eens door te zetten naar
do kloof, om zoowel den weg daardoor als die
bovenover zoo spoedig mogelijk te bereiken
en voor mogelijke berichtgevers af te slui
ten.
Aan de moeder werd opgedragen, een brief
aan haar zoon to schrijven, waarin zij kond
deed van hare gevangenneming. Panglima
Polèm zal trouwens wel vóór dat dit schrij
ven hem bereikt, met het gebeurde in ken
nis zijn gesteld, dhar den 26stem Mei de tij
ding te Lho Seumawé bekeind! was1, era Toe
ankoe Machmoct hem dadelijk bericht zond.
Of het voorgevallerae invloed zal hebben op
Panglima Polèm's gedrag, is moeilijk te zeg
gen. Had majoor Van deir Maateni zijra slag
geslagen vóór het tijdstip, waarop dë verga-
dering der hoofden in Lho Seumawé plaats
vond, wie weet of de, daar genomen beslui
ten geen ander karakter zouden hebben ge
dragen. Wel staat er tegenover d'at men nog
altijd zijn favorite vrouw nitet ira handen
heeft en, hem Potjoet Po Iö Alang wellicht
vrij onverschillig is, doch dit neemt niet weg,
dat de overtuiging ook bij hem zoo zoetjes
aan moet postvatten, dat da Kompienurrie vrij
wat actiever is dara voor het optreden van
generaal Van Herabsz en bet voor hem zaak
is, niet met de wapens in de hand opgepakt
te Warden.
D"i overvalli ng heeift eveuëeins liet bewijs
geleverd, dat do allinighty dollar bij sommige
Atjchers ook boven vaderlandsliefde, of wat
men 'bij hen daarvoor in de plaats wil stellen,
gaat, zoadat 't nu juist geen wonder zou zijn,
dat. als do waarnemend' controleur eens flink
met de schijven rammelde, de oen of andere
waaghals goed era bloed er voor veil had om
ons Panglima Polèm in handen te spelen.
Teekeraew wijzen er op, dat zoo iets niet
tot dte onmogelijkheden zou bethoomi. Tot
dusverre Was men er namelijk nog niet in
geslaagd, eene overval ling van een eenigs-
zins beduidend hoofd te doen. Dten,' 22sten der
vorige maand kwam er evenwel, dank zij
goed betaalde spionnen, een bericht bin
nen, dat Panglima Prang Blarata vara Matang
Koeli zich met etenige volgelingen nabij Boe-
kit Hagoe, Zuid-Oostkust van Lho Seumawe,
zou ophouden. Christoffel ging. er dadelijk
met zijin brigades op uit, eir werkelijk gelukte
het hem, don Panglima te overvallen en hem
era tien zijner volgelingera neer te schieten.
Vier achterland1- en twee voorlaadgewerera
vielcra daarbij den maréchaussees tn handen.
Wij lezera in het Bat. Nbldi. van 22
Juni
Prins Benya van Siam, die hier, zoo ais
men wieet, de bevloeiingswerken komt be-
studicieren, is gisteren, vergezeld vami vier
ambtenaren era eenigja bedicraclcra, met het
stoomschip van Diemen vara Singapore aan
gekomen.
Men had den prins zoo spoedig nog niet
verwacht, zoodat de toebereidselen voor zij(n
reis nog niet gereed! zijn. Tot de hulp, op
verzoek tier Siameesche regoering aan den
prins te vc-rleonen, behoort o.a do aanwijzing
van een ambtenaar, die den prins over Java
zal vergezellen en do grootste bevloeiingswer
ken met hem zal bezoeken, terwijl do ahèfs
der te bezoeken irrigatie-afdeelingen woerden
aangeschreven, om den hoogera gast zooveel
mogelijk van dienst te zijn.
Do regeering heeft haar keuze laten vallen
op den heer A. G. Va.let.te, assistant-resident
van Taragerang, die vroegjer reeds den ko
ning van Siam op een reis over Java verge
zelde, om prins Benya tot gids tc strekken.
Dte prins reist incognito, zoodat de offi-
cieole eerbewijzen, aan zijn rarag verschul
digd, achterwege blijven. Hij zal ongeveer
drie maaraden op Java blijven.
Den 10en Juni hield de resident van
Samararag eene deftige receptie ter eare vara.
Gem soesoehoenara vara Solo, die gekleed was
in de uniform vara geraeranl-majoar. Zoowel
de Toewara Rafx» als dö mannelijke en vrou-
wtJijjke volgelingen, van detn keizer, zegt. de
verslaggever vara dë Ja/va Bodë, atoradera stijf
vara,' de diamanten en stedldlen eera ongeloof
lijke pracht ten toon. Nadat cour was ge
houden, maakten allo gemoodhgden een wan
deling door de» tuin.
Den volgendtera morgen bracht die soe&oe-
hoenan het aangekondigde bezoek aan het
panteerschip Koningin Regemtea Wederom
wairen duizenden miemsohert op de been. Het
gezelschap wetrd door vier marine-dloepen
gesleept door stoombarkassen, afgehaald!. Het
geheele schip werd' bezichtigd, waarna de be
manning voor dien soesoehoeraara defileerde
Het beeeoek duurde tot twaalf uur dies mid
dags. Toen de keizer afscheid) nam, giaf de
Geldeafltemd een saluut vara 13 schoten.
In dera loop van dén avond brachboni de
generaal', commandant der 2e militaire af-
decling op Java, era de resident, de comman
danten van do aa.nWezige sdhepeftt der Jaiva-
onviaie etn die amibteraareïi eera tegenbezoek
aan den soesoehoenara. Deze receptie was
plechtig maar toch zeer geanimeerd.
De keizer was zee» onder dera indruk van
zijn bezoek aan de Koningin Regentes „en
dweepte met de zee-officieren". Tijdens de re
ceptie bood hij verscheiden hunner kostbare
souvenirs aan. Dera volgenden morgen bracht
een landings-divisie, sterk 360 man, met
bwiee- muziekkorpsen, bezoek aan Zfijpe Hoog
heid. Nadat dlröo troep door hem geïnspec
teerd was, werd den officierera champagne
aangeboden era de manschappen onthaald op
sigaren. De geweren werden zoolang aan rot
ten fgezelb en liët giing «trig gezellig toe toni
aanschouw© Van ontelbare kijiklustigera. Vóór
den terugtocht defileerde de scheplingen voor
den soesoehoenara.
Vervaljgemls werd vami het officieelo pro
gramma afgewekenIn pllaats vara het voor
genomen »ezoek aan de tokos to brengemo,
bezichtigden de soosohaeraan, de reeidenfcen
van Semarang era Solo en eera talrijk gerrV"
het stoomschip Merapi. Daarnal begaven zii;
zich weer aan boord vlara het paratsersohip
Koningin Regwntee, waarmee eera tocht over
de rped'e werd gemaakt, waarvan men eerst
over twaalven temgkearBia.
Medara heeft eera ernstig verlies geleden.
Dë predikant dfe. Btoraddre. die daar nu vijf
jaren lang werkzaam was, ia er na een lie-
vigera koortsaanval! plotseling overleden. Aan
het openbare loveto nam wijlen dë. Rrondiers
pera rxtimi deelvale beëturen vara nuttige
vereenigingen rekenden hot zich oen voor-
rahfc, hem In hun middera Ie hebben. Wie den
overledene niet eêrdfe oim heb amibtdat hij
bekleedde, oerdleTham afgesoheidera van het
amibt. zegt de Sumatra Post.
Tegen den geschorsten griffier van den
landraad te i>;uidjetrmaaira, E. Lewis, is door
dan officier van justitie te Soerabaja, na af
loop van het getuigenverhoor ira zijn straf
zaak, zeg maanden gevangenisstraf geëisoht
wegens hot schrijvem van den bekeraden brief
aan diera, tm, tot gouvemeur van Celebes be-
noemd'eai' resident dier Zuiden- era Oosteraf-
tleoling van Borneo, C. A. Kroe9emi, waarin
beklaagd© dezen hoofdambtenaar bedreigde
met moord.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XX.
Dezer dagen kreeg ik bezoek van een zeer
merkwaardig man, van Seoh Said bin Abdul
lah BaadillaB, ueu luitenant der Arabieren
op het eiland Banda.
ZooaJs vele lezers wel reeds zullen weten,
geeft het Gouvernement aan invloedrijke Clii-
nccaen, Arabieren, Kliilgaleezen en andero
„vreemde Oosterlingen'' don eeretitel van
luitenant, kapitein, of majoor. Salaris ont
vangen. zij niet, wel oerao kleine vergoeding
voor bureaukosten en zo staan 0112a Neder-
landbche ambtenaren daarvoor bij in het be
stuur over hunne rasgenootera, die in bepaal
de wijkoi», de zooganaamdo „kampen", moe
ten wonen.
Aangezien Sech Said bin Abdullah Baa-
dillah thans met verlof naar Holland 'komt,
acht ik mij verplicht hem even aan de Neder
landers voor te stellen. Ik heb zooveel goeds
van dien Arabier gehoord, dat hij 't wel ver
dient om in patria veler vriendschap te ge
meten. Wie toch in dera grooten Molukschen
Archipel kent hem niet, den ontwikkelden,
verdienstelijken, hulpvaardigen, zoo sympa
thieken en cToor rijk en arm, door Christen,
Mohammedaan en Heid'en_zoo hoog vereer
den man?!
Zijn belangeloos werken, waar het de In
dische gemeenschap geldt en zijn trouw aan
ons Gouvernement gaven der Hoogo Rege»
ring aanleiding om hem in December 19Ö1
de zilveren ster van Trouw ©n Verdienste toe
to kennen.
Zoo ooit dan prijkt deze Ster thans op een
waardigo borst 1
Doch laat ik u enkele bijzonderheden uit
'9 mans leven incêdooien.
Steoh Sard bin Abdullah Baadülab dan
werd 22 Juli 1859 te Banda-Neira geboren.
Zijn vader en grootvader waren ook reeds
met het bestuur over hunne rasgenooten be
last en dë betrekking zal dus zoo langzamer
hand wel orfelijk in do familie worden. Hij
bezocht de Hollandsche lagere school en werd
daardoor ona© taal voldoende machtig om zich
door veel lezen meer algemeen te ontwik
kelen. In 1889 werd hij tot zijn fregorawoordi-
gon rang benoemd'. De „luitenant is zeer
rijk en doet veol goed. Zoo bouwde hij in
1891 een groote mooio missigit (bedehuis)
in Kampoerag Baroe, oen buurt va.11 Baiula-
Nenra eu later nog twee kleinere in andere
wijken der stad. Hierdoor ontstond nu onder
fde Moihammlëd'anen twist en tweedracht, do be
woners van Kampoeng Baroe werden als da
bevoorrechten beschouwd. Baadillah maakte
er spoedig een einde aan, door alle priesters
bij zich te ontbieden e" hun mede te doelen,
dat bedoelde groote missigit niet voor Kam
poeng Barou doch van hem was en dat het
dus ieder Mohammedaan vrij stond, daar
godsdienstoefeningen te houden. De dank
bare printers benoemden hem toen tot, voor
zitter van hunnen raad. Niettegenstaande of
liever juist omdat Baadillah een overtuigd
volgeling van Mohammed is, die door de ken
nis van de Arabische taal volkomen begrijpt,
wat zijn godsdienst voorschrijft, is onze Ara
bische „luitenant" zeer verdraagzaam jegens
andersdenkenden. Door zijne uitgebreide
handelsbetrekkingen op de kusten van Zuid
en West-Nieuw-Guinea heeft hij natuurlijk
zeer veel invloed op de Heidousohe bevolking
aldaar en due invloed' heëft hij o.a. gebruikt
om den pastoor Le Cocq d'Arm andvilla to
steunen bij het kerstenen der Papoea's! Hij
wist velen over te halen hunne kinderen door
dien geestelijke te doen doopen cn voorzag
de missies gratis van levensmiddelen. Baadil
lah. die sedert 1894 op groote schaal aan
parehrisschcrij doet cn aanvankelijk uitslui
tend duikers van Manilla in dienst had, heeft
ook welvaart gebracht bij verscheiden© Iu-
landsoho Christenfamilie's door .Christomjon-
gens voor duiker te doen opleidëu. Dit, wat
rijn godsdiunstigo gevoelens betreft. Ook de
wetenschap werd door hem naar vermogen
gesteund.
Professor Maix Weber, dë mani der Diepzee-
onderzoekingen, ontving door Raadlil-
lah's hulp een groot aantal belangrijke voor
werpen voor de verzameling van do bokendo
Sji|b»gaexped3tid era professor van Hasselt
kreeg een sohoone collectie wapens, huisraad,
werktuigen ena, afkomstig van Nieuw-Gui-
nca, die deze gedeerde noodig had bij rijn on
derwijs aan de toekomstige ambtenaren van
het Büuicnlandsch bestuur. Baadillah gaf
al& voorstander der Westcrsche bcsahaving
rijn kinderen een Europoesehe opvoeding. Er
wordt bij hem thuis nooit anders dan Hol-
landsch gesproken, hoewel natuurlijk ook do
studio der Arabische en Maleische taal niet
wordt verwaarloosd. Thans gaat hij met ai ju
jougsten zoon op reis naar Holland eu wol
over China, Siberië, Rusland en Duitschland
en hij zal don zestienjarigen knaap bij eeu
hem bekende familie te Amsterdam in den
kost aoiera om hem, na het noodigo voorberoi-
dcrado onderricht, den cursus aau de Handels
school aldaar te doen volgen.
Ook koestert onze bravo landsdienaar nog
een vurigen wcrasch en wel om toegelaten
te worden toit zijne vereerde Souvereine, Ko
ning?» Wilhelmiua. Hij zou Hare Majesteit
zoo gaarne de liefde en trouw vertolken, die
Hare ondendanen hier in „Nederlandsch uiter
ste Oosten" bezielt.
Als deze Penkras door u gelezen wordt, is
Sech Said ban Abdullah Baiidillah waarschijn
lijk roeds in uw midden. Hij zal ala vreem
deling veel steun era voorlichting behoeven en
we vertrouwen, dat hij die overal in ons dier
baar vaderland vinder zal. Als hij dan na ?x»
maanden weer naar hier terug keert, naar
het eiland Banda, dan. zal hij zeker niet na
laten om aan ieder den lof te vorkondsgou
van het broedervolk, woraendte in het verre
Western over de zee.
Heb ik in mijn vorige Penkras helaas!
veel kwaad moeten vertellen, thans kan ik
u gelukkig ook wat goeds moodeelen
Eenigo dagen geledten liet een onvoorzich
tig hoer, ook in Hotel Molenvliet gelogeerd,
zijn portefeuille mot bankpapier liggen in
een do6 a doöHij bemerkte rijn verlies eerst,
toen hij een half uur thuis was cn do arme
mam wanhoopte reedb ooit zijn bijeengegaard
kapitaaltje weer terug te aullon zien, toen
daar plotseling een karretje het erf opreed
en do koetsier AÜ- van Kampoeng Mcntemg
tiriojii fa.11 tol ijk de portefeuille in de lucht
zwaaido. Muu las op '9 mans gericht duidelijk
do woonden „dat had je van zoo'n smerigeu
inlander niet gedacht, wel?!" Do eerlijke k«-
rol kreeg honderd pop bejooning en was de
koning te rijk.
Persoonlijk nam ik nog de volgende proef.
Op Pasar Senen, een drukbezochte Chinee-
scho marktbuurt, liep ik 'savonife met een
landgenoot tc wanmolen. Wc hodden 't juist
over den slechten aard va^ 't volkje liier op
Batavia. Bij eeu der kraampjes atond eeu
armoed'g gokleede Inlaudscbo jongen. Mcfr
begeerige oogen keek hij naar de uitgestalde
lekkernijen, 't Was een Ba-taviaan, dat kon
den wij aan rijn kloeren zien, doch hij had
con open sympathiek gezicht en een paar op
rechte donkore kijkers. Ik stootte mijn vriend
aan en vroeg hem of hij nu dlacht, dat eeu
jongen, met zoo'n eorlijk eni güiistig voorko
men. een, dief zou kunnen zijn. „Onvorbotcr
lijke optimist", laolitc de ander, „probeer 'i
maar eens!' 'Nu ik waagde er een gulden aan,
riep don knaap era verzocht hem 'teven er-
gcins to gaan wisselen, daar ik klein geld noo-
yüg had. Na tien minuten kwam hij terug en
cr mankeerde geen duit. Tot beTooning lieten
wo Doellah, zoo heette 't eerlijke „Baviaan-
tje". eens lekker smullen1.
Er rijm hier dus ook nog wel goede exem
plaren to vinden! Ik ben blij dat ik dit
schrijven mag.
Lt. Ct.ockenf.r Brousson, b.d.
Batavia, 1 Juni 1903.