ar-. 964.
Sde Jaargang.
Donderdag 31 Maart 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
's ZOMERS BUITEN.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden roor Amersfoortf 1.85.
ïdëm franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advértentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgeversi VALKHOFF ft Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DEB ADVEBTBOTto:
V«B i^s "g»1»
Elke reghl meer
Grooté letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordoe}!
het herhaald advèrteeren in alt Ölid blj a^
circulaire, bevattende de voorwaarden, worat
toegezonden.
Politiek Overzicbt
De onderwijsstrijd in Frankrijk.
NVi den feilen strijd van die vorige week ia
het 1 latste stadium der behandeling van het
wetsontwerp, waardoor aan de geestelijke or
den de bevoegdheid tot het geven van onder
wijs, in welken vorm ook, wordt ontnomen,
betrekkelijk kalm geweest. Een enkele zit
tingsdag was voldoende om het amendement-
Rabièr, d'at Was ingediend tot vervanging
van artikel 4 en volgendien van het regee-
ringso itwerp door een enkel artikel, af te
doen. Van de 54 amendementen, die op het
voorste 1-Rabier waren ingediend, werden de
meeste i ingetrokken en "de overigen werden
allen, zónder uitzondering, verworpen. Strij-
densmo.ide, gaf de oppositie de obstructie-
taktiek. waartoe zij in de vorige week hare
toevlucht genomen had, prijs, en het laatste
l>edrijf van dezen strijd werd dus in alle
kalmte afgespeeld. Met 303 tegen 231 stem
men we "d artikel 4 in den vorm, dien bet
amendei rent-Rabier er aan gaf, aangenomen,
en slee its enkele stemmen kleiner was de
neerderl eid, die bij de eindstemming aan
liet geh' ele wetsontwerp hare goedkeuring
-chonk. Met 306 tegen 241 stemmen werd
liet wetsontwerp aangenomen. De meerder
heid was dus 65 stemmen. In de minderheid
stemden 12 dissidenten van, de ministereele
meerderheidverder Onthielden zich tien
leden van de stemming, waaronder de mi
nister van onderwijs in het kabinet Wal-
deck-Rouss< au, de heer Georges Leygues.
Het wetsontwerp behoeft thans nog, om
tot wet te kunnen worden verheven, de toe-
temming van den Senaat. Die schijnt niet
twijfelachtig t zijn. Men kan den slag, die
door deze wet a an de congregatiën wordt toe
gebracht, uitdrukken in een paar sprekende
cijfers. 1452 jongensscholen en 2817 meisjes
scholen, in 't geh oei dus 4269 scholen, werden
dooi' de geestelijke orden bestuurd, aar. welke
dloor de afkondiging van deze wet de be
voegdheid tot het geven van onderwijs zal
worden ontnomen.
Intussohen zoo bar als hij er uitziet, is
'ezo maatregel in werkelijikheid niet. De wet
onderdrukt niet bet congïegandsfcische ondier
wijs, maar het ouderwijs van de congrega
tiën, wat niet precies hetzelfde is. De wet
I epaalt namelijk, dat de geestelijke orden als
zoodanig niet neer het recht hebben onder-
wijjs te gevenzijj mogen dus geene scholen
meer bestu'.en en ook geen schoolonderwijs
geven. De leden var eene orde kunnen echter
individueel voortgaan met het geven van on
derwijs, wanneer zij hun ordekleed uittrek
ken, voldoen aan de van staatswege voor
1 et geven van onderwijs gestelde voorwaarden
en eene onderwijzersbetrekking aannemen.
Voorshands komt er dus geen verandering,
liehalve dat de onderwijzende monnik zich
van zijne pij ontdoet en een jas aantrekt
het onderwijs blijft- hetzelfde. Ontevreden
aanhangers der regeering drukken dit uit,
door te zeggen, dat het eene wet is, niet
tegen de congregatiën en hun onderwijs,
maar alleen tegen hun kleed.
Er zijn dan ook reeds maatregelen geno
men met het oog op den nieuwen toestand,
dien deze wet in 't leven zal roepen. Op
grond van de vereenigingswet zijn overal
schoolvereenigingen gevormd, aan Welker
hoofd seculiere geestelijken staan. "Wan
neer dus ergens de ordeschool wordt geslo
ten, dan kan men er tamelijk zeker van
zijn, dat er terstond eene bijzondere school
zal woaden gecpcnd met hetzelfde personeel,
alleen niet in geestelijk gewaad gestoken, en
met hetzelfde onderwijs.
Zooals bekend is, heeft het wetsontwerp
bij, de behandeling in de Kamer op twee
punten eene wijziging ondergaan tegen den
zin van de regeering, die er tegen heeft ge
adviseerd, al heeft zijl niet de kabinetskwëstie
bij die gelegenheid gesteld. Vooreerst is dë
termijn voor de sluiting van de oongregatie-
soholen van vijf jaren tot tien jaren ver
lengd. Tien jaren is een langen tij|d, en de
oppositie zal er wel op rekenen, dat
er inmiddels andere ministeriën zullen op
treden, die minder scherp zijn dan dat van
Combes, en in de uitvoering van de wet
zullen verslappen, misschien zelfs haar ach
terwege laten. Verder i9 bepaald, dat de wet
enkel voor Frankrijk geldt; dezelfde orden,
die in Frankrijk geen scholen mogen drijven,
mogen wel in de Fransche koloniën en in
het buitenland scholen hebben, en zij mogen
in Frankrijk zoogenaamde noviciaten onder
houden d. w. z. inrichtingen tot opleiding
van het aan die scholen werkzame personeel.
Om het gevaar tegen te gaan, dat in deze
noviciaten een kern zal blijden bestaan van
de organisatie der onderwijzende orden, die
bestemd is te verdwijnen, is eene bepaling
opgenomen, die voorschrijft, dat de kweeke-
lingen, die in deze noviciaten worden opge
nomen, den ouderdom van 21 jaren bereikt
moeten hebben en dus meerderjarig moeten
zijn in den zin der Fransche wet. Maar al
zullen deze noviciaten klein zijp, zij zullen
toch middelpunten zijn, van waaruit de be
weging kan worden onderhouden, en wat
hier vooral van gewicht is, zij zullen door
den staat erkende instellingen zijn.
Iutusschen levert de w'armte, waarmee de
strijjd gevoerd is, het bewijs, dat aan den
uitslag groot gewicht is te hechten. In den
onderwijsstrijd, dien het voert, heeft het
kabinefc-Combes ongetwijfeld dë meerderheid
van de vertegenwoordiging van Frankrijk
achter zich.
Ook uit den aanval, die op touw gezet was
tegen het beleid van een zijner leden, den
minister van marine Pelletan, is het als over
winnaar te voorschijln gekomën. De stemmin
gen aan het einde van de zitting van giste
ren, die men onder de telegrammën vermeld,
vindt, bewijzen, dat ook die aaval is afge-
Duitsehland.
Volgers een bericht van, den Berl. Lokal.
Anz. zal de Keizer op zijp tocht in de Mid-
dellandsche z:e Malta, Katania, Messina,
Brindisi, Bari en Abbazia aandoen, in laatst
genoemde plaats zal de Keizer riek twee
dagen ophoudeneene ontmoeting
mët Keizer Frans Joseph aldaar
zou in het oog gevat zijn. De terugreis naar
Berlijn geschiedt den 2en Mei.
Alle Italiaansche kuststations voor draad
lopze telegrafie hebben order ontvangen, zich
gereed te hevden voor de ontvangst van
lucht-telegrammen, die van boord van de
Hohenzollern verzonden worden.
Als leden van de vereeniging der Frank-
fortsche productenmarkt, zoowel de impor
teurs als de handelaars en molenaars in
Frankfort, Mainz, Kreuznach, Darmstadt,
Oiienbacn, Niederlaknstein, Friedberg, Greis-
sen enz., hebben zich door hunne hamdteeke-
nmg verbonden van 1 April of bij den aan
koop van graan uit Zuid-Rusland, Turkije en
de DonauJauden, nog slechts uitsluitend het
Dtuitsch-Nederlandsohe graanverdrag toe te
passsn.
Frankrijk.
Minister Pelletan beantwoordde giste
ren :r de Kamer de interpellatie be-
treffende het beheer der marine. Hij,
ging alle tegen hem gerichte aanvallen na,
om ze te weerleggen. Hij werd daarbij
herhaaldelijk in de rede gevallen. Hij kwam
met nadruk op tegen de intriges, die tegen
hem waren gesmeed.
Dourner bestreed het door Pelletan ge
voerde beheer, maar de minister-president
Combes verdedigde zijn ambtgenoot; 'hij
verklaarde, dat de aanvallen tegen diens be
leid volstrekt niet het belang der verdedi
ging ten doel hadden; zij hadden een an
der doel, dat gemakkelijk is te bevroeden.
Hij stelde de quaestie van vertrouwen en
verklaarde zich solidair met den minister van
marine.
De heer Combes weigerde eene eenvoudige
motie van orde, die daarop met 330 tegen
250 stemmen werd verworpen.
Bij de behandeling van de verschillende
motiën ,die waren ingediend, werd met 318
tegen 238 stemmen de prioriteit verleend
aan de motie-Maujau, die verlangt, dat buiten
het parlement om eene enquête zal worden
ingesteld naar het beheer van de marine.
Deze motie werd daarop aangenomen met
318 tegen 256 stemmen.
To midden van heftige woordenwisselingen
werd de behandeling van het wetsontwerp tot
het verloenen van credieten voor de marine
ten einde gebracht. Het werd aangenomn
met 298 tegen 18 stemmen.
De zitting werd daarna tob den volgenden
dag verdaagd.
Engeland.
Bijl de bespreking van de Thibetexpe-
d i t i e in het Lagerhuis, verklaarde de
staatsecretaris voor Indië, dat dë regeering
niet den wensch koesterde op een of andere
wijze iets af te dwingen, wat zou lijken op
eene militaire bezetting van Thibet.
Het Hus werd hierna tot 12-April verdaagd.
Bulgarije.
Naar de Köln. Ztg. uit Sofia verneemt,
zal de cp den 12. September 1904 vastge
stelde onthulling van het stand
beeld van Tsaar Alexander II met
■het oog op den Oost-Aziatiscihen oorlog ver
moedelijk voor ombepaalden tijd uitgesteld
worden.
Rusland.
Aan den Petersburgschen correspondent
van het Bêrl. Tagebl. wordt van officieele
zijde verzekerd, dat alle berichten omtrent
Russische leeningspogingen in het buiten
land uit de lucht gegrepen zijn. Rusland zijn
verscheidene aanbiedingen gedaan van gToote
bankiershuizen, doch tot dusverre zijn al die
aanbiedingen afgewezen, daar voldoende mid-
deien voorhanden zijn. In gelijken geest liet
het Handelstelegraafbureau zich uit. Het
verklaart het bericht, dat verscheidene agen
ten van het Russische ministerie van finan-
c— n naar Londen, Parijs en Berlijn gezondea
waren tot onderhandelingen over eene in het
buitenland te plaatsen leening, voor geheel
verzonnen.
Turkije.
Het Fremdenblatt te Weenen begroet in
een hoofdartikel de algeheele vervulling van
het hervormingsprogram van
Mürzsteg voor Macedonië, en wel om die
reden, dat de P o r t e thans de hervor
ming van het gendarmeriewezen
a a n g e m o m, e n. heeft. Generaal de Giorgis
zal met zes adjudanten wellicht deze week
nog naar Macedonië vertrekken. 25 officieren
met toevoeging van onder-officieren zouden
hem binnenkort volgen. Evenals de civiele
agenten, zal ook de gendarmerie zoowel tegen
de komitadsjis als tegen overvallen van Turk-
sche militairen en beambten een bolwerk zijn.
Zuld-Afrika.
Het landbouwers-congres te Krugersdorp
werd gisteren geopend.
Generaal De la Rey zeide, dat hij, hoopte,
dat elke gedachte van wrok zou zijn prijs
gegeven. Men had thans het voorrecht zich
te wijden aan de werken des vredes.
Generaal Botha drukte als zijne overtui
ging uit, dat men dezelfde trouw moest too
nen aan de nieuwe regeering, die vroeger
geschonken was aan de oude. Men moest
toonen loyale onderdanen te zijn
De oorlog in Oost-Azië.
Het rapport van adiniraaL Togo schetst de
wijze, waarop de vier stoomschepen die Jen
27en gezonden werden om den naveningaog
van Port Arthur af te sluiten, tot aio keu
werden gebracht of vrijwillig zonken, en Jait
daarop volgen:
Het is iutusschen te betreuren, dat tenge
volge van oen zekere ruimte die gebleven ia
tusscheu de beid© stoomschepen Yakikomaru
ën Yonergainanaru de blokkade niet volle
dig is. De matrozen, die aan de operatie deel
namen, zijn dezelfden die de eerste uitvoer
den.
De verliezen aan onze zijde zijncomman
dant Hiroee en drie onderofficieren gedood,
een luitenant doodelijk gewond, een luite
nant, een machinist, zes onderofficieren en
mjatrozen licht gewond. Alle mannen, die d©
overage equipage samenstelden, zijn door
onze torpedojagers opgehaald.
Commandaut Hi rose en de machinist Sugi-
no, die den dood vonden, legden een bewon-
dereaiswaardigen moed n-m den dag. Sugina
zou juist zich begeveu u|aar de kruibkame»
om de stoom,boot Fukuünaru in brand to
steken, toen dit schip door oen vijandelijk»
torpedo getroffen werd.
Hirose ging, na zijne mannen in de sloe
pen to hebben laten plaats uemeu, drie ma
len izoeken naar Sugiuia. Da-ar hij bespeurd»,
dat zijn scüip zonk, moest hij zich, insche
pen. De sloep stak af, toen een granaat Hi
rose aan het hoofd trof, dat gescheiden werd
van den romp.
Onze torpedor-flott'ille deed blaar best om
de stoomschepen te beschermen en hunne
equipages te steunen onder het hevige ka
nonvuur van den vijand. De torpeWojjagera
Aodaku en Tsubarae drongen o. a. vooruit tot
o,p omstreeks een mijl van den inglang van
de havenzij ontmoetten een vijandelijken
torpedojager, dien zij aanvielen en ernstige
averij teebflachten. De Russische torpedoja
ger scheen aan den stoomketel getroffen te
rijn en ging terug.
Toen zij de haven, verlieten bespeuren de
Japansche matrozen onder den Gouden berg
een vijandelijk schiip, dat geheel buiten ge
vecht was.
Ondanks het zeer hevige vijandelijke vuur,
leed onze flottille volstrekt geen averij.
De kapitein, een lid van de beman
ning en een passagier van -ie Japan
sche kjuststoornboot Hanyei zijn in Ten-
sjowfoe aangekomen met het bericht, dat
in den morgein van den 27en de Russen de
Hanyei beschoten en tot zinken gebracht
hebben bij de Miaotas-eilandën. De rest van
de bemanuing en dë passagiers, deels Japan
ners, deels Ohineezenj zijn gevangen gemaakt.
Het Petit Journal verneemt uit Tientsin
dat van het Japansche escader bij, don laat-
sten aanval op Port Arthur twee kruisers
zijn bescliadigd. Door een granaat zou van
een dier schepen den oom man dotoren zijln
vernield, terwijl voorts graoto avoriii word
aangericht, en twee officieren zijn gedood.
De sohöpen, die bij de laatste poging om
do haven van Port Arthur te blokkeeiën,
door de Japanners zijn opgeofferd, waren,
volgens een telegram uit Kobe aan de Daily
Express, de „Foecioe Maroe", 2944 ton, ge
bouwd in 1882de „Chiyo Maroe", 468 ton,
gebouwd in 1869; de /Yoehico Maroe", 391
ton, gebouwd in 1895 en dë „Janegava Ma
roe', gebouwd in 1897.
Admiraal Makarow heeft als opperbevel-
hebbei te Port Arthur eene kennisgeving uit
gevaardigd, dat allo oorlogsschepen en han
delsvaartuigen, die binnen de operatie-zóne
komen, des nachts zonder lichten of des daags
zonder vlaggen, zullen worden beschouwd als*
vijandelijke scheper, tenzij zijl onmiddellijk
stoppen als eeD schot met los kruit wordt- ge-
loet.
Een telegram uit Sëoel aan de bladen in
Tokio meldt, dat twee Keizerlijke Prinsen bij
het leger zijn aangekomen, en aan den gene-
ralen staf zijn toegevoegd.
Aan Central News wordt uit Sëoel gfr-
meld, dat verschillende teekenen er op wij
zen, dat de Russen zich van de Antejoerivier
naar het Noorden terugtrekken en zich bij
Widsjoe aan dë Jaloe verzamelen.
Naar verluidt zijn de Britsche en Ame-
rikaaaische militaire attache's van Pinjang
teruggekeerd, daar zij geen verlof ontvingen,
verder Noordwaarts te trekken.
De Daily Graphic verbaast zidh, dat het
afkondigen van den staat van beleg
over NioetsjWang ondër de vreemde
lingen aldaar Verbazing to voorschijn geroe
pen 'heeft. Reeds in het begin van den oor
log zijn de mogendheden overeengekomen,
dat geheel Mantsjoerije, voor zoover het Die*
onder werkzaam Chineesch bestuur staat,
van dë Ohineesche neutraliteit buitengeslo
ten zou zijn. Hadden zij hot plan gehad,
Nioetsjwang daarvan uit te zonderen, dan
zouden zij dit verklaard hebben. Overigens
is het twijfelachtig, of Ruslandj dienaangaan
de te berispen is. Het zou hem waarschijnlijk
zeer welkom zijn, Japan te verhindëren, van
Nioetsjwang uit Port Arthur in den rug aan
te vallen. De handhaving van de neutrali
teit zou dus een openlijke onrechtvaardig
heid contra Japan zijn.
Volgens een bericht uit Seoel heeft de Ja
pansche voorhoede heeft, den 27cn Maart
Hayoe, een haven ten zuidwesten van Anjoe
bezet.
Generaal Koeropatkin seint aan den Kei
zer het volgende bericht van generaal
Maschischenko van den 29en:
Volgens de verhalen dor inwoners van de
stad Tsjoeujdöjei hadden de Japanners in
het gevecht, dat den 2Sen bij deze stap plaats
had, meer dan 100 dooden en 100 gewonden,
die door 500 Koreaauscho dragers naar And-
sjoe werden gebracht. Ook aan paarden had
den de Japanners groote verliezen.
Van do Russische gewonden is de staf ka
pitein Stepanow aan zijn wonden bezweken.
Uit het Deensch
22 DOOR
HERMAN BANG.
„Welkom," zei ook mevrouw en Johnny.
En juffrouw Johnny sprak opnieuw over
Zürich, over het meer en een wandeling over
de bergen.
„Weet u nog, Ender. Herinnert u zich dat
nog? 't Was op Pinksteren."
Ja, hij wist het nog.
En juffrouw Ingeborg rei
„Wat was het dien nacht stil op de bor
gen."
De oonsul-generaal sprak over de 'hoogte
van verschillende bergen en over bergbestiji-
gingen, en mijnheer Verner noemde een paar
bergen op de gienzen van Indië.
„Ja." zei juffrouw Ingeborg, maar zag En-
der niet aan, tot wien zij sprak
„Wat is u ver geweest."
„Ja." antwoordde Ender, voor zich uit
starénd, „heel ver."
Het. kamermeisje van den burgemeester
had het volgende gerecht gehaald en kwam
daarmee de trap op, toen ze de Oost-Jut land-
echo juffrouw en mevrouw Lindegaard ont
moette, die naar beneden gingen, gevolgd
door de beide fietsers.
„O," zed de juffrouw, terwijl ze haar sleep
optilde, „ze hebben hun eigen bediening."
„En ze hebben champagne bij de soep
gedronken,'' zed mevrouw Lindegaard. zidh
omwendend.
„Ben jij laar, Hans? Nou, laat hij ook
maar stil blijven zitten," zei ze.
De beide fietsers liepen eenige schreden
achter de dames. We zijn in een luilekker
land geivallen," zei èen van hen beiden.
„Ja," zei de ander, ,,'t Is precdee zooals
ik zei, je hebt altdjld! wel een avontuurtje
op den kustweg."
Dë juffrouwl van de Oostkust wendde zich
om.
„Waar woont die pottenbakker?" vroeg
zij. En de fietsers gingen nu naast de da
mes loopsn.
Alle badgasten dronken koffie in de woon
kamer en in de gnoote eetzaal, waarvan de
deuren naar de gang openstonden. Dë bout
handelaar Ijood den inspecteur en mijnheer
Lindegaard1 een cognacje aan. Mevrouw Ras
mussen, die met de mevrouw van de Oost
kust. bij de deuropening zat, zei, terwijl het
kamermeisje van den burgemeester voorbij
ging:
„Ja, er zijn meusahen, die er van houden
altijd te toonen, hoeveel geld te bezitten."
De oude daane zat op de canapé in de
woonkamer, haar dochter fluisterde haar
iets in het oor.
.-Ja, doe dat, kind!" zei 2e. „Dat i9 aar
dig."
Haar dochter liep, op haar stek geleund,
door de kamer. Midden op de trap ontmoet
te zij Kristiaau, die haar voorbij holde met
een lange, magere persoon.
Kristiaan trad, zonder te kloppen, de
kamer binnen van de Fryants.
„Daar is de consul!" zei hij.
„Welke consul?" vroeg mijpkeei* Fryant.
„Mijnheer Therkildsen," zei Kristiaan.
„Wie T zei de oon»ul-gemeraal.
„O," zei Johnny de man bij wien we
vruchten hebben gekookt.
„Laat de man binnen komen," zei mijn-
lieer Fryant.
De consu l-generaai stond op en de deur
ging open voor den beer Therkildsen, in
een zWarto gekleede jas.
„Ik hoop niet dat ik ongelegen kom," zei
hij en bleef verlegen staan voor de tafel en
de gasten.
„O, dat is niets," zei mevrouw Fryant en
boog het hoofd.
„Wilt u geen plaats nemen."
„'Mijnheer Therkildsen ging met de bee-
nen over elkaar zitten, zoodat uien zijn
grijjze wollen sokken zag, terwijl mijnheer
Fryant, die koning Saul nu zeer goed kende,
hem vroeg
„Waarmee kan ik u van dienst zijn?"
Al dë aderen hadden opgehouden met het
eten.
Mijnheer Therkildsen had een hoog rooden
kleur gekregen, teen hij den toon van mijn
heer Fryants stem hoorde. Hij stond weer
op en zei
„We dachten slechts -mijn vrouw «Jacht,
dat indien u dit hotel niet goed aanstond
- of u den avond bij 011s zoudt willen
doorbrengen."
Er volgden een paar seconden, van vol
komen stilte vóór do consul vervolgde, „om
dat mijn ecraon thuis, en plotseling eindig-
ds.
„We hebben het hier volkomen naar onze
zin," zei mijnheer Fryamt-, die nog steeds
stond, terwijl mevrouw Fryant er haastig
bijvoegde:
,,'t Is buitengewoon vriendelijk van uw
vrouw en u," en juffrouw Johnny zei
„Ik herinner me heel goed, mijnheer Ther
kildsen, dat ik eens met uwen zoon heb ge
danst."
„Ja, 't is heel vriendelijk van u," zei do
consul-generaal, die bij de deur stond -en hij
liet den man, die misschien veel rijker was
dan hiji zelf, pasaeereai en door de deur
gaan, zooals men een ondergeschikte rijn
congé geeft.
„U vergeeft de stoornis," zei mijnheer
Fryant tot rijp gasten, toen de deur gesloten
was, en keerde terug naar zijn plaats.
Mijnheer Therkildsen, stond een oogenblik
stil bij do gesloten deur. Do aderen van rijn
voorhoofd waren gezwollen. Hij zag er uit,
als eon man die in een vroeselijike woede of
van koortsige opwinding dreigt uit ite bar
sten.
Mijnheer Therkildsen ging over de plaats.
„Mhar wat wil do oonsul toch?" ilei juf
frouw Brascn, die, toen ze hem zag, midden
in haar keuken lolecf staan.
Mijnheer Th-orloldsen waa blijven stiian en
zag een oogwenk naai- de ontredderde keu
ken, waar Brasen bij het luik schreeuwde:
„"Voor wien moeten die cognacjes opge
schreven woerden?"
„Dat weeft ik niet, Brasen,'1" zei de juffrouw
riqjj omdraaiend.
„De zaken gaan zeker goed/' zei mijnheer
Therkildsen door het keukenraam, voor hij
heenging;
„Zijn gez-'icht was wit," zei juffrouw Bra
sen en ze 'Kerd zelf bleek, zonder te weten
waarom.
„Ja," zei de keukenmeid, wit als een vaat
doek."
Kristiaam rende met
de cognac naar de eetkamer, waar de zanger
in een kring van dames, een zakdoek om
rijn keel had gebonden voor do tocht.
„Wat wil miju jongen hebben?" vroeg zijm
vrouw, die heen en weer zweefde.
„Wat zeg je, mijfn cagon," vroeg de zan-
ger.
eD houthandela^vr, die Krist i aait riep, kreeg
een flesch vermouth in plaats van «en flesch
sodawater.
„Dat houdt men óén dag uit" zei hij| en
naar den inspecteur gekeerd, vervolgde liiji
„Mijn vrouw heeft me waarlijk verteld,
dat. ze met Champagne zijn begonnen."
..Dat is zeker Engelach," zei de inspecteur.
Mevrouw Rasmussen kwam bij haar man.
„August, uit d«oo glazen drinken wij
niet, mevrouw wees crp twee bewasemde gla
zen, waaruit rij en do mevrouw vam de ost-
kust sodawater moesten drinken.
„Maar zo hebben het zeker te druk met die
daar binnen," voegde mevrouw Rasmussen
er aan toe.
De inspecteur trok rijn schouders op eu
zei„Maar dat ia toch al te gok."
Hij ging de trap af, terwijl zijn gouden
ketting op rijn vest danste en kwam in de
glagkamer. wanr hij stiet op de vier onder
wijzeressen, die met een bleek gericht onmid
dellijk wouschten te betalen, wat ae extra
hadden besteld.
Woréê veroélfd.