X\ 35».
2" Jaargang.
Donderdag 24 Maart 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
's ZOMERS BUITEN.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden toot Amersfoort f 1.35.
Idem franéo per post1.75.
Afzonderlijke nnmmers- 0.05.
Déze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
WSi
PRIJS DER ADYERTE^TlfiN:
Van 1-^5 regels
Elke regel meer
Groots fetters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeeljge bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonrieflrtht Ejèn»
circulaire, bevattende de voonraarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, Mie met I April a. t.
op dit blad inteekenen, werden
de nummers die gedurende
de maand Maart nog zullen
verschijnen, KOSTELOOS toe
gezonden.
Kennisgevingen.
burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gezien art, 28 der Kieswet,
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
heden is vastgesteld en van den 23. Maart tot
en met 21 April a. s. ter Secretarie voor eeo
ieder ter visie zal liggen en in druk tegen beta
ling der kosten verkrijgbaar is Kiezerslijst voor
1904/1905.
Een ieder is bevoegd tot en mot 15 April a. s.
bij het Gemeentebestuur verbetering van die
Lijst te vragen, op ongezegeld papier, krachtens
art, 50 der gemelde wet, op grond dat hij zelf
of een ander in strijd met de wet daarop voor
komt, niet voorkomt, of niet behoorlijk voor
komt.
De ingezetenen worden, nadrukkelijk gewezen
op de wenschelijkheid, zich ter Secretarie to
komen vergewissen,, of zij' op de Kiezerslijst zijn
geplaatst, daar, mocht dit verzuimd' zijn, alsdan
herstel, nog mogelijk is door middel van reclame.
Tevens liggen ter Secretarie de alphabetische
lijsten, bevat tende de namen van hen, die nieuw
op de kiezerslijst zijn gebracht en van de afge-
voerden, ter lezing.
Amersfoort, 22 Maart 1904.
burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
B. W. Th. SANÖBERG. WUIJTIEKS.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente, dat het door den Directeur van 's rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam execu
toir verklaarde kohieren nos. 1 en 4- van de per-
soneele belasting over het dienstjaar 1904 aan
den Ontvanger van 's rijks directe belastingen
alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder ver
plicht is zijnen aanslag op den bij' de wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 23. Maart
1904.
De 'Burgemeester voornoemd.
WiLTUTIERS.
Politiek Overzicht
In den Hongaarschen rijksdag is men
thans vol ijver bezig om de schade te her
stellen, die door den obstructiestrijd berok
kend is. Op de vaststelling van het wetsont
werp tot vaststelling van het contingent der
militie voor 1903, de onschuldige aanleiding
tot den maandenlang volgehouden atri'd. is
liet tot stand komen gevolgd van eeue cre-
dietwet, waardoor een einde gekomen ia aan
den toestand, dat voor het innen van de be
lastingen de vereist th te sanctie ontbrak. Met
bekwamen spoed is verder het wetsontwerp
op het militiecontingent voor 1904 afgedaan;
wanneer dus de strijd andermaal mócht uit
breken, dan zal men naar eene andere aan
leiding moeten zoeken. Met de dringendst
uoodige zaken denkt men vóór Paschen klaar
te komen de begrooting zal na de Paascb-
vaoantie ingediend worden.
Terwijl aldus in Hongarije de parlemen
taire machine haar geregelden gang heeft
hervat, is te Weenen in den rijksraad', de
vertegenwoordiging van de „landen aian deze
zijde der Leitha", de verwarring grooter dan
ooit. Gedurende een dag of veertien is de
rijksraad weder bijeen gerw?est Nu is die
comedie ooreerst ween uithet huis is weer
verdiaagd, om teg n half April op nieuw
bijeen te komen. Dan zal beproefd worden
de leden van de delegation1 te doen verkie
zen en eene herziening van het reglement
van orde tot stand te brengen.
Voor een vreemdeling, die zelf niet
bij de zaken betrokken is, is dé lezing
van de verslagen der zittingen mis
schien ontspannend, maar zeer weinig leer
zaam, tenzij) hij zijn woordenschat mócht
willen venneerderen met de scheldwoorden,
waarmee de parlementaire taal in Oostenrijk
in den laatsten tijd is verrijjkt. Deze zonder
linge wetgevers spannen hun vernuft in niet
om wetten te maken, maar om het maken van
wetten te verhinderen. Het laatste kunstje,
dat daarvoor uitgedacht is, is de aanvrage
door leden, die zich beleedigd achten door
een collega, van het instellen eener commis
sie, die binnen 24 uren uitspraak moet doen
of er beleedigmg geweest is en, wanneer dat
het geval is, den beleediger eene berisping
moet toedienen.
Met dó redevoeringen voor en tegen, en
met de interruptiën doodt men den tijd zoo
goed en zoo kwaad als het gaat. Menwas
reeds zoozeer aan het hooren van zulke be-
leedigingen gewend, dat men er geen acht
meer op sloeg. "Waarom is men nu plotse
ling zoo gevoelig geworden? Misschien
omdat de parlementaire anarchie is over
geslagen naar de straat ens ernstige ongere
geldheden heeft verwekt te Praag, te Wee
nen, te Linz en op nog meer plaatsen. Mi
nister von Koerber, die in den rijksraad, over
die straattooneelen werd geïnterpelleerd,
heeft zijn leedwezen daarover uitgesproken
en de belofte afgelegd, dat voortaan strenge
maatregelen zouden worden genomen tegen
de lieden, die de openbare orde verstoorden.
Maar nog veel noodiger zou het zijn d'e orde
te herstellen in bet parlement, dat ligt te
zieltogen en toch niet sterven kan.
Men kan den weg niet vinden in deze ver
warring, waarin de nationaliteitenh aat het
drijvende element is. Dde haat heeft de
meest verrassende uitwerkingen. De Italiar
nen, doodsvijanden van de Slaven, hebben
zich thans met de Ozechen, Slovenen en
Kir oaten verbonden om obstructie te voeren,
En wat is daarvan d'e reden? Enkel dit, dat
de regeering wel het recht van de Italianen
erkende om voor zich eene instelling van
hooger onderwijs te hebben, maar die wil
vestigen te Roveretö, terwijl de Italianen
Triest verlangen als zetel van hunne univer
siteit. Wat is er, in zulk een toestand, te
verwachten van den uitslag der pogingen,
die door de Poolsche fractie worden be
proefd om Chechen en Duitschers te bewegen
zich met elkaar te verstaan? De arbeid van
Sisyphus is kinderspel, bij zulle een werh
vergeleken.
Toch ia dat het eenige, waarvan het offi-
cieuse Premdenblatt nog heil meent te kun
nen verwachten. Dit blad schrijft
„Er blijft, daar tot dusver alle middelen
vruchteloos zijn gebleken om het parle
ment aan de kwaal van de obstructie
te ontrukken, niets over wat ons daar
uit kan verlossen, dan dat de Duitschere
en de Czachen zioh met elkaar va-stam.
Wanneer dit redmiddel ons in den steek
laat, dan laat ook het parlementarisme ons
in den steek. Het abdiceert van zelf. Zeker
door den uitersten parlementairen nood daar
toe bewogen, hebben de Polen da bemidde
ling tusschen de nationale tegenstanders op
zich genomen. Zij zijn door hunne positie
in het huis daartoe het meest geschikt. In
den Duitsch-Czechischen strijd zijn zij niet
betrokken, en zij nemen ook tegenover de
Slaven steeds eene zelfstandige stelling in.
Zij streden wel onder Badeni hevig tegon de
Duitsche obstructie, maar zij bestreden ook
de Czechische. Men kent wel is waar niet
nauwkeurig de grondslagen van de Poolsche
iiterventie, maar dat zij niet geheel hopeloos
ia, daarvoor spreekt haar eenigszins lange
duur. Ook de Duitsche partijen zijn van den
diepen ernst en het beslissende gewicht van
het oogenblik doordrongen. Zij weten, dat de
draad van do ouderhandelingen over de ver
zoening ook de levensdraad van het Oosten-
rijksche parlement is. Zij willen hem daar
om niet tot breken brengen. Zij zijn, naar
de besluiten van het Duitsche uitvoerende
comité, er op uit hem voort te spinnenal
leen willen zij eene andere basis voor de on
derhandelingen, die niet in tegenspraak moet
zijn met de houding van de Duitsch^re io*
dusver. Het uitvoerende comité handhaaft
daarmee wel is waar het oude standpunt van
de Duitsche partijen, maar het geeft zijn»
bereidwilligheid te kennen tot eena nieuwe
gedachten wisseling met de Ozechen. Thans
zal op dezen de plicht rusten, te bevorderen
dat men zich met elkaar kan verstaan en
niet door hardnekkig Vasthouden aan eenzijdi
ge wenschen de hoop van slagen te ontnomen
aan deze misschien laatste poging. Want
wat op den weg van onderling overleg niet
verkregen wordt, dat kan op andere wijaa
nooit bereikt worden, allerminst echter door
het parlement, welks hart tot stilstand wordt
gebracht wanneer deze poging mislukt. "Van
art. 14 (het bekende noodartikel der grond
wet), dat dan de heerschappij verkrijgt, kan
geen zijde eene bevestiging of ontwikkeling
van nationale rechten verwachten. Hert blijft
even stijl' voor alle partijen en het zal, een
maal in het zadel gezet, ook niet 200 spoedig
verdwijnen. De bevolking althans zal aan
zijne heerschappij minstens de voorkeur ge
ven boven die vruchten van het parlemen
tarisme, waarmee wij, sedert hot' huis weer
bijieen is, in zoo rijke mate bedacht worden."
Duitsthland.
De zitting van het Pruisische Huis van
Afgevaardigden is tot den 14. April verdaagd.
Frankrijk.
De aangaande den gisteren gehouden mi
nisterraad uitgegevene officie use notai meldt,
dat de minister van Buiten 1 andsche Zaken
gemachtigd is, een wetsontwerp in te dienen,
waarbij de credieten voor de kasten van de
reds van president Loubet naar Italië aange
vraagd worden. De reds geldt uitsluitend het
bezoek bij Koning Victor Emanuel. Daaruit
kan men dus concludeeren, dat het plan van
een gelijktijdig bezoek in het Vaticaan opge
geven is.
Men heeft de aanvallen van den laatsten
tijd tegen het kabinet-Combes ook dien
van Millerand voor eenige dagen met de
geheime wenschen van het Elysee in ver
band gein-acht, zich voor de reis van den
president naar Rome van Combes te ont
doen, om daarmede hot Vaticaan eeniger-
mate eene concessie of kerkelijk-politiek ge
bied te doen, wat het Vaticaan een middel
aan de hand zou hebben gedaan, om eenige
tegemoetkoming in zake de bezoeks-quaestie
te toonen. Het zij daargelaten, of in het
Elysee dergelijke overwegingen hebben be
staan. Inmiddels zal men het, zegt de Köln.
Ztg., met te veronderstellen, dat het den
heer Loubet en den minister van Buiten-
landsche Zaken welkom zou zijn geweest, na
het bezoek in het Quirinaal, ook een zoo
danig in het Vaticaan af te leggen, niet ver
mis hebben. Naar bepaald verluidt, zijn
dergelijke diplomatieke onderhandelingen ook
gevoerd; eveneens weet men dat het Elysee
het optreden van Combes tegen de orden af
keurt, hoewel de invloeden van olericalen
niet vermochten den president van zijne hem
door de grondwet opgelegde neutrale houding
af te brengen. Hoe nu evenwel ook de diplo
matieke onderhandelingen met hot Vaticaan
omtrent het voorgenomen bezoek verloopen
zijn, dit staat vrijwel vast, dat de laatste
openlijke protesten van den Paus aan deze
onderhandelingen een einde hebben gemaakt.
Deze protesten noodzaakten den president
zijn plan tot een bezoek in het Vaticaan op
te geven, want onder die omstandigheden
zou een bezoek eene toestemming van den
president van de verklaringen van den Paus
beteekend hebben. Dat ligt ook in genoemde
officieuse nota onbesloten, waarin gezegd
wordt, dat de credieten uitsluitend het bezoek
in het Quirinaal gelden.
De zitting van de Kamer duurde heden
morgen tot 3.40 ten gevolge van de obstruc
tie van de oppositie bij de stemming over
de wet betreffende het verbieden van het oaiv
greganistische onderwijs.
De wegens spionage gearresteerde schrij
ver aan het ministerie van marine, Martin,
wordt naar Cherbourg gebracht, om daar*
voor een krijgsraad terecht te staan.
Spanje.
In antwoord op eene interpellatie in
den sou aar verklaarde de minister van bui-
tenlandsche zaken in den Senaat, dat ds
ontmoeting te Vigo tusschen den Koning
en den Duitschen keizer zuiver eene beleefd-
hei dsdaad was.
De minister verklaarde een voorstande<
te zijn van handhaving van den stutua que
in Marokko.
Turkije.
Uit Konstantinopel wordt bericht. Shakir
paeha heeft met 12 bataljons bij Baba Tepe
10.000 Albaneezen omsingeld. Hij acht e«h-
ter deze macht onvoldoende en heeft verster
kingen gevraagd. Er zullen nog tien batal
jons worden afgezonden.
In afwachting van de komst der varstsrlrii-
gen onderhandelt Shakir met de Albaneeaea.
Afghanistan.
In bevoegde kringen te Petersburg is vol
strekt geen bevestiging ontvangen van het
te Aschabad loopende gerucht omtrent de
vergiftiging van den Emir van Afghanistan.
Japan.
De opening van het Japan-
sche Parlement beschrijft de corres
pondent van de Corriere della Sera als volgt
In het groote Parlementsgebouw heeft den
20. dezer de plechtige opening van het Par
lement plaats gevonden. In de zaal, die met
ministère en senatoren iu hun rijke unifor
men en met afgevaardigden dicht bezet was,
had men een troon in tentvorm opgericht,
omgeven door draperieën van witte zijde, en
fantastisch verlicht door den kleurrijken
weerschijn van onzichtbaar aangebrachte
lampen.
Om elf uur verschijnt do Keizer, vergezeld
door den Kroonprins. Alleen de Keizer be
klimt langzaam de trappen van den troon.
Alle aanwezigen maken een diepe buiging,
en in deze eerbiedige houding, zwijgend en
onbewegelijk, hooren zij de keizerlijke bood
schap aan. Bij het zwakke licht van een som
beren dag, dat van boven af op deze sprakc-
looze, gebogen menigte viel, droeg het tooneel
het karakter van een grootsohe kerkelijke
plechtigheid. De keizerlijke waardigheid
scheen door een bovenae rdschen glans om
straald. Niemand lichtte het hoofd op, geen
blik waagde het, den sou ver ei n aan tc zien,
wiens woorden langzaam en eentonig klon
ken als een gebed van den Paus. Een toe
speling op den oorlog bracht in de vergade
ring een snel voorbijgaande ontroering te
weeg, verder niets. De indrukwekkende stilt®
werd niet verbroken.
In de diplomatenloge bevond zich de Ko
rean nsche gezant, die olók eerbiedig boog,
alsof de Keizer van Japan reeds zijn souvo-
rein was. En buiten het. parlementsgebouw
begroette, na afloop van de plechtigheid, het
volk het keizerlijke rijtuig evenzoo zwijgend,
met diepe buigingen.
De oorlog in Oost-Azië.
Uit Tokio wordt bericht, dat er geen of-
ticieele bevestiging is ontvangen van het dooi
de bladen gemelde bericht, dat oen Russisch
pantserechip te Port Arthur verleden Vrij
dag is gezonken na een gevecht van verschei
dene ur®n.
De Köln. Ztg. vat de mededeelingen over
den jongsten aanvaL op Port Arthur, op
grond van de Russische rapporten, als volgt
saam
In den nacht van 21 op 22 dezer hebben
Japan&ohe torpedobooten tweemaal een po
ging gewaagd, Port Arthur te naderen; zij
werden echter intijds ontdekt, en tot den
teiugtocht gedwongen. Bij !het aanbreken
van den dag verscheen de Japausohe vloot,
achttien schepen in 't geheel, in drie smaldeo-
lendat van de slagschepen, dat van die ge
pantserde kruisere, en de lichtere kruisers. De
slagschepen bleven alweer ten westen van
kaap Liau-ti-bjau. liggen en Vuurden van!
daar, over de hoogten heen, op de stad en
de havens, terwijl de kruisers zich gereed
hielden om een uitval der Russische vloot
te keeren.
De verliezen der Russen zijn volgens op
gaaf van generaal Stössel gering geweest
5 dooden en 10 gewonden ofschoon onge
veer 200 schoten uit de 30 c.m. kanonnen
der pant&erschepen gelost moeten zijn.
In tegenstelling met de houding van de
Russische vloot bij de vorige beschietingen
was deze thans goed in de weer. Admiraal
Makarof laat de kanon neerbooten de wacht
houden op do buitenroede, en zoo doet de
vloot haar plicht. Het kruisersmaldeel lag
in de binnenhaven, maar stoomde naar bui
ten onder leiding van de Askold, waarop
Makarof zijn admiraalsvlag gehoschon had.
Tot een gevecht met de Japanscho kruisers
ia het niet gekomen; maar de Retvisan, die
thans iu de binnenhaven ligt om horstold
to worden, heeft projectieion geworpen naar
de vijandelijke schepen bij kaap Liau-ti-sjan,
en naar 'theet, er een daarvan gedwongen
terug te trekken Admiraal Makarof schijnt
meer leven in de vloot te Port Arthur ge
bracht te hebben.
Op dit gevedht hebben ongetwijfeld do ge
ruchten over de inneming van Port Arthur
betrokking. Dat de Japanners intusscheiï
geland zouden zijn op de noordkust van het
schiereiland Kwan-toeng, is onwaarschijnlijk
Uit het Deensch
17 dook
HERMAN BANG.
De visdh was op bij den bruin-verbrande.
De dikke mevrouw, die haar visdh met een
mes at, vroeg oan brood, dat er ook niet
meer was, omdat een der fietsers, die reeds
een hoog rooden kleur had gekregen van
de geparfumeerde nabijheid van de Oo6tjJt-
landsdhe en de Liiidegaardsdhe rokken, oen
dozijn broodjes van liet buffet had gehaald.
„Dank u." zei ^e Oostjutlandsche juf
frouw en greep ooquet het broodje van dien
sportman, dat hij haar als een Ibal toewierp.
„Komt er ook nog viscihl?" vroegen do
vier onderwijzeressen na elkaar, terwijl Stiue
kwam aanhollen met een paar busjes kreeft,
die juffrouw Brasen met wat visdhiballen
had doorgeroerd.
„Wat eten ze;" zei ze.
De hoele keuken was vol leege pannen,
bruine bruine aardappelen en vuile borden.
De braadpan met de kippen stond midden
op den vloer.
„Nu krijgen ze kreeft," zei juffrouw Bra
sen.
Kristiaan naan een andere schotel, en haal
de een flesch rooden wijn voor den bruin
verbrande en zijn vriend, die water met wijn
dronken.
Bij liet einde van den tafel sprak men
over fietsen. Mevrouw Lindégaard fietste
niet. Ze vond liet zck?" leelijk staan voor da
mes. Maar ze interesseerde zadh voor de wed
rennen.
„We wonen didht bij de baan," zei ze. De
Oostjutlandsche juffrouw fietste daarentegen
heel dikwijls op den kustweg.
„Het is er 's ajvonidis altijd vreeselijlkdruk,"
zei ze.
De andere fietser sprak over luchtbanden
en over een nieuwe constructie van lan
taarns.
Een van de onderwijjzeressen, die een
lorgnet had opgezet, zei plotseling.
„Ik heb drie lantaarns moeten wegdoen,"
en de dodhter van de oude daane, die stil
•voor zich uitzag, zei
„Ik wóu, dat ik ook kon fietsen."
„Kan u niet fietsen?" vroeg de sportman
verbaasd.
„Neen," antwoordde ze, haai- hoofd schud
dend.
De iuspeoteur Rasmussen was teruggekeerd
tot Palestina en sprak over dominee Blaiui-
müllera uitstekend werk over dit land, een
goede gids," zei hij tegen de Oost jut Landedhe
mevrouw, die niet naar hem luisterde
Uiaar dochter maakte haar altijd een weinig
zenuwachtig, wanneer ze samen was met
sportluien de inspecteur brak plootse-
ling zijn verhaal af en zei tegen een van
de onderwijzeressen
„U heeft immers ook gereisd, juffrouw
Cordsen?"
En juffrouw Cordsen liet de fietslantaarn
in den steek en antwoordde
„Ja, mijnheer Rasmussen, we wareu met
oen gezelschapsreis in Thüringcn.
Plotseling glimlachte de bruin-verbrande,
maar toen hij zag dat de oude dame naar
water zocht, dat er niet was, boog hij, zich
weer tot haar over en zei
„Mag ik u niet een wtednig wijjn inschen
ken? Die is heusdh niet zoo slecht."
„Dank ui wed", zei do oude dame, hem haar
glas reikend een andere keer hoop ik me
te revancheeren. Ik heb zelf een paar fles-
schen bij me. Wij hebben een uitstékend
merk in de familie."
Ze begonnen met de gebraden kip en de
inspecteur voorzag zijn kinderen.
„August", zei mevrouw. Geef ze maar een
goede portie." Aan het andere eind van de
tafel ging Kristiaan rond met de aardappels.
De dikke heer, die gelet had op de familie
Rasmussen, zei luidt tot zijn vrouw
„Er zal nog wel genoeg zijn voor ons al
len."
En mevrouw Lindégaard, die oen schaaltje
met augurken op het geleende buffet van
den pachter in het oog kreeg, zei tot haar
man
„Hans, geef mij tenminste, een paar au
gurken."
Een van de fietsers riep op de achtertrap
om wiin voor mevrouw Lindégaard en om
een mes voor de Oostjutlandsche juffrouw
die er geen had, omdat ze het voor de visoh
had gebruikt terwijl twéé van de
onderwijzeressen, met een vuurrood hoofd)
van tafel opstonden en vroegen wanneer ze
eindelijk hun sodawater kregen. Kristiaan
die zijn heide armen stijf voor zich uitge
strekt hield, alsof hij er kramp in had,
vroeg:
„Limonade of spuitwater?"
„Hier, Julie, zed de dikke heer, die opge
staan was om den schotel met kip te grij
pen. Met zijn servet gooide hij een flesch
omver.
De deur naar dé gang ging opeu, er klonk
•een stem:, die zed
„Maar Johnny, ze eten immers."
Juffrouw Fryant stond op den drempel.
De bruin-verbrande en zijn vriend waren
opgesprongen, maar juffrouw Fryant, die
zich verkleed had en een zeer eenvoudig! wit,
zijden japóuuctje met kant droeg, zei
lachend
„O, pardonMijnheer Ender, ik
wilde u graag even spreken."
En de dour werd weer gesloten.
Het gezelschap word eensklaps stil en allen
zagen naar de deur, terwijl de brui 11-ver
brande, die een lioel andere houding had
aangenomen, de zaal verliet en naar do gang
ging-
„Maar dat is immers juffrouw Fryant.'
zei de oude dame verheugd tot den vriend.
„Ja", antwoordde deze, „die logeeren
hier."
„Zoo, zoo, zei de oude dame op denzelf
den toon. „Ik ken de familie al sinds lange
jaren."
Mevrouw Lindégaard zei tot haar man
„Hans, mijnheer Fryant i9 immers oeni
vriend van je vader, en do houthandelaar
Berg, do dikke mijnheer, zol
Julie, er is zeker saus in mijn baard."
Maar mevrouw Rasmussen zei
„August, de aardappelen", en onderwijl
bond zij het slabbetje van haar jongste Wat
steviger vast.
„Tot ziens dus, Ender", zeide Johny, die
van de trap liep, waar Ingeborg reeds op do
laagste trede wachtte.
„Ik zal met genoegen komen", zeide mijn
heer Ender, die met gebogen hoofd bleef
staan, tot de dames' vertrokken waren.
„Lieve hemel, welk een Poolsche landdag!
lachte juffrouw Johny, „het diner mag nog
wel wat beter worden; en terwijl zij de deur
naar de gelagkamer openmaakte, zei' zo:
„Nu beginnen wij dadelijk."
Brasen zat op den stoel met liet kussen,
bij het open luik:
„Goeden dag, mijnheer Brasen."
Juffrouw Fryant ging op een stoel midden
in de kamer zitten en sloeg haar handen in
een.
„Hooft u champagne vroeg zo.
Brasen stond) op, zijn o-beentjee stonden
oen oogenblik bijna recht.
„Ja", zei hij en lachte zelf. „En die i®
waarachtig ook goed."
„Zoo, aat is mooi", zei juffrouw Fryant.
„Zet dan drie f'esschen in ijs."
„We zijn met ons zessen. Goeden middag,
mijnheer Brasen.
Dé twee dames stonden weer buiten.
„Zoo, dan nemen: we ahampagno voor ta
felwij 11, zei Johny
„En we gaan verder."
„Dat is woct precies iets voor jou", zei
Ingeborg.
„Ja Johnny Fryant bleef steeds door
lachen."
„En ik wil. wat ik wil."
Ze bleef midden op dé markt staan alsof
ze iets zocht, en zei itoen wijzend op Tlier-
kildsens winkel
„Daar gaan we binnen. Weet je, in zulke
soort winkels is er altijd iets good® in de
hoeken verstopt."
Wordt vervolgd.