Jaargang.
Donderdag 1 October 1903.
J5UITEN LAND.
FEUILLETON.
,,'t Was maar 'n Model."
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 9 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met nitzondoring van
Zod- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERÏENT1ÈN
Van 1—5 regela
Elke regel meer
Groote let! era naar plaatsruimte.
Voor handel en bedriff bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adrerte-eren in dit Blad bjj abonnement v&epe
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
Sluitingsuur voor tapper ij en en
koffiehuizen gedurende de
kermis 1903.
De "Burgemeester van Amersfoort,
Gelet, op artikel 7 der verordening op de tap
perijen, koffiehuizen, etc.
Brengt ter openbare kennis, dat het sluitings
uur voor tapperijen en koffiehuizen door hem is
vastgesteld als volgt
Op Maandag 26, Dinsdag 27, Woensdag 28,
Donderdag 29 en Zaterdag 31 October 1903, des
nachts te twaalf uur, en Vrijdag 30 October 1903
den volgenden morgen te één uur.
Gedaan te Amersfoort, den 29. Sopt ember 1903.
De Burgemeester voornoemd,
WriJTlKRS
Politiek Overzicht
Het officieren-prnr.es in Servië.
Het rechtsgeding "*?en de zoogenaamde
„samenzweerders van Nisch" is geëindigd
met de veroordeeling van de daarin betrok
ken o*iioiere.n. Het was een zeer merkwaar
dig proces, dat voor den krijgsraad tje Bel
grado gevoerd word; een kenschetsend licht
wordt daardoor geworpen op d'e in het Ser
vische leger heerschende verhoudingen.
Een tiental officieren stonden terecht,
aangeklaagd op grond van. die artikelen 52
en 53 van het Servische militaire strafwet
boek, die handelen over muiteriji en orvhit-
eing. Deze aanklacht- was tegen ben ingesteld,
omdat rij in zeer nadrukkeHjiken vorm posi
tie hadden genomen tegen diegenen van hun
ne kameraden, die zich aan den moord op
hpt koningspaar Alexander en Draga schul
dig hebben gemaakt of daaraan medeplich
tig waren, en die verwijdering van dozen uit
het leger hadden verlangd.
Toen dé vreeselijke gebeurtenis in den
nacht van 10 op 11 Juni bekend werd, heeft
het diep geschokte zedeliikc gevoel van Euro
pa. die betuiging van ziim afsohuw daarover
niet achterwege gehouden Men vroeg zich
af, of uit het Servische officierskorps zelf
niet een stem van protest zou opgaan, die
zou toelaten het veroordeclende vonnis, dat
door de openbare meening in het buitenland
werd geveld, te beperken tot d'e werkelijke
schuldigen en niet uit te strekken tot. het
Servische leger in zijn geheel. Eindelijk lieeft
zich zulk eene stem van protest doen hooren
eenige officieren van het garnizoen te Nisoh
hebben den moed gehad voor de bezoedelde
eer van het leger op te komen en, te verlan
gen, dat de officieren, die in het moord
complot. betrokken warsen, uit hot leger zou
den wordén verwijderd.
Da.t is hun echter in Servië niet in dank
afgenomen. ..Men. begrijpt daar de deelne
ming niet, die de aanhangers van deze be
weging in het buitenland vinden", schrijft
een dagoladcorrespondent, t." Belgrado. „Men
meent, dat op het oogenblik waarop de na
tionale vergadering zich bij het gebeurde van
10/11 juni heeft neergelegd, de daiarmc
verbonden misdaden ongedaan gemaakt, de
schuldigen gereinigd, de geheele zaak uit. de
herinnering der wereld gewischt. is. Des te
zwaarder vat men dhis hier de misdaad van
de contra-demonstratie op. die als een muit-
ziek -verzet tegen de bestaande orde van
zaken wordt, beschouwd".
D'e aanklacht, was- intusschen niet gegrond
op de contra-demonstratie zelve maar op den
vorm, waarin zii! on touw gezet is. Door de
kapiteins Nowakowics en Lazarcwics zijn
onder de officieren van het garnizoen te
Nifch circulaires verspreid, om uen op t©
wekken hunnie hand'teekcning te plaatsen
onder een aan den Koning te richten adres,
dat zou aandringen, op de verwiidering der
samengezworenen van 11 .Tuni uit het leger.
Uit deze circulaire werden twee zinsneden
tot het onderwerp van. de aanklacht gema.-kt.
De i-ene luidt.„Ons gemeenschappelijk stre
ven behoorde te zijn, van liet hoogste gcizag
de verwijdering der samenzweerders van 11
Juini uit het leger af te dwingen". De an
dere zinsnede luidt.: „Het zou aan ons ge
voel beantwoorden, wanneer men op dénzelf-
den dag in alle garnizoenen de samenzweer
ders van 11 Juni ging uitstooten Tntusschen
blijift het aan de kameraden overgelaten, te
bepalen, voor welke van de beidé oplossin
gen zijl zich willen verklaren."
Uit '(tem geheel en opzet del* beweging
Wijkt. dat men de sarnriifóiweerdlers1 ais on
waardig beschouwde om verder in het leger
to dienen, maar dat men over de middelen
om hen te verwijderen, nog niet tot. een be
sluit gekomen was toen de beweging werd
gestuit.
Nui hebben de mannen, die voor de ge-
sehonidle'ni eer" van het ieger wilden opkomen,
voor het gerecht gestaan. De leider van de
beweging, kapitein Nowakowies. heeft zon
der omwegen erkend wat hij met de bewe
ging op het oog had en heeft verklaard te
blijven bijl zijne overtuiging, dat de samen
zweerders iva.n. 11 Juni onwaardig zijin de of
ficiersuniform te dragen. Hij heeft tot. aan
het einde van zijn verhoor de volle verant
woordelijkheid voor het gebeurde op zich
ge nonnen eerst. to?n kapitein Lazarewics en
andere mede-beklaagden den gepensioneer
den generaal Magdalemo-» hadden aangewe
zen a'ls het hoofd, der beweging, erkende ook
hij, dat die in de zaak de hand. gehad' had.
De jongere officieren, die op de hank der
beschuldigden zaten, deelden de vrijmoedig
heid van hunnen aanvoerder nietzij deden
hun best om zich van schuld' te ontlasten.
Dat heeft hun niet gebaatook ziji zijn ver
oordeeld, al is hun straf minder zwaar uit
gevallen dan die va.iv de beide kapiteins, die
twee jaar gevangenisstraf lmbbcu gekregen
en bovendien onwaardig zijn bevonden on» in
hel. leger te blijven.
Hoezeer verschillen toch de begrippen van
recht en gerechtigheidDe wijze, waarop
deze militaire rechters in. Servië het reobt
hebben toegepast., wordt buiten Servië be
schouwd als eene illustratie van lietSuini-
muim jus, summa injuria!
Duitschland.
Hildebrand. de redacteur van de nationaal-
sooiale „Hilfe", wordt nu al 'vier weken ge
vangen gehouden, omdat hij den naam van
den schrijver van een artikel niet heeft wil
len noemenhet. gerecht schijnt nog met
gezind te zijp hem 'os te laten De bladen
van allerlei kleur, die wel voelen dat bij de
zaak van Hildebrand hun aller belangen ge
moeid zijp, behandelen do zaak als een er
gerlijke rc chtsverkrach ting. Zelfs de regee-
riugsgezinde ,.Köln. Ztg vindt dat men te
genover Hildebrand het „zwaarste onrecht"
begaat en eischt ..uit naam van 't zedelijke
en wettelijke recht zijn vrijlating.
Engeland.
Het schrijven van den heer Rit
chie, waarin hij den minister-president
Balfour zijn aftreden meedeelt, is
heden gepubliceerd. In dat schrijven, geda
teerd 15 September, zegt de lieer Ritchie,
dat na den ministerraad van den vorigen
dag het onmogelijk voor hem is lid der re-
geenng te blijven Hij sympathiseert met
den wensch om Engeland en da koloniën
nauwer te verbinden, maar gelooft niet da.t
hiervoor noodzakelijk is de belasting op le
ve nsmliddelen', waarvan hij een tegenstan
der is. Wat de vergeldings-politiek betreft,
gelooft, hij, dat deze onvermijdelijk zou lei
den tot bescherming en veel grooter nadee-
len zou brengen, dan die welke men ei' mee
tracht te voorkomen.
Lord George Hamilton heeft macli-
tiging gegeven tot publicatie van zij
ne ontslagaanvrage. In den brief, die daar
bij gaat, zegt Lord Hamilton, dat toen hij
zijne ontslagaanvrage schreef op 15 Septem
ber. hij niet. bekend was met Chamberlains
aftreden en de daaruit volgende afvoering
der prefereniieele rechten van liet regeerings-
program.
De eerste tijding die hij van de groote ver
andering ontving, was door een ochtendblad
van 18 September, waarbij officieel zijn af
treden en dat der andere ministers werd be
richt.
In een schrijven"aan minister Balfour, zegt
lord Hamilton niet te kunnen inzien hoe
protectie of retaliatie van voordcel kan zijn
voor den algemeenen uitvoerhandel van
Groot-Brittannië, tenzij ten koste van den
binnenlandschen verbruiker. Hij verklaart,
verder niet mede te kunnen werken aan een
omverwerping der beginselen van fiscale po-
lotiek, waarop de Britsche voorspoed was ge
grondvest.
Chamberlain heeft 'eene voorrede)
geschreven bij den herdruk van de
in de Telegraph opgenomen artikelen over
imneriaile reciprociteit. Hiji zegt daarin Elk
recht op voedingsmiddelen, diat wordt gehe
ven om voorkeur te verzekeren aan den han
del der koloniën, moot klein zijp en, zal waar-
schii-nlijik gedeeltelijk door dien vreemdeling
betaald worden. Do ex tra-kosten, indien zijl
iets bedragen, voor de werkende standen,
zullen volledig1 worden vergoed door eene
evenredige vermindering op andere voedingis-
artikelen, die evenzeer noodzakelijk zijn voor
hun bestaan. Aan den anderen kant kunnen
de tarieven herzien worden, tot verkrijging
van eene vermeerdering van den handel van
onze landgenooten on beste klanten en ton
einde onze buiten la,ndsche mededingers met
do lasten te bezwaren, tot hot verschaffen
van meer werk aan ons eigen volk en tot
verkrijgen van grooter vraag naar onzen
eigen arbeid. Wanneer de vraag naar werk
vermeerdert, dan moeten de loouen voor het
werk ook rijzen Eindelijk zullen wij een
grooten stap igjocla-ain, hebben naar de een
heid van het rijik en den eersten sta.p naar
een vriji-r verkeer met de rest van de wereld.
De Dinsdagavond onder voorzitterschap
van den bisschop van Worcester iu de St.
James' Hall te Londen gehouden groote
openbare vergadering nam de volgende
motie aan 1Het wau bestuur in
Macedonië en de mislukking van
alle pogingen tot invoering van her
vormingen onder Turksche heerschappij)
maakt het noodzakelijk, dat de recht-
streeksche heerscha ppij van oen
Sultan in de Macedonische provincies op
houd e2 de door Engeland in liet ver
drag van Berlijn aanvaarde verplichtingen
vereisclien dat Engeland stappen doet. om
de slachting van nonoombatt,anten en de
plunderingen tegen te gaan en dat bet op
de andere mogendheden die het verdrag uicde
ouderteekend hebben, invloed uitoefent ten
gunste van de boven omschreven politiek
3. hulpverleening tot afwending van hongers
nood is dringend noodzakelijk, en er dient
een Balkan-commis-uie ingesteld te worden,
om den nood te lenigen.
De aartsbisschop van Canterbury had ten
brief gezonden, verklarende dat de vergade
ring gesteund werd1 door den wil van bib ge-
hede volk, dat besloten is, dep g'-heeion
machtigen invloed van Engeland te gebrui
ken, cm dwingelandij, roofzucht en wanbe
stuur t_e onderdrukken. Er waren voorts
brieven van bisschoppen en 39 parlements
leden iugekomeu.o. a. van Sir Henry Oa-np-
bell-Bannerman en Sir Edward Grey.
Spanje.
De .correspondent, van den Standard te Ma
drid meldt, dat. d'e* Kon i n g v a n Spanje
zich in November naar Portugal zal begeven.
Oosten rijk-HongarlJe,
De Ozaar is gisteren morgen met oen
talrijk gavolg te Weenen aangekomen, verge
zeld door graaf Lamsdorff, en werd aan htt
station door den Keizer en de Aartshertogen
ontvangen. De begroeting was allerharte
lijkst; de souvereinen drukten elkander te
hand' en omhelsden elkander twee maal
Langs den geheelen weg tot aan het kasteel
waren, de troepen in haag opgesteld achter
de troepen verdrong zich een dichte men-
aehenmenigte, die geestdriftige vreugdekrot ux
slaakte
Aan het gala-dejeuner in het kasteel na
men de beide Keizers, de Aartshertogen en
Aartshertoginnen, graaf Lamsdorff en graaf
Goluchowsky, cn d'e ministers baron Aren-
tlial en graaf Ka,puist deel.
ll,et weer is prachtig.
Aan het dejeuner op Schönbrunn
bracht Keizer Frans Jozef gisteren den
volgenden dronk uit.Het is mij bijzonder
aangenaam Uwe Majesteit te zeggen met
welk een genoegen ik haar welkom heet.
Gevolg gevende aan de uitnoodigiug tra-
jacht, welke ik zoo gelukkig was haar te
doen toekomen, gaf Uwe Majesteit een nieuw
bewijs, van vriendschap, dat ik hoog waar
deer. De hartelijkheid, die in onze betrek
kingen doorgebracht, oefende herhaaldelijk
reeds een we' dadigon, invloed op de
politieke betrekkingen onzer staten. Ik vlei
mij met de hoop. dat. thans weder de zoo vol
komen overeenstemming van onze denkbeel
den en opvattingen ten aanzien der betreu
renswaardige gebeurtenissen in liet. Ba Ik au-
gobied er toe zal bijdragen het succes te ver
zekeren van de actie, die wij, daar gezamen
lijk volgen in het, belang van dien Europee-
se hen vrede.
Van dat gevoelen doordrongen, drink ik
de gezondheid van mijn waarden, trouwen
vriend Zijne Majesteit Keizer Nieolaas
Deze antwoordde Het welkom, door Uwe
Majesteit mijl toegeroepen, treft mij diep.
Met groot genoegen ontving! ik de vriende
lijke uitnoodig'ing, en het verheugt, mij in
staat te ziju persoonlijk nog eens de gevoe
lens te kunnen uitdrukken, die mij bezielen
bij het optreden onzer regoeirngen en die een
kostbaar onderpand zijn van het. succes van
hot groote werk der pacificatie, dat. wij in
gemeen overleg hebben ondernomen.
Het menschlievende doel, dat wij vervol
gen. sluit, elke partijdigheid uit- en moet
worden bereikt met vastheid en volharding
door de middelen, die het meest geschikt,
zijn ter verkrijging van een ware en duur
zame bevrediging.
Onze pogingen zullen, naar ik hoop, bijh
dragen tot de bevordering van den algemee
nen vrede. Ik drink op de gezondheid! van
mijn waarden en vereerden vriend, Zijne Ma
jesteit den Keizer-Koning Frans Jozef.
Het officieuse Weenensche Fremdenblatt
zegt in een begroetingsartikel naar aanleiding
van het bezoek van den Tsaar: ,,De
aanwezigheid van Keizer Nikolaas en van
graaf Lamsdorff. dien, Russdschen minister
van buitenlandsche zaken, zal gelegenheid
bieden, om den toestand in den Le
vant opnieuw grondig te overwegen. De
t.wee mogendheden zijm, gelijk ook de En-
gelsche eerste-minister onlangs verklaarde,
meer dan andere mogendheden in die gele
genheid, de Balkanquaestie te behandelen in
overeenstemming met het, algemeene belang.
I)c Engelsche premier is daarvoor in ziv>
land niet weinig aangevallen wie echter
praktische politiek volgt en tegelijk den
vrede wil, moet het program goedkeuren dat
Oostenrih-Hongarije en Rusland voorstaan.
Keizer Nikolaas is een vredeskeizcr niet al
leen in theorie, maar ook in werkelijkheid,
«m bevindt zich in dit opzicht in overeen
stemming nijet onzen monarch cn de volken
van Oostenrijk-Hongariie Wij willen hopen
dat. dank zij deze overeenstemming, ook de
tegenwoordige moeielijke toestand te over
winnen en een geleidelijke verbetering van
de toestanden in de Turksche provincies te
verkrijgen zal zijn."
In de Kamer deelde graaf Khu-
en mede, dat. het ministerie zijn
ontslag heeft ingediend. HHj verzocht de
verdaging der Kamer, totdat, het nieuiwie
kabinet zou zijn opgetreden. De voorzitter
antwoordde, dat dit hem een onvoldoende
reden voor d'e verdaging voorkwamhij
meende, dat de Kamer hare zitting moest
voortzetten
Kossuth drukte den wensch uit, dat de
Koning een. minister-president, zou 'benoe
men, die de aanmatigingen van von Körber
zou terugwijzen.
Uakowskv zeid dat dc verklaringen van
von Körber de constitutioneel© rechten, vau
Hongarije aantasten.
De gisteren gehouden buitengewone
zitting van bet Hongaarse he Huis
van Afgevaardigden, liet zich kalm
aanzien. Vooraf riep de president graaf Ap-
pouyi de afgevaardigden Perezel, graaf An-
drassy, Kubinyi en Rakovsky, die in de laat
ste zitting Barabas met kreten beleedigd
hadden, tot de orde. Baraba6 verklaarde
hierop, dat zijne interruptie„Wij geloo-
ven het koninklijke woord niet!" hem on
willekeurig was ontsnapt Hij had iets an
ders willen zeggen en verzocht derhalve zijne
interruptie als niet gedaan te willen beschou-
won. Na doze herroeping zullen ook de' ove
rige daarmede in verband staande eerezakem
bijgelegd worden.
Hierop rprak Bakonyi over het onder de
wapenen houden van de soldaten iu het
derde jaarKraznay viel Koerber aan we
gens zijn jongst gehouden rede. Nadat Eöt-
vös en Hoek Koerbers jongst© 'verklaringen
als eene onbevoegde inmenging in de Hon-
gaarsche aangelegenheden hadden verklaard,
verklaarde graaf K h u e n. dat hij zijn plicht
zou kennen, wanneer van de eene of andere
zijde geene bepaling der grondwet- werd ge-
Vrij naar het Hoog-DuiUch
32 DOOR
J. L. VAN DER MOER.
Maar nauwelijks was deze gedachte ont
staan, af zij werd redds door een andere,
een geheel tegenovergestelde, verdrongen.
Neen. niet schreien, niet jammeren! Om
'n leugen weent men immers niet? Daar
lacht men om'
En Paula, lachte luid en wild.
Weer was zij blijven «taan, diciht bij een"
lantaarn. waarvan de vlam ongestadig voor
haar oogen op en neer danste.
Zij begon nu te beseffen, dat het reeds
laat moest, wezen. Voor bet. eerst keek zij
eens achter zich; maar hoe of zij-ook rond
©ag, zij begreep volstrekt niet waar ziii zich
eigenlijk bevond. In deze onaanzienlijke,
"dcodsche straat was zij nog nooit geweest.
Een vreemd angstgevoel maakte zich van
(haar meester en een -groote loomheid deed
izidh in al haar leden gevoelen.
Zou zij dan neerzijgen: Ginig zij .stervén?
iZoo eenzaam en' verlaten, a's een verloren
wezen, bier, in deze modderige straat?
..Sterven? Neen. leven Paula, met en voor
mij' Met en voor jou! Wie Raimund,
iwelk-e bedoel je. lieveling? Mij of die an
deredie andere van 't schilderij? Welk
schilderij?Heb je dan mijn beeld niet
op 't doek peibracht. en heb ;e er niet aoo-
'danig op gestaard, dat 't begon te leven
'door den blik van je oogen? En stond toen
de Heusöhe. de levende Paula, niet maast je,
en 'heb je haa.r niet gekust? O', die kus!
schilderij,. Raimund 't lavende beeld,
Raimund, Raimund
Haar gedachten waren zóó verward, dat
pij verbeelding en werkelijkheid niet meer
wan elkaar kon onderscheiden. Een duize-
ilimg overviel haar en in haar angst greep zij
naar den lantaarnpaal. Instinctmatig sloeg
zij er den arm oan been, worstelend tegen
:het gevoel van naderende onmacht. Lang
pa am zonk zij neer, glijdende met bet jonge,
«choone linhaam langs het harde, kille ijzer.
Bepaald bewusteloos was zij toch niet,
•want zij was nog gevoelig voor uiterlijke in
drukken zij' had echter geen kracht om op
«te staan, zij kon zich zelfs niet bewegen.
•Maar duidelijk 'hoorde zii het knetteren van
dieiK regen op de straatsteenen. en zij voelde
bet kille nat in het gezicht en op de han
den eni het blazen van den wind in den hals.
Nadat, ziji zoo eenige oogen blikken gelegen
bad. vornaim zij1 eensklaps het naderend ge
luid van een baaStieen. zWaren tred Een
onbestemd angstgevoel greep haar aan. Nog
maals trachtte zij zich op te ridhten, doch
vergeefs, zij kon niet..
Vlak bijl haar venstomdc bet geluid der
inf/derend'o schreden. Een oogenblik bleef
ci'lc doodstil, en! toen drong onverwacht een
(kreet van, ontzetting haar in de ooren, ang
stig. wild
„Paula
't Was alsof zij die stem herkende.
„Paula, juffrouw Paula, bent u dat wer
kelijk? Hoe komt u zoo hier? Om Gods wil,
wat «oheelt. er aan?"
Zij voelde hoe een sterke arm haar om
vatte en hoe een warme adem over haar
nat en koud aangezicht gleed. Langzaam
sloeg zij de oogen op. on nu raag zijl in het
pnt.stelde gelaat van Karei Sdliulze. die zich
otver haar heen gebogen 'had. Haar sombere
vrees was geheel verdwenen, want zij wiet
dat zij veilig was onder de hoede van dec.en
■man. Onbewust liet zij het hoofd aan zijn
borst zinken, met een deerniswaardige hul-
jncloosheid in baar houding, even als een
kind dal, bescherming zoekt en zich aan
dringt tegen de borst van de moeder. Een
rilling voer den jongen man door de leden
'Zij bemerkte het wel, doch aan ,,'t waar
om?" dacht- zij niet
„Wat scheelt- er aan?" herhaalde Sdhailae
•dringend, maar locb met iets vleiends, met
iets innigs in zijn sten».
„Ik weet. 't niet," fluisterde Paula, „ik
ben verdwaald, en ik geloofik geloof,
•dat ik van vermoeidheid in onmacht getval-
ilrn ben. Wilt, u nxo als 't u blieft thuis-
tbrongen. menqpr Scbulzei?"
Hij, hielp baar opstaan cn ondersteunde
/met. zijn sterken arm baar schoon, slank,
nog bijna kinderlijk lichaam Geen vraag
kwam meer over zijn lippen.
„In een van de z.i'Mraten. hier in de buurt,
'woont '11 huurkoetsier," «prak hiji zacht.
„Ik .zal daar 'n rijtuig nomen eni ui naar huis
,brcïijg(:u."
„O ja. naar huis, naar ihiuis!" herhaalde
zij. e» nu stapten zij samen voort.
Na verloop van eenigeti tijd ontmoetten ze
een drosdike. waarvan de blaxrwe lantaarns
reeds vau verre zichtbaar waren geweest.
Gchulze riep don. koet-irr aan. Hij hielp
Paula instijgen en nam zelf naast haar
plaats.
Geheel toevallig raakte zij onder weg even
zijn hand aan.
Hiji niainn toen lb,aar beide koude handjes m
de zijne, als om ze te koesteren cn te verwar
men, en ziji liet henu stil begaan. Het scheen
alsof haar gedachten totaal verstompt waren
en zij alle besef verloren had van hetgeen- met
haar gebeurde. Zwiigend bleven zij 7.00 zit
ten, totdat het doel van den tocht bereikt
was. Scbulze hielp het meisje- de steile trap
pen op naar haar kamer waar het denker was
on koud. Pc oude Bfergius was nog niet thuis.
Nadat Karei het. licht aangestoken had.
ging bij vlug op zijn eigen kamer een beetje
riiurn met water halen, welke» drank mj
Paula aanbood' Zij: zat sprakeloos neer op
dc kleine, harde sofa, het, hoofd geleund tegen
liet 'Verschoten bekleedsel vaitn rood' fluweel.
Hij beduidde haar dat. de rhum haar goed
zou do?» en misschien zou kunnen voorkomen
dat zij ziek werd.
Gedwee gehoorzamend, dronk zii- een paar
teugjes, cn liet daarna, bet, vermoeide li'bnam
weer acht rover leunen. Solui,lzo was blijven
t laan. Nog eonige- ooffcivblikkcn bleef hij, hot
meisjes zwijgend aankijkcm.. en toen sprak hij
opeen toon vol stille onderwerping: „U zult
nu zeker verder maar liever alleen zijn, juf
frouw Paula? Ik ga dus naar mijn eigen
kamertje. Mocht u mc soms noodig heb
ben s
„Neen, neen viel zb hem' ongewoon leven
dig in de rede. „Toe. blijft hier cn laat me
niet alleen Ik ben zoo lang alleen geweest,
ik be-n bang geworden. Ga wat zitten en ver
tel ine dan nog eensoch, waarover w»a
't ook woer?"
Zij streek eon paar maleD met de hand
o' 'i het voorhoofd, om zich te bezinnen
„Waarover was 't ook weer?" herhaalde zij...
„O. ja nu ben ik er. Vertel me daar nog eens
wat van. zooals toen, u weet nog wel 't is
geloof ik al lang' geleden, ik meen op mijn
jaardag van uw geboorteplaats», waar 't zoo
mooi is en zoo vredig?"
De oogen van Karl Sohulze drukten op
dit oogenblik diep* smart- uit Och. och
Wat. moest zij in dien korten tijd ontzettend
veel doorleefd en ondervonden' hebben, om. te
'kunnen meenen dat liaar jaardag reeds lang
voorbij was. En welk een, geweldige veran
dering moest er, na dien dag, hebben plaats
gegrepen in baar zielWat daarvan toch wel
de oorzaak wezen mocht De emzekerheid was
zeer pijnlijk voor den jongen man hij stond
voor een groot, geheim, niet wetend wat hij
hopen of vreczen moest. Radon, gissen ver
moeden. ja, dat kon hij doen maar hier
mede werd' dc onzekerheid niet weggenomen.
En ondanks het onbeschrijfelijk lijden van
zijn ziel, moest hij haar toch vertellen, ,even-
alv toen"rnoe.-t hij trachten woorden te
vinden, als in dat bewuste uur. toen de hoop
nog suet vernietigd was in zijpi hart. terwijl
'hij Paula de rustige kalmte en de lieflijke
cohoonheid van zijn geboorteland schetste;
toon hij nog in den zaligen waan verkeerde,
dat de mogelijkheid niet geheel uitgesloten
was. haar éénmaal als zijn trouwe levensge
zellin daar heen te mogen voeren, waar zijn
groote, heilige cn. sterke liefdé hem, nopen
zou haar op dé ham-den te dragen.
Welnu, hij. zou dan sproken, „even als
toen."
Wordt vervolgd.