rfcït 135. Eerste Blad. 58" Jaargang. Zaterdag 14 November 1903.j BUITENLAND. FEUILLETON. Rozenheuvel. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS P«r 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur '«morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS D£R AJDVERIEMTIÈN Tan 1—6 regels Elke regel meer Groote letten naar plaatsrnimte. Voor handel en bed riff bestaan voordeelige bepaling, het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement, cironlaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aan1 toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amers foort Gezien het verzoekschrift van B. A. van Rui- ven. om vergunning tot. oprichting van een be waarplaats van vuurwerk in het perceel, alhier gelegen aan de Mooierstraat, wijk A, no. 3, 'ka dastraal bekend sectie E, no. 2094 Overwegende, dat op den 15. October 1903 ter secretarie dezer gemeente gelegenheid is ge geven om bezwaren tegen het oprichten dezer inrichting in te brengen en alzoo ingevolge het bepaalde bij het le lid van artikel 8 der Hinder wet vóór den 15. November 1903 over liet ver zoek zal moeten worden beslist Overwegende, dat bedoeld verzoekschrift met daarop betrekking hebbende stukken ingevolge aanschrijving van den 3. April 1902, no. 2 A. Z. (Prov.-blad no. 51) is ingezonden aan het De partement van Oorlog, alwaar men met het on derzoek nog niet gereed is. zoodat eene beslis sing binnen den voorschreven termijn niet kon genomen worden. Gelet op artikel 8, al. 2 der Hinderwet Besluiten: de beslissing op het vorenbedoeld verzoek schrift. te verdagen. Afschrift van dit besluit zal aan den belang hebbende worden toegezonden. Amersfoort, 12 November 1903. De Secretaris, De Burgemeester, B W. Th. SANDBEiRG. WLJTIERS. Gezonde Oogen. Ouder bovenstaande 11 titel versoheen bij den uitgever F. van Rossen te Amsterdam, No. 6 der „Hygiënische Vlugschriften'', naar bet Dhitsch bewerkt door dr. H. Pinkhof Zooals wij reeds eerder opmerkten, achten wij deze op populaire wijze geschreven bro- dhuretjes voor de volksgezondheid van zóó veel belang, dat wij niet kunnen nalaten er bij herhaling de aandacht op te vestigen. Ten einde de belangstelling van de lezers er voor op te wekken, willen wijt dan ook thans wederom van den inhoud van het laatst verschenen boekje een en ander rac- dedeelen. Als van zelf spreekt, begint dr. P ret een beschrijving te geven van het oog, dat hij vergelijkt bij de donkere kamer van den photograaf. Achtereenvolgens worden ;n Kt kort behandeld de lens. de „licht gevoelige plaat" of het vlies van zemvwtyezeltjes. welke alles wat zij aan licht, kleur en vorm ont vangen, overbrengen naar de hersenen, naar het bewustzijnhet tranenvocht en de af voering hiervan naar den neusde wenk brauwen, die beletten dat zweet van het voorhoofd in de oogen loopt. Een uitlegging volgt van „bijziendheid", „over verziendheid" eu van „veroudering" der oogen. Dit laatste begint reeds als het kind nog niet loopen kan. Zoodra een ge zond mensch begint te grijzen, bemerkt hij langzamerhand, dat hij courant of boek zóó ver van zich moet afhouden, om de letters scherp te zien. dat zij op dien afstand tè klein worden. Dan is ook de tijd van „bril len" genaderd, en het is dwaas om uit ijdel- heid of uit verkeerde zuinigheid aan de oogen den stcum te onthouden, dien zij wer kelijk zoo zeer behoeven. Sommigen gaan naar een brillen-magazijn of bazaar om zich een bril uit te zoeken, maar zij vergeten te bedenken, dat er alle kans bestaat, dat men verkeerd kiest en dit hoogst nadee- lige gevolgen kan hebben. Slechts de arts kan liepalen óf, en zoo ja. wélk glas men noodig heeft. Want het slecht zien kan een gevolg zijn van ziekte, waarvoor een bril niet, behandeling daarentegen wèl helpt. Het is een geheel verkeerd idee wanneer men meent even goed terecht te kunnen bij een opticus als bij een dokter, hetgeen door onz u beroemden landgenoot Donders op onweerlegbare wijze is aangetoond Ook bet willekeurig gebruik van ..oogwa ter" heeft velen te laat berouwd Er zijn nienscben, die geheel ten onrechte meenen. dat het gebruik van boorwater voor alle oog ziekten dienstig is; dit onschuldige water kan in enkele gevallen zelfs gevaarlijk zijn. Men bedenke wel, dat er oogziekten zijn, die binnen 24 uren een oog totaal kunnen vernietigen, en daarom moet met klem ge waarschuwd worden tegen het knoeien „op zijn eigen houtje" De meeste oogontstekingen zijn b e s m e 11 e 1 ij k en vormen bij die gedeel ten der bevolking, welke er mede behept zijn. een belangrijk beletsel voor maatschap pelijke ontwikkeling en vooruitgang. Doen zich verschijnselen voor als tranen vloed, roodheid der oogen, pijn of brandend gevoel, moeilijkheid bij het ver-af of nabij- zden, dubbelzien enz., dan verzuime men niet, om erger te voorkomen, zich onder deskundige behandeling te stellen. Reeds bij de geboorte kunnen kwade stof fen iu de oogen van het kind geraken, waar van blindheid het gevolg kan zijn. Men lette er dus wel op of zich verschijnselen van ontsteking voordoen en verzuime niet, oogenblikkelijk geneeskundige hulp in te roepen. Eén dag verzuim kan de meed schromelijtke gevolgen hebben, waarop reeds werd gewezen bij de bespreking van „Ge slachtsziekten en hare voorkoming.'" Schel licht in de open luoht is voor het oog van den zuigeling verkeerd. Wanneer zich in de kamer voorwerpen bevinden, die door hun glans de aandacht van den kleine trekken, zorge men dat hij er rechtuit naar kan kijken, dus zonder dat liii de oogen behoeft te verdraaien. En men wake er tegen, dat de baker de oogen van het kind reinigt met hetzelfde sponsje of lapje of met hetzelfde water waarmede ook andere lichaamsdeelen gereinigd zijn. Bij de voorbereiding voor de groote eischen welke vooral d© schooljaren stellen, bestaat volgens, verklaring van een ervaren oogarts de voornaamste werkzaamheid van het kind in spelen. Daarom is het van groot ge wicht er nauwlettend op toe te zien, dat men den kleinen speelgoed geeft, hetwelk op bun oogen geen nadeeligen invloed uit oefent Dus bijv. geen kleine voorwerpen, zooals kleine prentjes, maar liever een bouw doos, een bal en dergelijke, waarmede zij zich ook in de buitenlucht kunnen amusee ren. Wie een prentenboek voor zijn kleuters uitzoekt, lette er op dat alle afgebeelde voor werpen duidelijk uitgevoerd en vooral ook met de juiste kleuren ge schilderd zijn Men geve hun geen ander al vorens zij het oude ter dege kennen, ten einde te voorkomen, dat zij zich bij het zien aan ongewenschte vluchtigheid gewennen. In geen geval is het aan te bevelen vóór het 5e of 6e jaar met lezen en schrijven te be ginnen! Dr P waarschuwt nadrukkelijk tegen de vooral op bewaarscholen verkeerde gewoon te, om reeds bij zeer jeugdige kinderen den zin voor vormen te willen aankwecken door vl e c li t- of mozaïkwer k, ja zelfs door het borduren van prentjes of teekeueu in een netwerk. Het groote govaar voor bijzieudlieid leve ren de schooljaren op. Uit een nauwkeurig onderzoek is gebleken, dat het aantal bij ziende leerlingen in elke hoogere klasse grooter wordt en dat dit gebrek meer voor komt onder de gegoeden dan onder de minvermogenden, die iu den regel geen huiswerk meekrijgen Op gymnasia wordt van de oogen nog meer gevergd dan op andere onderwijs-inrichtingen, omdat cle leerlingen daar ook Grieksch schrift moeten lezen. Het is volstrekt geen onverschillige zaak op welke bank of op welken stoel de leerling zit. Deze moeten zóó hoog zijn, dat het kind bij het schrijven gemakkelijk de voorarmen op de tafel kan leggen, zonder met de schou ders omhoog of met hoofd en rug naar voren gebogen te zitten, en zoo breed dat de dijen er geheel op kunnen rusten Noodzakelijk is liet, dat de voeten bij deze zittende houding ergens op steunen eu dat de rand van de tafel 2 a 3 centimeter over de voorzijde van bank of stoel heen reikt. Eindelijk moet bet kind het onderste gedeelte van den rug tegen de leuning kunnen doen rusten, ter wijl het papier zoo moet liggen, dat het hoofd bii het schrijven rechtuit ztet en niet scheef gehouden wordt. Ook de verlichting van het papier waar op men schrijft of leest is een voorname zaak. Het beste licht is het daglichtvelen zijn echter gedwongeD om ook des avonds te werken. Voor dezen wordt elect risch of. gas gloeilicht, door matglas omhuld, ten zeerste aanbevolen. In het algemeen kan men zeg gen, dat de verlichting voldoende is. wan neer een normaal oog op 25 a 30 oM. af stand klein schrift zonder inspanning kan le zen. Wie zijn oogen gezond wil houden, moet ze beschermen tegen het indringen van stof en van kleine voorwerpen, waartoe een stof- of schutsbril alleszins dienstig is. Vooral smeden, wevers, hooiers enz. wordt groote voorzichtigheid aangeraden. Eenigszins sarcastisch merkt Dr. P. op: „De menschen. die het geluk, hebben ge had een automobiel te zien voorbij snorren, zonder overreden te rijfn, hebben kunnen opmerken, hoe de berijders zich tegen het stof wapenen. Jammer dat de oogen der voorbijgangers niet mede kunnen profitee red" Aan heb slot van het vlupsdhrift volgen nog eenige wenken voor hen, die een stofje, insect.je, een hooischubje of iets dergelijks in bet oog krijgen, zoomede voor verplegers van patiënten die aan oogziekten lijden. Even eens wordt aan de dames den raad gegeven geen voiles te dragen, waarvan de na- deelige gevolgen worden aangetoond Wij beve'en liet lezen van de Hygiënische vlugschriften van dr. Pinkhof nogmaals met warmte aan Vidi. Politiek Overzicht De wet-Falloux in den Senaat De Fr arische Senaat gaat bij, zijne beraad slagingen over het vraagstuk der onderwijs vrijheid niet over één nacht ijs. Voor do tweede maal reeds is de verdere beraadsla ging eenige dagen uitgesteld. Maar een go- wichtig resultaat heeft, toch de zitting van eergisteren gebracht. Vooreerst isj wel is aar slechts niet- eene meerderheid van en kele stemmen, besloten met de behandeling van de zaak door te gaan. En in de tweede plaats is met 225 tegen 31 stemmen artikel 1 van het regeeringsontwerp, dat de afschaf fing bepaalt van de wet-Falloux. aangeno men. De overgroote meerdterhetd van den Senaat heeft dus to kennen gegeven, dat zij niet gediend is de vrijheid van onderwijp, zooals flie in de van 1850 dagteokenendë wet geregeld is. De onb.'perkto vrijheid', dio deze wet schonk aan do onderwijs-congregatien en waardoor 't hun mogelijk was in hunne in richtingen van middelbaar onderwijs gedu rende de laatste halve eeuw evenveel leerlin gen te vormen als de staat in zijne lyoea en colleges, moet verdwijnen. Nu blijft echter de groote vraag, wat- or voor den toestand, die bestemd is te verdwij nen, in de plaats moet komen. Men staat hier tusschen twee stroomingen, waartusschen do zaak in do knel dreigt te komen. Do eene wil behoud van de onderwijsvrijheid, maar met waarborgen om misbruiken tegen te gaan de andere wil van de onderwijsvrijheid niet weten en staat voor het middelbare onder wijs het staatsmonopolie voor. Het oorspron kelijke regeeringsoutwerp bevat in art. 3 eene bepaling, volgens welke de niet erkende orden en hunne leden van het geven van onderwijs aan de middelbare scholen uitgo- a loten zullen zijn Daaruit volgt dus. dat aan dw vóór het in working treden van de ver- cenigingswet erkende orden de bevoegdheid tot het geven van onderwijs niet zal worden ontnomen. Dit betreft voornamelijk de „Frères de la doctrine chrétienne", wier scho len bij duizend?n geteld worden on over go- hot: 1 Frankrijk verspreid rijn. Daartegenover wil hot» ontwerp van de commissie ho£ con- greganistische onderwijs geheel afschaffen, en om de tegenstelling tusschen de voorstellen der regeering en der commissie te doen ver dwijnen. heeft een lid van den Senaat, de heer Girard, een mendemesnt voorgesteld op het regteringsontwerp, waarin voor de oprichting van oen© bijzondere middelbare school eene verklaring van den bestuurder verlangd wordt, dat hij de gelofte van het celibaat en van de gehoorzaamheid njet heeft afgelegd. Dat amendement, ging dus nog ver der het sloeg niet. alleen op de orde-geest-o- lijken, maar ook op de wereldlijke geestelijk heid'. Do regeering heeft, om aain de moeielijk- heid te ontkomen, naar een uitweg gezocht Het. is haar in de eerste plaats er om te doen haar wetsontwerp tot stand te bren gen. Met die bedoeling hoeft rij de verkla ring afgelegd, die gisteren onder de tele grammen is opgenomen, maar waarvan de strekking nog wel wat nader verduidelijkt mag werden Zij komt hier op neer, dat de regeering in beginsel de hoofdgedachten, waarvan het amendement-Girard uitgaat, aan vaardt. Dit- amendement slaat op twee cate gorieën van personende leden van de gods dienstige congregatiën en de leden van de geestelijkheid, die de geloften van celibaat en gehoorzaamheid afleggen. Maar de vorm, die gekozen is, komt haar niet juridisch aan nemelijk voor en zou overigens in vele ge vallen ook geen doel treffen. Daargelaten toch, dat de Franscbe wet. geen gelofte kent, heeft, eene ondervinding van vele maanden geleerd, hoe gemakkelijk de ordegeestelijken het stelsel van do reet riet io men talis aan wenden zij verklaren rich van een© gedofte ontbonden, wanneer rij feitelijk nog gebon den zijn. Met eene bloote verklaring kan dus niet werden volstaan De regeering heeft daarom besloten, in plaats van het voorstel- Girard oen afzonderlijk wetsontwerp in te dienen, dat rij rich verbindt- nog vóór de sluiting van deze buitengewone zitting bij het parlement in te dienen. Terwijl het vooratel- Girard onkel doelt op de inrichtingen van m iddelbaar onderwijs, za.l het regeerings-ont- werp allo drie graden van onderwijs omvat ten. Het zal het congreganistiscbo onderwijs doen verdwijnen, door het onderwijsverbod in de drie graden uit te breiden tot alia leden van de verschil lende congregatiën. „Wat de leden der geestelijkheid betreft (namolijk van de gevestigde kerk, welker be trekkingen tot den staat in het concordaat ge regeld zijn), is het- aan de regeering gewenscht en logisch voorgekomen, de te dien aanzien te nemen beslissing uit te stellen totdat het parlement over het vraagstuk der scheiding van Kerk en Staat zal hebben beslist. Ieder moet inzien, dat do bijzondere vraag, die door het amendement-Girard is opgeworpen, niet onder die oogen gezien kan worden, af gescheiden van do meer algemeenr en groo- tere vraag van de tusschen de rk en de burgerlijke maatschappij in te st -llen bet-rek kingen. Eene commissie uit ue Kamer zet ha ren arbeid in deze raak met ijver voort. Do regeering wenscht te dien aanzien tót een besluit te komen; rij hoopt levendig, dat- in den loop van bet volgende jaar eene oplos sing zal kunnen verkregen worden. ..Terwijl rij dus het beginsel ran haar wets ontwerp handhaaft, heeft de regeering over wogen om de republiek te verdedigen tegen de misbruiken van dat beginsel. Zij zal een besluit uitvaardigen, ten doel hebbende to beletten, dat eenig hoofd vaai eene instelling een onderwijs zal kunnen geven strijdig met do grondwet,, die wetten en de moraal. De te volgen procedure zal kunnen, worden on derzocht bij de behandeling van het laatste gedeelte van art. 2 van het nu aanhang!ga wetsontwerp". Zoo luiden de verklaringen, die eergist «ren door den minister-president rijn afgelegd. Ite korte zin der lange rede is, dat- het wets ontwerp gehandhaafd wordt in den vorm, waarin liet oorspronkelijk is ingediend. Do vraag of datgeno wat van de wet-Falloux nog over ia, zal worden afgeschaft-, wil men tot oene beslissing brongon. Maar afgeschei den daarvan, zal do groote vraag Onderwijs vrijheid of staatsmonopolie van hot onder wijs? binnen kort aain de orde worden ge steld, doch dan niet incidenteel en voor een onkelen tak van onderwijs, maar in haar vol len omvang, voor lager, middelbaar en hoo ger onderwijs te zamen. Dultschland. Het gisteren aan het nieuwe palcis te Pots dam uitgegeven bulletin luidt Daar de genezing van de wond geheel be vredigend voortgaat, aal het vo'gende bulle tin overmorgen uitgegeven worden. Het is opgevallen dat de termijn, binnen welken de geneesheeren verwachten dat de wond aan den linker stemband van den Keizer geheeld zal rijn,'langer is dan bij gewone operaties van dien aard. De verkla ring hiervan vinden wij in een medcdeeling van de Fraukf. Ztg die zegt haar uit gezag hebbende bron vernomen te hebben. 28 Uit het Eu gelach VA5 FLORENCE MARRYAT. ,,Eva, kindriep juffrouw Ravne uit bed. „Ben jij daar?" „Ja. tante", gaf Eva ten antwoord, zondur stil te staan. „Hoe kom je zoo vroeg op ..Ik heb een barstende hoofdpij© ik kan toch niet slapen", hernam het meisje, die in- tusschen niet Will Caryl behouden in de gang was aangeland. „Als je toch op bent, kindlief, zet dan maar gauw een sterk kop thee voor mij. Ik heb weer verschrikkelijke kiespijn. „Best. tante. Ik zal meteen het vuur op stoken en het. water opzetten", sprak Eva met een gelaat, waaruit de pas doorstane doodsangst alle kleur verdreven had. Op het volgende oogen blik schoof zij de gren dels van de voordeur en weldra stroomde de frissehe morgenlucht haar te gemoet. In de straat, waar juffrouw' Ravne woondë, was geen sterveling te zien. Eva wees zwijgend naar de stoep, als wi'Je zij door dit gebaar te kennen geven, dait Will zonder verder tijd te verliezen liet huis moest verlaten. De jonge man keek scliuw en ang stig rond. of zich ook ergens een agent van politie vertoonde. „Houd moed'" fluisterde zij „Het komt thans enkel en alleen op je flinkheid aan- Maak nu maar. dat je zoo spoedig mogelijk uit deze buurt komt." Will deed, zooals hein gezegd was. Met zijn bundeltje kli-eren in de rechterhand liep hij tamelijk onbeholpen verder. Eva zag hem in bange spanning na rij' vreesde maar ad te zeer, dat rijm vermomming reeds bij den eersten aanblik eiken voorbijganger noodzakelijk in 't oog zou moeten vallen Toen hij eindelijk den hoek der straat, was omgeslagen, zonder nog eens een enkelen kc-r te hebben omgekeken, sloot Eva de deur en leunde met haar hoofd tegen den gangmuur aan, in een staat van geestelijke verdooving en met een gevoel van doffe wan hoop in 't hart. .Eva. Eva' nep juffrouw Rayne weer. „Krijg ik luiast mijn thee?" Dezo stom deed het meisje opschrikken, zij', wist zelf niet, hoe lang zij daar reeds ge staan had of het een minuut dlan wel ten uur was geweevt Als in een droom ging zjj naar de keuken, om het- vuur aan te leggen en het water aan de kook te maken. Werk tuigelijk zette rij thee en zoodra de®e vol doend© was getrokken, bracht zij een kopje met het zoo vurig begeerde vocht naar tante. Op de verschillende aandoeningen, welke zij in dc laatste vier en twintig uur onder vonden bad. en de doodsangst, dien zij liad moeien verduren, volgde thans de react Fva was zioli ternauwernood bewust, wat jij dacht of hoopte of wensclite, toen zij vóór het ledikant van juffrouw Rayne stond, niet een kopje thee in de hand. „Nu, dat heeft een aardig tijdje geduurd biomde haai- tante. „Als ik geweten had. Jet- het zoo n moeite voor je zou rijn, zou ik je niet om een onnoozel kopje thee gevraagd hebbenLieve hemel, kind, wat zie je bleek! Heb jc een spookverschijning gezien óf ben jc den gcheeJen nacht niet naar bed ge weest? In plaats van rustig te gaan slapen, hen je vast verdiept geraakt in den een of anderen sentimenteelen, verliefden roman. Het is een schandaal't Is waarachtig of die kaarsen geen geld kosten Ik waarschuw je voor het laatst. Eveline: ik wil die gekheid volstrekt niet hebben Kom nu maar rond voor de waarheid uit! Wat heb jo uitge voerd „Niemendal, tante' Tk heb alleen maar zoo'n wonderlijk gevoed in mijn hoofd", zeide het meisje met een zwakke stem- Nauwelijks had zij deze woorden geuit of zij viel op den grond neder. „Groote hemel!" riep juffrouw Rayne ont steld. terwijl ziji in baar whrik den- inhoud1 van het kopje over haar nachtjapon uitgoot on uit bed sprong. „Wat zal ons nu gebeu ren? Heb ik van mijn leven! Het arme kincl ligt, flauw." HOOFDSTUK VIII Een onverhoopte verrassing. Eveline moest nog heel wat liooren over haar noodlottige flauwte, in verband met Will Caryll's spoorlooze verdwijning. Nog dagen daarna kon haar tante er niet van zwij gen. „Ik. wist- met wat ik zag!" verklaarde juf frouw Rayne. „De mogelijkheid, dat je een flauwte zoudt kunnen krijgen, was nog nooit bij mij opgekomen. Voor zoover ik weet., was jc neg nooit van je leven flauwgevallen. En juist, nu die nietswaardige ellendeling, >Vill Ca-ryll. de plaat heeft gepoetst, plof jij, zoo lang als je bent. naast mijn ledikant op den grond neer Flauwten en vapeurs zrm goed voor rijke da-mes, die niets beters te doen hebben, maar voor een eenvoudig burger- manskind komt die gekheid niet te pas. Wat moet Sara wel van je denken? „„Gut juf frouw'' zeide zij tegeu mij, „..juffrouw F.va ligt stijf van haarzelf en mijnheer Wil liam is den geheelcn nacht niet op zijn bed geweest"" 't Is wat moois! Ik schaam mij over je ..Het spijt mij verschrikkelijk, dat het juist zoo trof", antwoordde Eveline op zach- ten toon. „maar ik heb u verteld hoo het kwam. Ik ben de vorige week avond aan avond zoo laat naar bed gegaan ik was oververmoeid." „Jawel je bleef opritten, om dien los bol stilletjes binnen te laten, zoodat ik niet precies kon nagaan hoe laat. mijfnhetr verkoos thuis te komen. Je hebt hem in het kwade gostijtd, Eva. De helft van rijn zouden komt. voor jouw rekening." „Zeg tooh zulke verschrikkelijke dingen niet, tante", riep hert meisje, in tranen uit barstend. „Ik zou allee hebben willen doen, om zijn misdrijf te verhoeden, maar ik hoor de het pas. toen cr niets meer aan te verhel pen viel." „Huil tooh niet om dien kVajongen, kind! Hij is niet waard dat je een enkelen traan om hem stort.. Tk heb altijd wel voorspeld, dat het slecht met hem zou afloopen. Waar kan liijl zich toch al dien tijd hebben schuil gehouden Daar praotiseer ik mij half gok over. Mijnheer Gamble zegt, dat hij' onmoge lijk in Liverpool kan wezen. De politie beeft oen nauwkeurig onderzoek ingesteld, ook aau •boord) van de tcbepon, die in bet dok lagen Het heeft haar niets geholpen. dat. had ik haar van te voren wel kunnen vertellen. Ik wist. zeker, dat hij volstrekt geen geld op zak had, want Zaterdagochtend heeft hij mij een sixpence ter leen gevraagd'." „Hoe heeten de schepen, aan boord waar van de politic een onderzoek heeft ingesteld?" vroeg Eveline in ademloozo spanning. „Wel, kind, hoe zou ik dat weten? Ik weet alleen, dat zij hem niet gevonden bobben en dat is jammer genoeg." „Misschien is bij naar Londen terugge keerd, tantetje". „Hoe zou hij naai- Londen hebben kunnen gaan. zonder iets op zak Hoe kunt ge zoo iets onnoozels zeggen, Eveline Het lijkt wel of die flauwte jc min of meer versuft heeft. Maar wacht eens even daar berin ik me het kan best- wezen dat bij zijn klecren ver pand heeft Toon ik vanmorgen zijn kamer aan kant maakte, vond ik daar niets anders dan stuk of wat oude boorden Hij heeft alles en alles mdegonomen die ondank- baro schavuit „V»ij zouden toch niets aan zijn klecren gehad hebben, tante", merkte Eveline aau, die ze veilig cnr wel.in haar eigen kist go- borgen had Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1