3
orde te brengen. Dlaarover kan de beer van
Bsveildi dus volkomen gerust zijn.
Wait bet wachtkamertje betreft op de
bovenverdieping van bet stadhuis, dat kan
niet worden gemist. Dat wachtkamertje be-
wijpt goede diensten, b.v. als de reclame-com
missie voor de inkomstenbelasting zitting
houdt. Ook is het nuttig voor hen. die den
burgemeester otf- den secretaris willen spre
ken die behoeven dan niet beneden te wach
ten, totdat zij: kunnen worden toegelaten.
Het licht op de gang1 behoeft door -dat kar
miertje niet benomen' te worden. Er zijn nog
oude glazen deuren op het timmerhuis aan
wezig; die kunnen daarin geplaatst worden.
Als er anders geen bezwaar is tegen dat
kamertje, dan dat de gang er donker door
gemaakt wordt, dan kunnen, wij. daarover
wel heenstappen en zal dat door die glazen
deuren te verhelpen, zijp.
Nu echter over iets anders. Door den.
architect wordt voorgesteld den gevel van
den bijbouw uit te voeren in baksteen. Ik
behoor tot de meerderheid! van het dage-
lij'ikscli bestuur, die het daarmede niet eens
is Ik ben van meening, dat als men het
stadhuis wil uitbreiden, men den gevel geheel
moet maken, zooals die van het bestaande
geibotuw. Het bezwaar daartegen is, dat de
hardsteen en gevel vian het- nieuwe gedeelte
zal afsteken bij dien van het bestaande ge
bouw; de kleur zal verschillen en door den
tijd' zijln in den ouden gevel putjes gekomen,
die niet kunnen worden weggemaakt, x/it
laatste zal echter niet hinderen, wanneer over
eenige jaren de kleur van den nieuwen gevel
onder den invloed van den tand' des tijds,
even donker zal zijn geworden.. Daarbij; komt
nog dit: Wij| bouwen nu aaaii deze zijde van
liet stadhuis een vleugel. Een later geslacht
zal, misschien over 25 of 30 jaren, aan de
andere zijde een vleugel bij| moeten; bouwen'.
Yindt men, dat bet mooi zal staan, als ook
die vleugel irn baksteen moet worden opge
trokken? Ik meen, dat bet- nageslacht ons
daarvoor niet dankbaar zal zdj|n. De gevel in
hardsteen zal meer kosten; maar die kosten
zijn, dunkt mijl, wel te overkomen. Ik ben
er zeker niet voor. om d'e uitgaven op te
drijvenmaar als men rekent wat die f 2500
die meer zullen moeten geleend worden, jaar
lijks aam rente' en aflossing zullen vorderen,
dan scheelt het slechts f 100 per jaar
meer voor den tijd! dat die leening loopt.
Dat- mag dus geen beletsel zijn. En men krijgt
een veel mooier geheel en zal op den duur de
burgerijl veel meer .genoegen, doen, als men
den gevel van den nieuwen vleugel met hard
steen bekleedt. Ik heb hiermede mijn gevoe
len over dit punt gezegd, mijnheer de voor
zitter.
De heer van E s v-e 1 d. Mijnheer de voor
zitter, ik blijf mijjne bezwaren tegen het
plan volhouden, op grond, dat er geen nieuwe
toegang tot het stadhuis zal worden gemaakt.
Ik blijf het een font in het plan achten,
dat het daarvoor geen gelegenheid bevat.
Het blijkt, dat dit moeielijk zal gaan en dlat
er bijzonder© kosten noodig zullen zijn om
een afzonderlijken toegang te maken. Maar
liet- bezwaar zelf wordt door deze vertim-
m.ering niet weggenamen. Ik hoop, dat mc-n
laiter bij de verbouwing, die in bet verschiet
is, met dit bezwaar rekening zal hemden en
dat men dau zal trachten, den hoofdtoegang
te ontlasten Kara- het nu niet, dan zullen
wijl ons daarbij) moeten neerleggen
Wat door den heer Visser is gezegd oVer
de inrichting van het nieuwe armkantoor,
stelt- mijl niet gerust. De heer Visser zegt,
dat de nieuwe inrichting niet meer dan een
tientje zal koet-enmaar die f 10 hebben, wij:
alleen reeds noodig voor stoelen, waar wif
niet. doorvallcn. Het is wenschelijk, dat er
komt een behoorlijk wachtlokaal voor het
publiek en een goede zitkamer voor het arm
bestuur. Dat is met eene uitgave van. f 10
niet te maken. Wij] kunnen toch niet in het
zelfde lokaal zitten als de armlastigen. Ik
weet niet hoe de inrichting is van. liet ge-
houw irn de Koestraat ik had daarvan
gaarne een schetsje gezien. Maar men is
daarover luchtig heen geloopeu.; men heeft
er niet aan gedacht. Nu ik hoor, dat men
met eene uitgave van f 10 het gebouw in
de Koestraat denkt te kutanen inrichten voor
armkantoor, is mijlu bezwaar nog versterkt.
Alleen als men mij, verzekert, dat het arm
bestuur goede en deugdelijke lokalen zal
krijgen, kan ik met dit plan meegaan.
Dl© heer Visser. Mijjnheer de voorzitter,
ik durf genist de verzekering te geven, dat
als het gebouw in de Koestraat niet geschikt
was geweest om er liet aim kantoor in te ves
tigen, B. en W. met dit voorstel niet bij den
raad zouden gekomen zijn'. Het bezwaar van
den keer van Es veld is meer eene kwestie van
meubileering; maar de vraag hoe het arm
kantoor van meubels zal worden, voorzien,
is geheel onafhankelijk van dit voorstel. Als
het armbestuur nieuwe stoelen wil hebben,
dan is daar niets tegenbef bad die' vroeger
ook reeds kunnen krijgen. Maar dat staat
miet dit voorstel niet in verband. De kosten,
die te maken zijn onu het gebouw in de Koe
straat voor armkantoor in te richten, zullen
niet meer dan een tientje bedragenmeer is
niet noodig. Ec geloof, dat ik verder niets
mieer hierbij) heb te voegen.
De heer Celosse. Mijnheer de voorzit
ter, ik ben bet eens met veel van wat mijn
geachte ambtgenoot heeft gezegd. Maar op
een paar punten beeft kiji zich aan overdrij
ving schuldig gemaakt. O. a. toen hiji zei de,
dat de gang van het- stadhuis zóó ruim was.
dat men er wel met paard en wagen door
kan. (Dlat is niet- juist. Hij heeft ook overdre
ven in 't geen hiji zedde over den gevel vani
den nieuwen vleugel. Hij( heeft veel bezwaar
tegen den gevoegden gevel, die in het plan
van den gemeente-architect- voorkomt. Naar
zijne meening moet die gevel van hardsteen
zijp. Maar ook zijne bezwaren tegen den
gevel, die door den gemeente-architect ont
worpen is, zijn m i. overdreven. Die reden,
die voor den architect den doorslag heeft
gegeven, is dat het hoofdgebouw dn de eerste
plaats de aandacht- meet blijveni trekken. Het
hijgebouw zal daarbij) altijjd achter moeten
staan. Het hoofdgebouw moot tot zijn recht
komen, en dat kan niet anders, dan door de
nevengebouwen minder in het oog te doen
springen. Wanneer men rondziet naar an
dere gebouwen udt dien tijd, dam ziet men,
dat dit steeds in het oog gehouden is O. a-
bij het Huis ten Bosch is het hoofdgebouw
in hardsteen, terwijl de nevengebouwen in
baksteen zijn opgetrokken. Ei' is aanmer
king gemaakt, op de wijze, waarop bet plan
van don gevel is ingericht men meent, dlat
het aanzien van. het gebouw daardoor wordt
verminderd. Maar bet plan, zoöals het daar
ligt, geeft aan, dat bet zoo ontworpen is
juist omj deu gevel van bet hoofdgebouw beter
tot zijn recht te doen kernen. Het zal f 2500
meer kcist-en, als de gevel in bardsteen wordt
opgetrokken'. Ik stem toe, dat heb op het
geld bier niet in de eerste plaats aankomt.
Maar wanneer wij f 2500 uitgeven en daar
mede een misstand in 't leveni roepen, dan
doen wiji beter die f 2500 op andere wijze te
besteden'. Onder de architecten schijnt men
van oordeel te zijn, dat het uit een architec
tonisch oogpunt zeer slecht zal staan, wan
neer de gevel van het bijgebouw wordt op
getrokken op dezelfde wijze als die van bet
hoofdgebouw. Op grond daarvan beWeelt de
gemeente-architect aan den bijbouw iu bak
steen uit te voeren. Ilc geloof, dat wiji bet
advies van den architect moeten volgen en
den nieuwen gevel niet in hardsteen moeten
bouwen
De heer He y 1 ig e r s. Mijnheer de voor
zitter. ik ben het volstrekt niet eens met
vat doior den heer Celosse is gezegd. Veel
meer kan ik mij vereeuigen met het dooi
den heer Visser gezegde. Ik voel ook wel
iets voor. de redeneering, dat het hoofdge
bouw moet uitkomen en dat het nevengebouw
daaraan geheel ondergeschikt moet blijven.
Ik zou daar niets tegen hebben. Maar zooals
de teekening ontworpen is van den gevoeg
den gevel, komt liet niet uit, dat deze bij
bouw behoort tot het hoofdgebouwDe gevel
van den heer Kam doet eerder denken aan
eene school of eene fabriek dan aan een stad
huis. Men zal voorbijgaan, zonder naar het
gebouw te zien. Het zou mij wel wenschelijk
voorkomen, dat cle heer Kam werd uitgenoo-
digd eerst nog een ander plan te maken. Het
huis ten Bosch is genoemd maar daar ver
toont de gevelteekeniug heel iets andersde
bijbouw is daar veel meer in overeenstem
ming met het hoofdgebouw' dan op dit plan.
Ik zal mijne stem geven aan het plan van
den hardsteenen gevel.
De heer Croockewit. Mijpheer de
voorzitter, ik kan, in 't geheel niet' instemmen
met de meening van den vorigen spreker en
voeg mij) geheel bij; wat door den heer Celosse
is gezegd. Juist wat- de heer Heyligers aan-
voert, moet, dunkt mij, een. motief zijp om
het advies van den gemeente-architect te vol
gen. Al wordt de gevel in hardsteen uitge
voerd, dau zou tooh deze vleugel een bijge
bouw blijven, want hij) is niet- met het hoofd1-
gebouw1 onder één .dak. Wanneer de nieuwe
vleugel met het bestaande gebouw onder één
dak kwam, dan zouden de heeren Visser en
Heyligers gelijk hebben. Maai* deze bijbouw
met dien vleugel, die misschien later aan den
anderen kant komt, blijven vleugelgebouwen
en men ziet bij zulke gebouwen de vleugels
altijjd; anders samengesteld dan het midden
stuk. Het komt hier er op aan, dat men
moet nagaan wat men deed in den tijd, toen
dit gebouw is opgetrokkendaarnaar moet-
men zich richten.
D'e heer K 1 e b e r. Mijnheer de- voorzit
ter, ik zal mijne stem uitbrengen voor den
gevel van baksteen. In tegenstelling met
mijne voorgangers, ben ik het wel eens met
den vorigen Spreker. Door den beer Croocke-
wit is zeer terecht aangevoerd, dat dit altijd
een bijgebouw blijft. In den beginne heb ik
wel geweifeld, maar mijne meening is be
paald, toen ik mij; de vraag stelde hoe 'tzou
worden als tegelijk aan de andere zijde een
vleugel werd bijgebouwd. Als men dau de
beide vleugels bouwde met het hoofdgebouw
ouder eén daklijn, dan zouden zij één geheel
daarmee vormen. Maar bij dit plan blijven
de vleugels altijd bijgebouwen, hoe men ze
ook gaat bekleeden. Dan is het veel doelma
tiger de gevels in baksteen te houden en zoo
het aanzien van het oude gebouw niet te
bederven.
Die Voorzitter. Ik zal thans punt T in
stemming brengen. Ik merk daarbij op dat
de aanneming daarvan niet zal beletten nog
eenige verbetering te brengen in de inrich
ting van het armkantoor.
Db heer Visser. Dat zal eene verbete
ring in meubileering worden.
De beer Croookewit. Is dit het plan,
met den gevel van baksteen, mijnbeer de
voorzitter
De VO oxaitter. De vraag of de gevel
van baksteen of van hardsteen zal worden,
komt later aan de orde.
De heer Croookewit. Maar de begroe
ting, die in punt I wordt- genoemd, is geba
seerd op baksteen.
Die Voorzitter. Dan zal ik eerst in
rondvraag brengen de vraag: baksteen of
hardsteen
'Bij de stemming wordt. m.et 11 tegen 6
stemmen verworpen het vooTstel van do
meerderheid van B. en W. om den gevel in