V'. 265.
2" Jaargang.
Vrijdag 1 April 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
's ZOMERS BUITEN.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Par 8 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advértentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgever»! VALKHOFF ft C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERIENTEÊN
t O-
Vu I—» ranis
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor hAndel en bedrijf bestaan voordeelige bepaUngen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij aoonifentënt. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonaen.
Politiek Overzicht
De strijd tegen Pelletan.
Die Fransche Kamer heeft, alvorens hare
Paaschvacantie te nemen, nog een anderen
strijd dan dien over het onderwijs van do
congregatiën uitgevochten. Van de leden
van het kabinet-Combe® is er geen, die aau
heftiger aanvallen blootstaat dan de minis
ter van marine Pelletan. De (persoon van1
dezen bewindsman kan daarvan voor een
deel de schuld dragenCamille Pelletan, dio
voordat hij Kamerlid) en minister werd, als
dagbladschrijver zich placht te mengen iu
den politieken strijd, heeft ziclu in zijne
langdurige loopbaan vele persoonlijke vijan
den gemaakt. Maar vooral als minister en
hoofd van het departement van marine heeft
hij| zich de bittere vijandschap van velen op
den hals gehaald.
Wat daarvan de oorzaak is, heeft de mi
nister onlangs op een feestmaal, dat hem
d'oor vrienden word bereid, aldus geschetst.
„Ik wist, dat de taak, die ik op
mij nam (bij de aanvaarding van liet
mi nister ambt) zwaar was. Bij dè mar
rine bestaan de machtigste oligarchieën
van ouze tegenwoordige organisatie. In
de eerste plaats is er de militaire or
ganisatie van het bestuur der vloot, die
niet moeit worden verward met ons korps
officieion, en waarin men zekere gewoonten
van onafhankelijkheid, van autonomie zelfs
had aangenomen in die mate zelfs, dlat een
van mijne voorgangers heeft kunnen] zeggen,
dat men in de marine de wet het meest igno
reerde. Deze organisatie deed denkeu aan
een eiland, van het overige Frankrijk ge
scheiden door een zeearm en waarin slechts
verjaarde denkbeelden gangbaai- waren.
„Deze oligarchie was echter niet de ge-
duchtste; eeue andere is nog machtiger en
beschikt over zeer uitgebreide middelen. Dat
is de groote oligarchie der leveransiers, der
industrieeleu, ongetwijfeld mannen van be-
teekenis, met wie ik de beste relatiën wensch
te onderhouden, maar die naai' mijne mee
ning niet een invloed' moeten verwerven, die
hen in staat zou stellen het budget vau de
nationale verdediging te brandschatten."
De oligarchie van de vlootvoogden heeft er
steeds slag van gehad, ministers van marine,
die niet uit de marine waren voortgekomen,
hare minachting te doem voelen. Benige jaren
geleden trad een Kamerlid, Guieyss© ge
naamd, als minister op. Toen de naam van
den nieuwen minister aan een der vlootvoog
den werd genoemd, antwoordde hij met goed
gespeelde onwetendheidQui est ce? Met de
oligarchie van de groote scheepbouwers heeft
Pelletan 't verkorven, omdat hij hen, wat
hunne prijsberekening betreftscherper op
de vingers ziet dan zij gewoon waren. Een
der motieven, waarom hij eene wijziging ge
bracht heeft iu het onder zijne voorgangers
vastgestelde program van vlootuitbreiding, is
dat hem de door de scheepsbouwers verlangde
prijzen ongerechtvaardigd voorkwamen. Daar
om, heeft hij de bestelling uitgesteld van de
in liet program opgenomen nieuwe liniesche
pen.
Door deze wijziging van het programme
van scheepsbouw heeft minister Pelletan
z.ch tevens zijne voorgangers in het ambt
tot vijanden gemaakt. Zijne inzichten wijken
van die zijner voorgangers Lockrojr en La-nes
sen in hoofdzaak Hierin af, dat hij de kleine,
voor den aanvalsoorlog dienende vaartuigen
beschouwt als het voornaamste element in
de toekomstige oorlogvoering. De gelden, die
zijne voorgangers hadden willen bestemmen
voor het bouwen van groote pantserschepen,
heeft tuj voor een deel besteed om de mid
delen te bekomen voor het bouwen van tor-
peddhooten en onderzeesche booten.
Bij dezo in hunne denkbeelden aangetaste
en gegriefde oud-ministers hebben zich aan-
gtesloten een aantal leden, die beducht wa
ren, dat het beleid van den minister de vei
ligheid van de koloniën verwaarloosde. Daar
toe behoort o. a. de ondervoorzitter van de
Kamer, Etienne, die in de begrootingscom-
missie verschillende bedenkingen van zake-
1 ijken aard tegen Pelletan's beleid te berde
heeft gebracht. Hij klaagde, dat het program
ma, dat de Kamer in 19Ö0 heeft goedgekeurd
voor de verdediging van de koloniën, in 't
geheel niet of gebrekkig is uitgevoerd en
dat op een aantal punten de werkzaamheden
zijn gestaakt. Inzonderheid drukte hiji de
vrees uit, dat de groote kolonie Indo-China,
indien zij mocht worden aangevallen, daarte
gen niet bestand zou blijken.
W anneer men hij deze bestrijders nog
voegt eenigen die, zooals de voorzitter van
de begrootings-comimissie Dbumer, belust zijn
op de minister-portefeiuilles, die beschikbaar
zouden komen als de leden van het kaibinet-
Coiribès aftraden, dan is het duidelijk, dat
minister Pelletan een zwaren strijd had te
voeren. De oppositie, die het kabinet altijd
tegenover zich lieeft, was, waar het deu
strijd gold tegeu Pelletan, door elementen
van groote n injvloed uit de regeeringspart ij
zelve versterkt.
Had Pelletan deu strijd alleen moeten uit
vechten, hij zou waarschijnlijk zijn bezweken.
Maar de gedaehte aan het gevaar, waaraan
het geheele kabinet zou Worden blootgesteld,
wanneer men hem deed vallen, is zijne red
ding geweest. Het hoofd' van het kabinet
heeft met kracht zijne partij opgenomenuij
stelde de Kamer voor de kwestie van ver
trouwen De stemming heeft dus plaats ge
had ouder deu indruk, dat de nederlaag van
Pelletan zou leiden tot dein val van het ?e-
heele ministerie. Eh voor de gevolgen daar
van had een paar dageni te voren de vroegere
voorzitter van de Kamer, Léon Bourgeois,
die zich door zijne gezondheid 'thans op
den achtergrond moet houden, maar wiens
meening nog altijd groot gezag geniet, ge
waarschuwd. Hij schreef oen paar dagen ge
leiden) in de Dépêche de Toulouse:
„Het verbaast mij zeer, dat de tegenstan
ders van liet kabinet zich op mij) beroepen.
Ik heb aau een van hunne leiders ronduit
verklaard, dat ik hun met alleen elkeu bij
stand weiger, maar dat ik ook hunne hou
ding vind af te keureu. Ik heb zelfs beproefd,
degenen, die in persoonlijke betrekkingen tot
mij) staan, van hunne voor de republiek en
voor hen zelf noodlottige houding af te bren
gen, en kan slechts betreuren om hunnent
wil,'' dat zij mijne raadgevingen niet hebben
opgevolgd. Ik zon inderdaad den val van het
ministerie op dit oogemblik, kort vóór de
gemeenteraadsverkiezingen, als een ongeluk
voor de republiek beschouwen. Wat Pelle
tan betreft, mijine sympathie voor hem groeit
aan in dezelfde mate, als de aanvallen tegen
hem hartstochtelijker worden. Ik ben over
tuigd, dat de repiblikcinsdhe partij haar
plicht doen en heim handhaven zal."
De uitslag van den tweedaagscheu strijd
bewijst, dat Bourgeois zijne Pappenheimers
kent. De tegenstanders van Pelletan hebl>en
zijn beleid scherp gekritiseerd, maar hij heeft
hen van zijn kant ook niet gespaard en hen
duchtig de oorcu gewassehen. Dat van het
votum der Kanier geene nadeelige gevolgen
voor het kabinet fe duchten waren, bleek
reeds uit het optreden van Doumer, die als
voorzitter van de begrootings-oommissie zijne
aanklachten tegen Pelletan staande hield,
maar eindigde niet de verklaring, dat hij zich
aansloot bij dc door do vertegenwoordigers
van de verschillende groepen der meerder
heid ingediende motie, waarbij, vertrouwen
wordt uitgedrukt in de regeert lig en zij wordt
uitgenoodigd hot in 1896 ingestelde onder
zoek over den toestand van de marine en de
verdediging van de koloniën weder op te vat
ten 011 voort to zetten. Deze motie werd met.
318 tegen 256 stemmen aangenomen Het o«i
derzoek, waartoe besloten is, zal dus om
vatten niet enkel het beheer van Pelletan,
maar ook dat van zijne voorgangershet
zal niet van het parlement uitgaap. maar
ingesteld worden door eene door de regee
ring te benoemen commissie. Volgens de dooi
den minister president gedane toezegging zal
do commissie bestaan voor een derde uit se
natoren en voor een ander derde uit Kamer
leden, voor de rest uit mannen van het vak.
De Kamer kou dus liare Paasch vacantia,
die waarschijnlijk tot de tweede helft van
Mei zal duren, ingaan met het bewustzijn,
dat zij de gevaren, die het kabi net-Combes
bedreigden, uit den weg heeft geruimd en
de positie van dit kal»net heeft versterkt.
Duitsehland.
De Vortwarts, hét hoofdorgaan van de
Duitsche socdaal-d'emocraten, herdacht giste
ren zijn twintigjarig bestaai:. Het
blad telt thans 83,000 betalende abonnees,
en rekent uit dat sedert do afschaffing van
de socialisten-wet over liare verantwoorde
lijke medewerkers zijn uitgesproken: 100
maanden gevangenisstraf, 3 maanden ves
tingstraf, 6 weken hechtenis en 10,000 mk.
boete. De redacteurs, die thans aan. het blad
verbonden zijn, hebben in dienst van de par
tij te zamen 108 maanden gevangenisstraf
uitgezeten. Er is niemand onder hen, die
geen straf lieeft ondergaan.
Frankrijk.
Bij de stemming van Woensdag over de
motie Maujean, die verlangde dat buiten liet
Parlement om eene enquête zou worden in
gesteld naar het beheer van de Marine, stem
den slechts 11 ministerieele afgevaardigden
tegen de motie; 14 onthielden zich van stem
ming.
Naai- de Petit Parisien uit Londen meldt,
heeft T u r k ij e, toen het vernam, dat het
tuaschen Engeland en Frankrijk
voorbereide tractaat ook de Egyptische
quaestie omvatten zou, iu Londeu en Parijs
geprotesteerd. De Porte maakt in haar pro
test de beide regeeringen, opmerkzaam op
hare eigenschap als souvereine macht en
verklaart, dat ziji edch tegen iedere overeen
komst omtrent Egyptische aangelegenheden
kanten moet, waarin zij niet vooraf is ge
kend. Volgens hetzelfde bericht is ook de
Kh'edive van Egypte tegen de voorgestel
de overeenkomst opgekomen. In krachtige
bewoordingen verklaart hij, dat zonder zijn
toestemming Engeland zijn voorrang in
Egypt© niet mag opgeven.
Italië.
De Italië spreekt het gerucht van een
anarchistisch complot tegen den paus na
drukkelijk tegeu.
Servië.
Uit kringen, dio in betrekking staan met
het Hof ën de regeteriug, verluidt, dat de
offioiersquaestie Maandag of Dins
dag a.s. dusdanig afgedaan zal wierden, dat
de gezanten binnenkort naair Belgrado zou
den terugkeeren.
Turkije.
De Porte heeft Woensdag op de nota van
de gezanten der enteute-mogendhedeir van
den 28- dezer geantwoord, dat zij het in
dienst stellen van meer dan 25 officieren en
onderofficieren voor de reorganisatie
van de gendarmerie v e r w' e r p t.
Thibet
Uit Tuna wordt dd. gisteren bericht: Er
hebben ernstige gevechten plaats gehad tus-
schen het Britschc expeditie-corps en Thibe-
tanen. Twee botsingen hadden plaats, waarin
de Tibetanen met awlare verliezen wierden te
ruggeslagen.
Het Tibetaansche kamp tc Guru werd door
de Engelschen genomen.
De Times vernam uit Tanu, dat do ver
liezen van de Engelschen 12 man bedragen.
Het verlies van do Tibetanen wordt op 4 a
500 geschat.
Australië.
Blijkens een telegram van den gouverneur
van Nieuw-Guinea is de Australische schoener
Will op de Adiniraliteitsedlanden door in
boorlingen in bezit genomen. Een deel van
de bemanning is gedtooder zijn geene Euro
peanen onder. De bestraffing geschiedt dioor
detn kruiser Condor.
Verdea- is op het eiland Durour (ten noor
den van Kaiser Willvelmsland) een station
van de firma Hernsiheim on Co. overvallen,
waarbij de koopman Reimers en twde Gkd-
ueezen zijn gedood. Er wordt eeue strafexpe
ditie uitgezonden door de gouvoru ements-
stoouiiJboot Seestern.
De oorlog ih üost»Azië.
Over den oorlog te land ontving de Figaro
een telegram uit Petersburg, inhoudende
Parijs, 1 April. De Figaro bevat een tele
gram' uit Petersburg, inhoudende
Men zegt met. eenigen nadruk, dat de Rus
sische troepen eeue kleine nederlaag moeten
hebben geleden ten zuiden van Tsjoeg-
Tsjeoel. De voorhoede zou verrast zijn door
een zeer sterke Japansche overmacht, die het.
lucht schippers-materieel moet hebben be
machtigd.
Over het belangrijke voorpostenge
vecht. bij Tsjöngdsjoo wouden van goed-
iugelichtc kringen te Tokio neg dc volgende
bijzonderheden medegedeeld
De aanval van de Japansche cavaJlerie- en
infanterie afdeelingen vond plaats iu de nar
bijheid van de Zuidelijke poort van Tsjöng-
dsjoe. Deu Japanners gejukte liet, zooals
reeds gemeld, dc Russen terug te slaan. De
ze trokken zich terug in de richting van
Widsjoe. De Japansche troepen bezetten
hierop de stad. Hunne infanterie had geen
verliezen, terwijl de cavallerie den len lui
tenant en vier minderen verloor. Ritmeester
Koerokawa en elf minderen werden gewond.
Na het gevecht werden twee gedoode Rus
sen gevonden. Buitendien moeten nog zeven
of acht gesneuvelde Russen zich iu de stad
bevinden Tijdens het gevecht werd waarge
nomen, hoe de Russen met- groote handig
heid hunne gewonden en dooden op paarden
of ambulance wage na wegvoerden. Twee Rus
sen. oogenschijnlijk officieren kverden van
het slagveld weggedragen.
De Daily Express verneemt uit Nagasaki
De Japansche regeering is vast, besloten, de
haven van Port Arthur te versperren.
Tot dit doel zouden niet minder dan 28 oude
en waardelooze schepen gerequireerd zijn.
De plaatselijke commandant van Charbin,
generaal W o 1 k o heeft aan alle inwoners
van Mantsjoerije en de Tra nsbaikal lan
den eene kennisgeving uitgevaardigd, vol
gen swelke het verspreiden van valscho ge
ruchten met de gaaiscthe strengheid der
krijgswetten bestraft wordt.
Een telegram uit Petersburg meldt, dat do
cirouim-Bai kalsuoorw og waarschijn-
lij'k niet voor Augustus gereed zal komen.
Het Russische ministerie van Oorlog moet,
naar voorts uit Petersburg geimeld wordt,
honderdduizenden k h ak i-k 1 e urige uni
formen besteld hebben, om voor den zo
mer te dienen. In de magazijnen zijn dezo
uniformen niet voorradig, nic-ttégenstaande
admiraal Alexejef in 1901 verklaard zou heb
ban, dut de witte uniformen niet konden
worden gebezigd, omdat zij te zeetr de aan
dacht zouden trekken.
V ij;f ontderaeescfhle booten, be
stemd om met het Oostaee-eecader naar do
Oost-Aziatisdhe wateren te worden gezonden,
zijn gereed gekomen.
De motie, die de Japansche Landdag aan
het slot van rijn buitengewone zitting aan
nam, luidt
,,Üëi Keizerlijke oorlogsverklaring tegeai
Rusland is rechtvaardig en in overeenstem
ming met de eer; zij komt voort uit deu
wensch van Z. M., om den vrede in Oost-
Azië op vasten grondslag te vestigen. Geen
onderdaan zal nalaten ridh tot het uiteerste iu
te spannen om zijn plicht te doen. Ter ver
vulling van den Keizerlijken. wil en in over
eenstemming met het vaderlandslievende ge
voelen van liet volk heeft liet Huis besloten,
de door de regeering gewensohte middelen
toe te staan. Hoewel reeds aanzien
lijke resultaten door onze marine rijn ver
kregen, mag men toch niet uit het oog) ver-
lizen, dat da oorlog nauwelijks be-
g o ii ne ii is en dat de tij|d niet te voorzien
is. dat de vrede in Oost-Azië weer hersteld
zal zijn. Het Huis ia derhalve vast beslo
ten ook alle verdere middelen tot
voortzetting van den oorlog toe te staan.
Terwijl het Huis deze motie als weergave van
den volkswil aanneemt, wemsdht het den
minister op het. hart to drukken, dat
zij de keizerlijke politiek hoog houden en het
herstel van den vrede daardoor bevorderen,
dat zij op alle mogelijkheden bedacht rijn
en bijftijds zulke maatregelen treffen, die het.
wensdheliiksb voorkomen, om het beoogde
doel spoedig te bereiken."
Allerlei
vIn een gisteren te" Londen gehouden
vergadering van de Marconi Tele
graph Company deeldfe de president
mede, dat het hoofdbestuur der Engelsdhe
posterijen zich Dinsdag bereid verklaard had
oan met da maatschappij eene overeenkomst
aan té gaande maatschappij liad ook zeer
bevredigende overeenkomsten met de Engel
se he admiraliteit aangegaan, aangaande het
injvoeren van het Marooni-stelsel op de sche
pen dier vloot.
Uit het Deensch
23 DOOK
HERMAN BANG.
„Ja, ja dames/' zei Brasen, die niet wist
wat. ze hadden gekregen en in zijm boek
bladerde, tot Kristiaam voor het luik
schreeuwde: „Brasen, er moet iets op het
ijs worden gezet."
Het was de likeur voor deu consul-gene
raal en Brasen holde weg.
„Hier kam. mem mqg eons zijn schulden
betalen, zei een der onderwijzeressen, ter
wijl mijnheer Rasmussen zeer luid bij het
open luik zei: „Maar meu kam in elk geval
vertrekken."
Juffrouw Brasen. had dit verstaan en greep
met beide hamden maar haar muts.
„Brasen komt er dadelijk aan, zei ze
Yjs ging achter de toonbank en begom zelf
iu de boeken ma te zien.
„Och, juffrouw," zei ze, ,,er komt zoo veel
te golijk, dat u het niet kwalijk moet nemen
Nu zal Brasem het dadelijk narekenen, wamt
mijn oogem tranen altijd zoo
„Men moet rich aan rijn afspraak honden,
juffrouw," zei de inspecteur, en men verlangt
een netto behandeling, wie of wat er ook
komt."
„Daarin Heeft u gelijk," zei juffrouw Bra
sen, wier gedachten onophoudelijk waren bij
den ossenhaas van de Fryamts.
„Br moeten bladen op," zei zo door het
luik en liep zelf ook weg.
Op de keukentafel naast den schotel voor
den ossenhaas stroomden de lepels, messen
en varken.
„Wasch ze, moeder," zei juffrouw Brasen
em bracht ze aam de oude vrouw in de bij
keuken.
„Maar wees er voorzichtig mee, want ze
zijn van den burgemeester."
De oud evrouw nam ze op, spoelde ze en
droogde ze af, terwijl ze één voor één klet
terend op de tafel vielen.
Het kamermeisje van den burgemeester
wachtto op den ossenhaas.
„Jij moet er niet naar kijken." zei juf
frouw Brasen on wild© de vuile borden en
den rommel voor haar verbergen.
„Ocih, ze zien er boven todb niets van,"
antwoordde het kamermeisje van den bur
gemeester, die naai- boven ging met haar
osserihaos.
„Dit vleesch is werkelijk goed," zei me
vrouw Fryant, terwijl het rondgediend werd.
Mijpheer Fryant prak vau deu vader van
den bruin-verbranden mijpaihieer Bnder, dio
als generaal eem groot stuk werk had ver
richt, door het opueaneu van geheel Jutland.
„Ja," zei Knud Ender, mijn vader moest
geleefd hebben onder grooter verhoudingen."
Juffrouw Johnny vertelde Veruor van een
vriendin, die rich van Haar man liet schei
den, nadat z» slechts twee jaar met hem
getrouwd was geweest.
En ze Hebben één kind," zei ze.
Het gesprek werd nu algemeen over Hu
welijken eu scheidingen, tot mijnheer Fryant
zei
Menschen met kinderen moeten nooit
scheiden, terwijl mevrouw Fryant toestem
mend knikte
„Neen nooit."
Knud Ender, die dien heelen tijd niet ge
bogen hoofd met mevrouw Fryant sprak,
zei
„Zou het toch niet beter zijn, dan dat
de kinderen eiken dag de twisten van hun
ouders bij,wonen?"
Juffrouw. Ingeborg sprak geen woord.
Mevrouw Fryant keek eeu oogemblik voor
zich uit en spraik op veranderden toon
„Ja, het. leven is souis moeilijk."
Juffrouw Johnny tikte op haar glas eu
zei vroolijk
„Op uw gezondheid mama. Op uw gezond
heid papa. Ik geloof dat het 's levens groot
geluk is, gelukkige ouders to bezitten.
Want men erft ihiuin vreugde, vervolgde ze.
Eu ze stiet met haar ouders aan, terwijl alle
drie glimlachten.
Maai- plotseling kreeg Jóhnny een vuur-
rooden kleur, terwijl ze luid begon te spre
ken. Ze wist zelf niet wat ze zei. Ingeborg
zat met neergeslagen blik.
Johnny sprak van de tentoonstelling en
ook mevrouwl Fryant haastte zich plotseling
te spreken over de feesten van het vorige
jaar
„Maar jou riet men nooit, Ingeborg," zei
Johnny.
Ingeborg antwoordde
„Ik kom immers zoo zelden in de stad."
„Waarom vroeg Knud1 Ender.
„Ik leef hier," zei Ingeborg. En er was
iets in haai- toon, die zeer stil en langzaam
was, alsof ze in die drie woorden haar heele
levensgeschiedenis vertelde.
En mogelijk, zonder 'het te willen, zei ze,
terwi'il ze haar hoofd oprichtte
„En. zou men op deze wijze ook piet .beter
zich zelf kunnen zijn?"
Knud Ender had een gevoel alsof hij tra
nen in rijn oogen kreeg, in een oogwenk, in
enkele seconden, zag hij onbeschrijflijk vlug
bijna zoo vlug als degene die plotseling
sterft, keel zijn leven, van den dag dht hij
j als vijf en twintigjarige volleerd de techni
sche hoogesahiool had verlaten, ;ian zijn in
nerlijke 11 blik voorbij trekken. El- werd op
de dour geklopt. Het was Kristiaon.
„Hier is een pakje voor mevrouw," zei
hij en 'egde een zwaar voorwerp in pakpa
pier zoo hard op de tafel. dat. de glazen rin
kelden.
„Wat zou er in zijn?" riep juffrouw John-
„Is het voor mfliji
Mijnheer Verner maakte het pak los. Er
lagen twee fleseohen rooden wijn in, bovenop
lag een visitekaartje.
Mevrouw Fryant las luid
„Aau Eonilie. van een oude vriendin."
Van wie kan liet toch zijn?" zei mevrouw
Fryant.
„Dat mag ik niet zoggen." zei Kristiaau
grinnekeud en ging heen. terwijl Johnny
en de oonsul-generaal te gelijkertijd zeiden
„Dat is een aardige verrassing."
„Ja, bizondei- aardig."
„Maar wij drinken eerst met Karei," zei
Johnny eu ze schonk champagne iu een leeg
glas.
„Dat is graaf Sponneck, zei ze, op het
glas wijzend
„Je gezondheid."
„Dank je, zei ze de stem van haar verloof
de nabootsend, terwijil allen aanstieten met
het grafelijke glas en zif 'het ledigde.
„Mijn eigen Johnny," fluisterde mevrouw
Fryant en terwijl haai- gedachten weer terug
keerden tot den wijn, vroeg rij aan haar
man
„Maar van wie kan het toch zijn, George?"
,,'t Is tocfh niet van die oude dame?" vroeg
Knud Ender en op een wonderlijk verstrooi
den toon vertelde hij -van de oude, vrien
delijke dame.
En bijna zonder overgang, 'begon hij plot
seling, als een man die de vormen verbreekt,
omdat hij een onweerstaanbaren drang daar
toe gevoelt, te vertellen van Indië, van de
machtige bruggen, de hoogc stalen bogen, en
vau de steppen waar alles verschroeid en
verzengd is, en het leven in Shanghai met
dé altijd open clubs eu de steenen paleizen
op de boulevards, waar men het verdiende
goud bewaart.
Wurdt vervolgd.