33©. S8de Jaargang. Maandag 13 Juni 1904. ï£1,£.r2£ria BUITENLAND. FEUILLETON. ZIJN WELDOENER. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amersfoort f L25. Idém franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Ad verten tien, mededeeKngen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF ft C«. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIES: Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeeüge bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad bg abonnement. Bene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met I Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die gedurende de maand Juni nog zullen ver schijnen, KOSTELOOS toege zonden. Politiek Overzicht Het millioen der Karthuizers. Den 7en Juni was het twee jaren geleden, dat in Frankrijk het kabinet-Combes zijn ambt aanvaardde. T'weé jaren zijn een lange levenstijd voor een Fransch ministerie. Van de veertig minister-presidenten, die Frank- rijik onder do derde republiek gehad heeft, zijn behalve de heer Combes slechts drie langer dan twee jaren aan liet bewind ge weest: J.ules Ferry, Méline en Waldeck - Rousseau. Het ministerieel© leven is een leven van aanhoudenden strijd, in Frankrijk evengoed als elders, misschien zelfs nog meer. Het is eigenaardig, dat de strijd tegeai- het ka binet-Combes niet enkel is een zuiver poli tieke strijd. De hevigste aanvallen tegen dit kabinet gaan niet uiit van zijne politieke tegenstanders, maar komen van ontevreden leden der meerderheid. Het zijn inzonder heid leden van het kabinet-Waldeck-Rous- seau, die in deze aanvallen op den voorgrond treden. Telkens verwekken zij incidenten, met de blijkbare bedoeling scheuring te brengen in den boezem van de meerderheid en met behulp vau de rechterzijde het ka binet te doen vallen. Van die zijlde ging ook in de zitting van verleden Vrijdag een aanval uit, die op de regeering werd be proefd. Een der ontevredenen, de afgevaar digde Charles Bos, interpelleerde den minis ter van justitie over een besluit, waarbij een nieuw tarief voor gerechtskosten was vast gesteld. Maar de aanval ging van de ge noemde oud-ministers uit, vau wie de heer Millerand optrad om het debat over te bren gen op liet algemeen politiek beleid der re geering, waarvan het verband met het ta rief van de gerechtskosten ver te zoeken is. Het debat had dan ook een politiek naspel, dat uiterst stormachtig is verloopen. De minister-president weerde den aanval af met een persoonlijken tegenaanval. Hij zeide „Wij zien hier 't eigenaardige schouw spel, dat de leden van het vroegere kabinet- Waldeck-Rousseau het ministerie moedelijk- heden bereiden en het willen doen vallen, hetzelfde kabinet, dat door de tegenwoor dige ministers zoo trouw verdedigd is. Trouil- lot, Val lé, Doumergue zij hebben voor het kabinet Waldeck-Rousseau de bezwaren weggeruimd, die het bedreigden, en de steentjes verwijderd, die zich op zijn weg bevonden. Wij hadden reciprociteit kunnen verwachtenik begrijp niet hoe een lid van dit vorige kabinet koelbloedig onzen val kan aanzien Wanneer de heer Millerand ons verwijlt, dat wij slechts bezeten zijn door de gedachte aan de congregatiën, dan moet ik hem antwoordenIk ontbind de geeste lijke congregatiën, maar ik verdedig ze niet voor do rechtbanken. (Dit was eene zinspe ling op een geval uit Millerand's praktijk als advocaat). Wanneer ik de congregatiën ontbind, dan geschiedt het eenvoudig in het belang van de republiek, eu ik verrijk mij niet aan. hun overschot.'' Hier werd van de rechterzijde geroepen „En liet millioen van de KarthuizersDeze interruptie gaf aan liet debat eene geheel andere wending. Van het tarief der gerechts kosten was voortaan geen sprake meer; de interpellatie daarover werd afgedaan door een besluit, met 313 tegen 250 stemmen ge nomen. om over te gaan tot de orde van den dag. De aandacht werd voortaan geheel in beslag genomen door dat millioen van de Karthuizers, naar aanleiding waarvan de minister-president opmerkte: ..Dteze inter ruptie herinnert mij aan een smartelijk of fer. Ik moest ter wille van hooger politiek belang Millerand weet bet -het offer brengen, af te zien van de onthulling van deze hatelijke lastering en de bewijzen voor mij te houden." Dit antwoord maakte natuurlijk eerst recht de nieuwsgierigheid wakker. Terstond nadat de interpellatie-Bos was afgedaan, vroeg Renault-Molière het woord, om de re- geering te interpelleeren over de door den minister-president afgelegde verklaring over eene poging tot omkooping, en de Kamer besloot, op verzoek van den lieer Combes, die interpellatie terstond te behandelen. On der dankbetuiging aan den interpellant, dat hij hem in de gelegenheid stelde zich te verlos sen van een geheim, dat hem drukte, ver klaarde de minister-president: „In December 1902 zeide de secretaris-ge neraal van het ministerie van binnenlaml- sclie zaken mij, dat hij het bezoek .ontvan gen. had van een persoon, die hem twee mil lioen had aangeboden, wanneer ik een wets ontwerp indiende, dat gunstig was voor de Karthuizers. Hij antwoordde dien persoon, dat als hij niet uit het venster geworpen wilde worden, 'hij hem raadde niet door de deux van mijti kabinet te gaan. Ik hechtte, daaraan geen gewicht, totdat eenige maanden later, nadat het wetsont werp om (de vergunning aan de Karthuizers te weigeren, was ingediend, een dagblad de o secretaris-generaal aan het ministerie van "binnenlandsche zaken beschuldigde een mil lioen te hebben gevraagd, om mij eene red* te doen houden ten gunste van de Karthui zers. Er werd een onderzoek ingesteld. Men hoorde daarin de verklaring van den tus- echenpersoon, den heer Lagrave, commissa ris-generaal op de tentoonstelling te St.- Iiouis, die den persoon niet wi 1de noemen, voor wiens rekening de stap was gedaan. De minister van koophandel gaf hem per tele graaf bevel dien naam bekend te maken. Hij, antwoordde, dat hij hem genoemd had aan zijn vongen chef. Toen kwam de heer Mille rand (dat was de vorige chef) mij vragen den naam niet bekend te maken om hoogere politieke overwegingen. Ik sprak over dit incident in den minis terraad en tot den president der republiek, <iie op de hoogte gebracht was, maar die mij vriendschappelijk zeide, dat hij mij er niet over had willen spreken, omdat hij meende dat het de moeite niet waard was en omdat hij er volstrekt geen waarde aan hechtte. De heer Renault-Molière. De gegeven in lichtingen zijn onvoldoende; de minister president is verplicht ons den naam te zeg gen. Do heer Combes. Het staat aan hem, die mij gevraagd heeft er niet over te spreken, den naam te noemen. Do heer Renault Morlière. Het past mij niet te zeggen, van welke zijde de naam moet komen. Maar wij moeten hem weten. De heer Millerand. De minister-president heeft gezegd, dat ik hem had opgezocht om hem te zeggen, dat ik het gedrag en de ver klaring van mijn vroegeren ondergeschikte volkomen goedkeurde en dat de redenen, die hem hadden doen handelen, onze handel wijze moeten bepalen. De minister-presi- kan van meening veranderd zijn. Ik niet, eu ik zal nooit een geheim openbaren, dat ik slechts ken op grond van mijne vroegere functiën van minister van koophandel." Dit antwoord heeft, zooals men ziet, nog niet voldoende licht ontstoken. Maar nu een maal de nieuwsgierigheid geprikkeld was wilden allen er meer van weten. En zoo werd eenstemmig besloten, dat aan eene commis sie zal worden opgedragen d© zaak te onder zoeken. Mengen zal die oommissie in de af- deelingen benoemd worden. In afwachting daarvan omschrijft de Par rijsche correspondent van de Köln. Ztg. het politieke resultaat van dezen dag en van de over de interpellatie-Bos gehouden stemming aldus„De overwonnenen in deze stem ming zijn niet de oppositie, maax de dissi denten van het „bloc", van wie de aanval was uitgegaan, en inzonderheid Millerand. Voor hem compliceert zich de politieke neder laag met de nog te verwachten moreel© af rekening over zijne rol in de poging tot om kooping. Het kabinet-Combes kan hierna echter voorloopig getroost weer de toekomst tegemoet zien. Kenschetsend is, dat. alle leden van het kabinet-Waldeck-Rousseau in de Kamer, namelijk Baudin. Caillaux, De La- nessan en Leygues, den heer Millerand bij zijn aanval steun verleendenook Doumer en Lockroy sloten zich bij hen aan. En toch brachten deze generaals het slechts tot een gevolg van 17 stemmen, die zich als dissi denten van het „bloc" bij hen aansloten en. zich met de oppositie vereenigden. Het kabinet Waldeck-Rousseau kan men dus als voor goed afgedaan beschouwen, en de meer derheid van de republikeinen st^at en blijft onder het toeken van het „bloc" en van zijn clericalen strijd." Engeland. De minister voor Indië Brodrick ver klaarde in het. lagerhuis, in antwoord op eene daartoe strekkende vraag, dat de regee ring niet van plan is een bijzonder gezant schap naar Kaboel te zenden. Zwitserland. De juiste naam van den man die den moordaanslag op den Russisohen gezant te Bern heeft, gepleegd, is Jan Iinicki. Hij be schouwt zichzelf als een slachtoffer van Rus sische willekeur en schijnt aan vervolgings waanzin te lijden. Verleden jaar was hij naar Darmstadt gegaan, om den Czaar zelf over zijne belangen te spreken. Iinicki is vroeger Russisch officier geweest, maar thans Turksoh onderdaan. Te Weenen. waar hij ook lang heeft gewoond, lag hij dikwijls overhoop met. de overheid en is er wegens huwelijkszwendelarij tot tien maanden gevangenisstraf veroordeeld. Bij do toen ge voerde prooessen kwam uit, dat hij uit Dene marken gezet was, omidat hij ook daar be proefd had, den Czaar te naderen. Toen de Ozaar indertijd te Weenen vertoefde, was Iinicki door de Weenscho politie tijdelijk uit de stad verwijderd. De gewonde gezant heeft een goeden nacht gehadkoortsversaliijnsel en hebben ziah niet voorgedaan. Balkan-Staten. Betreffende de vaststelling van de Donau- grens tusschen Rumenië en Bulgarije heeft de Bulgaarsche regeering de voorstellen van Rumenië aangenomen. De grenslijn is vast gesteld: om de tien jaren zullen eventueele veranderingen van het riviergebied worden opgenomen. Vijf Rumeensdie eilanden gaan over aan Bulgarije en acht Bulgaarsche eilan den aan Rumenië. Do Bulgaarsche agent te Konstantinopel heeft namens zijjne regeering aan do Porie stellige verklaringen afgelegd, volgens welke onverwijld in Bulgarije de strengste maat regelen zullen worden genomen om de ver zending van ontplofbare stoffen van daar naar Turkije tegen te gaaai. Daar hot vaststaat, ?lat het pakket naar Gewgheli uit Bulgarije verzonden is, zal de Porte op verlangen van de Bulgaarsche regeering aan deze de vracht brieven overgeven, om te beproeven door het schrift op het spoor van den misdadiger te komen. Do vertegenwoordigers te Sofia van de bin- nenlandsche Macedonische organisatie heb ben eene verklaring openbaar gemaakt, waar in zij elke deelneming van de organisatie aan den aanslag op den spoorweg bij Gewgheli ben stelligste ontkennen. In de regeeringskringen te Sofia wordt de dynamiet aanslag van Gewgheli zeer scherp veroordeeld. Men zegt daar, dat deze aanslag geschikt is de pas tot stand gekomen goede verhouding tusschen Turkije en Bulgarije te bederven. Een keizerlijk iradé vergunt aan Hongarije de overbrenging van het in de Grieksche kerk van Roderto ter aarde bestelde stoffelijk overschot van den nation al en held Rakoczy naar Hongarije. De Politisch Correspoiadenz berichtDe Servische regeering heeft in de kerkelijke kwestie besloten, van het patriarchaat auto nomie te verlangen voor de Servische kerk in Turkije, derhalve ongeveer hetzelfde, waarop de Kutzowalachen voor zich aanspraak maken. Er zullen kleine Servische kerkelijke gemeenten opgericht warden, die in de leer vau het patriarchaat afhankelijk blijven, maar in hun inwendig bestuur geheel zelf standig zullen zijn. Gelijktijdig zal het. aan tal Servische bisschoppen in Turkiie verhoogd worden. Turkije. Eene mededeeling van de Porte aan de .gezanten van de entente-mogendheden houdt in, dat de laatste spoorwegaanslag door eene helse he machine veroorzaakt is. De machine is geborgen geweest öf in eene als een bezen ding boter gedeclareerd© kist, of in eene kist, die gedeclareerd) was als bevattende boe ken. De gezanten van de entente-mogendheden hebben bij de Porte stappen gedaan om te bewerken, dat de op de uitvoering van de hervormingen doelende interventie van hunne Macedonische consuls, die van goede uitwer king is geweest, in haar vollen omvang blijft bestaan. In den laatsten tijd willen de auto riteiten in de vilajets deze interventie ont duiken, waarbij zij zich beroepen op eene door de Porte uitgevaardigde dionstinstructie, volgens welke alleen de civiele agenten tot interventie bevoegd zijn. Verder verlangen do gezanten van de entente-mogendheden een gewaarmerkt afschrift van de met do Banquo Ottoman© gesloten overeenkomst betreffende het jaarlijksche budget van dc Macedonische gendarmerie. Volgens geloofwaardige berichten uit par ticulier© bron geven de jongste gebeurtenis sen in het district Sassoen. aanleiding tot ern stige ongerustheid. in toonstelling met do verklaringen ran de Porte melden deze berichten, dat de revolutionnaire herweging met veel bloedver lies onder de bevolking onderdrukt werden. De Fmnsche en Engelsche gezanten Con st ans en O Uonor drongen bij de Porte aan op ataiung van de vervolging der Armeniërs. Marokko. Staatssecretaris Hay heeft den Amerikaan- schen consul te Tanger per telegraaf de in structie gegeven dat hij niets moet doen wat de Vereenigde Staten zou kunnen binden om in eenig opzicht aan de Marokkaansche roovers straffeloosheid tc verzekeren, of wat zou kunnen worden aangemerkt alsof de Ver- eenigde Staten roof en afpersing in Marokko als rechtens bestaande erkennen. Uit Tanger wordt aan.' de imiee berichtEr 'bestaat een goed) georganiseerd complot door geheel Marokko ten gunste van de afzetting van den Sultan Het heeft niets gemeen met den Laatsten opstand, maar is opgekomen onder de godsdienstige beschaafde standen en wordt gesteund door veel personen van betee- kenis. De omwenteling is op touw gezet voor dat de Engelsoh-Fransch© overeenkomst be kend was, maar het sluiten van die overeen komst heeft de beweging versterkt, omdat de Sultan nu beschuldigd wordt ziju land aan Frankrijk .te verkoopon. De Sultan weet van het complot; hij zal waarschijnlijk ge noodzaakt zijn Fez te verlaten, in welk ge val hij waarschijnlijk naar Tanger zal gaan. Midden-Amerika. De Amerikaansche admiraal Sigsbee heeft uit Monte Christi naar Washington geseind: Alle havens van Sint Domingo zijn nu voor den handel geopend. De revolutie is geëindigd. Zuid-Amerika. Het geschil tusschen Brazilië en Peru is in het stadium van vreedzame oplossing ge treden. Men spreekt van een gemengd be stuur, dat zal worden ingesteld voor het Acre- gebied, waarover het geschil loopt. De oorlog in Oost-Azië. Officieel wordt aan den Pctersburgschon correspondent van het „Berl. Tagebl." ver zekerd, dat alle beweringen dat de leiding van den oorlog berust in Petersburg, onjuist zijn. Integendeel worden Kocropatkin's be velen uit het Oosten te Petersburg opgevolgd. Uit Petersburg vertrekt geen enkel bevel. Alexejew is ondergeschikt aan Koeropatkin, ook in civiele aangelegenheden, terwijl hij in militaire quaeeties niets te zeggen heeft. Daarmee is dus do onjuistheid aangetoond van een zitting van. den oorlogsraad ondor voorzitterschap van den Czaar, die Koero patkin een beweging tot ontzet van Port Ar thur zou opgedragen hebben. Over den oorlog zijn de volgende berichten Petersburg12 Juni. (11.50 's avonds.) Er loopen hier geruchten, dat voor Port Arthur een groote zeeslag geleverd is. Twee groote ROMAN 43 TAN ALEX. RÖMER. Hij had mevrouw Rose gegroet en stond nu naast Ellen. „Goed, dat ik u ontmoet," zei kijk 2011 anders vandaag bij u zijn gekomen. Ik was gisteren in bet ziekenhuis en heb onze be schermelinge gezien en gesproken. Ziji ia veel beter; zij gaf sterk haar verlangen naar u te kennen. Gaat u niet eens naar haar toe?" „Zeker, vandaag nog," riep Ellen uit. „Welken indruk heeft bet meisje op u ge maakt,'' vroeg zij vol spanning. Hij'i glimlachte, zijn eigenaardigon, harte lijke n glimlach. „Zalig zijn dc rednen van hart," antwoord de hij. Angelita schikte de rozen in een vaas. Hij trad) snel op haar toe. „Angelita, je bent mild1 en deelt graag iets meê," zei hij| guitig, „geef mij een paar van de rozen terug." Hij greep een paar van do mooiste, schikte ze in zijn hand en reikte ze aan Ellen. ;,Voor u en de zieke." De blik, waarmee hij deze woorden deed vergezeld gaan, joeg haar een kleur aan. Zij nam de bloemen, dankte hem en nam spoe- dig daarop afscheid. Zij besloot dadelijk naar Suae te gaan. Zij was weemoedig gestemd) bij de gedachte aan dat weerzien, en toch verheugde het haar, dat Suze op Welcord een goeden indruk bad gemaakt. Het antwoord, dat hij) op baar vraag had gegeven, was weer juist iets voor hem. Zij had d© rozen in de hand en ademde de heerlijke geur in. Voor zijl er aan dacht, was er een traan op gevallen. Hij had ze niet voor haar gekozenzij had slechts een deel ontvangen van den rijkdom van een ander dat waren slechte gedachten en zij was boos op zich zelf. God beware mij voor dwaze gedachten, mompelde zij. Zuster Corduila, dezelfde, die toen dien nacht waakte en haai' in haar feesttoilet ge houden had voor de vrouw van haar metge zel, bracht Haar naar No. 17, waar Suzc in een vriendelijk, zonnig kamertje, dat op den tuin uitzag, voor het venster zat. Zij zag er bleek uit. Zuster Oordlula had Ellen: on derweg reeds verteld, dlat het gevaar gewe ken/ was. Door dé vele aandoeningen en het harde loepen was hier of daar een adertje gesprongenhet sterke bloedverlies had de diepe bewusteloosheid en de langdurige zwak te veroorzaakt. Zij' moest nog erg oppassen, maar zou toch geheel genezen. Suze stond op toen Ellen binnenkwam, en een diepe blos kleurde haar teer gezichtje». „Juffrouw Kramer", het scheen haar moeite te kosten dien naam uit te spreken zij zonk in haar stoel terug en verborg lraar gelaat in haar zakdoek. Zuster Cordula had zachtjes de deur dicht gedaan en de meisjes alleen gelaten. Ellen trad' op Suze toe. „Suzelieve, arme Suze. Wat ben ik blij dat je hier opgenomen bent." Haar toon was heel hartelijk. Suze nam den zakdoek van iiaar gelaat weg en zag haar door tranon aan. „Hebt u dus nog aan mij gedacht, nu en dan?" fluis terde zij. „SuzeNoem mij toch bijl den naam even als vroeger. Ik blijf een zuster voor je, al is ook nu daarover spreken w<e niet. Ik had me veel eerder met je moeten bemoeien en onderzoek moeten doen naar je verblijf. Ik wist dat je alleen stond in de wereld. Wat zal je geleden hebben Suzc knikte treurig, hielp Ellen hoed eu mantel afdoen en verzocht haar te gaan zit- teu. „Ziet u, zie je zij verbeterde zich zelf eu een weemoedig lachje verhelderde haar uog altijd fief gezichtje, „hoe aardig ifc het hier heb. Mijnheer Welcord betaalt alles voor mijn verblijf en heeft mij in de eerste k'as doen opnemen. Dit benauwt mij, want ik zie geen kans hom die uitgaven terug te gevenik weet nog in het geheel niet wat er van mijl worden inoet" zij zag er uit als een hulpeloos kind „maar het was heerlijk dat alleenzijn", voegde zij: er bij. „In de eerste klas heeft men zijn eigen kamer." „Heb daarover in 't- geheel geen zorg, Suze", riep Ellen. „Mijnheer Welcord is heel rijk on heel goed." „Je bent met hem verloofd, niet waar, Ellen? Zuster Cordula meende eerst dat jelui al getrouwd Was." „Onzin, Suzo!" Ellens gelaat waa donkerrood, tot achter d© ooren. „Ik heb mijtoheer Welcord kort geleden leeren kennenhij is heel vriendelijk en beleefd, maar nader dan ieder ander sta ik hem niet." „O, hoe jammer!" Suze zag er verschrikt vilt en scheen, bang te zijn iets ongepast te hebben gezegd. Zij keek verlegen voor zich. Ziji was nog hetzelfde kindi van vroeger en zijl was onbesmet gebleven. Zalig zijn de reincn van harte. „Vertel mij nu eens, Suze, hoe het je ge gaan is", vroeg Ellen, „alles, hoor! Wat bracht je dien nacht tot zoo'n vertwijfeling? Waarheen wou je vluchten? In het moer? Arm kind! Ik begrijp, dat je erg moet heb ben geloden, maar er lagen jaren tusschen je groote smart en nu." Suze haalde diep adem en zag er verslagen uit. „Als het je te veel aandbet en je nog niet veel praten raag, doe het dan niet", zei Ellen snel. Suze schudde het hoofd. „Otoen ik hoordo dat jij het was die me hier had gebracht, heb ik vreeselijk naar je verlangd. Ik moet ik moet je alle9 vertellen. Zie je, toen Leo niet meer van me hield en me verliet, toen werd het duister om mij heen en ik dacht, dat ik sterven ging. Ik weet het nu al lang, dat men niet sterft van verdriet en veel verduren kan. Ik ben veel wijzer geworden, Ellen." Dit klonk bijna komiek. Ellen hield haar kleine magere hand vast en'streelde en lief koosde die. ,,Ik weet nu ook, dat ik het Leo niet zoo kwalijk nemen kan. Ik pasto niet biji hem en ik Was heel lichtzinnig, om zoo'n geheim engagement aan te knoopen, zonder mede weten van mijn vader. Daarop moest dit alles volgen. Zie, toen vader dood in huis werd gedragen en ik vol ontzetting naast zijn lijk stond en hem zag buiten voor het ven ster o God!Toon was ik blij onder al het verschrikkelijke, eu de vreugde over zijn tegenwoordigheid was grooter dan de smart om den doode. „Later heb ik gevoeld welki een zware zoude dit was. Hij trok zich terug en ver dween en ik zag hem nooit weer. „Aan den tijd daarna durf ik niet den kon; ik geloof dat ik niet goed bijl verstand wasik dacht er maar steeds over. hoe ik mij uit do Wereld kon helpen en was toch te laf en to onhandig, om bet te doen. Toen is Ëlly gekomen. „Elly Helmke. Ik zal haar dankbaar zijn tot in alle eeuwigheid, Want zij was vol me delijden en wou mij goeddoen. Maar „Maar Suzo, je past niet bij haar, en je hebt je in baar omgeving heel ongelukkig ge voeld", vulde Ellen aan. Suze knikte. „Het was verschrikkelijk", zei ze zachtjes. „Elly", zij aarzelde alsof zij moest nadenkendan ging zij voort„Zij is Diet slecht. Zij neemt bet leven niet zwaar oj) en geniet van alles, zonder er bij te den ken. Zij lacht on schertst met de hoeren, tot ik mij schaamde en bang werd ik begrijp hot met, ik ben te dom. Wat heb ik niet alles moeten doen zingen in het koor op het toonecl, ik stierf van angst en het vree- selijkste Was achter de coulissen. Ik voeldo dat ik niet thuis was in di" kringen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1