2'" Jaargang. Maandag 30 Mei 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. 316 AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Pêr 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per poBt- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Conrant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Adtortentiën, mededeeüngen enz., gelieve men vóór 10 nnr 'b morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 1-ró regels0.75. Elke regel meer- O", ill. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan voordoeligo bepalingen tot het herhaald advèrteèren in dit Blad bij abónnonièht Èene ciroolaire, bevattende de voorwaarden, \$ordt op aanvraag Politiek Overzicht Frankrijk en heft Vaticaan. „De Kamer, goedkeurende de terugroe ping van den gezant bij het Vaticaan door do regeering, gaat over tot de orde van don dag". ïviet dit votumi werd in den laten avond van verleden Vrijdag het langdurige debat besloten over de acht interpellatiën, die waren ingediend om van do regeering licht te verkrijgen over haar geschil met den Heiligen Stoel, dat uit het bezoek van presi dent Loubet aan Rome is voortgevloeid Do beteckenis van deze beslissing wordt verhoogd door de wijze, waarop zij verkre gen is. Want ido verhouding der stemmen wijst uit, dat nog lieelwat meer leden van de Kamer dan die welke behooren tot „le bloc", de meerderheid die het kabinet ge woonlijk steunt, tot dit besluit hebben mee gewerkt. Do motie is aangenomen met 420 tegen 90 stemmen. Onder de voorstemmers vindt men alle leden van de ministerieelo meerderheid, benovens de dissidenten onder de radicalen en de Union démocratique en de revolutionaire socialisten, en voorts 87 leden van de oppositie (78 progressisten en 9 nationalisten). De 90 tegenstemmers wa ren, op drie progressisten na. monarchalen, nationalisten en rallies, terwijl 54 leden van de oppositie zich van de stemming onthiel- don. Met recht mag dus gezegd worden, dat de houding van de regeering in dit conflict door het gansche repuilikeinsche Frankrijk is goedgekeurd. De progressisten hebben niet alleen door hunne stem de regeering gesteundhun woordvoerder in het debat, de oud-minister Ribot, verklaarde „Wanneer er ©ene motio wordt voorgesteld, die enkel slaat op het incident, zunen mijne vrienden en ik haar voteeren, omdat wij aldus willen loonen, dat wij evenzeer als wie ook naijverig zijn op de rechten eni de onafhankelijikheid van ons land, en dat wij: de rechten van de burger lijke maatschappij verdedigen met dezelfde kracht, waarmede wij voor de verdediging van de liberale denkbeelden opkomen." Maar de motie, die is aangenomen, leeft nog een; tweede gedeelte, en dat Heeft even zeer zijne beteckenis. Daarmede sprak do Kamer uit, dat zij elke toevoeging aan het reeds uitgebrachte votum afwees. De aanne ming van dit gedeelte, met 361 tegen 144 stemmen, sneed een voorstel af, dat strekte om de regeering uit te noodigon den dooï haar genomen maatregel aan te vullen, door den, nuntius zijn paspoort toe te zenden. Vooraf was nog de prioriteit geweigerd aan een voorstel om de regeering uit te noodi- gen, terstond het Concordaat op te zeggen, ca een ander voorstel om haar te verzoeken door onderhandelingen met den Heiligen Stoel eene nieuwe regeling der betrekkingen van de Kerk tot den Staat voor te bereiden De Kamer geeft dus zco duidelijk moge lijk te kennen gegeven, dat zij zich enkel wilde uitspreken over het geval, dat de aan leiding geweest is tot deze interpellate Daarmede handelüe zij trouwens in overeen stemming met wat de regeering verlangde. Wat in de toekomst uit dit conflict zal voortvloeien, daarover heeft men zich niet willen uitlaten de regeering gaf dien wensch uitdrukkelijk te kennen en de Kamer viel haai- daarin bij..Maai- wanneer de tijd daar voor 7s aangebroken, dan zal de zaak in haar vollen omgang aan de orde komen. Daarover laat de korte, maar belangwek kende rode geen twijfel, die de minister- president in dit debat hield. Wij laten die rede liior volgen De lieer Combes, minister-president. „Ik verzoek do Kamer het debat zijne werkelijke portee te laten behouden, zonder er beschou wingen van uitgebreider aard aan vast t© knoopen. De Heilige Stoel .hééft in een voor Frankrijk krenkend stuk aa,n eetiige Euro- peesche staten de beweerde beleediging aan gegeven, die het hoofd van den Franscheu staat te zijlhen aanzien zou hebben gepleegd, door den Koning van Italië in de onbetwiste hoofdstad van zijn rijk een vriendschappe lijk bezoek te beantwoorden, dat hij van dien souveroin ontvangen had, en door te weigeren zich te buigen voor de ultramon- taansche cischen betreffende zoogenaamde onvergankelijke rechten. Wij hebl>en op dit stuk geantwoord zooals behoortdoor de terugroeping van onzen ge zant. Deze terugroeping beteekent uit poli tiek oogpunt, dat wij niet kunnen toelaten, dat de aanwezigheid van onzen gezant te Rome door den Heiligen Stoel kan worden uitgelegd in een voor zijne pretentiën gunsti ge» zin on hem kan dienen als schijnbare rechtvaardiging voor rechtsaanspraken, dio wij afwijpèn. Zij duidt eveneens aan, dat wij niet hebben willen dulden die inmenging van liet pausdom iu onze internationale betrek kingen, alsmede dat wij hebben willen bre ken met de verjaarde fictie van een wereld lijk gezag, dat sints 34 jaren verdwenen is. Moest ons rechtmatig protest tegen de in menging van het pausdom in onze internatio nale betrokkingen verder gedreven worden en het gekecle personeel van ons gezantschap teruggeroepen worden? Wij hebben gemeend van niet. Krachtens een verdrag, dat ons bindt, zoolang het niet is opgazegd, krachtens het Concordaat-, zijn wij verplicht betrekkin gen met het Vaticaan te onderhouden voor het afdoen van de zaken. Wij kunnen het gezantschap en het Concordaat niet opheffen op eigen gezag; het komt aan do Kamers toe tot "een dergelijken maatregel te besluiten. Sommige sprekers dringen bij u aan, om zonder verder verwijl tot do opzegging van dit verdrag over te gaan. Wie voelt niet, dat eene zoo ernstige daad, die het misschien be langrijkste deel van ons bestuurs-organisme doet verdwijnen, moet worden voorafgegaan door maatregelen, geschikt om den republi- keinscheu staat te waarborgen tegen de poli tieke gevaren van eene zoo radicale veran dering in zijne wetgeving en in zijne gewoon ten? Niet door middel van eene motie kan men die teere kwestie regelen Een vau uwe commissiën is gesaisisseerd van verschillende voorstellen, strekkende tot scheiding van Kerk cn Staat. Zij zal u hare conclusion voordragen. Op dat tijdstip zullen de Kamer cn clo regeering zich iu volledige vrijheid kunnon uitspreken. Men heeft u bij schatting een datum geuoemd; de regeering aanvaardt dien. Het hangt alleen van de Kamer af, of het vraagstuk terstond na de begrooting in behandeling zal komen in do zitting van Januari a.s. De regeering is even verlangend als de haastigste van ulieden, om dit vraagstuk te onderzoeken en te regelen, want bij de wijze waarop het Concordaat in acht genomen, of liever dagelijks geschonden wordt door de geestelijke overheid, moet een geneesmiddel worden aangewend. Wij kunnen niet langer in een toestand blijven, waaruit wij ons an ders niet meer zouden kunnen roeiden. Ik stel dus tot dat tijdstip de uiteenzetting van do inzichten der regeering uit. Ik verzoek de Kanier ook tot uien datum een votum uit to stellen, dat nu voorbarig zou zijn, en zich in liaro motie te beperken tot den maat regel der regeering, die tot deze discussie aan leiding gegeven heeft." België. De verkiezingen voor leden van Senaat en Kamer, dio elk voor do helft moesten aftre den, hadden gistereu plaats iu 'volkomen kalmte. De cijfers wijzen uit, dat de liberalen vrij belangrijk zijn vooruitgegaan. De katholieke regeerings-meerderheid is echter niet ernstig verminderd. Engeland. Sir Charles Hardingo, de. nieuwe Engelsche gezant te Petersburg, diür eergisteren den Czaar zijne geloofsbrieven heeft, aangeboden, moet in den loop van het gehoor den Czaar een eigenhandige» brief van Koning Eduard ter hand giesteld hebben Hongarije De Hongaarsehe delegatie nam Za terdag de begrooting voor buitenlandsche zaken aan. Minister Tisza verklaarde, dat do woorden, die door Goluchowski gespro ken betreffende Turkije, geen bedreigingen, doch vermaningen waren. Wij willen op den Ralkan geen overwegenden invloed oefenen, doch zullen ook niet toelaten, dat andere mogendheden dat doen. Wanneer het tot eene uitbarsting mocht komen in de Balkan-Sta- ten, dan zullen Oostenrijk en Rusland een vredelievende oplossing vinden. Het zou een dwaling zijn te gelooven, dat de bezwaren, die Rusland ondervindt, in het Verre Oosten, zijn gezag en macht in Euro pa afbreuk zouden kuunen doen. Zuid-Afrika In de rede, waarmede bij het Boeren-Con- gres sloot, verklaarde gr ueraal Botha, dat hij zoor aangenaam getroffen was door de woorden, die do luitenant-gouverneur van Transvaal, Sir Arthur Lawley, gericht had tot de deputatie van het congres. Volgens het bericht, dat do Times van deze rede bevat, zei de geueraal Botha, dat hij overtuigd was vau liet oprechte verlangen der regeering om voortaan steeds met do Boeren samen te wer ken. Evenals aan president Krugér. liceft het Booren-congres ook aan president Steyn een telegram van hulde gezonden van dozen in houd „Deze vergadering zendt hare hartelijke groeten aan ZHEd. gewezen staatspresident Steijn en wcnscht hem namens het volk ge luk mot het herstel zijner gezondheid en hoopt hom 6poedig in Zuid-Afrika terug le zien Generaal Botha". De oorlog in Oosf-Azië. Over 'de gebeurtenissen op het schierei land Liaotong zijnde volgende berichten ont vangen Parijs28 Mei. Het Japansche gezant schap deelt aan Havas het volgende telegram uit Tokio van heden mede Do bcvelhebben van het tegen Kintsjou opereerende leger bericht, dat ©en detache ment uit infanterie, artillerie <_n genie sa mengesteld, Nankwanling bezet, heeft. De vij and werd teruggedrongen naar Port Arthur; hij stak het station Sanshilipao, ten noord westen Van Dalny gelegen, in brand. D'e Japanners hebben 50 Rus3ischa kanonnen, on vele andere tquipementstukkem genomen. De vijand liet 400 dooden op het slagveld. Onze verliezen v rden op 3000 man geschat. Tokio, 28 Mei. Officieel wordt medege deeld De aanval tegen de vijandelijke stel ling van Nanshan begon des nachts te 2 uur 35 minuten. Het Japansche veldgeschut bracht de Russische artillerie, welke uit 50 stukken geschut cn 2 compagnieën snelvuur artillerie bestond, des middags te elf uur tot zwijgen. De Japansche infanterie rukte voort tot 400 meter van den vijand, toen zij tegen gehouden werd door draadversperringen, mij nen en loopgraven. Het vuur der Russische infanterie cn maxims duurde onverzwakt voort. Wij rukten 200 meter verder. Verscheidene stormloopen mislukten; alle officieren en manschappen vielen op 20 a 30 meter voor den vijand. Des avonds geschiedde, ouder het zwaarste geschutvuur, do laatste stormaanval. Wij be zetten de hoogten, verdreven den vijand en veroverden alle vijandelijke kanonnen. Door een gelukkig toeval word eene mijn- ontploffing aan den oostelijken kant van.dou Nanshau-berg verhinderd. De Telegraph ontvina uit Tokio een vol lediger relaas van de depêche van generaal Okoc dan het door de Japansche L-gatic uit- gegevene. Het bevat de volgende bijzonder heden Wij voltooiden onze toebereidselen tot den aanval den 25en en begonnen onze actio den- zelfden dag to middernacht. Hot weder was stormachtig en het was stikdonker. Een deel van onze strijdmacht viel echter Kintsjou aan, dat weldra werd vermecsterd. Onze aanval op Nanshan zou om 4.40 's morgens beginnen, maar door den mist be gon geen van do kanonnen, die onder bevel waren van generaal Uchiyma, het vuur eer der dan ©en uur daarna. Van 5 uur 's morgens ondersteunden ons vier van onze oorlogsschepen van de Kintsjou-haai uit. De vijand antwoordde met al zijne kanonnen. Er volgde een hevig ge vecht. Drie uren later werd het Russische infan terie vuur zwakker. Onze infanterie avanceer de daarop om 10 uiur 's morgens. Br Waren vijf barkassen, met troepen gevuld, die de vijand trachtte bij Luangdutubudi aan land te zetten, maar onze strijdmacht vooruit ziende trekken, gingen zij terug. De Russen hadden vier kanonnen in bat terij te Tadocng-fang, Dnslien en ten zuiden van Nanshan, die op de derde divisie vuur den op eeai afstand van 7000 meter en tot zeven uur des avonds ons vuur zonder uit werking maakten. Onze kanonnen deden hun uiterste best, maar do Russische infanterie l>ood den liard- nekkigsten tegenstand. Er kon geen bres wor den gemaakt voor oen stormaanval door onze infanterie vóór 5 uur des avonds. Later avanceerde onzo derde divisie zoo ver, dat zij geheel door dein vijand omringd was. De Russen versterkten daarom hunne infanterie op onzen linkervleugel en beproef den een aharge op onzo derde divisie; twee van hunne batterijen to Han wan lang werkten daartoe mede. Do munitie van caizc batte rijen raakte op en de kanonnen hadden bijna verwijderd moeten worden. Wij deden daarom een laatste uiterste poging met al ouzo krachten. Onzo batterijen vuurden wat zij konden. Do infanterie van de eerste di visie chargeerde niet ongelooflijke dapper heid maar zij leod zware verliezen door het heete vuur van den vijand en werd tot staan gebracht voordat wij de uiterste stel ling bereikten. Gelukkig •begonnen onze schepen weer to vuren op den linkervleugel van don vijand. Ons vierde arti 1 lerie-regiment deed, in sa men working met de vierde divisie, met in spanning van alle krachten oen aanval op den Russische» linkervleugel en bereikt© do hoogten onder grooto geestdrift. Do eerste en dorde divisie forceerden daarop, over huuine dooden lieoiispringende, de Russisch© looj>gra- ven en forten cn dreven in een goveoht van man tegon man met pistool, sabel en bajonet den vijand in verwarring uit zijne laatste liniën van verdediging. Een aantal van onze soldaten vervolgden de vluchtelingen, de kanonnen vuurden gra naten op hen af, onze troepen juichten en, trotsch op liet werk van dezen dag, sliepen zij op het slagveld. Wij namen een aantal officieren en man schappen gevangen. Verder maakten wij ons meester van eon locomotief, drie zoeklichten, een dynamo, vijftig mijnon, vele geweren, veel munitie enz. Tokio, 28 Mei. Het Japansche eskader, dat den aanval op Kintsjou steunde, stoomde Woensdag de haven van Kintsjou binnen. De stormachtige zee verhinderde terstond dool te nemen aan de operation. Dadelijk na dat het weder gunstiger was, Donderdagmor gen, naderde het eskader de kust eu bom bardeerde de Russische batterijen. l>e tor- pcdo-flotille beschoot den spoorweg bij de Shao-rivier en décd peilingen. Dé kanonnen van de groote schepen van het eskader na derden op den linker-vleugel en hielpen het Japansche leger bij den aanval. De aanval van de Japanners op Nanshan was een der wocdeudsten en bloedigste» in do geschiedêhis "va.ii' den 'modernen oorlog. Gedurende den eersten aanval werd ieder officier en ieder soldaat doodgeschoten, voor dat zij de eerste Russische linie bereikten. Een artillerie-bombardement was noodig vóór de laatste, uiterste poging, die slaagde, omdat een detachement, dat do anderen in moed overtrof, door de Russische linie hoen kwam. Do ontdokking van do draden der mijnen was ecu groot gelukstocval voor de Japan ners. Wanneer de mijnen waren gesprongen, zouden de verliezen van de Japanners ontzet tend geweest zijn en hadfden de Russen hunne stellingen kunnen behouden. Om elf uur s morgens waren do voornaam ste Russische batterijen tot zwijgen gebracht Twee Russische veldbatterijen trokken terug naar Hankwangleng, van waar zij de Japan ners bombardeerden tot do nacht inviel. De Japansche infanterie avanceerde tot op geweorschotsafstandzij stuitte op een net werk van draadversperringen. Nadat daarin cemo opening was ontdekt, ging de infanterie vooruit tot op 200 meters van de Russische linie. Zij deed een aanval, maar werd terug gedreven Do Japansche artillerie hervatte het. bombardement. Tegen den avond nam een Japansch detachement een gedeelte van de Russische linie. De kameraden, door dit succes aangevuurd, avanoeerdlcu weldra over de gehéclo linie. Zoo kwam het Japans he leger in 't bezit van den heuvel. ROMiN 33 VAN ALEX. RÖMER. Ellen legde de dekens terecht, gaf vrouw Holz een wenk, om heen te gaan en zétte zich voor het bed. De zieke hield krampachtig haar vingers vast. Na een poosje opende hij de oogen weer cn hij keek liaar aan, volkomen bij bewustzijn. Hij bewoog de lippen, maar hij kon geeai verstaanbaar geluid uitbrengen. Zij schudde treurig het hoofd het-diepste medelijden sprak uit haar trekken.. Db zieke bewoog nu de handi en die vingers. Hij maakte teckens op de dekens, hij trek lijnen., die letters moesten beteekenen, zij volg de do bewegingen in gespannenoponerkzaam- beid. „Er moet een dokter gehaaid worden" zij had goed geraden een uitdrukking van groote verlichting kwam in de angstige oogen. „Dokter Sohneller is niet thuis, Schneider zal dadelijk möt een ander komen", antwoord de zij. Een dankbare blik overtuigde haar, dat do patiënt hoorde en begreep. Zoo was dan een middel gevondenwaardoor hij zich uiten kou. Na een poosje kwam de dokter, onderzocht en gaf zijn voorschriften. Ellen diende tot tolk tusscheu hem en den verlamde; met groote handigheid ontcijferde zij de teekensdie de vinger op de dekens schreef. „Tong zwaar, alles verlamd', behalve de rechterhand, hoor en zie alles." Er viel weinig te doen. Misschien ging do aanval voorbijzoo'u verlamming week soms na eeuige dagendat moest men afwach ten. „Blijft u hier?" vroeg de dokter aan El len. Dezen nacht tenminste," antwoordde zij. Vrouw Holz was er erg mee tevreden zij \Vas bang, zooals zij telkens beweerde. Ellen gaf den patiënt een lepel bolillon cn het drankje, dat de dokter had voorgeschre ven. Het. slikken ging moeilijker behoorde handigheid en geduld toe, den lepel zóó te houden en den zieke zoo ver op te richten, dat de vloeistof in de keel terechtkwam. Ellen speelde het klaar, als eene geoefende verpleegster. Stilletjes richtte zij de sofa tot ligplaats in voor den nacht. Maar de zieke sliep niet en meestal zat zij aan zijn bed. De groote, wijd geopendé oogen hadden nu een hulpeloos smockende uitdrukking. Don volgenden morgen kwam Leopold pas. Hij was laat thuis gekomen, had in den nacht niet willen storen en trok nu, bij het zien van den toestand, de schouders op. Hij zag er frisch gekapt, in een élégant nieuw pak gestoken, heel goed uit en scheen heel opge wekt gestemd. Hij was in 't geheel niet verrast door Ellen's optreden hij, sprak daarover ook niet verder. Hij liet zich nauwkeurig door haar inlichten. Ellen zag, er erg moe uit en zei zachtjes„Nu, j lang kan deze toestand natuJurlijk niet du- I reu, en 't zou 't beste voor hem zijn, als de dood) hem verloste." „tk vind het erg prettig, dat je hier een beetje toézdet, want. men weet wel, ihoe het bij zulke gelegenheden gaat. Zijn geld zal do oude wel goed hebben weggesloten, zijn effec ten zijn, zoover ik weet, bij: dén bankier eu het testament is bij; den notaris gedeponeerd. Dat is wel in orde; maar geef toch eeu wei nig acht op de zaken in die kast wordt, het zilver bewaard, en daar zij,n kostbare stuk ken bij. Ellen zat ineengedoken eu luisterde naar de woorden van haar broeder, waarin geen woord van liefdé of deelneming voor den ar men lijder doorschemerde. Zou zij hem zeg gen, wat zij gisteren over Suze gehoord had Maar neen,.waarom? Het zou weinig indruk op hem maken. Had hij wel een hart? Hij ging een gevaarlijken weg bergafwaarts, zei eeu stem in haar binnenste, en zij zag geen mogelijkheid om hem te redden. Maar met Gods liefde gaat niemand verloren. Zij herinnerde zich de woorden van Welcord, die hij onlangs tot haar gesproken had„Wij mönschen moeten weten tö wachten on liefde geven, zooveel we kunnen." „Leopold! Je hebt den man, die daar cp zijin sterfbed! ligt, veel te danken vorge'd het- hem ten minste met een weinig liefde en deelneming, hij hoort cn verstaat alles", zei ze. „Nu ja, ik kan hem niet gezond maken," antiVoorddo Loopold barsch, „en ik vers'a de kunst niet, om als klaagvrouw op te treden. Dan ben jij hier veel beter op je plaats!" Hij gaf haar eeu kus, wat hij zelden deed eu ging heen. Zij zag hem lang na, met oen moodoloozen blik. Met den heer Goldaui liep het echter nog niet af. Zijn sterke natuur behaalde do over winning; do verlamming week; hij kon spoedig weer beide armen bewegen en een paar minuten op zijn beenén staan, zoodat Schneider hem van het bed naar do sofa kon brengén. Ook de spraak kwam terug, al lispelde hij nog erg en al was hij moeielijk te verstaan. •Daar het juist Paa.schvacantie was, kon Ellen dagelijks komen. Het slikken ging nog altijd zeer bezwaarlijkhij kon dat slechts doen, als men hem precies de juiste houding gaf en dat kon Ellen alleen. Vrouw Holz had respect voor haar gekre gen, daar zij; dien vreesolijken nacht alleen bij mijtnheer hadj durven blijven cn zioh zoo goed had weten te redden, ofschoon zij ca' heel vreemd inkwam. 'tWas haar een erg gemak, als de juffrouw kwam en alles regel de. Dat mijnheer dit goedvond, was letterlijk een wonder. De advocaat was soms org brom mig; vrouiw Holz kon hij1 na het ongeval niet uitstaan; zij mocht niet meer bij hem komen. Op Schneider bromde liij voortduren*!. Dikwijls, als Ellen in do voorkamer lioed eu mantel aflegde, hoorde zij zijn bnrsclic, nog niet. geheel normale stem en Schneider's ge mompel daartussohen. Zoodra zij binnenkwam, helderde het gele, magere gelaat van den zieke op en werd het rustig. Hij, groette haar beleefd eu vertrouw de zich zwijgend aan haar zorgen toe. HSj had nog geen woord gezegd over haar onver wachte komst en haar optreden had haar ook niet hedlankt, maar hij söhikto zich zon der eenige tegenkanting in al wat zij voor schreef. Zij had een ernstige, besliste manier van met hem om to gaanzij heerechte hier, alsof zo van jongs af in deze kamers thuis hoorde, en deed alles, alsof hot Van zelf sprak. Zij wist precies, op welke uren zij den zieke werkelijk van nut was Vu kwam dan gere geld, op dc minuut af. Schneider verteldio haar dikwijls, dat dc patient geen oog van de klok. af had, totdat zij kwam. En. dan Werd zijn gelaat altijd kalm. Zij merkte niet, met welk eens belangstel ling hij al haar bewegingen volgdeals zij zioh zonder godruisch iu de kamer heen cn weer bevtoog of halfluid Sultfieider haar be sliste bevolen gaf. Schneider bromdo en knorde dan. Een paar lepels van het drankje kon hiy toch ook wel ingevenhij had zijn heer nu al dertig jaar gediend. Maar dan begonnen dc oogen van den zieke «wr te rollen. Hij was oen oude sukkel, zei hij dan, zijn hand was veel té ruw cn hij wist de lepel niet te hanteerun. Schneider trok do schouders op en had er ten slotte vrede mee, dat juffrouw1 Kramer kwam. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1