2
scheiden zullen zijn om over de rekening te
oordeelen.
De Voorzitter. Ik moet opmerken,
dat de commissie geen nadere inlichtingen
gevraagd heeft aan B. en W.
De hoer Jorissen. Maar waarom zijn
aan de commissie niet die gegevens verstrekt
Dat was immers de opdracht, die door den
raad gegeven was?
De heer Plomp. Mijnheer de Voorzitter,
ik had liever gezwegen, maar het komt mij
noodig voor een enkel woord tot opheldering
té zeggen. Toen ik vroeg de rekening in
handen van eene commissie te stellen, stel
de ik mij voor, dat met do rekening de bij
lagen zoxtden worden overgelegd, èn omdat
zulks door den heer Kleber was gevraagd,
èn omdat ik mij niet kan voorstellen, dat
B. en W. eene rekening zonder bijlagen kun
nen goedkeuren. Wat is echter aan de com
missie gegeven? Het verslag, de rekening,
zcoals die in het verslag is afgedrukt en eene
toelichting, nl. de ontvangsten te innen en
uitgaven to doen op 1 Januari 1904. Behalve
dat is ons niets verstrekt. Wanneer men nu
-ons verwijt, dat wij niets gevraagd hebben,
dan is dat wel wat sterk.
De Voorzitter. B. en W. konden geen
meerdere bescheiden overleggen. Wij hebben
gegeven wat wij hadden.
De heer Veis Hey n. Mijnheer de Voor
zitter, ik heb hooren spreken van eene cor
respondentie, die nog nadere inlichtingen
zou kunnen verschaffen. Die correspondentie
is echter aan do commissie niet overgelegd.
Mogelijk zouden wij er nader licht uit geput
hebben.
De heer Visser. Mijnheer de Voorzitter,
ik heb die correspondentie alleen ter sprake
gebracht om er op te wijzen, dat wanneer
een lid van den raad .de rekening wil inzien
en zich een duidelijk beeld wil maken hoe
B. en W. gekomen zijn tot de goedkeuring
van de rekening der Ambachtssdhool, het
beste zou zijn do correspondentie op te vra
gen, die aan het besluit tot goedkeuring van
de "rekening is vooraf gegaan.
De heer Veis Heyn. Mijnheer de Voor
zitter, als lid van de commissie verwondert
het mij, dat de correspondentie niet bij de
rekening is gevoegd. Dan hadden wij mis
schien den raad kunnen inlichten, waartoe
wij nu niet in staat zijn geweest-.
De Voorzitter. Ik moet opmerken,
dat dit inlichtingen waren, die B. en W.
aan hot bestuur van do Ambachtsschool
bobben gevraagd. Deze maakten geen deel uit
van de rekening der Ambachtsschoolzij
hadden betrekking op de begrooting en op
het- financieele beheer.
Do heer Hamers. Mijnheer de Voorzit
ter, wij hebben de vraag naar meer beschei
den niet gedaan, omdat de commissie niet
in de correspondentie van B. en W. wild©
treden, Wij dachtenAls B. en W. in 't
bezit van meer bewijsstuken en bescheiden
waren, dan zouden zij ze wol .overgelegd heb
ben. Wanneer eene commissie benoemd wordt
om b.v. de rekening van de gemeente na
to zien. dan zijn alle bescheiden er bij. Maar
uit de stukken, die wij hebben gekregen,
hebben ,wij ons geen begrip kunnen vormen
van den financieelen toestand der Ambachts
school. Dat is de reden, waarom wij dit rap
port hebben uitgebracht.
De heer Jorissen. De zaak is mij nu
een klein beetje beter begrijpelijk geworden,
mijnheer de Voorzitter. Hot blijkt, dat B.
en W. aan de oommissie niet do inlichtingen
hebben gegeven, die zij zelf hadden. B. en
W. hebben dus tegenover do commissi©
ik hoop. dat men mij de uitdrukking niet
zal kwalijk nemen hun plicht niet gedaan.
Zij hadden aan do commissie do inlichtin
gen moeten geven, die in hun bezit waren.
Het komt mij voor, dat biermode de zaak
nog niet afgedaan is. Het dagelijiksok bestuur
is m. i. verplicht de gegevens, die het bezit,
aan de commissie te verstrekken. Dan zal
misschien de commissie in d© volgende ver
gadering kunnen komen met de verklaring:
Na de nieuwe inlichtingen, die wij verkre
gen hebben, is de zaak zoo en zoo.
De Voorzitter. Ik moet opkomen
tegen het verwijt, dat B. en W. hun plioht
hebben verzaakt in dit geval. B. en W. heb
ben aan bet bestuur van de Ambachtsschool
iub'chtingen gevraagd, alvorens de rekening
goed te keuren. Maar die inlichtingen maak
ten toch geen deel uit van de rekening. Had
tie commissi o cr ons om gevraagd, dan zou
den B. en W. hebben kunnen overwegen of
deze correspondentie kon worden overge
legd. Ik geloof niet, dat er bezwaar tegen
de overlegging bestaat, wanneer d© raad dat
mocht verlangen, en ik ben bereid zulks in
eene vergadering van B. en W. ter sprake te
brengen.
De heer Jorissen. Mijnheer de voorzit
ter, ik zou wenschen, dat de inlichtingen aan
de oommissie werden verstrekt.
De Voorzitter. Als de commissie dili-
ailigent wil blijven, stel ik voor de rekening
aan haai' te renvoyeeren en de corresponden
tie d^arbiji over te leggen. Ik stel dus voor
tic zaak terug te zenden aan de. commissie.
Dienovereenkomstig wordt z. b. o. beslo
ten.*
Ingekomen zijn voorts nog:
1. een verzoek van den gemeente-secretaris
om verlof van 2 tot 30 Juni a. s.wordt
z. h. o. verleend
m. een verzoek van J. van Keulen tot' het
leggen van een brug over de Westsingel-
gracht; in handen van B'. en W. omi
advies;
u. een adres van de Vereeuiging tot het
bouwen en verbeteren van. arbeiderswonin
gen, verzoekende de garantie van de gemeente
tot betaling van de coupons en de obligation
der vereenig'ing; in handen van B. en W.
om advies;
0. een adres van inej. A. P. Kley, verzoe
kende maatregelen te nemen met het oog
op hare gezondheid, waardoor zij ongeschikt
is verder onderwijs te geven; in handen
van B. en W. om advies;
p. een adres van do commissie voor het
nationale kegelconcours, houdende verzoek
tot het verkenen van eene medaille ten be
hoeve van dit concours- wordt op voor
stel van den voorzitter besloten dit verzoek
to-i te staan en aan Bi. en W. daarvoor een
ci ediet te verleenen van f 25.
Aan de orde is:
1. Stemming over het voorstel van B. en
W. tot beperking van do kermis tot vijf da/
gen door sluiting des Vrijdags te midder
nacht, waarover in de vorige vergadering de
stemmen hebben gestaakt.
De stemmen staken weder over dit voor
stel. Voor stemden de heeren Jorissen, Ce-
losse, van Voorst Vader, Hamers, Croocke-
wit, Tromp van Holst, Oosterveen en Vela
Heyntegen de heerenvan Esveld, Visser
Kleber. Plomp, mr. Heijligers, uir. Prikken,
van Eek en van Kalken.
Do Voorzitter. Ingevolge het be
paalde bij art. 50 der gemeentewet, moet
dus dit voorstel geacht worden te zijja verv
worpen.
De heer Hamers. Mijnheer de voorzit
ter. zou het na de gevallen beslissing niet
de aangewezen weg zijn om nu bet voorstel
van den heer Kleber te behandelen? Dat is,
naar ik meen, in de vorige vergadering aan
gehouden. Het luidde om de kermis op Za
terdagavond om elf uur te doen eindigen.
De Voorzitter. Ik heb in de vorige
vergadering toegezegd, dat dit voorstel in
stemming zou komen, wanneer het voorstel
van B. en W. mooht worden verworpen.
De heer Kleber. Ik ben bereid, mijn
heer de voorzitter, om het voorstel opnieuw
in to dienen. Maar is hieromtrent wel eene
beslissing van den raad noodig?
De Voorzitter. Ja, omdat anders de
kermis om 12 uur 's nachts zal moeten ein
digen.
De heer Kleber. Dan stel ik voor de ker
mis te doen eindigen om 11 uur.
De heer Visser. Alleen des Zaterdags,
mijlnheer de voorzitter?
De Voorzitter. Ja, des Zaterdags.
Het voorstel van den heer Kleber wordt
aangenomen met algemeoue stemmen.
2. Ontwerp-besluit tot vaststelling der
jaarwedden van het onderwijzend personeel
der openbare lagere school 3e soort in de
Puntenburgerlaan, 1 enoemd den 29. Maart jl.
Wordt z. h. s. besloten tot vaststelling
van-de jaarwedden van de onderwijzeres mej.
H. C. Koensz, de onderwijzers N. M. Heily-
gers en S. P. Slagter en de onderwijzeres
mej. R. C. van Eybergen op f 600.
3. Missive van J. Klink, bouwkundige, be
treffende het. bouwen van 76 woningen bij
de Pieter Pijperstraat met advies.
B. en W. deelen mede, dat voor den aanleg
van de straat, waaraan deze woningen moe-
te worden gebouwd, geen vergunning door
den raad is verleend, en dat zij ook geen
vrijheid vinden te adviseeren die te geven,
omdat hierdoor een zeer ongewenschte toe
stand in 't leven zou wordeu geroepen. Zijl
stellen voor de door hen gegeven afwijzende
beschikking, bedoeld bij art. 5 van de bouw-
verordening te handhaven.
Wordt z. h. s. conform besloten.
4 Rekest van P. van der S'luys, institu
te ur, om terrein voor spelen in de open lucht.
Rekwestrant verzoekt hem kosteloos of
tegen geringe huur een terrein af te staan,
om zijnen leerlingen gelegenheid te geven
spelen in de open lucht en vooral het voet
balspel te beoefenen. B. en W. zijn, van oor
deel, dat het niet op den weg van de ge
meente ligt een dergelijk verzoek in te willi
gen
Wordt z. h. s. conform dit advies afwijzen^
op het verzoek beschikt.
5. Rekest van het collego van regenten
van het gesticht „de Armen de Poth" om
overdiacht van een perceel, thans gebezigd
voor lijders aan besmettelijke ziekten en
brandspuithuis.
Nu, na de voltooiing van de nieuwe barak
bij het gasthuis Aldegonde dit gebouw niet
meer voor de verpleging van lijders aan be
smettelijke ziekten noodig is, adviseeren B.
en W. aan het verzoek te voldoen en het
gebouw in koop af te staan voor eene som
van f 3000.
De heer J orissen. Mijnheer de voor
zitter, mag ik vragen of het gebouw voor
de gemeente zoo goed to ontberen is, dat men
het geheel voor den dienst kan missen? Elr is
aan dien kant van de gemeente geen enkel
lokaal, waar bij voorkomend© ongelukken*
hulp kan worden verleend. Vroeger had men
nog het brandspuithuisje in de Lange-
straat.. maar nu niets meer. B. en W. deelen
mede, dat een lokaal van het gebouw in de
Koestraat aangewezen zal worden voor do
kostelooze vaccinatie. Dat gebouw wordt
langzamerhand voor alles gebruikt: voor.
armkantoor, voor het verrichten van vacci-
natiën, voor de behandeling van favus-
lijders.
De Voorzitter. Neen, die worden daar
niet behandeld.
De heer Jorissen. Ik zou meenen, dat
een van de lokalen in de Koningstraat daar
voor beter zou zijn te gebruiken dan nu dat
in de Breestraat. Daar heeft men een gioed
lokaal, behoorlijk verlicht, terwijl het locaal
aan de Br eedestraat niet ia dan een hok.