Jaargang. Donderdag 1 October 1903. J5UITEN LAND. FEUILLETON. ,,'t Was maar 'n Model." AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 9 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondoring van Zod- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERÏENT1ÈN Van 1—5 regela Elke regel meer Groote let! era naar plaatsruimte. Voor handel en bedriff bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald adrerte-eren in dit Blad bjj abonnement v&epe circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Sluitingsuur voor tapper ij en en koffiehuizen gedurende de kermis 1903. De "Burgemeester van Amersfoort, Gelet, op artikel 7 der verordening op de tap perijen, koffiehuizen, etc. Brengt ter openbare kennis, dat het sluitings uur voor tapperijen en koffiehuizen door hem is vastgesteld als volgt Op Maandag 26, Dinsdag 27, Woensdag 28, Donderdag 29 en Zaterdag 31 October 1903, des nachts te twaalf uur, en Vrijdag 30 October 1903 den volgenden morgen te één uur. Gedaan te Amersfoort, den 29. Sopt ember 1903. De Burgemeester voornoemd, WriJTlKRS Politiek Overzicht Het officieren-prnr.es in Servië. Het rechtsgeding "*?en de zoogenaamde „samenzweerders van Nisch" is geëindigd met de veroordeeling van de daarin betrok ken o*iioiere.n. Het was een zeer merkwaar dig proces, dat voor den krijgsraad tje Bel grado gevoerd word; een kenschetsend licht wordt daardoor geworpen op d'e in het Ser vische leger heerschende verhoudingen. Een tiental officieren stonden terecht, aangeklaagd op grond van. die artikelen 52 en 53 van het Servische militaire strafwet boek, die handelen over muiteriji en orvhit- eing. Deze aanklacht- was tegen ben ingesteld, omdat rij in zeer nadrukkeHjiken vorm posi tie hadden genomen tegen diegenen van hun ne kameraden, die zich aan den moord op hpt koningspaar Alexander en Draga schul dig hebben gemaakt of daaraan medeplich tig waren, en die verwijdering van dozen uit het leger hadden verlangd. Toen dé vreeselijke gebeurtenis in den nacht van 10 op 11 Juni bekend werd, heeft het diep geschokte zedeliikc gevoel van Euro pa. die betuiging van ziim afsohuw daarover niet achterwege gehouden Men vroeg zich af, of uit het Servische officierskorps zelf niet een stem van protest zou opgaan, die zou toelaten het veroordeclende vonnis, dat door de openbare meening in het buitenland werd geveld, te beperken tot d'e werkelijke schuldigen en niet uit te strekken tot. het Servische leger in zijn geheel. Eindelijk lieeft zich zulk eene stem van protest doen hooren eenige officieren van het garnizoen te Nisoh hebben den moed gehad voor de bezoedelde eer van het leger op te komen en, te verlan gen, dat de officieren, die in het moord complot. betrokken warsen, uit hot leger zou den wordén verwijderd. Da.t is hun echter in Servië niet in dank afgenomen. ..Men. begrijpt daar de deelne ming niet, die de aanhangers van deze be weging in het buitenland vinden", schrijft een dagoladcorrespondent, t." Belgrado. „Men meent, dat op het oogenblik waarop de na tionale vergadering zich bij het gebeurde van 10/11 juni heeft neergelegd, de daiarmc verbonden misdaden ongedaan gemaakt, de schuldigen gereinigd, de geheele zaak uit. de herinnering der wereld gewischt. is. Des te zwaarder vat men dhis hier de misdaad van de contra-demonstratie op. die als een muit- ziek -verzet tegen de bestaande orde van zaken wordt, beschouwd". D'e aanklacht, was- intusschen niet gegrond op de contra-demonstratie zelve maar op den vorm, waarin zii! on touw gezet is. Door de kapiteins Nowakowics en Lazarcwics zijn onder de officieren van het garnizoen te Nifch circulaires verspreid, om uen op t© wekken hunnie hand'teekcning te plaatsen onder een aan den Koning te richten adres, dat zou aandringen, op de verwiidering der samengezworenen van 11 .Tuni uit het leger. Uit deze circulaire werden twee zinsneden tot het onderwerp van. de aanklacht gema.-kt. De i-ene luidt.„Ons gemeenschappelijk stre ven behoorde te zijn, van liet hoogste gcizag de verwijdering der samenzweerders van 11 Juini uit het leger af te dwingen". De an dere zinsnede luidt.: „Het zou aan ons ge voel beantwoorden, wanneer men op dénzelf- den dag in alle garnizoenen de samenzweer ders van 11 Juni ging uitstooten Tntusschen blijift het aan de kameraden overgelaten, te bepalen, voor welke van de beidé oplossin gen zijl zich willen verklaren." Uit '(tem geheel en opzet del* beweging Wijkt. dat men de sarnriifóiweerdlers1 ais on waardig beschouwde om verder in het leger to dienen, maar dat men over de middelen om hen te verwijderen, nog niet tot. een be sluit gekomen was toen de beweging werd gestuit. Nui hebben de mannen, die voor de ge- sehonidle'ni eer" van het ieger wilden opkomen, voor het gerecht gestaan. De leider van de beweging, kapitein Nowakowies. heeft zon der omwegen erkend wat hij met de bewe ging op het oog had en heeft verklaard te blijven bijl zijne overtuiging, dat de samen zweerders iva.n. 11 Juni onwaardig zijin de of ficiersuniform te dragen. Hij heeft tot. aan het einde van zijn verhoor de volle verant woordelijkheid voor het gebeurde op zich ge nonnen eerst. to?n kapitein Lazarewics en andere mede-beklaagden den gepensioneer den generaal Magdalemo-» hadden aangewe zen a'ls het hoofd, der beweging, erkende ook hij, dat die in de zaak de hand. gehad' had. De jongere officieren, die op de hank der beschuldigden zaten, deelden de vrijmoedig heid van hunnen aanvoerder nietzij deden hun best om zich van schuld' te ontlasten. Dat heeft hun niet gebaatook ziji zijn ver oordeeld, al is hun straf minder zwaar uit gevallen dan die va.iv de beide kapiteins, die twee jaar gevangenisstraf lmbbcu gekregen en bovendien onwaardig zijn bevonden on» in hel. leger te blijven. Hoezeer verschillen toch de begrippen van recht en gerechtigheidDe wijze, waarop deze militaire rechters in. Servië het reobt hebben toegepast., wordt buiten Servië be schouwd als eene illustratie van lietSuini- muim jus, summa injuria! Duitschland. Hildebrand. de redacteur van de nationaal- sooiale „Hilfe", wordt nu al 'vier weken ge vangen gehouden, omdat hij den naam van den schrijver van een artikel niet heeft wil len noemenhet. gerecht schijnt nog met gezind te zijp hem 'os te laten De bladen van allerlei kleur, die wel voelen dat bij de zaak van Hildebrand hun aller belangen ge moeid zijp, behandelen do zaak als een er gerlijke rc chtsverkrach ting. Zelfs de regee- riugsgezinde ,.Köln. Ztg vindt dat men te genover Hildebrand het „zwaarste onrecht" begaat en eischt ..uit naam van 't zedelijke en wettelijke recht zijn vrijlating. Engeland. Het schrijven van den heer Rit chie, waarin hij den minister-president Balfour zijn aftreden meedeelt, is heden gepubliceerd. In dat schrijven, geda teerd 15 September, zegt de lieer Ritchie, dat na den ministerraad van den vorigen dag het onmogelijk voor hem is lid der re- geenng te blijven Hij sympathiseert met den wensch om Engeland en da koloniën nauwer te verbinden, maar gelooft niet da.t hiervoor noodzakelijk is de belasting op le ve nsmliddelen', waarvan hij een tegenstan der is. Wat de vergeldings-politiek betreft, gelooft, hij, dat deze onvermijdelijk zou lei den tot bescherming en veel grooter nadee- len zou brengen, dan die welke men ei' mee tracht te voorkomen. Lord George Hamilton heeft macli- tiging gegeven tot publicatie van zij ne ontslagaanvrage. In den brief, die daar bij gaat, zegt Lord Hamilton, dat toen hij zijne ontslagaanvrage schreef op 15 Septem ber. hij niet. bekend was met Chamberlains aftreden en de daaruit volgende afvoering der prefereniieele rechten van liet regeerings- program. De eerste tijding die hij van de groote ver andering ontving, was door een ochtendblad van 18 September, waarbij officieel zijn af treden en dat der andere ministers werd be richt. In een schrijven"aan minister Balfour, zegt lord Hamilton niet te kunnen inzien hoe protectie of retaliatie van voordcel kan zijn voor den algemeenen uitvoerhandel van Groot-Brittannië, tenzij ten koste van den binnenlandschen verbruiker. Hij verklaart, verder niet mede te kunnen werken aan een omverwerping der beginselen van fiscale po- lotiek, waarop de Britsche voorspoed was ge grondvest. Chamberlain heeft 'eene voorrede) geschreven bij den herdruk van de in de Telegraph opgenomen artikelen over imneriaile reciprociteit. Hiji zegt daarin Elk recht op voedingsmiddelen, diat wordt gehe ven om voorkeur te verzekeren aan den han del der koloniën, moot klein zijp en, zal waar- schii-nlijik gedeeltelijk door dien vreemdeling betaald worden. Do ex tra-kosten, indien zijl iets bedragen, voor de werkende standen, zullen volledig1 worden vergoed door eene evenredige vermindering op andere voedingis- artikelen, die evenzeer noodzakelijk zijn voor hun bestaan. Aan den anderen kant kunnen de tarieven herzien worden, tot verkrijging van eene vermeerdering van den handel van onze landgenooten on beste klanten en ton einde onze buiten la,ndsche mededingers met do lasten te bezwaren, tot hot verschaffen van meer werk aan ons eigen volk en tot verkrijgen van grooter vraag naar onzen eigen arbeid. Wanneer de vraag naar werk vermeerdert, dan moeten de loouen voor het werk ook rijzen Eindelijk zullen wij een grooten stap igjocla-ain, hebben naar de een heid van het rijik en den eersten sta.p naar een vriji-r verkeer met de rest van de wereld. De Dinsdagavond onder voorzitterschap van den bisschop van Worcester iu de St. James' Hall te Londen gehouden groote openbare vergadering nam de volgende motie aan 1Het wau bestuur in Macedonië en de mislukking van alle pogingen tot invoering van her vormingen onder Turksche heerschappij) maakt het noodzakelijk, dat de recht- streeksche heerscha ppij van oen Sultan in de Macedonische provincies op houd e2 de door Engeland in liet ver drag van Berlijn aanvaarde verplichtingen vereisclien dat Engeland stappen doet. om de slachting van nonoombatt,anten en de plunderingen tegen te gaan en dat bet op de andere mogendheden die het verdrag uicde ouderteekend hebben, invloed uitoefent ten gunste van de boven omschreven politiek 3. hulpverleening tot afwending van hongers nood is dringend noodzakelijk, en er dient een Balkan-commis-uie ingesteld te worden, om den nood te lenigen. De aartsbisschop van Canterbury had ten brief gezonden, verklarende dat de vergade ring gesteund werd1 door den wil van bib ge- hede volk, dat besloten is, dep g'-heeion machtigen invloed van Engeland te gebrui ken, cm dwingelandij, roofzucht en wanbe stuur t_e onderdrukken. Er waren voorts brieven van bisschoppen en 39 parlements leden iugekomeu.o. a. van Sir Henry Oa-np- bell-Bannerman en Sir Edward Grey. Spanje. De .correspondent, van den Standard te Ma drid meldt, dat. d'e* Kon i n g v a n Spanje zich in November naar Portugal zal begeven. Oosten rijk-HongarlJe, De Ozaar is gisteren morgen met oen talrijk gavolg te Weenen aangekomen, verge zeld door graaf Lamsdorff, en werd aan htt station door den Keizer en de Aartshertogen ontvangen. De begroeting was allerharte lijkst; de souvereinen drukten elkander te hand' en omhelsden elkander twee maal Langs den geheelen weg tot aan het kasteel waren, de troepen in haag opgesteld achter de troepen verdrong zich een dichte men- aehenmenigte, die geestdriftige vreugdekrot ux slaakte Aan het gala-dejeuner in het kasteel na men de beide Keizers, de Aartshertogen en Aartshertoginnen, graaf Lamsdorff en graaf Goluchowsky, cn d'e ministers baron Aren- tlial en graaf Ka,puist deel. ll,et weer is prachtig. Aan het dejeuner op Schönbrunn bracht Keizer Frans Jozef gisteren den volgenden dronk uit.Het is mij bijzonder aangenaam Uwe Majesteit te zeggen met welk een genoegen ik haar welkom heet. Gevolg gevende aan de uitnoodigiug tra- jacht, welke ik zoo gelukkig was haar te doen toekomen, gaf Uwe Majesteit een nieuw bewijs, van vriendschap, dat ik hoog waar deer. De hartelijkheid, die in onze betrek kingen doorgebracht, oefende herhaaldelijk reeds een we' dadigon, invloed op de politieke betrekkingen onzer staten. Ik vlei mij met de hoop. dat. thans weder de zoo vol komen overeenstemming van onze denkbeel den en opvattingen ten aanzien der betreu renswaardige gebeurtenissen in liet. Ba Ik au- gobied er toe zal bijdragen het succes te ver zekeren van de actie, die wij, daar gezamen lijk volgen in het, belang van dien Europee- se hen vrede. Van dat gevoelen doordrongen, drink ik de gezondheid van mijn waarden, trouwen vriend Zijne Majesteit Keizer Nieolaas Deze antwoordde Het welkom, door Uwe Majesteit mijl toegeroepen, treft mij diep. Met groot genoegen ontving! ik de vriende lijke uitnoodig'ing, en het verheugt, mij in staat te ziju persoonlijk nog eens de gevoe lens te kunnen uitdrukken, die mij bezielen bij het optreden onzer regoeirngen en die een kostbaar onderpand zijn van het. succes van hot groote werk der pacificatie, dat. wij in gemeen overleg hebben ondernomen. Het menschlievende doel, dat wij vervol gen. sluit, elke partijdigheid uit- en moet worden bereikt met vastheid en volharding door de middelen, die het meest geschikt, zijn ter verkrijging van een ware en duur zame bevrediging. Onze pogingen zullen, naar ik hoop, bijh dragen tot de bevordering van den algemee nen vrede. Ik drink op de gezondheid! van mijn waarden en vereerden vriend, Zijne Ma jesteit den Keizer-Koning Frans Jozef. Het officieuse Weenensche Fremdenblatt zegt in een begroetingsartikel naar aanleiding van het bezoek van den Tsaar: ,,De aanwezigheid van Keizer Nikolaas en van graaf Lamsdorff. dien, Russdschen minister van buitenlandsche zaken, zal gelegenheid bieden, om den toestand in den Le vant opnieuw grondig te overwegen. De t.wee mogendheden zijm, gelijk ook de En- gelsche eerste-minister onlangs verklaarde, meer dan andere mogendheden in die gele genheid, de Balkanquaestie te behandelen in overeenstemming met het, algemeene belang. I)c Engelsche premier is daarvoor in ziv> land niet weinig aangevallen wie echter praktische politiek volgt en tegelijk den vrede wil, moet het program goedkeuren dat Oostenrih-Hongarije en Rusland voorstaan. Keizer Nikolaas is een vredeskeizcr niet al leen in theorie, maar ook in werkelijkheid, «m bevindt zich in dit opzicht in overeen stemming nijet onzen monarch cn de volken van Oostenrijk-Hongariie Wij willen hopen dat. dank zij deze overeenstemming, ook de tegenwoordige moeielijke toestand te over winnen en een geleidelijke verbetering van de toestanden in de Turksche provincies te verkrijgen zal zijn." In de Kamer deelde graaf Khu- en mede, dat. het ministerie zijn ontslag heeft ingediend. HHj verzocht de verdaging der Kamer, totdat, het nieuiwie kabinet zou zijn opgetreden. De voorzitter antwoordde, dat dit hem een onvoldoende reden voor d'e verdaging voorkwamhij meende, dat de Kamer hare zitting moest voortzetten Kossuth drukte den wensch uit, dat de Koning een. minister-president, zou 'benoe men, die de aanmatigingen van von Körber zou terugwijzen. Uakowskv zeid dat dc verklaringen van von Körber de constitutioneel© rechten, vau Hongarije aantasten. De gisteren gehouden buitengewone zitting van bet Hongaarse he Huis van Afgevaardigden, liet zich kalm aanzien. Vooraf riep de president graaf Ap- pouyi de afgevaardigden Perezel, graaf An- drassy, Kubinyi en Rakovsky, die in de laat ste zitting Barabas met kreten beleedigd hadden, tot de orde. Baraba6 verklaarde hierop, dat zijne interruptie„Wij geloo- ven het koninklijke woord niet!" hem on willekeurig was ontsnapt Hij had iets an ders willen zeggen en verzocht derhalve zijne interruptie als niet gedaan te willen beschou- won. Na doze herroeping zullen ook de' ove rige daarmede in verband staande eerezakem bijgelegd worden. Hierop rprak Bakonyi over het onder de wapenen houden van de soldaten iu het derde jaarKraznay viel Koerber aan we gens zijn jongst gehouden rede. Nadat Eöt- vös en Hoek Koerbers jongst© 'verklaringen als eene onbevoegde inmenging in de Hon- gaarsche aangelegenheden hadden verklaard, verklaarde graaf K h u e n. dat hij zijn plicht zou kennen, wanneer van de eene of andere zijde geene bepaling der grondwet- werd ge- Vrij naar het Hoog-DuiUch 32 DOOR J. L. VAN DER MOER. Maar nauwelijks was deze gedachte ont staan, af zij werd redds door een andere, een geheel tegenovergestelde, verdrongen. Neen. niet schreien, niet jammeren! Om 'n leugen weent men immers niet? Daar lacht men om' En Paula, lachte luid en wild. Weer was zij blijven «taan, diciht bij een" lantaarn. waarvan de vlam ongestadig voor haar oogen op en neer danste. Zij begon nu te beseffen, dat het reeds laat moest, wezen. Voor bet. eerst keek zij eens achter zich; maar hoe of zij-ook rond ©ag, zij begreep volstrekt niet waar ziii zich eigenlijk bevond. In deze onaanzienlijke, "dcodsche straat was zij nog nooit geweest. Een vreemd angstgevoel maakte zich van (haar meester en een -groote loomheid deed izidh in al haar leden gevoelen. Zou zij dan neerzijgen: Ginig zij .stervén? iZoo eenzaam en' verlaten, a's een verloren wezen, bier, in deze modderige straat? ..Sterven? Neen. leven Paula, met en voor mij' Met en voor jou! Wie Raimund, iwelk-e bedoel je. lieveling? Mij of die an deredie andere van 't schilderij? Welk schilderij?Heb je dan mijn beeld niet op 't doek peibracht. en heb ;e er niet aoo- 'danig op gestaard, dat 't begon te leven 'door den blik van je oogen? En stond toen de Heusöhe. de levende Paula, niet maast je, en 'heb je haa.r niet gekust? O', die kus! schilderij,. Raimund 't lavende beeld, Raimund, Raimund Haar gedachten waren zóó verward, dat pij verbeelding en werkelijkheid niet meer wan elkaar kon onderscheiden. Een duize- ilimg overviel haar en in haar angst greep zij naar den lantaarnpaal. Instinctmatig sloeg zij er den arm oan been, worstelend tegen :het gevoel van naderende onmacht. Lang pa am zonk zij neer, glijdende met bet jonge, «choone linhaam langs het harde, kille ijzer. Bepaald bewusteloos was zij toch niet, •want zij was nog gevoelig voor uiterlijke in drukken zij' had echter geen kracht om op «te staan, zij kon zich zelfs niet bewegen. •Maar duidelijk 'hoorde zii het knetteren van dieiK regen op de straatsteenen. en zij voelde bet kille nat in het gezicht en op de han den eni het blazen van den wind in den hals. Nadat, ziji zoo eenige oogen blikken gelegen bad. vornaim zij1 eensklaps het naderend ge luid van een baaStieen. zWaren tred Een onbestemd angstgevoel greep haar aan. Nog maals trachtte zij zich op te ridhten, doch vergeefs, zij kon niet.. Vlak bijl haar venstomdc bet geluid der inf/derend'o schreden. Een oogenblik bleef ci'lc doodstil, en! toen drong onverwacht een (kreet van, ontzetting haar in de ooren, ang stig. wild „Paula 't Was alsof zij die stem herkende. „Paula, juffrouw Paula, bent u dat wer kelijk? Hoe komt u zoo hier? Om Gods wil, wat «oheelt. er aan?" Zij voelde hoe een sterke arm haar om vatte en hoe een warme adem over haar nat en koud aangezicht gleed. Langzaam sloeg zij de oogen op. on nu raag zijl in het pnt.stelde gelaat van Karei Sdliulze. die zich otver haar heen gebogen 'had. Haar sombere vrees was geheel verdwenen, want zij wiet dat zij veilig was onder de hoede van dec.en ■man. Onbewust liet zij het hoofd aan zijn borst zinken, met een deerniswaardige hul- jncloosheid in baar houding, even als een kind dal, bescherming zoekt en zich aan dringt tegen de borst van de moeder. Een rilling voer den jongen man door de leden 'Zij bemerkte het wel, doch aan ,,'t waar om?" dacht- zij niet „Wat scheelt- er aan?" herhaalde Sdhailae •dringend, maar locb met iets vleiends, met iets innigs in zijn sten». „Ik weet. 't niet," fluisterde Paula, „ik ben verdwaald, en ik geloofik geloof, •dat ik van vermoeidheid in onmacht getval- ilrn ben. Wilt, u nxo als 't u blieft thuis- tbrongen. menqpr Scbulzei?" Hij, hielp baar opstaan cn ondersteunde /met. zijn sterken arm baar schoon, slank, nog bijna kinderlijk lichaam Geen vraag kwam meer over zijn lippen. „In een van de z.i'Mraten. hier in de buurt, 'woont '11 huurkoetsier," «prak hiji zacht. „Ik .zal daar 'n rijtuig nomen eni ui naar huis ,brcïijg(:u." „O ja. naar huis, naar ihiuis!" herhaalde zij. e» nu stapten zij samen voort. Na verloop van eenigeti tijd ontmoetten ze een drosdike. waarvan de blaxrwe lantaarns reeds vau verre zichtbaar waren geweest. Gchulze riep don. koet-irr aan. Hij hielp Paula instijgen en nam zelf naast haar plaats. Geheel toevallig raakte zij onder weg even zijn hand aan. Hiji niainn toen lb,aar beide koude handjes m de zijne, als om ze te koesteren cn te verwar men, en ziji liet henu stil begaan. Het scheen alsof haar gedachten totaal verstompt waren en zij alle besef verloren had van hetgeen- met haar gebeurde. Zwiigend bleven zij 7.00 zit ten, totdat het doel van den tocht bereikt was. Scbulze hielp het meisje- de steile trap pen op naar haar kamer waar het denker was on koud. Pc oude Bfergius was nog niet thuis. Nadat Karei het. licht aangestoken had. ging bij vlug op zijn eigen kamer een beetje riiurn met water halen, welke» drank mj Paula aanbood' Zij: zat sprakeloos neer op dc kleine, harde sofa, het, hoofd geleund tegen liet 'Verschoten bekleedsel vaitn rood' fluweel. Hij beduidde haar dat. de rhum haar goed zou do?» en misschien zou kunnen voorkomen dat zij ziek werd. Gedwee gehoorzamend, dronk zii- een paar teugjes, cn liet daarna, bet, vermoeide li'bnam weer acht rover leunen. Solui,lzo was blijven t laan. Nog eonige- ooffcivblikkcn bleef hij, hot meisjes zwijgend aankijkcm.. en toen sprak hij opeen toon vol stille onderwerping: „U zult nu zeker verder maar liever alleen zijn, juf frouw Paula? Ik ga dus naar mijn eigen kamertje. Mocht u mc soms noodig heb ben s „Neen, neen viel zb hem' ongewoon leven dig in de rede. „Toe. blijft hier cn laat me niet alleen Ik ben zoo lang alleen geweest, ik be-n bang geworden. Ga wat zitten en ver tel ine dan nog eensoch, waarover w»a 't ook woer?" Zij streek eon paar maleD met de hand o' 'i het voorhoofd, om zich te bezinnen „Waarover was 't ook weer?" herhaalde zij... „O. ja nu ben ik er. Vertel me daar nog eens wat van. zooals toen, u weet nog wel 't is geloof ik al lang' geleden, ik meen op mijn jaardag van uw geboorteplaats», waar 't zoo mooi is en zoo vredig?" De oogen van Karl Sohulze drukten op dit oogenblik diep* smart- uit Och. och Wat. moest zij in dien korten tijd ontzettend veel doorleefd en ondervonden' hebben, om. te 'kunnen meenen dat liaar jaardag reeds lang voorbij was. En welk een, geweldige veran dering moest er, na dien dag, hebben plaats gegrepen in baar zielWat daarvan toch wel de oorzaak wezen mocht De emzekerheid was zeer pijnlijk voor den jongen man hij stond voor een groot, geheim, niet wetend wat hij hopen of vreczen moest. Radon, gissen ver moeden. ja, dat kon hij doen maar hier mede werd' dc onzekerheid niet weggenomen. En ondanks het onbeschrijfelijk lijden van zijn ziel, moest hij haar toch vertellen, ,even- alv toen"rnoe.-t hij trachten woorden te vinden, als in dat bewuste uur. toen de hoop nog suet vernietigd was in zijpi hart. terwijl 'hij Paula de rustige kalmte en de lieflijke cohoonheid van zijn geboorteland schetste; toon hij nog in den zaligen waan verkeerde, dat de mogelijkheid niet geheel uitgesloten was. haar éénmaal als zijn trouwe levensge zellin daar heen te mogen voeren, waar zijn groote, heilige cn. sterke liefdé hem, nopen zou haar op dé ham-den te dragen. Welnu, hij. zou dan sproken, „even als toen." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1