nr. sin.
jnarj^nng.
Woensdag 3 Februari 1904.
rsa
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Rozenheuvel.
ERSFOORTSCH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
▼an 1—5 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tót
het herhaald odverteeren in dit Blad bij abonnement Eens
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De obetruotie in Hongarije.
De geheele politiek in Hongarije draait
eich sedert vele maanden- enkel om de vraag
der vaststelling van het contingent dei- mili-
tiepliohtigen. Alles wat de Kroon heeft onder
nomen om, met de Hongaren op goeden voet
te kamen, is geschied met. het oog op dit
puiat. Do inwilliging van, verschillende wcn-
sohön dei* Magyaxen in de legerkwestie, de
intrekking van het wetsontwerp, strekkende
tot verhoogmg v*u het contingent der mili
tie, waardoor dei in, den. Oostenrijkscheai rijks
raad reeds aangenomen wet weder ongedaan
werd gemaakt, de val van twee minister
presidenten, Kolomen Szell en graaf Khuesi-
Hedervary, de opdracht van het ambt van
eersten minister aan graaf Stefan Tisza, de
onderhandelingen met de Kossuth-partij, do
veranderingen in het militaire programma
van de liberale partij) door Tisza in overleg
met de Kroon tot stand gebracht, dit
alles moest slechts dienen om voor het Hon-
gaarsche parlement, den weg te effenen can
tot de vaststelling vaar het recruten-coutin-
gent, waarvoor jaarlijks een besluit van den
rijksdag uoodig is, te kunnen komen.
Dat is echter, ondanks al de moeite die men
rich daarvoor gegeven heeft, tot heden nog
niet geschied. De tweede maand van het
jaar 1904 is ingetreden; doch daar het parle
mentsbesluit tot vaststelling van het cijfer
der lichting, die onder de wapenen moet
worden geroepen, nog niet genomen is, kon
den de reoruten, die in 1903 moesten worden
opgeroepen, nog altijd niet ingelijfd worden.
Graaf Tisza heeft wel eene numeriek zwak-
here parlementaire obstructie tegenover zich
dan zijn voorganger in het bewind; maar dat
baat hemi weinig. In de zaak zelve is hij oog
niets gevorderd; ook deze zwakkere obstruc
tie is krachtig genoeg om te beletten, dat
het voorstel der regeering kan worden afge
daan.
In het leger komt het dientengevolge tot
onhoudbare toestanden. De manschappen'
van de oudste lichting, die reeds in October
jl. naar hunne haardsteden hadden moeten
gezonden zijn, moeten in dienst gehouden
worden, omdat de belangen van den dienst
niet toelaten, het effectief plotseling met vele
duizenden te verminderen. Op vele plaatsen
is het dientengevolge tot onlusten en mui
terijen onder do manschappen van deze lich
ting gekomen. Ten slotte zal men er wel toe
moeten overgaan, aan deze otngeduldigen de
vrijheid to verschaffen, clie hun rechtmatig
toekomt. Maar wanneer inmiddels geen toe
stemming is verkregen tot het oproepen van
de nieuwe lichting der militie, zullen de
manschappen der reserve- onder de wapens
moeten komen, hetgeen wederom aan duizen
den familiai zware lasten en ontberingen
zou opleggen.
De Keizer, die zijn vertrouwen gesteld had
op graaf Tisza in de hoop. dat deze eindelijk
ruim baan zou kunnen verkrijgen in het huis
van afgevaardigden voor het wetsontwerp op
liet militiecontingent, is onder deze omstan
digheden zelf ongeduldig geworden. Graaf
Tisza heeft eene. audiëntie gehad in, den hof-
burg te Weenen, en als de uitkomst, van deze
audiëntie zijn te beschouwen de verklarin
gen, die hij in het laatst der vorige week in
het. huis van afgevaardigden heeft afgelegd.
Hii heeft daarin den obstructionist en hun
zon den register nog eens met nadruk voorge
houden. Hij aeide o. a:
„Slechts zeer weinige leden van het huis
volharden in, de obstructie; zelfs het groot
ste gedeelte van de oppositie heeft de voort
zetting van de obstructie mannelijk en be
slist veroordeeld en du verklaring afgelegd,
dat het het werk der oppositie binnen de
perken van het normale politieke leven on
onder handhaving van de groote beginselen
vian het parlement wil voortzetten. Jammer
genoog komen de parlementaire maatregelen,
die ons ten dienste staan, zoozeer tegemoet
aan het anarchistische streven, dat hier kou
gebeuren wat in geen ander parlement mo
gelijk geweest bou zijn, dat het veertigste
gedeelte van bot huis in staat was, drio
maanden lang den vruchtbaren arbeid in het
parlement tegen te houden. En, thans zijn
wij genoodzaakt met het feit te rekenen,
dat wij. op den weg, dien wij in den laatsten
tijd hebben ingeslagen, niet in staat zullen
zijn de belangen van hot land met succes
te behartigen. Wij moeten daarom zonder
partijverschil de consequentiën daaruit trek
ken. Ik geloof bepaald, dat de strijd, die
voor de deur staat, geen partijstrijd zal zijn.
Aan dien strijd moeten allen deelnemen, die
de Hongaarsche grondwet en het Hongaar
se he parlementarisme in bet hart dragen.
Ik doe voor dezen strijd geen afstand van
de hoop, dat wij, die niet willen dat het con
stitutionalism© aan de grootste gevaren
wordt blootgesteld en dat eenige weinig©
politieke desperado's ons beletten ons werk
te doen, onverschillig tot welke partij wij;
behooren, in één kamp vereenigd zullen zijn.
Het huis van afgevaardigden mag niet lan
ger aan het frivole spol van een. gering deel
zijner leden blootgesteld blijven."
Wanneer de obstructie met. woorden ware
te overwinnen, dan zou dat ongetwijfeld aan
graaf Tisza gelukken. Maar om woorden
geven deze politiek© desperado's niets; er
zijn daden noodig om Een onsc' adelijk te
maken. JNu heeft graaf Tisza gedreigd, dat,
als alle andere middelen uitgeput waren, het
reglement van orde zou worden veranderd,
en medegedeeld, dat de regeering de toestem
ming van de Kroon bezit tot alle maatre
gelen, die zij noodig mocht achten. Hij heeft
aan het handjevol obstructionisten den eiscb
gesteld om vóór het einde van de week de
wet op het militie-contingent te laten pas
seren. Daaraan hebben de heeren zich niet
gestoord. Nu zou het dus moeten komen tot
dwangmaatregelen. Maar er is nog een be
denktijd van drie weken toegestaan zoo
lang zij,n namelijk de zittingen van het huis
verdaagd, om aan de delegatiën gelegenheid
te geven hun arbeid to verrichten. Over drie
weken zal derhalve de beslissende strijd in
Hongarije beginnendan zal blijken of men
werkelijk de obstructie aandurft. Men heeft
echter m de laatste jaren reeds zoo dikwijls
gehoord, dat er „afdoende maatregelen"
zouden genomen worden in Hongarije en in
Oostenrijk. Daarvan is nooit iets gekomen
en het is dus niet te verwonderen, wanneer
ditmaal die aankondiging eenigszins slcep-
tisch wordt opgenomen.
Dultschland.
Graaf Balie strem heeft, reeds in den Rijks»
dag van het sterke plichtsgevoel van
den Keizer gesproken, dat hem weer
hield, toen zich de eerste verschijnselen van
de keelaandoening vertoonden, eerst aan
zich zelf te denken en die ontmoeting met
den Tsaar af te gelasten, „daar hijv, voor het
geval het iets ernstigs was, ten minste aan
rijn zoon een goede nabuurschap met Rus
land w;lde nalaten Dat Z. M. zich inder
daad beeft voorgesteld, dat de aandoening
van einstigen aard kon zijn, blijikt. uit zijn
antwoord op de opmerking, dat het verstan
dig van hem geweest was te verlangen, dat
do waarheid voor liet volk niet zou worden
verbloemd. .Ja, gij hebt het goed gehad;
maar ik heb twee maanden rondgeloopen
zander te wetou of liet geval goedaardig of
kwaadaardig was."
Landraad van Wedel, de broeder van den
Saiksisehen minister van het koninklijke huis,
heeft deaa niededeelingeu nog aangevuld.. In
Saksen, zoo vei telde hij, merkte de Keizer
voor het eerst, dat hol aan zijn stemband
haperde. Het was toen nog zoo'n diep ge
heim, dat zelfs de Keizerin er niets van wist.
De Keizer liet zich dbor zijn lijfarts onder
zoeken. die liet uoodig achtte er onverwijld
een specialist bij te halen. D© specialist
kwam. Maar den dag van liet onderzoek reed
de Keizer eerst nog aan het hoofd van vier
legercorpsen over het manoeuvre-terrein. Pas
'b avonds had te Meraeburg het onderzoek
plaats. De specialist verklaarde, dat een on
middellijke operatie noodig was, er was geen
tijtel te verliezen. Da Keize-r antwoordde ech-
tei* dat, ook hij geen tijd te verliezen had,
omdat ernstige plichten hem wachtten. In
dien tijd viel de ontmoeting tusschen don
Tsaar en den Keizer. Pas daarna gaf de
Keizer zijne toestemming tot de operatie.
Hoe het hem te Wiesbaden an Darmstadt
te moede was, terwijl hij rondliep met de
gedachte aan een herhaling van het lijden
van zijm vader, heeft niemcandl aan hem ge
merkt. In het publiek vertoonde de Keizer
zicht aldoor als opgewekt prater, terwijl
juis de schuchtere Czaar zich bepaalde tot
het gebruik van eenlettergrepige woorden.
Zwitserland.
Do Bondsraad heeft de bijeenkomst van
do Internationale conferentie van. het
Roode Kruis, tot herziening van de on-
venti c van Genève, bepaal dl op begin Sep
tember.
Frankrijk.
De Senaat heeft de algemeene beraadsla
ging over het wetsontwerp tot het verlee-
nen van machtiging aan het Seine-departe-
ment tot het sluiten van eene leening van
200 millioen francs, ten einde gebracht. Art.
1 is goedgekeurd met 173 tegen 13 stemmen,
bngeiand.
In de troonrede tot opening van
de zitting van het- parlement, wordt
gezegd, dat do betrekkingen met de vreemde
mogendheden gunstig blijven, en het ver
trouwen uitgedrukt, dat het Engelsch-Fran-
sche arbitrage-verdrag bevorderen zal, dat bij
internationale geschillen de toevlucht zal
worden genomen, tot arbitrage. Het verdrag
is ecu bewijs voor de vriendschappelijke be
trekkingen tusschen beide landen. Onderhan
delingen warden gevoerd met Italië en Ne
derland tel het. sluiten van dergelijke ver
dragen.
Verder wordt gewezen op het verdrag met
Portugal, waarbiji aan do scheidsrechterlijke
uitspraak van den Koning van Italië werd
onderworpen de bepaling van de grens tus
schen de bezittingen in Zuidwest-Afrika.
Over de beslissing in het Alaska-geschil
wordt leedwezen betuigd verblijdend is het
echter, dat. de zaak nu van de baan is.
De Koning hoopt, dat de macht van den
Mullah in Somali land spoedig gebroken zal
wordeu, en wijst daarbij op de hartelijke me
dewerking van Italië en Abessinië.
Verder zegt de troonrede;
„Wij hebben met belangstelling den loop
der Russisch-Japansche onderhandelingen ge
volgd een verstoring va» den vrede in die
streken zou betreurenswaardige gevolgen moe
ten hebben. De hulp. die onae regeering kan
verleenen om eene vreedzame oplossing te
bevorderen, zal gaarne verleend worden.
„Wij hopen, dat het gewijzigde plan van. de
Macedonische hervormingen, zooals het na
een betreurenswaardig uitstel door de Porto
is aangenomen, de uitvoering zal mogelijk
maken van deze doeltreffende maatregelen
van verbetering, waaraan zoo dringend be
hoefte bestaat in die ongelukkige streken.
De Koning vertrouwt, dat de politieke zen
ding naar Thibet zal leiden tot oen schikking
met de Chicecsche en Thibetaansche autori
teiten, die langs vreedzamen weg de bron.
zal wegnemen van aanhoudende wrijvingen
aan de Indische gr$ns.
Een, wetsontwerp wordt aangekondigd te
gen de nadeelige gevolgen van de immigratie
van misdadigers en armlastige vreemdelingen.
De eerste minister Arthur Balfour was,
wegens em aanval van influenza, bij de ope
ning van het parlement niet aanwezig.
Bij de behandeling van het adres van ant
woord op deze troonrede in het Hooger-
h u i s wees de minister van buitenlandsche
zaken, lord Lansdowne, met voldoening op
het arbitrage-verdrag met Frankrijkhij
zeide dat onderhandelingen over een derge
lijk verdrag met Nederland gaande zijn. Het
betrekking tot Macedonië zeide hij, dat En
geland niets verzuimd heeft om het hervor
mingsplan zoo volledig mogelijk te maken.
De toestand is daar ongetwijfeld ernstig. Wij
hebben ons de volle vrijheid voorbehouden'
om een anderen, weg in te slaan of verder
strekkende maatregelen te nemen, indien het
tegenwoordige plan mocht mislukken.
Over de crisis in het uiterste Oosten zeide
d© minister, dat het een axioma in de diplo
matie is, dat het niet wenschelijk is goede
diensten aan te bieden, tenzij men reden
heeft te gelocwen, dat die goede diensten
verlangd worden. „Wij zijn niet uitgenoodigd
geworden goed© diensten te bewijzen. In tus
schen heeft althans ee*n van beide partijen
duidelijk t© kennen gegeven, dat zij op het
oog cn blik werkelijk tusschen komst, wcnscht.
Wij zijn daarom geheel correct geweest, door
Ln de troonrede woorden in te lasschen welke
aantoonea, dat wij eene vreedzame schikking
wenschon te bevorderen en als do gelegen,
heid om mede te werken tot dit doel zich
mocht voordoen, zullen wij ons gaarne daar»
van bedienen."
Lord Lansdowne besloot met te verklaren,
dat hij sympathiseerde met het streven van
Chamberlain om de verschillende deelen van
het rijk nauwer aan elkaar te verbinden, maar
al is de belooning bij het welslagen van zulk
een staatkunde groot, clc straf bi', eene mis
lukking zou onherstelbaar zijn.
De regeering geeft slechts van gewone
voorzichtigheid blijk, wanneer zij weigert»
zich door zulke voorstellen te laten meeslee-
pen. De houding van do regeering is volko
men logisch.
Het adres van antwoord werd daarop goed
gekeurd.
In het Lagerhuis deelde Sir Heruy
Campbell Bannerman mede, dat de heer Mor-
ley een amendement op het adres van ant
woord zal indienen, waarbij de geheele fiscale
quaeatie ter sprake zal worden gebracut.
Wegens de ongesteldheid van den heer Bal
four echter, zijn de debatten daarover eenige
dagen uitgesteld.
Italië.
Het Engelse h-I taliaanschu
aeheidsgerechttractaat is, vol»
gens een bericht uit Rome, gisterenmiddag
in het ministerie van buitenlandsche zaken
onderteekend.
Servië.
Officieel wordt uit Belgrado gemeld, dat
de mededeel ing der Porte, dat in Wranja i n
andere plaateen van Servië dynamiet i u
bommen vervaardigd worden, om in de drie
vilajetten gebruikt te worden, iederen grond
van waarheid mist. Zij moet slechts dienen
om de blikken dier openbare meening in
Europa van de concentratie van Turkaoha
troepen aan de grenzen van Servië af Ie
leiden en de wreedheden te verontschuldi
gen, die de Turkseho troepen dagelijks ia
het vilajet Koseowo begaan. De Servische
regeering blijft trouw aan haar beginsel om
niets te doen, wat de doorvoering der pas
begonnen hervormingen in den weg zou kun
nen staan. Mededeelingen a's die der Porte
kunnen de regeering niet doen afwijken van
haren weg, hoewel rij haar taak ongetwijfeld
met voorbedachten rade bemoeielijken.
Rusland.
De minister van verkeer, vorst Chilkof,
is tot een inspectie van den Siberischen en
Transbaikalspoorweg uit Peters burg ver
trokken.
Oost-Azië.
In verband met de «ffisis in het
uiterste Oosten verneemt de Telegraph,
uit Petersburg, dat de officieele nota van
Rusland aan Japan in beleefde termen is
vervat en voorstellen inhoudt, die eenstem
mig zijn aangenomen door de vergadering
van den oppersten raad van verledan Donder
dag. De nota is gelijktijdig medegedeeld aan
den stadhouder Alexejew en aan den gezant
baron Rosen. Men verneemt, dat de nota
niet gewaagt van Mandsjoerije, omdat de
inzichten van Rusland over dit onderwerp
reeds voldoende bekend zijn.
Het Russische telegraafagentechap bericht,
dat de in de haven van Wladiwoetok liggen
de oorlogsschepen „Gromsboi„Rossya";
„Bogatyr" en „Rjur en het transportschip
„Lena"' uitgerust oa K-ekiaar gemaakt zijn.
Al het houtwerk is gisteren verwijderd. Zij
zijn gereed om op het eerste bevel in zee te
gaan. Do haven wordt door een ijsbreker
opengehouden.
Verder deelt het agentschap mede, dat
het bericht van Reuter's particulieren cor
respondent d.d. 29 Jan over de voorloopige
schorsing van het vervoer van handelswaren
op den Oost-Siberischen spoorweg, ten einde
den weg vrij te houden voor het vervoer van
troepen en materieel voor het leger, van al
len grand ontbloot is. Van bevoegde rijde
wordt verzekerd, dat op den Siberische»
spoorweg het gewone verkeer geregeld, zon-
dei het minste oponthoud voortgaat, omdat
er thans transport van troepen plaats heeft,
dat maatregelen vordert, die belangrijk in
grijpen op het gewone verkeer.
Uit Washington wordt bericht: Het ant
woord van Rusland aan Japan is wat zijn
hoofdinhoud betreft aan de verschillend© kan
selarijen medegedeeld cu heeft aanleiding ge-
91 Uit het Engelsch
van
FLORENCE MARRYAT.
Voor een krachtige natuur als van Eve
line Rayne was dé' aanblik van iemand als
Jasper Lyle onbeschrijfelijk terneerdrukkend
en ontmoedigend. Wel gaf zij hem van tijd
tot t-ijd een zachte, vriendelijke vermaning,
maar nooit verweet zij hem zij|n luiheid en
aanmatiging. Wie stond er baar borg voor,
wat hij doen of zeggen zou, als hij oneenig-
heid kreeg met haar of met zich zelf? Jasper
Lyle begreep zeer goed, welke angsten en
zorgen haar kwelden, en met die wetenschap
toegerust, ging hiji ongestoord, zonder blik
ken of blozen, zijn ouden gang en maakte
hij zich liet leven zoo aangenaam en ge
makkelijk mogelijk Hij wist, dat Eveline
Item niet kon treffen, zonder tevens Agnes
te raken, en hij wist ook, dat ziji liever alles
zou verduren dan dat zij haar vriendin het
huis ontzegde. Zijn jonge vrouwtje was een
onfeilbaar wapen in zijn hand en hij dank'to
zijn gelukkig gesternte, dat. hem tot Agues
had gevoerd, toen het noodlot zich tusschen
hem en Eveline had gesteld. Als Rozenheu
vel zijn wettig eigendom was geweest, had
liij er niet meer genot van kunnen hebben
dan hij thans smaakte, en met een gevoel
van innerlijke voldoening hield hij zich zelf
gedurig voor, dat hij; thans al de voordeelen
genoot, aan liet bezit van zulk een uitge
strekt landgoed verbonden, zonder do las
ten en zorgen, welke eveneens daarmede
samengaan, Het schitterend salaris, dat Elve-
line hem voor zijn vermeende diensten uit-
lietanlde, was ruimschoots voldoende, otn
hem en zijn vrouwtje van zakgeld te voor
zien en voor het overige hadden zij niet. te
zorgen; Eveline's huis, kou ken en kelder
stonden tc hunner beschikking.
Jasper Lyle's luiheid en verregaande aan
matiging namen, hand over hand toe. Ein
delijk nam hij zelfs niet eens meer den schijn
aan, alsof hij iets uitvoerde. In zijn fluwee-
len jasje en eon fijne sigaar tusschen de lip
pen, drentelde hij den geheel em dag door
den tuin en het park rond. Ondier zijn zoo
genaamde vrienden telde hiji verscheddenen,
die een alles behalve geschikte conversatie
vormden voor iemand, die er zich niet wei
nig op liet voorstaan, een „gentleman' tö
zijn. Zijn oivde lieflhebberij, om kennisma
king aan te knoopen met menschen, die in
stand beneden hem stonden, kwam weer
met kracht en geweld boven en tot haar
niet geringen wrevel cu ergernis vernam
Eveline, dat haar administrateur (zooals
Lylo algemeen genoemd werd) in de dorps
herberg gezien was geworden, waar hij zich
op kameraadschappelijke wijze onderhield
met haar pachters en zelfs met- uit haar
dienst ontslagen knechts en dagloonere. Zij
I sprak Jasper hierover aan en zeide hem in
vrij strenge bewoordingen, dat hij te ver
ging en dat zij niet zou du Idem, dat hij
haar of Rozenheuvel in opspraak bracht.
Hij wist, welk wapen hij tegen haar moest
keeren, om zegevierend uit het strijdperk
te treden, ca liet dan ook niet- na, daarvan
gebru-ik te maken.
„Voor zoover ik weet. heb ik niets ge
daan, om een dergel ijken lieftigen uiitval
van uw kant uit te lokkon." gaf hij geme
lijk ten antwoord, „maar als mijn gedrag u
zoozeer mishaagt, was het, dunkt rnij, beter,
dat. wij van elkaar afgingen."
„Waar wilt ge dan heen? vroeg zij.
„Dat weel ik niet. Dat is van later zorg.
Agnes heeft- vrijwillig haar lot aan het
mijne verbonden cn moet zich derhalve ge
laten in alles schikken. Ik zal met haar
naar Londen gaan en ergens in een achter
buurt een kamertje huren, waar wij kun
nen wonen, tot ik een betrekking gevonden
heb. Als ik niets to doen krijg, moeten wij
omkomen van gebrek daar is niets aan
te verhelpen. Gij hebt in geen geval de
macht, ons dit te beletten."
„Sla toch niet zulko wartaal rat, Will. Ge
I weet evengoed als ik, dat ik dit. nooit lijde-
j lijk zou dulden. Ge weet dat ik gaarne en
van ganscher hart© lioreid beu, allee, wat
ik bezit, met u en Agnes te doelen. Ge zult
j haar niet van hier voeren, vóór ge in staat
j zij£, behoorlijk in haar onderhoud te voor
zien. Ik raad u alleen ten sterkste aan. in
I 't vervolg een weinig voorzichtiger to zijn.
j Ik boor van alle kanten klachten over ui.
Kunt ge u niet voorstellen, dat het mij
hoogst pijnlijk en onaangenaam moet aan-
i doen, als ik hoor, dat mijn neef ik be-
i doel mijn administrateur een getrouw
bezoeker is van de dorpsherberg Om don
wille van Rozenheuvel moogt ge uw fatsoen
niet te grabbelen gooien."
„Die brave Hendrik heeft zeker al die
leugenachtige praatjes aangaande mij uit
gestrooid," hernam Lyle op knorrigen toon.
„Ik weet, dat hij het land aan mij, heeft
en mij liefst zooveel mogelijk op allerlei
manieren zou benadeelen. Laat hij maai* op
zich zelf letten die valscbe, schijnheilige
stroopsmeerder
Eveline zag hem met van verontwaardi
ging fonkelende oogen aan. De herinnering
aan haar oude liefde was thans niet meer
bij machte, haar zachter jegens Agnes' echt
genoot te stemmen. Er gloorde geen sprank
je van liefde voor hem meer in haar borat.
Het verleden was dood cn. begraven. De
gedachte daaraan zou veeleer haar toorn
nog bobben aangewakkerd.
„Waag het niet weer, op zulk een belee-
digehde manier over kapitein Philip te
spreken," riep zij „Hij is een door en door
rechtschapen, achtenswaardig man, die in
alle opzichten boven elke verdenking ver
heven is. Ge moest het als een groote eer
aanmerken, dat ge onder zijn toezicht hier
cro Rozenheuvel werkzaam moogt zijn. Als
ge hem durft belasteren, krijgt go met mij
te doen. Luister goed naar hétgeen ik u to
zeggen heb, mijnheer Lyle: kapitein Philip
heeft hier feitelijk het gezag in handen cn
wie zich niet aan zijn gezag wil onderwer
pen, moet maar heengaan. Hij heeft zich
nooit tegenover mij ongunstig over \r uit
gelaten. Hij is te nobel, om een zijner mo-
demenschen opzettelijk te willen benadeelen.
Wat ik aangaande iv weet, hebben mijn on
dergeschikten mij verteld, meer toevalliger
wijze. dan uit kwaadwilligheid. Gij hadt
echter nooit aanleiding daartoe moeten ge
ven."
Jasper Lyle haalde onverschillig zijn schou
ders op.
„Ik geloof werkelijk, dat het beter is als
ik gevolg geef aan het daar zooeven. dloor
mij vermelde voornemen en met mijn vrouw
tje Rozenheuvel voor goed den rug toekeer.
Ik vermoedde in de verste verte niet, dati
kapitein Philip s naam zulk een stortvloed
van welsprekendheid bij ui zou uitlokken.
Hce kon ik weten, dat hij hier onbeperkt
g.bieder is? Misschien zijjt go van plan hem
ui werkelijMieid tot heer van Rozenheuvel
te verheffen. Tn d'at geval bied! ik u mijn
nederige geluk wensehen aan."
Deze hoon en de woorden en de spottende
toon, waarop ze geuit werden, brachten Eve
line's bloed aan 't koken. Als Jasper Lyla
op dat tijdstip ongetrouwd' was geweest, zon
zij alle lankmoedigheid te zijnen opzichte
hebben laten varen, om hem openlijk ten
toon te stellen als een bedrieger en oplich
ter.
Wordt vervolgd.