M'. 356.
Maandag 21 Maart 1904.
BUITENLAND
FEUILLETON.
's ZOMERS BUITEN.
3" JHursiiiiK*
AMERSFOORTSCH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.35.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEBTEMTEËN:
Van 1—regelsf 0*7jh
Elke regel meer- 6115.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
hot herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met I April a. s.
op dit blad inteekenen, worden
de nummers die gedurende
de maand Maart nog zullen
verschijnen, KOSTELOOS toe
gezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouder® van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat de Zuidsingel-
graoht achter het huis gelegen wijk A aan de
Langestraat. no. 1. eigenaar A. J. van Zalmgen,
tijdelijk tot 1 April a. s. is afgedamd, zoodat de
vaart aldaar gestremd is.
Gedaan te Amersfoort, den 19. Maart 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SAlNIÜBElRlG. WUYTIERS.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving, op
genomen in de Provinciale Bladen van Utrecht
nos. 42 en 43 dezes jaars, ter kennis van belang
hebbenden, dat in de gemeenten Harmeien en
Utrecht, een geval van miltvuur is voorgekomen.
Amersfoort, deni 18. Maart 1904.
De Burgemeester voornoemd
W1UYTLERS.
Kinderbeschen ning.
De wel op de ouderlijke macht en de voogdij
van 6 Februari 1901, Stbl. 6'J,
door
L. J. VAN DER MOER.
X.
Afdeeiingen 8 lot en met 12.
Ontzetting en unthelf.ng van voogdij
en to*}zi.u de voogdij enz.
Wat afd. 8 betreftart. 433 is gesoharpt
en eenigSEins gewijzigd aan het slot van art.
434 opgenomen; tcrwijil dit art. 434 de
gevallen aangevende, waarin men eene voog
dij of toenziende voogdij niet behoeft aan te
nemen of kan verzoeken te worden ontslagen
is aangevuld.
Ieder moet eene voogdij of toeziende voog
dij op zich nemen. Dit is de regel.
We zagen reeds dat volgens art. 387a de
door een der ouders benoemde voogd en de
tob voogdes benoemde gehuwde vrouw de
voogdij niet behoeven te aanvaarden.
Volgens art. 434, 9a (nieuwe wet) kunnen
alle vrouwen weigeren.
Hierbij is nog bepaald, door een amende
ment van den heer Van Deinse, dab eene
vrouw, die in ongehuwden staat eene voogdij
of toeziende voogdijl op zich nam, zich kan
doen ontslaan, zoodra zij trouwt.
Volgens de oude wet kan een vader, om
geen der redenen in art. 434 vermeld, zich
van de voogdij over eigen kinderen verscihoo-
nen.
De nieuwe wet verklaart dit nu ook van
toepassing op de moeder.
Wat de 9e afd. aangaat, alleen het vol
gende
Uitdrukkelijk is thans bepaald, dat ook
krankzinnigen van de voogdij zijn uitgesloten.
Verder zijn onbevoegd tot de voogdij min
derjarigen en onder curateele gestelden
zoomede zij doch alleen indien het dezelf
de kinderen betreft die zijn ontzet van
do ouderlijke macht, de voogdij of de toe
ziende voogdij1.
Van meer belang zajoi de bepalingen om
trent ontzetting en ontheffing.
Ontzet uit de voogdij of de toeziende voog
dij kunnen worden, indien de rechter het in
het belang der kinderen acht:
lo. zij', die een slecht levensgedrag leiden
2o. zij, die onbekwaam blijken, die hunne
bevoegdhefd misbruiken of die liunne plich
ten verwaarloozen
3o. zij, die ontzet zijn van eene andere
voogdij of toeziende voogdij om de redenen
onder lo. en 2o. vermeld, of van de ouder
lijke macht, krachtens art. 374a lo. en 2o.
(misbruik van de ouderlijke macht, grove ver
waar Loozing van den plicht tot onderhoud
en opvoeding, slecht levensgedrag)
4o zij, die in staat van faillissement ver-
keeren
5o. zij, die in persoon of wier vader, moe
der, echtgenoot of kinderen een proces tegen
den minderjarige voeren, wanneer de staat
van den minderjarige, zijn fortuin of een
aanmerkelijk gedeelte zijner goederen, daar
bij' betrokken zijm;
6o., 7o. en 8o. zij, die door den strafrechter
veroordeeld zijn om door de wet genoemde
redenen.
De vader en de moeder evenwel kunnen
niet worden ontzet om onbekwaamheid of
om de reden sub 4o en 5o vermeld.
Die ontzetting geschiedt door de Reolit-
bank op verzoek van den toezienden voogd
(of den vo<^d als het den toez. voogd be
treft) van een der bloedverwanten of aange-
huwden van den minderjarige tot den vier
den graad ingesloten, van den voogdijraad
of op vordering van het Openbaar Ministe
rie.
De wet regelt ook de formaliteiten van
de procedure tot ontzetting.
Gedurende het onderzoek kan de recht
bank den voogdi of den toezienden voogd
schorsen, en aan een door haar aan te wijzen
persoon, of aan den voogdijraad (hier vinden
we dus ook iets voor dezen te doen) zooda
nige bevoegdheid geven als zij zal geraden
(„oirbaar" zegt de wet) oordeelen.
Eene goede verbetering is zeker het nieuwe
artiKel 439a.
Volgens deze bepaling is de Officier van
Justitie (waarom niet den kantonrechter?)
bevoegd, zoowel op grond van feiten, die tot
ontzetting aanleiding kunnen geven als op
grond dat kinderen noch onder ouderlijke
macht, noch onder voogdij staan, of ook ver
laten en zonder toezicht zijn, voorloopig aan
de zorg van den voogdijraad toe te vertrou
wen tot in de voogdij zal zijn voorzien.
Ook hier dus kan de voogdijraad eene rol
spelen.
Als we nu maar wisten wat dat zorgen"
eigeTilijk is. Maar dat zullen we, hoop ik.
wel leeren uit den vroeger reeds vermelden
algemeenen bestuursmaatregel.
Wat de ontheffing betreft het volgende
Ontheffing is een ander woord voor ont-
slag.
Zij komt niet voor bij toeziende voogden.
De vader-voogd en de moeder-voogdes kun
nen op verzoek van den voogdijraad of op
vordering van het M., van de voogdij
worden ontheven, op grond van ongeschikt
heid of onmacht oon den plicht tot verzorgen
en opvoeding te vervullen.
Doch die ontheffing kan niet worden uit
gesproken als de vader-voogd of de moeder
voogdes er zioh tegen verzet.
Zijn zii ontheven, zelfs ontzet, dan is er
voor hen evenwel herstel mogelijk, volgens
het nieuwe art. 440b.
Andere voogden kunnen op eigen verzoek
worden ontslagen, indien een ingezetene of
een gesticht, of eene vereeniging de voogdij
op zich wil nemen.
In de tiende afdeeling vinden we bepaafd.
dat do voogd voor het onderhoud en de op
voeding van den minderjarige, overeenkom
stig diens vermogen zal zorg dragen, en dat
hij den minderjarige in alle burgerlijke han
delingen vertegenwoordigt.
Verder is hier ook voorgeschreven dat de
minderjarige aan zijnen voogd ..eerbied" is
verschuldigd.
Dat ook volgens de oude wet een voogd
bevoegd is, om bij gewichtige reden van
misnoegen over 'het gedrag van den minder
jarige aiens opsluiting te verzoeken, is wel
licht niet algemeen bekend.
De nieuwe wet heeft deze bepaling behou
den met deze wijziging dat zij spreekt
evenals bij de ouderlijke macht van het
opnemen in eene voor dat doel aangewezen
rijksinrichting
Da enkele wijzigingen in de lleen 12e af
deeling kan ik onvermeld laten.
De voorschriften door de oude wet gege
ven voor het bestuur van den voogd en zijne
ïechten en verplichtingen, ten opzichte van
de bezittingen der minderjarigen, zijn dezelf
de gebleven.
Waarlijk, men had ook hier wel het een
en ander onder handen moeten nemen en
verduidelijken, wijzigen of aanvullen.
De nieuwe wet heeft ook wijzigingen ge
bracht o. a. in de bepalingen omtrent hand
lichting, curateele, afwezigheid enz., meest
veranderingen en aanvullingen, noodzakelijk
geworden door de wijzigingen in de titels van
ouderlijke macht en voogdij.
Ook zijn wijzigingen gein-acht in de voor
schriften omtrent woonplaats of domicilie,
aangaan, sluiten, voltrekken huwelijk, ont
binden huwelijk na scheiding van tafel en
bed, echtscheiding, scheiding vaai tafel en
bed.
Ik wensch alleen nog iets te vermelden
omtrent de toestemming tot het huwelijk
van minderjarige „echte" kinderen.
Volgens de oude wet moet een minder
jarig, echt kind de toestemming van zijueu
vflder en moeder verzoeken, en is het vol
doende dat het die van den vader heeft ver
kregen.
Dit nu zal volgens de nieuwe wet anders
zijn. Deze wet toch eisciit. dc- toestemming
van beide ouders.
Wil dus een der ouders geen toestemming
geven, dan moet het kind wachten tot zijn
meerderjarigheid
De regeering had voorgesteld om hier de
tusschenkomst des kantonrechters mogelijk
te maken j doch daartegen bestonden bij ve
len zeer ernstige bezwaren.
Te bespreken ihoe het kan gaan bij over
lijden van een der ouders, bij zijne ontzetting
of ontheffing uit de ouderlijke macht, bij
hun beider overlijden enzoovoorts, enzoo-
voorts ,zo>u te ver weren, niet alleen omdat
zoo vele verschillende gevallen denkbaar zijn.
maar ook omdat zooals o. amr. Limburg
in zijne bespreking over deze zaak zegt
..de bepalingen over de toestemming tot het
huwelijk ddor derden een vrij verward klu
wen vormen, dat met groote omzichtigheid'
moet- worden afgewonden."
Aangenaam vooruitzicht voor de ambte
naren van den Burgerlijken Stand!
Politiek Overzicht-
Eene nieuwe Fratisch-Engelsche
ov er-een komst.
Een zeer opmerkelijk schrijven is door den
hofmaarschalk van den Koning van Enge
land, lord Knollys, gezonden aan den Lom
densöhen correspondent van liet Neue Wie
ner Tageblatt. Deze had den hofmaar
schalk toegezonden een afdruk van een
door hem aan zijn blad gezonden tele
gram, waarin werd gezegd, dat bet de
ernstige wensah was van den Koning,
dat de pers van alle landen zich zou
vereenigen in de tegenwoordige omstandig
heden om eene goede gezindheid tussdben de
volken te bevorderen. Daarop antwoorddè
lord Knollys, dat hij het stuk aan Koning
Bduard had voorgelegd, die 'hean had gelast
de mededeeling te doen, dat Z. M. „veel
gewicht hecht aan den toon, door de pers
van de onderscheidene landen in de tegen
woordige omstandigheden aangenomen en
daarom verheugd was geweest het aan het
Neue Wiener Tageblatt gezonden telegram
te lezeh."
De erkenning door den Koning Van Enge
land van den inv'oed ten goede, die van de
pers kan uitgaan, is van waarde inzonderheid
op dit oogenblik, nu er eene beweging in
gang is om meer toenadering te weeg te
brengen tusscben Frankrijk en Engeland. De
pers van .beide lauden houdt zioh ernstig
bezig met de vraag, hoe de goede verstand
houding. die nu bestaat, kan worden benut
om de redenen, die in de toekomst tot ge
schillen zouden kunnen leiden, voor goed uit
den weg te ruimen. Sommigen zijn reeds de
gebeurtenissen vooruitgelocpen en hebben
verkondigd, dat het tot stand komen op
handien is van een verdrag, dat bestemd is
een aantal geschilpunten, die inzonderheid op
de koloniale politiek betrekking hébben,
vreedzaam en voor altijd op te lossen. Zoo
ver nu is het nog niet. Volgens de Temps
is de uitdrukking, die het best op
den huidigen toestand past, het door
den heer Etienne, onder-voorzitter van
de Franscthe Kamer, gebezigde gezegde
„Wijl zijn op den goeden weg." Maar
het schijnt toch, dat men goede hoop mag
koesteren, dat eene nieuwe overeenkomst
tussahen Frankrijk cn Engeland in de maak
is en eerlang zal kunnen worden afgesloten.
Die overeenkomst zal, wanneer zij een
voldongen feit geworden is. oene gewichtige
aanvulling en verbetering zijn van het arbi
trageverdrag van 14 October 1903. Men
heeft tegen dat verdrag als grief t»e berdé
gebracht, dat het hoofdzakelijk van theore-
tisohen aard is en de gevaarlijkste punten
van verschil, waaruit oorlogsgeséhilleu kun
nen voortvloeien, geheel ter zijde laat Deze
leemte zal de nieuwe overeenkomst aanvul
len, door de gewichtigste kwestiën, die tot een
oorlog tusschen Frankrijk en Engeland zou
den kunnen leiden, praktisch te regelen en
op te lossen. Egypte. Marokko en Si am zijn
plekken, waar veel dvnamiet begraven ligt
als dat tot ontploffing kwam, dan zouden
daaruit noodlottige gevolgen kunnen voort
komen. Wanneer deze gevaren uit den weg
geruimd worden door do nieuwe Fransch-
Engelsche overeenkomst, die in wording is,
dan zal dat een groote reden van gerustheid
zijn eenige zwarte punten aan den politic-
ken horizont, die den algemeenen vrede zou
den kunnen bedreigen, zullen daarmee ver
dwenen zijn.
Wat aa-u het tot stand komen vau deze
overeenkomst nog eene bijzondere waarde
zal verleenen, dat is het tijdstip waarop zij
wordt gesloten. Want wanneer Frankrijk en
Engeland zich op dit tijdstip met elkaar
over zulk een verdrag kunnen verstaan, dan
is daarmede niets meer of minder verkre
gen dan de waarborg, dat het Russisch-
Jaipan&che conflict gelocaliaeerd zal blijtvcn.
Men zal dan niet meer behoeven te vroezen,
dat de oorlog in Oost-Azië zidh tot Europa
zal uitbreiden. Wanneer Frankrijk en En
geland zioh samen door pen nieuwen vriend
schapsband verbinden, dan sluit dat vrijwel
uit. dat zij rekenen met de mogelijkheid,
tengevolge van den Oost-Aziatisdiien oorlog
weldra als vijanden tegenover elkaar te moe
ten staan.
Het vooruitriébt op hot sluiten van deze
nieuwe overeenkomst heeft zelfs reeds verder
strekkende verwachtingen doen geboren
werdenmen ziet daarin een hulpmiddel om
den Russiscffi-Japansöhen oorlog te beëindi
gen. Zoo schrijft de Fr arische afgevaardigde
Charles Dumont„De werkzaamheid van de
vredevrienden bepaalt zich er niet toe, den
oorlog tot de Oost-Aziatische wateren te
beperken, maar zij is er oók op uit haar te
bekorten. Eene Engelsch-Fransoho bemidde
ling zal spoediger dan men misschien meent,
aangenomen worden. Op dit oqgenblik ruï
neert Japan rijpe financiën, put zijne voor
raden uit en vermoeit zijne vloot door be
schietingen zonder effect, zijne troepen door
moeitevolle en kostbare operatiën. Wanneer
het geluk het niet plot-seling bijzonder gun
stig is. dan kan men zeggen, dat het reeds
nu schipbreuk leed, omdat het nog geen be
slissend succes heeft behaald, ofschoon het
telkens weer dezelfde pogingen onderneemt.
Onder deze omstandigheden zal Japan in
New-York geen oorlogsleening kunnen opne
men en zijn oorlogsijver zal weldra belang
rijk bekoeld zijn. Wanneer Europa na het
eerste Russische succes voor Japan de voor
waarden verkrijgt, die in de laatste Russische
nota zijn toegestaan, dan zal het goede reden
hebben om vrede te sluiten en niet een oor
log voort te zetten, die slem'its tot een ver
schrikkelijk. einde zou moeten leiden en
waarin het van nergens bijstand met geld
of manschappen zou kunnen' krijgen. In
ieder geval wordt door de Engetach-Fransohe
verstandhouding de oorlog tot het uiterste
Oosten beperkt en het is niet- uitgesloten,
dat hij door een vrieudsctbappelijlken stap
der bevriende staten vroegtijdig ten einde
wordt ombracht."
Deze laatste verwachting zal wel niet. alge
meen gedeeld worden. Maar dat het voor
den vrede van hooge waarde zal zijn, wan
neer de nieuwe overeenkomst, waarvan thans
sprake is, zal zijn gesloten, is duidelijk. Fei
telijk zal daarin een waarborg gelegen zijn,
dat het mogelijk zal zijin dezen oorlog te
'beperken tot het afgelegen terrein, waarop
'hij thans woedt. Wanneer die overeenkomst
bovendien nog een stevige grondslag zal op
leveren voor den toekomsrigen algemeenen
vrede, dan zal men zeker reden hebben ook
daarover zieti te verheugen.
Duitschland.
De D'uitsclio rijksdag heeft, eergisteren de
imirino-begrooting in tweede lezing afgedaan
met. handhaving van de door dc commissie
aangebrachte bezuinigingen.
Nadat daarop de suppletoire begroeting
voor ZuidwestAfrika definitief was aangeno
men tegen dc stemmen vam de sociaal-domo
cTaten, ging het huis op reces tot 12 April.
Zwitserland.
De Bondsraad verlangt van de Bondsver
gadering een c red iet van 890.000 free,
tot het aanbrengen van m ij n e n, die voor
Vit het Deensch
14 DOOR
HERMAN BANG.
Toon hij gok leed weer naar buiten kwam.
was het stil gawordm op de badplaats.
Inspecteur Rasmussen kleedide zijn spruit
aan, en de veobandedaara genoten oen glas
rum,. Dj bruin-verbrande betaalde, terwijl
hij over liet water bleef zien.
„Waar is het badhuis van de dames?"
vroeg hij langzaam. De schipper wees naar
vrouw Paulsens witte sahuur, cn de bruin
verbrande ging heen.
Hij ging met zijn vriend weer terug langs
het pad achter den tuin van den burgemees
ter. Oj) do bleek achter dc haag spreidden
een paar meisje© tafellakens uit oon tc ble*>
ken. Do bruinklourige bleef staan, cn keek
oen oogenblik naar do witte kleedleaidc
damasten sterren schitterden hem tegemoet
in de zou.
In den tuin wandelden vier dames zonder
Ivoodon, onder witte parasols.
„Daar is Ender. mama", riep juffrouw
Johnny, en aille vier dames bleven staan
acliter do heg, terwijl mevrouw* Fryant don
jongen bruinon man toesprak, zooals men
spreekt togen iemand, dio tot ooi zen eigen
kring behoort on van wien men houdt. De
vrouw van den burgemeester, die hem vluch
tig had aangekekon, sloot opnieuw half haar
donkere oogen en boog haai* hoofd! heel even
tjes tot een groot., terwijl ze plotseling haar
lichaam oprichtte, zooals ze in vroeger da
gen in bet huis van den gouverneur do offi
cieren ontving van een Duitsch oorlogsschip
Juffrouw Johnny zei tot Bnder:
„Ik blijf hier bij Ingeborg U zeker ook?
Dé b'ruin-verbrando was blijven staan met
zijn hocu in de hand. 't Was niet gemakkelijk
te zien tegen wie hij glimlachte
Toem do beide vrienden heengingen, boog
juffrouw Ingeborg haar hoofd.
„Nu laten we de dames naar binnen gaan",
zei juffrouw Johnny, terwijl zij en Ingeborg
het priëel binnentraden.
,,Zoo, nu gaan we hier zitten", zei juffrouw
Johnny, plaats nemend.
Da tuin strekte zioh met een rijkdom van
rozen voor hen uit in de zon-
„Wat is het hier mooi", zei Johnny, en zo
begon oen menigte dingen te vertellen, vooral
vau Karei Sponnook haar verloofde, die op
expeditie was.
„Hij is zoo knap", zei ze ,,e>n hij zegt.
niets."
Plotseling begon ze te lachen en zei
„Geloof jo dat verliefden kunnen spreken?"
„Ik geloof het niet", zoo beantwoordde zij
haar eigen vraag, terwijl rij bleef lachen.
De insecten zoemden om hen heen, ter
wijl Johnny verder verteldevan haar
ouders, papa is zoo goed en lief, maar liij
is eigenzinnig, zei zo, en van hun badreis
wat was het toch prettig en van Zu
rich zijl sprak nog een igen t ijd door.
Toon zweeg ze plotseling vóór ze met haar
hoofd knikkend zei
„Maar hij is ook knap."
„Wie?" vroeg Ingeborg, die nog niets had
gezegd, ze zat achterovergeleund tegen den
stam van den vliebboomi en keerde haar naar
boven gewend gezicht niet om.
„Knud Ender'zei Johnny lachend in de
lucht.
„Maar nu wil ik schrijven zei ze „ai
ders heb ik straks geen tijd meer".
„Goed", zei Inge;borg, opstaande om papier
en inkt te halen. Toen zij terugkwam, be
gon Johnny te .schrijven. De inkt en pen
gebruikte zij niet.
„Ik schrijf met* mijn vulpen," die heb ik
altijd bij mij, zei ze.
Johnny schreet, gebogen over de tafel van
het prieeltje haastige, vlugge regels. Nu eens
wachtte ze even, dan weer schreef ze verder.
Ingeborg had haar lippen geopend, alsof
er een onzichtbare wijn gleed over hun
ronde, heerlijke welving. De vlierbloesems
waren langzaam neergedaald op Johnny's
haar en lagen op den briéf, toen zij hem
wilde omkeeren.
„Dat zijn kussenzei ze, en blies ze weg.
„Wat ben jij toch geluikkig", zei Ingeborg,
en haar oogen vulden zich plotseling met
tranen.
„Ja", zei Johnny in de lu5cht k'ijkend.
Ze schreef opnieuw Eindelijk vouwde zij
den brief in de enveloppe.
„Weet je over wie ik nu bob geschreven
vroeg zij opstaande.
„Over jon".
„Over mij?"
„Ja, ik dacht voortdurend aan je", zei
Johnny.
Zij neuriede een refrein, ter wijl ze over
de plaats liepen.
3L at—
't Was vijf uur, de tafel was gedekt.
De vier onderwijzeressen waren precies op
den klokslag present. Ze brachten vier aer-
vetteringen mee. die ze in het midden van
de tafel legden, bij vier couverts op een
rijtje. Na. een nauwkeurig onderzoek der
stoelen, kozen zij de vier soliedste uit en
gingen twee aan twee voor de ramen staan.
Ze hadden alle vier lichte katoenen blou
ses aan, en twee droegen bruine en de andere
twee blauwe rokken.
bigne die op cn neer liep, met hetgeen
men haar in do hand gaf. kwam in de eet
zaal met vier flesschen wijn, zette die met
een plomp op een stoel, en verdween toen
weer.
„Zij zijn er", zei ze toen ze weer in de
keuken stond. Juffrouw Brasen bleef midden
in het vertrok staan
„Dat is toch niet waar" zei ze.
„Hoe laat is het dan?"
„Is het al vijf uur?'
—ij vloog uaar de kookkachel.
..En het water wil niet koken."
Het water voor do visch stond op.
„Sorensen, Sorensen", riep juffrouw Bra
sen
„En de aardappels zijn net op het vuur".
Het luik ging open.
..Ja, ze zijn er waarachtig al", schreeuwde
Brasen, die uit het raam van de gelagkamer
had gehangen, en de familie Rasmussen id-
den over de straat had zien wandelen. De
i inspecteur droeg een wit vest en een langen
diplomaat.
„Is. het dan vief uur?" vroeg juffrouw
j Brasen nog eensze deed niets anders dan
heen en weer loopou.
j „Br komen nog meer aan", riep Brasen.
,,'t W as de oude dame met haar dochter,
die acliter de familie Rasmussen kwam.
„Kristiaam
Krist laan was natuurlijk nergens te zien.
Hij waschto zijn handen in de wagen
schuur in een tinnen bakje, en sloeg de vuile
randen van zijn hemdsmouwen in de hoogte.
Do inspecteur en zijn familie waren reeds
op de trap. „Men zal luer wel niet zoo heel
precies op don tijd zijn zei do schoolman,
en zijn vrouw groette afgemeten de vier
dames voor de ramen, terwijl zo zei:
„August wil je zorgen dat we aan het
boveneind vau de tafel komen t© zitten."
In de keuken wilde het water nog steeds
niet koken, en er waren geen aardappels
genoeg.
„Ik heb het wel gezegd, dat ze hard wa
ren, zei juffrouw Brasen, di? over haar hccle
lichaam zweette. Ze riep Stine, terwijl Kris-
tiaan binnenkwam. Zij nam hem in oogen-
söhouw. terwijl zii de schotels opstelde.
„Je moet manchetten aantrekken", zei zo,
en Kristiaan liep weer weg. De manchetteu
lagen op zijn zolderkamertje.
..Stine", riep juffrouw Brasen
Stine was naar huis gerend om een mufs
te halen, die ze bij het bedienen op bet hoofd
wilde dragen.
„Waar is zij toch gebleven?"
„Zij is naar huis geloopen", zei de keuken
meid onverschillig. Ze was een oude nielk-
meTd met vier kinderen, die de Hrasens vom
ica koopje hadden.
Wordt vervolgd.