UT9. 63. Tweede Blad.
2de Jaargang.
Maandag 31 Augustus 1903.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
l=EÜI:LLETQN.
Indische Penkrassen.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pêr 8 maïtnden voor Amewféoff f ltSO.
Idéfe lftfico pér 1JW.
Afzonderlijke ntittméfs - 0.05.
Dèfce Oóttfknt verschijnt Dagelijks, met uitzondénng van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeellngen ens., gelieve men vóór 10 uur
's morgéns bij de Uitgevers in te zenden.
UitgeYerai VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat L Intercomm. Telephoonnnmmer 66,
PRIJS DER AjDVERTKNTIËN
f •-TB.
- ©.IB.
Vu M ng.Ii
Elk. regel meer
Groote letten nm*r plèatirnimt».
Yoor handel en bedrijf bettaan roordeehge bepalingen tot
het hèrhaald adverteetèn1 in dit Blad bij abonnement Eene
circulaire, bevattende dé voorwaarden, wórdt op aanvraag
toegezonden.
OOST-1NDIÈ.
De oorrespondent van. het Hbid. te Bar
tavia seint
Een patrouille van Rakau Pandjang nam
gevangen P anger an Mangkoe. Er werd veel
buit gemaakt aan wapens, munitie en goud,
ook veel olifaatstanden werden gevonden;
er is nog veel verstopt.
Morgen heeft de aankomst hier plaats van
generjaail Van Hieiuta. De plechtige uitrei
king van het grootkruis van den Ned. Leeuw
waarmede de generaal door Hare Majesteit
begiftigd werd, zal Maandag plaats hebben
op de audiëntie, die de Gouverneur-Generaal
dan geeft ter gelegenheid van deu verjaar
dag van H. M. de Koningin.
Titels van inlanders. De Soer.
Ct. meldt: v
Het wordt tijd om eens een razzia te hom-
den onder de titels van inlanders, en zoo
doende .het kaf van het koren te kunnen
onderscheiden,. De directeur van het bdn-
nenlandsoh bestuur heeft, waarschijnlijk in
navolging van den Duitschen Keizer en na
het onderzoek naar de titels in Italië, den.
regenten gelast een register aan te leggen
van de inlandsohe ambtenaren en particu
lieren, die aanspraak maken op een praedi-
caat. Zij, die dat doen en zich raden, mas
en ngalbehi noemen, moeten nu beiwijzen,
dat zij er redht op helbben. Het wordt tijd,
dat er eens een eind aan ijjdeltuiterij ge
maakt worde, want het is bekend dat valem
titels aannemen zonder de minste reden.
De „JalvarBode" schrijft:
Dr. Wilhelm Schmidt, te Semaran^, heeft
een nobel werk ondernomen door zijn t»jd
en zijn keimn bescbrkbaa.- >c stillen cm,
aooals hij zegt, een eind te m ikej „aan het
geknoei dier inlandsche vroedvrouwen Op
welke wijze, daaromtrent is hij het nog not
geheel met sriohzelwen eens, mair, zooals hij
mededeelt aan „De Locomotief een begin
van uitvoering heeft hiji reeds aan. zrn plan
gegeven. Hij zegt o.
Ik had het genoegen een paar flink-zieke
Javanen te genezen en daardoor bun ver
trouwen gewonnen; zijnde, riepen zij mij epni-
ge malen bij1 een, moeilijke bevalling. Ge
lukkig kon ik nog een paar keer van nuc
zijn. Bij een der gevallen echter was het kind,
half geboren, reeds overleden toen ik kwam
en stierf de moeder een paar minuten na
mijn komst, nog voor ik ieta doen kon. Lij
nader navragen vernam ik, dat de .vrouw
reeda 14 uur zoo gelegen had niet het kind
half geboren. Door een eenvoudige hand
greep waren moeder en kind gered geworden.
Op mijn vraag waarom toch niet eerder
om hulp gezonden was werd miji geantwoord
„Zeker hebben wij dat gedaan en daarbij
werden mij een kris met melaties versierd,
pakjes bloemen en wierook getoond, als wa
ren dat de hulpmiddelen, die hier redding
moesten brengen.
Te staan aan zoo'n sterfbed, waarbij men
de positieve overtuiging heeft, dat men
twee mensahen levens zou hebben kunnen
redden, zoo er tijdig om hulp gevraagd was,
ia ieta wat op elk voelend mensch een diepen
indruk maken moet.
Dit bracht mij dan ook tot het plan zoo
mogelijk het mijne er toe bdj te dragen daar
in eenige verandering te brengen.
Een onvrijiwli'lligel reis. Do
Europ. fuselier Reese maakte den; 10en Juli
1901, te PadJang, kennis met landslui, Dunt»
eehe matrozen van het stoomschip EVa, en
werd door hen genoodigd hun schip te ko
men bezichtigen, aan welke uitnoodiging hij
gehoor gaf.
In de drukte van 'het gesprek aan boord
werd door hem niet bemerkt, dat het schip
vertrok, en in1 volle zee zdjpade, vroeg hiji den
gezaghebber om teruggezonden to worden,
aan we'k verzoek deze niet kon of wilde
voldoen.
Te Port-Saïd aangekomen, vroeg hij het
zelfde aan den consul aldaar die hem zei de
daarvoor n:ets te kunnen doen.
Van Port-Saïd ging het over New-York
naar Santos, alwaar Reese van boord weg
liep en opzichter werd op een plantage.
Na 5 maanden vertrok hij op eigen kosten
naar Born in Duitsohland, zijn Reimath en
werd daar ziek.
Genezen zijnde, meldde hij zich, te Nieu-
weschans in Groningen aan en werd daarop
naar Indië teruggezonden. Onlangs te Pa-
dang aangekomen, werd hij weder geplaatst
bij het 17e bataljon infanterie.
•Reese, die nogal een gunstigen indruk
maakt, zal zich nu eerstdaags wegens zijn
onvrijwillige reis voor een krajlgsraad te ver
antwoorden hetubein.
Handel in bruine slavinnen.
De politie was zoo gelukkig de hand te kun
nen leggen op een tweetal hadjis uit Mid-
den-Java, die hier met negentien jonge vrou
wen aangekomen, dezen middels met val ache
papieren via Deli Singapore wilden overbren
gen, waar ze dan voor goeden prijs aan han
delaars in vrouwen zouden worden verkocht,
om verder een treurig bestaan in een of an
deren harem of publiek huis voort te slepen.
Bij onderzoek bleek dat de vrouwen met
allerlei fraaie woorden waren gepaaid mede
naar Batavia te gaan, zonder dat zij eenig
vermoeden hadden wat men met haar voor
had. Bat. NblcL
Staten-Generaal.
Gedisti lleerd-acoijns.
Bij missive d.d. 22 Augustus j.il. lieeft de
Minister van. Financiën den voorzitter der
Tweede Kamer medegedeeld, dat het aanhan
gige wetsontwerp houdende verhooging van. den
accijns op het gedistilleerd, door hem wondt in
getrokken.
Wettelijke bepalingen betref
fende loterijen.
Ingediend is een wetsontwerp houdende wette
lijke bepalingen betreffende loterijen. BLykens
de Memorie van Toelichting (die de onderteeke-
ning draagt van, de ministers van. Justitie en
Financiën), was vóór de invoering van de nieuwe
strafwetgeving in 1886 het oprichten eni het hou
den, van eene bij de wet, met toegelaten loterij
strafbaar ingevolge artikel 410 van den Code
Pénal. Bij het ontwerpen van het nieuwe Wet
boek van iJGrafrecht en bij de tot ataudbrenging
daarvan in 1881 werd uitdrukkelijk de bedoe
ling kenbaar gemaakt om geen straf te stellen
op het houden enz. van loterijen.
Toen enJceile jaren later tot de invoering van
het Wetboek zou worden overgegaan, Meek even
wel de meening ten aanzien van strafbedreiging
tegen loterijen gewijzigd te zijn en. werden de
verbodsbepalingen van de wet van 1814 tegen
alle vreemde of particuliere loterjjen gehand
haafd, doch daar tevens de Code Pénal werd af
geschaft., verviel de poenale sancae van de voor
naamste verbodsbepaling der wet van 1814.
Deze, liet giezag van de wet en van de hoogste
macht m den Staat ondermijnende toestand mag
niet worden bestendigd. Een einde is er aan te
maken hetzij door tie in 1886 gehandhaafde arti
kelen der wet van 1814 allsnog af te schaffen,
hetzij, door daaraan de poenale sanctie, zij, het
in anderen vorm weer terug te geven, hetzij door
een gejheel nieuwe regeling van het onderwerp
„loterijen" bij de wet tot stand te brengen. Aan
het inslaan van den laatsten weg gaf de Regee
ring beslist Vle voorkeur.
Heb geheel vrijlaten van alslerLei loteriyen zou
terecht zijn te beschouwen als eene zy het
ook zijdelingschei en lijdelijke aanwakkering
van overheidswege van den speelhartstocbt en
de exploitatie daarvan,hiet aantal loterijen en
deelnemers daarin, zou jbestendag (aangroeien.
Het tweede middel kan evenmin toepassing vin
den, vooral wegens de noodzakelijkheid eener
grondige en algeheele herziening der wet van
1814. Rest alzoo alleen de derde weg. Bij het
ontwerpen, van de in dit ontwerp aangegeven
regeling heeft .de Regeering zich laten leiden
door de overweging dat, terwyl niet het aanleg
gen van en nog minder het deelnemen in elke
loterij reeds op zich) zelf als onzedelijk mag »wor
den, gebrandmerkt, de spcelhartstocht als zoo
danig en nog veel meer do exploitatie daarvan,
ook van overheidswege strenge veroordeeling
verdienen. Daarom wordt niet onvoorwaarde
lijk elke loterij, verboden en evenmin strafbe-
dreigend opgetreden tegen den deelnemer in een
•verboden Jotery. De ontworpen regeling keert
zich alleen tegen hen die uit particulier winst
bejag gelegenheid verschaffen tot deelnemen in
loterijen. JNiet tegen den speler in de loterij is
het ontwerp gericht, maar tegen de loterijen zelf
en tegen hen die de speelzucht ten eigen bate
exploi toeren.
Drieerlei vleit de Regeer mg zich hiermede te
bereiken: 'bescherming van, heb individu tegen
bedrog en misleiding .Ddj loterijen tegen baat
zuchtige, schoon niet met bedrog of misleiding
gepaard gaande, .exploitatie van zijn sjpeellust
tempering van dien speellusb zelf bij het indi
vidu.
Aibiikel 1 noemt in het algemeen de kenmer
ken waardoor eene onderneming in tien zin der
web u,loberijf' wordt. De deelneming moet ten
doel hébben mede te dingon naar prijzen of pre.
mien. In den zin der web van 181A viel onder
loterij, waarvoor toestemming was vereischt,
niet het houden van verlotingen, waarin de deel
neming zoogenaamd' gratis wordt verstrekt, dus
zoirler een zeker bedrag als inleg te vorderen,
zooals door winkeliers meermalen ten behoeve
hunner klanten pleegt te worden gedaan. Laatst-
verafelde, meer en meer insluipende gebruiken
behooren intusschen niet de tot de minst ver
derfelijke- Eveneens werden door de vroegere
definitie buitengesloten van het begrip „loterij""
al die ondernemingen waarbij het vaststaat dat
het gefheele bedrag tot Üen inlegger zal terug-
keeren, waarbij echter het ontbreken van de
kans op verlies slechts' schijnbaar is en integen
deel het gemis van de rente van het ingelegde
bedrag gedurende evenzoovele jaren zeker.
Met de aangenomen te enge opvatting van het
begrip „loterij"' kan derhalve waar het te doen
is om het publiek te beschermen tegen de exploi
tatie van zijn speel- en winzucht, bezwaarlijk
worden volstaan.
Vandaar de voorgestelde definitie, waarbjj het
onverschillig is op weilke wijze medegedongen
wordt naar pry zen of premien, mits de toewij
zing geschiede door (het lot of door eenige an
dere kansbepaling waarop de deelnemers geen
invloed uitoefenen. De hier voorgestelde de
finitie maakt het onnxxrtiig bepaalde soorten van
loteryen met name te verbieden. Doch, de nu
aangenomen definitie zou weer te veel omvatten
indien niet i itdrukkelijk enkele uitzonderingen
werden gemaaktvoor sommige soorten van
levensverzekering (mits geen vermomde lote
rijen), rentegevende premieleeningen en zooda
nige andere premieleeningen, welker aandeelen
worden afgelost met een hooger bedrag dan bij
do deelneming daarvoor werd betaald. Artikel 2
behelst een verbod van aanleggen en 'houden,
en van exploitatie eener loterij. Onder „aanleg
gen' is te verstaan het inrichten der loterij
het „houden" is het verrichten of doen verrich
ten van de trekking of het aanwijzen door an-
Ueze middelen van de gewonnen prijzen of pre
mies. Het „exploiteeren" bestaat in heb ver-
koopen enz. van aandeden en l.et op eenige an
dere wijze openstellen van de deelneming in de
loterij.
Volgens den aanhef van artikel 3 zal de Mi
nister van Justitie de Kroon voorlichten om
trent het verleenen van toestemming voor som
mige niet absoluut verboden loterijen, B.l. voor
soortgelijke als by de wet van 180.4 ten behoeve
van „corporation" voorwaardelijk waren toege
laten. Een uitzondering voor onderhandsche
loterijen van slachtvee, meubilaire goederen,
boeken, liefhebberijen, zijden en andere stoffen,
kleederen of dergelijke óbjecten, als in de wet
van 1814 voorkwam, is in het ontwerp niet op
genomen.
Kleine loterijen, d. z. die waarin de gezamen
lijke prijzen geen grootere waarde hebben dan
van 100, met uitsluiting van die van geild of
geldswaardig papier, worden bjj art. 4 afhanke
lijk gesteld van de toestemming van B. en W'.,
mits die loterijen strekken tot een liefdadig doel
of tot bevordering van wetenschap, kunst of an
dere algemeene belangen.
Voorts geeft art. 5 gelegenheid om ook, ai
levert de aard der loterij of de persoonlijkheid
van den verzoeker geen termen op de toestem
ming te weigeren, toch nog bijzondere waarbor-
gen te stellen tegen verkeerde inrichting of ex
ploitatie en tot verzekering eener strikt eexlijko
trekking.
Overtreding van de verbodsbepalingen of do
voorwaarden waaronder vergunning is verleend,
wordt strafbaar gesteldl met geldboete tot een
maximum van f 1500 met de mogelijkheid
van verbeurdverklaring van de aandeeien, pry-
aen en gelden uit den verkoop der loten.
Gaat het werkzaam zijn voor een verboden
loterij gepaard met of bestaat het in opzettelijke»
misleiding van het publiek, dan worden die fei
ten als misdrijf beschouwdl en pestraft met ge
vangenisstraf van hoogstens 1 jaar of geldboete
van hoogstens f 1500.
Dit ontwerp is natuurlijk niet toepasselijk op
de Nederlandsche Staatsloterij, waaromtrent een
afzonderlijk ontwerp reeda is ingediend, zoomede
op premieleeningen, vallende onder het begrip
loterij m den zin van dit ontwerp, op hét tijd
stip van de in werkingtreding dezer wet reeds
aangelegd.
De Staatscourant van Zondag 30 en
Maandag 31 Augustus 19Ö3, bevat o. m. de
volgende Koninklijke Besluiten
Bij Koninklijke besluiten van 27 August
tus 1903 is bevorderd
tot commandeur in de orde van Oranje-
nassau
J. R. Planten, consuil-generaal der Neder
landen te New-York;
zijp benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau
jihr. J. de Rotvere van Breugel, oommies,
met den persoonlijken titel van oonsul, bij
heb Departement van Buitenlandsohe Za
ken;
Q. W. F. de Flines, secretaris der Neder-
landsahe vereeniging van weldadigheid, te
Brussel
A. Salvetti, oonsul der Nederlanden te
Alicante;
P. van Rensen, te Rendsburg;
O. Bieber, consul-generaal der Nederlan
den te Port-au-Prinoe
H. F. F. Bley, consul der Nederlanden
te Batoem;
J. D'. Leiden, viae-oonsul der Nederlanden
te Keulen
H. S. van Wickevoort Crommelin, consul
der Nederlanden te Züridh.;
B. van Grundherr von Altenthann und
Weyerhaus, consul der'Nederlanden te Neu
renberg;
G. Mahlstedt, oonsul der Nederlanden te
Oldenburg;
Tot ridder in de orde van den Neder-
landsohen Lceuiwi:
inr. J. C. J. ridder van Rappard, vice-
president van het gerechtshof te 'a Graven-
hage;
mr. A. Wichers Hoeth, vioe-president der
arrondissesments-reebtbank te Amsterdam;
mr. G. J. Ph. graaf Sbhimanelpenninck,
officier van justitie bdj de arromdissements-
lechtbank te Utrecht
mr. A. J. Ahibema, kantonrechter te
's Hertogenbosoh
mr. C. B. J. A. Wieidels, vioenpresident
van de gemengde rechtbank te Mansourah
(Egypte)
mr. L. Hertzveld, oud-raadaheer in het
gerechtshof te Arnhem
-mr. G. Widherlink, oud-deken der orde
van advocaten, lid van Gedeputeerde Star
ten van Overijssel en redhiter-piaatavervanr
ger in de arrondissemente-recht/bank te
Zwolle
mr. E. J. Korthals Altes, advocaat en
procureur te Amsterdam;
E. B. Gunning, voorzitter van het pro
vinciaal kerkbestuur van Friesland, predi
kant bij de Nederduitsoh Hervormde ge
meente van Oo6them, Abbega en Folsgara,
te Oosthom;
dr. H. J. Th. Brouwer, vicaris-generaal
van het aartsbisdom van Utrecht, te
Utrecht;
A. vau Loen, opperrabbijn bij de Neder-
landsche Israëlitische gemeente te Gronin
gen, sedert als zoodanig benoemd te 'sGrar
rvenhage
W. v oormolen, hoofdcommissaris van po
litie te Rotterdam.
Zijn bevorderd tot officier in de oorde
van Oranje-N assau
jihr. A. A. J. M. Verheijen, notaris te
Groningen;
A. J. P. Oort, voorzitter van het ooilege
van regenten over de gevangenissen en het
Rijksopvoedingsgesticht te Alsmaar.
Zijn benoemd tot officier in de orde van
Oranje-N assau
mr. H J. A. van Heumen, notaris te
Tiel
A. C. Sahwartz, notaris te Amsterdam;
A. A. van Meurs, voorzitter van het Pro
vinciaal kerkbestuur van Noordbrabant en
Limburg, predikant bij de N edierduitsdii her
vormde gemeente te Breda;
H.A Brouwers, kanunnik, deken en
pastoor te 's Hertogenbosch.
Tot ridder in de orde van Oranjo-Nassau
N. Kamp, predikant bij de Nedexduitach
Hervormde gemeente te Maastricht
A. VVartena, predikant bij do Neder
duitsoh Hervormde gemeente te Gouda;
dr. W. Jeigersma, predikant bij de Neder
duitsoh Hervormde gemeente te Sohoorl;
J. Hessels, predikant bij de Gereformeer
de gemeente te Zwolle;
dx. L. H Wagenaar, predikant bij de
Gereformeerde gemeente te Middelburg;
J. de Vries, predikaat bij de Doopsge
zinde gemeente to Haaxleih;
J. A. van Beek, kanunnik, deken en
pastoor der Oud-Bisschoppelijke Clerezie te
Rotterdam
N. van Balen, deken en pastoor te Zwolle
J. P. M. Michielsen, regent van het se
minarie „de Ypelaar", te Ginneken;
G. W. Konings, algemeen adviseur van
den Nederlandsóh Roomsdh-katholieken
Volksbond, pastoor te Amsterdam;
H G. van Buseck. districts-commandant,
tevens inspecteur der Rijksveldwaoht te Am-
sterdam
F. A. P. Dietz, commissaris van politie
te 's Grave ihage
H. M. Kuyper, directeur der strafgevan
genis to Arnhem;
C. W. van der Eeou, hoofdopzichter voor
de gebouwen enz. der Rijikswerkinrichtin-
gen te Veenibuizen
J. Strang, hoofdcommies bij het Departe
ment van Justitio;
zijn bevorderd tot commandeur in de orde
van den Nederlandsahen Leeuw-
ma-. C. J. A Heydenrijck, lid van den
Raad van State; J. E. N". baron Schimmel-
pe nninck van dter Oyo van Hoevelaken, voor
zitter van de Eerste Kamer der Staten-Ge-
«leraol;
zijn benloemd; tot ridider in die ordè van
den Noderlandsohen Leeuw;
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XXV.
De Vereeniging „Oost en West" was reeds
ijjverig bezig met liet organiseoren van ten
toonstellingen en het houden van voordrach
ten over Indische Kunstnijfver li e id, maar och
de belangstelling daarvoor was o zoo mi
niem
Nu heeft zij een Naamloozo Vennootschap
opgericht met oen maatschappelijk kapitaal
vanf 20,000 af 50 per aandeel!!
Maar met dat sommetje zal men m. i. moei
lijk arm-Indië overeind helpen.
Wo kunnen, we mogen zulks Oo6t on
West niet kwalijk nemen, dat doet genoeg
zijn best, maar 't is de treurige onverschil
ligheid van zoo velen in den lande, die met
alle kracht bestreden moet worden, eene on
verschilligheid, die vooral iu onwetendheid
haar oorsprong vindt.
En daarom hoop ik, dab deze penkrassen
juist door hen zullen gelezen worden, dia
gaarne willen medewerken om onze inlan
ders te helpen.
En die hulp kunnen de gegpedèn in ons
vaderland al dadelijfk verleenen door zich op
te geven, te 's Gravenhage, Heerengracht 7a,
als lid van Oost en West. Geen enkel Hol
lander die f 1.50 per jaar missen kan, mag
achterblijjven.
Het bestuur van Oost en West verdient
morced on financieel gesteund te worden door
honderden en duizendenAllen, die zich te
recht boos gemaakt hebben over het slot der
vorige Penkras, toonen nu eens met de daad,
dat het oordeel van dien Amerikaauschge-
zmden mijnheer al zeer voorbarig was en als
dan straks het ledental van Oost en West
verhonderdvoudigd zal zijn, en als ook per
sonen (mannen en vrouwen) uit alle partijien
de gelederen zijn komen versterkon, dan kan
en dan zal het hoofdbestuur dier zoo hoogst
nuttige vereeniging zeer zeker krachtiger op
treden dan ooit
Een ieder denke hierover eens ernstig na
Oo6t en West, dat onzo nationale eer, ons
Koloniaal bezit hoog wil houden, dat Indie
wil opheffen dat den armen inlander wil
helpen, dat Oost en West moet gedragen wor
den door alle goedgezinden in den lande.
En daarom voor het te laat ia moet Indië
merken, dat Nederland wakker wordt en
zich betert.
Wordt dus allen lid van Ooab oil West en
draagt mede een steentje bij tot do welvaart
van onzo Inlanders
Het hoofddoel der Vereeniging „Oost ou
Weöt" is
Het verspre idem van populaire kennis om
trent onzo Ind^ën onder gansch het volk en
bet bevorderen der welvaart' in die gewesten,
om zoodoende en ook door het verleenen van
onderlinge hulp, ware belangstelling en liefde
te kwieekeoi tussohen Nederland en Indië.
Het lidmaatschap bedraagt f 1.50 tot f 5
'sjaars. Zijl, die 5 of meer contribueer en
of oen gift iu ééns schenken van f 100, zijn
donateur of donatrice.
En nu zal ik u eens uitleggen hoe naar
mijn bescheiden meening de zaak der Inland
sche kunstnijverheid zou kunnen worden
aangepakt.
Ik heb u reeds medegedeeld, dat „Oost en
"West" in Holland een Naamloaze Vennoot
schap heeft opgericht.
Wanneer die nu maar achter haar maat
schappelijk kap'taal voorloopig twee nulletjes
wilde plaatsen en ook aandcolen van f 1000
uitgeven, dan kwamen wo op den goeden
weg.
De Nederlandsche Staat, die immers nog
oen eereschuld met Indië te vereffenen heeft,
ga ran dee re de aandeelhouders gedurende 10
jaren oen liehoorlijko rente, schenke der
Vennootschap bovendien ineens een som van
f 500,000 voor reclame, oprichting van ver
koopbuizen, magazijnen enz.
Ik spreek daar van reclame, die is natuur
lijk noodig, wil er een wereldhandel in het
leven geroepen worden.
Men geve b.v. een fraai bewerkte catalogus
uit, in prachtband met honderden afbeeldin
gen in kleurendruk en zende dan aan elk
onzer consulaten een groot aantal exemplar
ren, ter gratisvexspreiding in hotels, socië
teiten, clubs, op passagiersbooten, bdj kunst
handelaren enz.
.i>ie catalogus moet natuurlijk in de ver
schillende talen bewerkt worden.
Voorts riahte men, in een der rijkste,
drukst bezochte wijken van New-York en
van de voornaamste steden van Europa
gioote fraaie magazijnen in, waar de uit Indië
geëxporteerde goederen in eene passende om
geving worden uitgestald.
Men doe liefst geïllustreerde artikelen
schrijven in de voornaamste periodieken van
de wereld en belaste intusschen de Vereeni
ging „Oost on West" in Indië met de op
richting van oen groot kantoor voor export
te Batavia, en bijkantoren op Padang, Sa-
bang, Semarang on Socrabaja.
Deskundigen op dit gobied als de hoeren
Jaspers, Loubèr en anderen, bereizen Indië
en knoopen relaties aan.
De Indische ambtenaren krijgen opdracht
(van regeeringswego) om mcor dan bdizondere
aandacht aan de nijverheid der Inlanders te
wijden en een te heffen uitvoerrecht van 20
pot. komt der Indische schatkist ten goede.
Dé goederen worden mot zeilschepen ver-
voord, opdat de kosten voor vracht niet te
hoog worden.
De hoofdbesturen van beide voreenigingen
stellen ten slotte an, 't hoofd der export
en importkantoren, magazijnen enz. gesala
rieerde handelslui aan.
Ziehier, hoe men de zaak, zij het dan niet
op Amerikaansahe wijze, dan toch op bree
der en grondslag, moet aanpakken, wil hder
weldra voorspoed hocrschen, iustede van
chronische voediugschaarsohte.
Voor ik déze Penkras nn besluit, moet ik
nog even op een speciaal artikel wijzen.
Wanneer de ijverige Presidente van „Oost
en Weet", mevrouw Van ZurylonTromp,
een paar van de toonaangevende dames te
Parijs, b.v. mevrouw Sarah Bernard, kon
bewegen, desnoods door oen geschenk, om als
nieuwe mode in te voeren een blouse van
gebatikte zijde, dan zouden de grillige en
toch zoo kunstige dessins, onmiddellijk allo
vrouwenharten in verrukking brengen en zia
ik in gedachten reeds voor duizenden en dui-
zende guldens naar Europa en Amerika geëx
porteerd
Nederland, wordt nu eindelijk toch eens
wakker' Ik smeek het u in uw eigen belang
en in dat van den inlander! Weg met den
Jan-Saliegecst!
Lt. GLOCKENER BR0US30N, b. d.
Batavia, 13 Juni 1903.