ar-. 964. Sde Jaargang. Donderdag 31 Maart 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. 's ZOMERS BUITEN. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden roor Amersfoortf 1.85. ïdëm franco per post1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advértentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgeversi VALKHOFF ft Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DEB ADVEBTBOTto: V«B i^s "g»1» Elke reghl meer Grooté letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordoe}! het herhaald advèrteeren in alt Ölid blj a^ circulaire, bevattende de voorwaarden, worat toegezonden. Politiek Overzicbt De onderwijsstrijd in Frankrijk. NVi den feilen strijd van die vorige week ia het 1 latste stadium der behandeling van het wetsontwerp, waardoor aan de geestelijke or den de bevoegdheid tot het geven van onder wijs, in welken vorm ook, wordt ontnomen, betrekkelijk kalm geweest. Een enkele zit tingsdag was voldoende om het amendement- Rabièr, d'at Was ingediend tot vervanging van artikel 4 en volgendien van het regee- ringso itwerp door een enkel artikel, af te doen. Van de 54 amendementen, die op het voorste 1-Rabier waren ingediend, werden de meeste i ingetrokken en "de overigen werden allen, zónder uitzondering, verworpen. Strij- densmo.ide, gaf de oppositie de obstructie- taktiek. waartoe zij in de vorige week hare toevlucht genomen had, prijs, en het laatste l>edrijf van dezen strijd werd dus in alle kalmte afgespeeld. Met 303 tegen 231 stem men we "d artikel 4 in den vorm, dien bet amendei rent-Rabier er aan gaf, aangenomen, en slee its enkele stemmen kleiner was de neerderl eid, die bij de eindstemming aan liet geh' ele wetsontwerp hare goedkeuring -chonk. Met 306 tegen 241 stemmen werd liet wetsontwerp aangenomen. De meerder heid was dus 65 stemmen. In de minderheid stemden 12 dissidenten van, de ministereele meerderheidverder Onthielden zich tien leden van de stemming, waaronder de mi nister van onderwijs in het kabinet Wal- deck-Rouss< au, de heer Georges Leygues. Het wetsontwerp behoeft thans nog, om tot wet te kunnen worden verheven, de toe- temming van den Senaat. Die schijnt niet twijfelachtig t zijn. Men kan den slag, die door deze wet a an de congregatiën wordt toe gebracht, uitdrukken in een paar sprekende cijfers. 1452 jongensscholen en 2817 meisjes scholen, in 't geh oei dus 4269 scholen, werden dooi' de geestelijke orden bestuurd, aar. welke dloor de afkondiging van deze wet de be voegdheid tot het geven van onderwijs zal worden ontnomen. Intussohen zoo bar als hij er uitziet, is 'ezo maatregel in werkelijikheid niet. De wet onderdrukt niet bet congïegandsfcische ondier wijs, maar het ouderwijs van de congrega tiën, wat niet precies hetzelfde is. De wet I epaalt namelijk, dat de geestelijke orden als zoodanig niet neer het recht hebben onder- wijjs te gevenzijj mogen dus geene scholen meer bestu'.en en ook geen schoolonderwijs geven. De leden var eene orde kunnen echter individueel voortgaan met het geven van on derwijs, wanneer zij hun ordekleed uittrek ken, voldoen aan de van staatswege voor 1 et geven van onderwijs gestelde voorwaarden en eene onderwijzersbetrekking aannemen. Voorshands komt er dus geen verandering, liehalve dat de onderwijzende monnik zich van zijne pij ontdoet en een jas aantrekt het onderwijs blijft- hetzelfde. Ontevreden aanhangers der regeering drukken dit uit, door te zeggen, dat het eene wet is, niet tegen de congregatiën en hun onderwijs, maar alleen tegen hun kleed. Er zijn dan ook reeds maatregelen geno men met het oog op den nieuwen toestand, dien deze wet in 't leven zal roepen. Op grond van de vereenigingswet zijn overal schoolvereenigingen gevormd, aan Welker hoofd seculiere geestelijken staan. "Wan neer dus ergens de ordeschool wordt geslo ten, dan kan men er tamelijk zeker van zijn, dat er terstond eene bijzondere school zal woaden gecpcnd met hetzelfde personeel, alleen niet in geestelijk gewaad gestoken, en met hetzelfde onderwijs. Zooals bekend is, heeft het wetsontwerp bij, de behandeling in de Kamer op twee punten eene wijziging ondergaan tegen den zin van de regeering, die er tegen heeft ge adviseerd, al heeft zijl niet de kabinetskwëstie bij die gelegenheid gesteld. Vooreerst is dë termijn voor de sluiting van de oongregatie- soholen van vijf jaren tot tien jaren ver lengd. Tien jaren is een langen tij|d, en de oppositie zal er wel op rekenen, dat er inmiddels andere ministeriën zullen op treden, die minder scherp zijn dan dat van Combes, en in de uitvoering van de wet zullen verslappen, misschien zelfs haar ach terwege laten. Verder i9 bepaald, dat de wet enkel voor Frankrijk geldt; dezelfde orden, die in Frankrijk geen scholen mogen drijven, mogen wel in de Fransche koloniën en in het buitenland scholen hebben, en zij mogen in Frankrijk zoogenaamde noviciaten onder houden d. w. z. inrichtingen tot opleiding van het aan die scholen werkzame personeel. Om het gevaar tegen te gaan, dat in deze noviciaten een kern zal blijden bestaan van de organisatie der onderwijzende orden, die bestemd is te verdwijnen, is eene bepaling opgenomen, die voorschrijft, dat de kweeke- lingen, die in deze noviciaten worden opge nomen, den ouderdom van 21 jaren bereikt moeten hebben en dus meerderjarig moeten zijn in den zin der Fransche wet. Maar al zullen deze noviciaten klein zijp, zij zullen toch middelpunten zijn, van waaruit de be weging kan worden onderhouden, en wat hier vooral van gewicht is, zij zullen door den staat erkende instellingen zijn. Iutusschen levert de w'armte, waarmee de strijjd gevoerd is, het bewijs, dat aan den uitslag groot gewicht is te hechten. In den onderwijsstrijd, dien het voert, heeft het kabinefc-Combes ongetwijfeld dë meerderheid van de vertegenwoordiging van Frankrijk achter zich. Ook uit den aanval, die op touw gezet was tegen het beleid van een zijner leden, den minister van marine Pelletan, is het als over winnaar te voorschijln gekomën. De stemmin gen aan het einde van de zitting van giste ren, die men onder de telegrammën vermeld, vindt, bewijzen, dat ook die aaval is afge- Duitsehland. Volgers een bericht van, den Berl. Lokal. Anz. zal de Keizer op zijp tocht in de Mid- dellandsche z:e Malta, Katania, Messina, Brindisi, Bari en Abbazia aandoen, in laatst genoemde plaats zal de Keizer riek twee dagen ophoudeneene ontmoeting mët Keizer Frans Joseph aldaar zou in het oog gevat zijn. De terugreis naar Berlijn geschiedt den 2en Mei. Alle Italiaansche kuststations voor draad lopze telegrafie hebben order ontvangen, zich gereed te hevden voor de ontvangst van lucht-telegrammen, die van boord van de Hohenzollern verzonden worden. Als leden van de vereeniging der Frank- fortsche productenmarkt, zoowel de impor teurs als de handelaars en molenaars in Frankfort, Mainz, Kreuznach, Darmstadt, Oiienbacn, Niederlaknstein, Friedberg, Greis- sen enz., hebben zich door hunne hamdteeke- nmg verbonden van 1 April of bij den aan koop van graan uit Zuid-Rusland, Turkije en de DonauJauden, nog slechts uitsluitend het Dtuitsch-Nederlandsohe graanverdrag toe te passsn. Frankrijk. Minister Pelletan beantwoordde giste ren :r de Kamer de interpellatie be- treffende het beheer der marine. Hij, ging alle tegen hem gerichte aanvallen na, om ze te weerleggen. Hij werd daarbij herhaaldelijk in de rede gevallen. Hij kwam met nadruk op tegen de intriges, die tegen hem waren gesmeed. Dourner bestreed het door Pelletan ge voerde beheer, maar de minister-president Combes verdedigde zijn ambtgenoot; 'hij verklaarde, dat de aanvallen tegen diens be leid volstrekt niet het belang der verdedi ging ten doel hadden; zij hadden een an der doel, dat gemakkelijk is te bevroeden. Hij stelde de quaestie van vertrouwen en verklaarde zich solidair met den minister van marine. De heer Combes weigerde eene eenvoudige motie van orde, die daarop met 330 tegen 250 stemmen werd verworpen. Bij de behandeling van de verschillende motiën ,die waren ingediend, werd met 318 tegen 238 stemmen de prioriteit verleend aan de motie-Maujau, die verlangt, dat buiten het parlement om eene enquête zal worden ingesteld naar het beheer van de marine. Deze motie werd daarop aangenomen met 318 tegen 256 stemmen. To midden van heftige woordenwisselingen werd de behandeling van het wetsontwerp tot het verloenen van credieten voor de marine ten einde gebracht. Het werd aangenomn met 298 tegen 18 stemmen. De zitting werd daarna tob den volgenden dag verdaagd. Engeland. Bijl de bespreking van de Thibetexpe- d i t i e in het Lagerhuis, verklaarde de staatsecretaris voor Indië, dat dë regeering niet den wensch koesterde op een of andere wijze iets af te dwingen, wat zou lijken op eene militaire bezetting van Thibet. Het Hus werd hierna tot 12-April verdaagd. Bulgarije. Naar de Köln. Ztg. uit Sofia verneemt, zal de cp den 12. September 1904 vastge stelde onthulling van het stand beeld van Tsaar Alexander II met ■het oog op den Oost-Aziatiscihen oorlog ver moedelijk voor ombepaalden tijd uitgesteld worden. Rusland. Aan den Petersburgschen correspondent van het Bêrl. Tagebl. wordt van officieele zijde verzekerd, dat alle berichten omtrent Russische leeningspogingen in het buiten land uit de lucht gegrepen zijn. Rusland zijn verscheidene aanbiedingen gedaan van gToote bankiershuizen, doch tot dusverre zijn al die aanbiedingen afgewezen, daar voldoende mid- deien voorhanden zijn. In gelijken geest liet het Handelstelegraafbureau zich uit. Het verklaart het bericht, dat verscheidene agen ten van het Russische ministerie van finan- c— n naar Londen, Parijs en Berlijn gezondea waren tot onderhandelingen over eene in het buitenland te plaatsen leening, voor geheel verzonnen. Turkije. Het Fremdenblatt te Weenen begroet in een hoofdartikel de algeheele vervulling van het hervormingsprogram van Mürzsteg voor Macedonië, en wel om die reden, dat de P o r t e thans de hervor ming van het gendarmeriewezen a a n g e m o m, e n. heeft. Generaal de Giorgis zal met zes adjudanten wellicht deze week nog naar Macedonië vertrekken. 25 officieren met toevoeging van onder-officieren zouden hem binnenkort volgen. Evenals de civiele agenten, zal ook de gendarmerie zoowel tegen de komitadsjis als tegen overvallen van Turk- sche militairen en beambten een bolwerk zijn. Zuld-Afrika. Het landbouwers-congres te Krugersdorp werd gisteren geopend. Generaal De la Rey zeide, dat hij, hoopte, dat elke gedachte van wrok zou zijn prijs gegeven. Men had thans het voorrecht zich te wijden aan de werken des vredes. Generaal Botha drukte als zijne overtui ging uit, dat men dezelfde trouw moest too nen aan de nieuwe regeering, die vroeger geschonken was aan de oude. Men moest toonen loyale onderdanen te zijn De oorlog in Oost-Azië. Het rapport van adiniraaL Togo schetst de wijze, waarop de vier stoomschepen die Jen 27en gezonden werden om den naveningaog van Port Arthur af te sluiten, tot aio keu werden gebracht of vrijwillig zonken, en Jait daarop volgen: Het is iutusschen te betreuren, dat tenge volge van oen zekere ruimte die gebleven ia tusscheu de beid© stoomschepen Yakikomaru ën Yonergainanaru de blokkade niet volle dig is. De matrozen, die aan de operatie deel namen, zijn dezelfden die de eerste uitvoer den. De verliezen aan onze zijde zijncomman dant Hiroee en drie onderofficieren gedood, een luitenant doodelijk gewond, een luite nant, een machinist, zes onderofficieren en mjatrozen licht gewond. Alle mannen, die d© overage equipage samenstelden, zijn door onze torpedojagers opgehaald. Commandaut Hi rose en de machinist Sugi- no, die den dood vonden, legden een bewon- dereaiswaardigen moed n-m den dag. Sugina zou juist zich begeveu u|aar de kruibkame» om de stoom,boot Fukuünaru in brand to steken, toen dit schip door oen vijandelijk» torpedo getroffen werd. Hirose ging, na zijne mannen in de sloe pen to hebben laten plaats uemeu, drie ma len izoeken naar Sugiuia. Da-ar hij bespeurd», dat zijn scüip zonk, moest hij zich, insche pen. De sloep stak af, toen een granaat Hi rose aan het hoofd trof, dat gescheiden werd van den romp. Onze torpedor-flott'ille deed blaar best om de stoomschepen te beschermen en hunne equipages te steunen onder het hevige ka nonvuur van den vijand. De torpeWojjagera Aodaku en Tsubarae drongen o. a. vooruit tot o,p omstreeks een mijl van den inglang van de havenzij ontmoetten een vijandelijken torpedojager, dien zij aanvielen en ernstige averij teebflachten. De Russische torpedoja ger scheen aan den stoomketel getroffen te rijn en ging terug. Toen zij de haven, verlieten bespeuren de Japansche matrozen onder den Gouden berg een vijandelijk schiip, dat geheel buiten ge vecht was. Ondanks het zeer hevige vijandelijke vuur, leed onze flottille volstrekt geen averij. De kapitein, een lid van de beman ning en een passagier van -ie Japan sche kjuststoornboot Hanyei zijn in Ten- sjowfoe aangekomen met het bericht, dat in den morgein van den 27en de Russen de Hanyei beschoten en tot zinken gebracht hebben bij de Miaotas-eilandën. De rest van de bemanuing en dë passagiers, deels Japan ners, deels Ohineezenj zijn gevangen gemaakt. Het Petit Journal verneemt uit Tientsin dat van het Japansche escader bij, don laat- sten aanval op Port Arthur twee kruisers zijn bescliadigd. Door een granaat zou van een dier schepen den oom man dotoren zijln vernield, terwijl voorts graoto avoriii word aangericht, en twee officieren zijn gedood. De sohöpen, die bij de laatste poging om do haven van Port Arthur te blokkeeiën, door de Japanners zijn opgeofferd, waren, volgens een telegram uit Kobe aan de Daily Express, de „Foecioe Maroe", 2944 ton, ge bouwd in 1882de „Chiyo Maroe", 468 ton, gebouwd in 1869; de /Yoehico Maroe", 391 ton, gebouwd in 1895 en dë „Janegava Ma roe', gebouwd in 1897. Admiraal Makarow heeft als opperbevel- hebbei te Port Arthur eene kennisgeving uit gevaardigd, dat allo oorlogsschepen en han delsvaartuigen, die binnen de operatie-zóne komen, des nachts zonder lichten of des daags zonder vlaggen, zullen worden beschouwd als* vijandelijke scheper, tenzij zijl onmiddellijk stoppen als eeD schot met los kruit wordt- ge- loet. Een telegram uit Sëoel aan de bladen in Tokio meldt, dat twee Keizerlijke Prinsen bij het leger zijn aangekomen, en aan den gene- ralen staf zijn toegevoegd. Aan Central News wordt uit Sëoel gfr- meld, dat verschillende teekenen er op wij zen, dat de Russen zich van de Antejoerivier naar het Noorden terugtrekken en zich bij Widsjoe aan dë Jaloe verzamelen. Naar verluidt zijn de Britsche en Ame- rikaaaische militaire attache's van Pinjang teruggekeerd, daar zij geen verlof ontvingen, verder Noordwaarts te trekken. De Daily Graphic verbaast zidh, dat het afkondigen van den staat van beleg over NioetsjWang ondër de vreemde lingen aldaar Verbazing to voorschijn geroe pen 'heeft. Reeds in het begin van den oor log zijn de mogendheden overeengekomen, dat geheel Mantsjoerije, voor zoover het Die* onder werkzaam Chineesch bestuur staat, van dë Ohineesche neutraliteit buitengeslo ten zou zijn. Hadden zij hot plan gehad, Nioetsjwang daarvan uit te zonderen, dan zouden zij dit verklaard hebben. Overigens is het twijfelachtig, of Ruslandj dienaangaan de te berispen is. Het zou hem waarschijnlijk zeer welkom zijn, Japan te verhindëren, van Nioetsjwang uit Port Arthur in den rug aan te vallen. De handhaving van de neutrali teit zou dus een openlijke onrechtvaardig heid contra Japan zijn. Volgens een bericht uit Seoel heeft de Ja pansche voorhoede heeft, den 27cn Maart Hayoe, een haven ten zuidwesten van Anjoe bezet. Generaal Koeropatkin seint aan den Kei zer het volgende bericht van generaal Maschischenko van den 29en: Volgens de verhalen dor inwoners van de stad Tsjoeujdöjei hadden de Japanners in het gevecht, dat den 2Sen bij deze stap plaats had, meer dan 100 dooden en 100 gewonden, die door 500 Koreaauscho dragers naar And- sjoe werden gebracht. Ook aan paarden had den de Japanners groote verliezen. Van do Russische gewonden is de staf ka pitein Stepanow aan zijn wonden bezweken. Uit het Deensch 22 DOOR HERMAN BANG. „Welkom," zei ook mevrouw en Johnny. En juffrouw Johnny sprak opnieuw over Zürich, over het meer en een wandeling over de bergen. „Weet u nog, Ender. Herinnert u zich dat nog? 't Was op Pinksteren." Ja, hij wist het nog. En juffrouw Ingeborg rei „Wat was het dien nacht stil op de bor gen." De oonsul-generaal sprak over de 'hoogte van verschillende bergen en over bergbestiji- gingen, en mijnheer Verner noemde een paar bergen op de gienzen van Indië. „Ja." zei juffrouw Ingeborg, maar zag En- der niet aan, tot wien zij sprak „Wat is u ver geweest." „Ja." antwoordde Ender, voor zich uit starénd, „heel ver." Het. kamermeisje van den burgemeester had het volgende gerecht gehaald en kwam daarmee de trap op, toen ze de Oost-Jut land- echo juffrouw en mevrouw Lindegaard ont moette, die naar beneden gingen, gevolgd door de beide fietsers. „O," zed de juffrouw, terwijl ze haar sleep optilde, „ze hebben hun eigen bediening." „En ze hebben champagne bij de soep gedronken,'' zed mevrouw Lindegaard. zidh omwendend. „Ben jij laar, Hans? Nou, laat hij ook maar stil blijven zitten," zei ze. De beide fietsers liepen eenige schreden achter de dames. We zijn in een luilekker land geivallen," zei èen van hen beiden. „Ja," zei de ander, ,,'t Is precdee zooals ik zei, je hebt altdjld! wel een avontuurtje op den kustweg." Dë juffrouwl van de Oostkust wendde zich om. „Waar woont die pottenbakker?" vroeg zij. En de fietsers gingen nu naast de da mes loopsn. Alle badgasten dronken koffie in de woon kamer en in de gnoote eetzaal, waarvan de deuren naar de gang openstonden. Dë bout handelaar Ijood den inspecteur en mijnheer Lindegaard1 een cognacje aan. Mevrouw Ras mussen, die met de mevrouw van de Oost kust. bij de deuropening zat, zei, terwijl het kamermeisje van den burgemeester voorbij ging: „Ja, er zijn meusahen, die er van houden altijd te toonen, hoeveel geld te bezitten." De oude daane zat op de canapé in de woonkamer, haar dochter fluisterde haar iets in het oor. .-Ja, doe dat, kind!" zei 2e. „Dat i9 aar dig." Haar dochter liep, op haar stek geleund, door de kamer. Midden op de trap ontmoet te zij Kristiaau, die haar voorbij holde met een lange, magere persoon. Kristiaan trad, zonder te kloppen, de kamer binnen van de Fryants. „Daar is de consul!" zei hij. „Welke consul?" vroeg mijpkeei* Fryant. „Mijnheer Therkildsen," zei Kristiaan. „Wie T zei de oon»ul-gemeraal. „O," zei Johnny de man bij wien we vruchten hebben gekookt. „Laat de man binnen komen," zei mijn- lieer Fryant. De consu l-generaai stond op en de deur ging open voor den beer Therkildsen, in een zWarto gekleede jas. „Ik hoop niet dat ik ongelegen kom," zei hij en bleef verlegen staan voor de tafel en de gasten. „O, dat is niets," zei mevrouw Fryant en boog het hoofd. „Wilt u geen plaats nemen." „'Mijnheer Therkildsen ging met de bee- nen over elkaar zitten, zoodat uien zijn grijjze wollen sokken zag, terwijl mijnheer Fryant, die koning Saul nu zeer goed kende, hem vroeg „Waarmee kan ik u van dienst zijn?" Al dë aderen hadden opgehouden met het eten. Mijnheer Therkildsen had een hoog rooden kleur gekregen, teen hij den toon van mijn heer Fryants stem hoorde. Hij stond weer op en zei „We dachten slechts -mijn vrouw «Jacht, dat indien u dit hotel niet goed aanstond - of u den avond bij 011s zoudt willen doorbrengen." Er volgden een paar seconden, van vol komen stilte vóór do consul vervolgde, „om dat mijn ecraon thuis, en plotseling eindig- ds. „We hebben het hier volkomen naar onze zin," zei mijnheer Fryamt-, die nog steeds stond, terwijl mevrouw Fryant er haastig bijvoegde: ,,'t Is buitengewoon vriendelijk van uw vrouw en u," en juffrouw Johnny zei „Ik herinner me heel goed, mijnheer Ther kildsen, dat ik eens met uwen zoon heb ge danst." „Ja, 't is heel vriendelijk van u," zei do consul-generaal, die bij de deur stond -en hij liet den man, die misschien veel rijker was dan hiji zelf, pasaeereai en door de deur gaan, zooals men een ondergeschikte rijn congé geeft. „U vergeeft de stoornis," zei mijnheer Fryant tot rijp gasten, toen de deur gesloten was, en keerde terug naar zijn plaats. Mijnheer Therkildsen, stond een oogenblik stil bij do gesloten deur. Do aderen van rijn voorhoofd waren gezwollen. Hij zag er uit, als eon man die in een vroeselijike woede of van koortsige opwinding dreigt uit ite bar sten. Mijnheer Therkildsen ging over de plaats. „Mhar wat wil do oonsul toch?" ilei juf frouw Brascn, die, toen ze hem zag, midden in haar keuken lolecf staan. Mijnheer Th-orloldsen waa blijven stiian en zag een oogwenk naai- de ontredderde keu ken, waar Brasen bij het luik schreeuwde: „"Voor wien moeten die cognacjes opge schreven woerden?" „Dat weeft ik niet, Brasen,'1" zei de juffrouw riqjj omdraaiend. „De zaken gaan zeker goed/' zei mijnheer Therkildsen door het keukenraam, voor hij heenging; „Zijn gez-'icht was wit," zei juffrouw Bra sen en ze 'Kerd zelf bleek, zonder te weten waarom. „Ja," zei de keukenmeid, wit als een vaat doek." Kristiaam rende met de cognac naar de eetkamer, waar de zanger in een kring van dames, een zakdoek om rijn keel had gebonden voor do tocht. „Wat wil miju jongen hebben?" vroeg zijm vrouw, die heen en weer zweefde. „Wat zeg je, mijfn cagon," vroeg de zan- ger. eD houthandela^vr, die Krist i aait riep, kreeg een flesch vermouth in plaats van «en flesch sodawater. „Dat houdt men óén dag uit" zei hij| en naar den inspecteur gekeerd, vervolgde liiji „Mijn vrouw heeft me waarlijk verteld, dat. ze met Champagne zijn begonnen." ..Dat is zeker Engelach," zei de inspecteur. Mevrouw Rasmussen kwam bij haar man. „August, uit d«oo glazen drinken wij niet, mevrouw wees crp twee bewasemde gla zen, waaruit rij en do mevrouw vam de ost- kust sodawater moesten drinken. „Maar zo hebben het zeker te druk met die daar binnen," voegde mevrouw Rasmussen er aan toe. De inspecteur trok rijn schouders op eu zei„Maar dat ia toch al te gok." Hij ging de trap af, terwijl zijn gouden ketting op rijn vest danste en kwam in de glagkamer. wanr hij stiet op de vier onder wijzeressen, die met een bleek gericht onmid dellijk wouschten te betalen, wat ae extra hadden besteld. Woréê veroélfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1