Sde Jaargn
Woensdag 29 Juni 1904.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
V. 346.
RSFOORTSÜH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 8 maanden Yoor Amersfoortf L25.
Idem franco per post- 1.75.
1 Wonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C°.
Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Tan 1—4 regels 0/
Elke regel meer«Ri
Groote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvri
toegezonden.
Politiek Overzicbt-
Marokko.
Raisuli heeft de 70.000 dollars ontvangen,
die hij als losgeld voor zijne gevangenen Per-
dicaris en Varley had geëischt; de ontslagen
gevangenen toonen hunne dankbaarheid, door
den lof van den roo ver hoof dm an te verkon
digen. Men zou denken, dat het nu in Marok
ko was „pour le mieux dans le meilleur des
inendes." Maar dat schijnt toch niet zoo te
zijn. De groote moeielijkheid schijnt integen
deel nu eerst in aantocht. Verleden Maandag
zijn uit Tanger ijlboden naar Fez gegaan oan
den Sultan den eisch van Engeland en de
Vereenigde Staten over te brengen tot be
straffing van Raisuli.
De correspondent van de Daily Mail te
Tanger bericht over deze nieuwe phase vau
het geval„De ernstigste crisis, die tot dus
ver in Marokko is uitgebroken, zullen wij nu
beleven. De Amerikaansche en de Britsohe
gezant eischea namens hunne regereing de
dadelijke gevangenneming en bestraffing van
Raisuli. Do beide regeeringen hebben ge
durende de geheele nu hangende crisis gewei
gerd Raisuli s straffeloosheid te waarborgen,
ondanks den wensch van de Moorsche regee-
ring. De tegenwoordige toestand onderscheidt
zich zeer van aile vroeger voorgekomen ge
vallen. Raisuli is een hooge regeeringsamb-
tenaar en onder den tegenwoordigen staat van
anarchie absoluut heerscher over talrijke door
oorlogszuchtige bergstammen bewoonde pro
vinciën. De Sultan zal ongetwijfeld lucht
hartig al zijne beloften breken en een nieuwen
gouverneur benoemen. Wanneer nu de berg
stammen tot het besluit komen, dat Raisuli
slecht behandeld is, dan zullen zij zich ver
zetten tegen de benoeming van een nieuwen
gouverneur en Raisuli zal, steunende op het
groote prestige, dat de uitslag van den roof
van Perdicaris en Varley hem heeft verschaft,
en niet de vertwijfeling van een in den ban
gedane de provinciën verdedigen, die hij zoo
gemakkelijk verkregen heeft. Weigert de re
geering intusschen Raisuli te bestraffen, dan
zou dit overeenkomen met eene beschimping
van de staten, die voldoening eischen, en de
gevolgen liggen voor de hand. Geeft daaren
tegen de regeering toe aan den eisch, dan
moet zij tegen de bergstammen oorlog voeren
en Raisuli zal, omdat de regeering het hem
gegeven woord op bevel van de christenen
breekt, overal aanhangers vinden."
Of de beide voldoening eischende staten
zich hierbij van de hulp van Frankrijk zullen
bedienen, zal nog moeten blijken. Zij zullen
echter wel niet kunnen nalaten met de Fran-
schen in overleg te treden, omdat Marokko
nu naar de door Engeland in de overeen
komst van 8 April gesanctioneerde opvatting
onder bescherming van Frankrijk staat. Het
Fransche protectoraat wordt terstond voor
een zware taak gesteld.
In het rapport, dat de afgevaardigde
Hubert, namens de commissie voor buiten
landse he zaken, heeft uitgebracht over het
voorstel-Jaurès, om een crediet toe te staan
ten behoeve der vreedzame ontwikkeling van
de stammen, die het aan Algerië grenzende
gebied bewonen, wordt er nadruk op gelegd,
dat men de macht van den Sultan van
Marokko niet moet beperken, maar die veeleer
moet uitbreiden, want Abd-el-Azis verdient
vertrouwen; hij is oprecht vooruitstrevend
gezind en zal zeker met vreugde aan het
werk der beschaving van zijn laud medewer
ken. Het kan er daarom slechts om te doen
zij,n, hem eene controle ter zijde te stellen,
maar do wijze van deze controle vast te stel
len, is zaak van de diplomatie, niet van de
Kamer. Yoor het overige verlangt het rap
port een krachtig optreden, zooals blijkt uit
de zinsneden aan Let slot, waarin wordt ge
zegd: „Wij moeten met alle krachten er
naar streven ons in Fez vasten voet te ver
schaffen, want slechts daar kunnen wij ons
van Marokko en van onze Noord-Afrikaansche
bezittingen verzekeren. Alleen van de hoofd
stad uit kunnen wij op doeltreffende wijze
onzen invloed over het land verspreiden, en
het is daarom van het allergrootste gewicht,
dat wij ons niet blootstellen aan de vreeee-
lij.ke teleurstelling, de plaats door onze mede
dingers bezet te vinden, wanneer wij in Fez
aankomen."
Wie deze mededingers zijn, nu Frankrijk
zich met Engeland heeft verstaan, is niet
recht duidelijk.
Duitsehland.
Over het verblijf van Koning Eduard VU
in Duitsehland wordt bericht:
Tegen het middaguur kwam de Ko
ning van Engeland te Hamburg aan.
Hij werd aan het station door de civiele en
militaire overheden ontvangen en door het
publiek met boera-geroep begroet. Toen Z. M.
in het portaal van het station zichtbaar
werd, presenteerden de soldaten het geweer
en speelde de muziek liet „God save the
King".
De Koning begaf zich terstond naar de
landingsbrug, waar de stoomboot, waarmee
hij de haven zou rondvaren, gereed lag. Een
peloton huzaren opende den stoeteen
tweede peloton volgde op het rijtuig. De
schepen, de openbare gebouwen en vele par
ticuliere woningen vlagden. Langs den gan-
schen weg stond de menigte en haie ge
schaard en begroette den Koning met geest
drift.
Na de rondvaart door de haven begaf de
Koning zich naar de beurs, waar de voorzit
ter van de Kamer van koophandel Michahel-
lis eene toespraak hield, waarin op de eer
gewezen werd, die den handel te beurt viel
door het bezoek van den Koning aan de
beurs. De Koning antwoordde met eene
dankbetuiging voor do schitterende ontvangst
en met de verzekering, dat het bezoek aan
Hamburg hem onvergetelijk zou blijven.
Daarna begaf de Koning zich naar het
raadhuis, waai' de Senaat hem een lunch
aanbood.
Bij het dejeuner ten stadhui ze hield
burgemeester Hackmanu een rede, waar
in hij dank zeide voor het bezoek
van Koning Eduard aan Hamburg, eene on
derscheiding die te meer als een hooge eer
ondervonden wordt, omdat het de eerste
maal is dat een souverein van het Britsohe
wereldrijk hier als gast vertoeft, terwijl er
eeuwen lang betrekkingen tusschen Ham
burg en Groot-Brit tannic bestaan hebben.
Koning Eduard sprak zijn dank uit voor
deze vriendelijke woorden. Het verheugde
hem bijzonder, dat hij de vriendelijke uit-
noodiging had kunnen aannemen. Nooit zou
'hij de wijze waarop hij was ontvangen ver
geten. Mogen de goede en vriendschappelijke
betrekkingen, die sinds eeuwen bestaan heb
ben tusschen Engeland en Hamburg, steeds
voortduren. De Koning verklaarde zeer goed
te weten, dat de ontvangst niet alleen gold
zijn perscon, dook ook het grooto Britsohe
rijk.
Te kwart over drie kwam de Koning op
het balkon, door duizenden menscken met
hoera's begroet. Daarop deed hij een rijtoer
langs de Binnen- en Buiten-Alster. Hij ver
trok om kwa** over vier.
Des avonds gaf prins Heinricb in Kiel ter
eer» van Koning Eduard een diner in zij|n
paleis.
De Koning zat tussahen den Keizer en de
Kroonprins, en tegenover prins Heinrich.
Onder het diner nam de Keizer het woord.
Hij herinnerde, dat hij reeds als jongen in
Portsmouth en Plymouth de Engelsche ma
rine had leeren kennen en bewonderen. De
reusacihtige beweging op zee in het middel
punt van de grootste oorlogsmarine der we
reld, heeft toen op zijn jeugdig gemoed een
onuitwïsckbaren indruk gemaakt.
Bij het terugzien op deze indrukken zijner
jeugd zal de Koning het verstaan, wanneer
de Keizer datgene, wat hij eens als jong-
mensoh in Engeland heeft gezien, wat zich
diep bij hem iugrifte, later beproefd heeft
als regent te ver-wezenlijken op eene wijze,
beantwoordende aan den toestand van zijn
land.
Wanneer het kennersoog van den Koning
de schepen van het Duitsahe eskader, on
danks hun gering aantal, en hunne man
schappen waardeerend heeft beoordeeld, dan
spreekt de Keizer daarvoor zijn innigsten
dank uit. De Keizer noodigde den slotte de
aanwezigen uit hunne glazen te ledigen op
het welzijn van Koning Eduard, maar ge
lijktijdig ook de kameraden van de Engel
sche marine te gedenken, hen die heden hier
vertoefden, hen met wie wij voor Peking heb
ben gestaan en allen wier beminnelijke gast
vrijheid wij op zoo vele plaatsen der aarde
genoten hebben. „Koning Eduard VII hiep,
hiep, hoera!"
Koning Eduard antwoordde in het
Duitsdh, dat de woorden van den Keizer
hem diep hadden getroffen. Hij kent de be
langstelling, die de Keizer steeds in de En
gelsche marine heeft gekoesterdhij is over
tuigd, dat de Duitsche marine door de kun
digheden en de belangstelling van den Kei
zer steeds van grooter beteekenis zal wor
den. Hij is er verder van overtuigd, en het
is zijn wensoh, dat de beide vloten steeds
in eene vriendschappelijke verhouding zul
len staan, dat zij steeds venheiigd zullen zijn
elkaar te zien en te begroeten, in welk
land het ook zij.
Hij dankt prins Heinrich voor het sahoone
diner. Hij heeft zich er in verheugd zooveel
waardige admiraals en officieren te zien. Hij
wenscht nogmaals dank te betuigen voor de
gastvrijheid, die hier geboden is aan hem
en aan degenen, die met hem gekomen zijn.
Zijn verblijf alhier zal bij hem in de beste
herinnering blijven. Hij keert terug met de
aangenaamste herinneringen. Hij eindigt met
de woorden„Ik drink op het welzijn van
den Keizer, met wien mij eene innige vriend
schap verbindt sedert wij elkaar kennen.
Leve de Keizer!"
Engeland.
In het Lagerhuis stelde gisteren de
afgevaardigde Beckett voor de orde van
'den dag te veranderen, teneinde aandacht
te kunnen schenken aan 't geen er outbreekt
aan de verdedigingskrachten in Indië en
de koloniën en aan de verwarring in het
War-office en het leger, veroorzaakt door
uitstel van de zijde der regeering, om defi
nitief mee te deelen wat zij van plan ismet
de reorganisatie.
Do minister van oorlog Arnold Forster zei
dat hot aantal recruten voldoende is, doch
dat do moeilijkheid veroorzaakt werd door
afvallen aan mannen, wier diensttijd niet
verlengd kan worden. Het tegenwoordig sy
steem van werving kan niet gehandhaafd
worden, herziening is noodzakelijk.
Met nadruk wees hij op den ingewikkel-
den aard van de leger-organisatie en betoog
de dat het noodig was een leger te ver
krijgen dat voldoen kan aan de behoeften
van het rijk.. Doch hij geloofde wel dat het
vraagstuk op te lossen is, zelfs met zeer
groote bezuinigingen op de leger-uitga-
veu.
Forster hoopte een ontwerp, over te hun
nen leggen, dat aannemelijk is voor het
Lagerhuis en hot land.
Minister Balfour ontkende dat er \erschil
van meening bestond omtrent de leger-reor
ganisatie in het Kabinet. Hij hoopte 'dat
minister Forster spoedig in staat zou zijn
mededeelingeoi te doen over het regeerings-
ontwerp.
De beraadslagingen rijn voor onbepaalden
tijd verdaagd.
Rusland.
Gaston Leroux van de Matin heeft over
don moord van Bobrikow een onderhoud ge
had met den Russischen minister Von Pleh-
we, die hem verzekerde, dat Schaiunann wel
degelijk medeplichtigen heeft. Dezen zullen
allen gestraft worden.
Wat den nieuwen gouverneur aangaat,
deelde de minister mede, dat nog geen keuze
is gedaan. Alleen zal de nieuwe titularis
streng de hand moeten houden aan de
thans gevolgde Finsche politiek.
Turkije.
De EJngelsche gezant te Constantino-
pol heeft in een audiëntie bijl den Sultan
verstaan gegeven, dat Europa verplicht zal
zijn krachtige maatregelen te nemen, indien
in de positie der Armeniërs geen verandering
werd gebracht.
Men spreekt van nieuwe moorden.
Uit Koustantinopel wordt aan de Frankf.
Ztg. bericht, dat ©en aantal van de sedert
jaren in de Macedonische .vilajets aanwezige
Klein-Aziatisdhe redif-bataljons, te beginnen
met de volgende week, met verlof naar huis
zullen worden gezonden.
Haïti.
De Duitsche en Fransche regeeringen heb
ben beide besloten een oorlogsschip te zen
den naar Haiti, om voldoening te eischen
voor het volgende gevalDen 22en dezer om
half zes 's namiddags reden de diplomatieke
vertegenwoordigers van Duitsehland en
Frankrijk in Haiti in een open rijtuig voor
bij het hek van den tuin der woning van
den president te Port au Princeweinige
stappen achter hen volgde een tweede rij
tuig met hunne dames. Uit den tuin wier
pen de soldaten van de wacht zónder eenige
aanleiding en zonder waarschuwing een ha
gel van steeuen naar de rijtuigen; do Fran
sche gezant werd daarbij aan het been ge
wond. De soldaten brachten zelfs hunne ge
weren in gereedheid om te schieten.
De regeering van Haiti heeft over dit ge
val hare verontso'uldigingen aangeboden.
Maar dit wordt niet als voldoende beschouwd
om de ondergane beleediging uit te wisschen.
Er wordt meer verlangd, en om daaraan
kracht bij te zetten, zal ieder van de be-
leodigde staten met een oorlogsschip voor
Port au Prince verschijnen.
De oorlog in Oost-Azië.
Tsjifoe28 Juni. Ohineezen, die den
uit Port Arthur vertrokken zijn, zeg
dat slechts vier linieschepen, vijf krui
on eenige torpedobooten, den 23en de hs
verlieten. Van dezen zijn drie zwaar bes
digd teruggekeerd, maar geen enkel s-
is gezonken.
Londen, 28 Juni. Het Japansche gez
schap maakt het volgende telegram uit
kio van heden bekend:
Het Takoesjan-leger bezette gisteren
oen ernstig gevecht van zes uren Fens
ting, dertien mijlen ten noordwesten
Sioejen gelegen. De vijand, die bestond
vijf bataillons infanterie, twee regimen
kavallerie en 16 kanonnen, vluchtte in w
orde naar Tomoesjing en Sjimuehong.
verliezen van de Japanners bedragen n
schatting honderd man.
Een telegram van generaal Koeropat
aan den Czaar, gedateerd den 27en, mel<
Den 26en rukten de Japanners op te:
het oostelijke front van onze troepen, die z
bevonden voor de Fensjwilin-, Modoelin-
Dalin-passen.
Het opdringen van de Japanners noo
onze cavalerie- en imfanterie-afdeelingen te.
te gaan, waarbij werd geconstateerd, dat
opmarsch tegen elk van deze drie passen r
een overmacht van troepen geschiedde.
Door verkenningen is vastgesteld dat c
deel van de troepen van het Japansche zu
leger optrekt in noordoostelijke richting,
zich met het leger van Koeroki to vereenig
De strijdkrachten der Japanners, die teg
het Mandsjoerijsche leger oprukken, zijn
acht of negen divisiën to schatten.
De Japansche legatie te Londen heeft 1.
volgende telegram openbaar gemaakt:
Generaal Okoe meldt, dat de Japanse
verliezen in den slag bij Telisse (Wafai
kou) zijn geweest: 317 dooden, waarom
7 officieren, en 946 gewonden, waaronder
officieren.
In eene bespreking van den slag bij Y
fankou merkt de Rus9ki Invalid, het or gr
van het Russische departement van oorl
op, dat de Japanners, die de reeds sedert d
oorlog van 1894/95 geterroriseerde Chinees
op het geheele oorlogstooneel gebruikt
„met het doel van eon ongeloofelijk o
wikkeld spioneerstelsol", dit natuurlijk -c
doen bij de voorbereiding van de afzond
lijke ondernemingen en bij de leiding v
het gevecht. De Chineezen houden de Jap.
ners zeer nauwkeurig op de hoogte van
sterkte en de bewegingen der Russen. F
gaat het artikel woordelijk aldus voort:
„De Japanners, die aldus den verkennin
dienst door de nauwkeurige Chineescho 1
richten vervangen, gobruiken de Chineez.
ook voor strategische doeleinden, door b
de berichten te laten berspreiden, d»e h
dienstig zijn. Met het oog daarop is het n
onwaarschijnlijk, dat de Japanners, toen
het plan opvatten het detachement van
neraal Stac kei berg, dat hunne operation
Port Arthur verontrustte, met overmai
aan te vallen, er voor zorgden, dat oene v
sterking van dit detachement verhindc
werd. In plaats dat zij van Sioejen uit
de communicatielijn van dit detachement
op Kaitsjou manoeuvreerden, van wi
onze versterkingen konden komen, hetge
hunne operatie tot eeno van gewaagden aa
ROMAN
6 VAN
MORITZ VON HEICHENBACH
DOOR
HERMAN LIND.
Wanda had hem tusschen de schaatsenrij
ders dadelijk ontdekt, doch zij beproefde te
vergeefs om los te komen van een vriendin
netje, dat Wand» haar gezelschap had opge
drongen Daar kwam hij met groote, sierlijk
uitgevoerde zwaaien regelrecht op haar af,
groette haar met al de gemakkelijkheid van
een goeden kennis, stelde zich zelf aan de
vriendin voor en reed met de beide jonge
dames op. Wanda gevoelde zich natuurlijk
zeer verlegen, doch hij wist haai' door zijn
kalmte te imponeeren. Hij maakte allerlei
vroolijke opmerkingen, beantwoordde ver
scheidene groeten met vriendelijke intimi
teit, zonder evenwel van de groeters verder
eenige notitie te nemen en vond nu en dan
gelegenheid tot plaatsing van een woord, dat
Wanda moest inlichten.
„Het blijft er bij, dat ik u van de kost
school ken. Weet jij, toevallig nog den naam
van heb nichtje, dat ik destijds kwam be
zoeken?"
Wanda zag hem verschrikt aan, maar hij
praatte alweer geheel onbevangen met baai-
vriendin en zij' voaid gelegenheid hem van
haar 'kant iets te zeggen, dat haar vriendin
niet zou opmerken. Van lieverlede kwam zij
evenwel haar verlegenheid te boven en vond
zij( den gelieelen toestand eigenlijk alleraar
digst en zeer interessant. Het was haar, of
zij op klaarlichten dag, in de open lucht,
comedie speelde en zij begon er een eer in te
stellen liaar rol zoo goed mogelijk te vervul
len.
„Weet ge wel, mijnheer, dat ik tegenwoor
dig met uw nicht Hertha Egdoff, die gij. op
do kostschool kwaamt bezoeken, een beetje
op gespannen voet sta?" begon zij, op eens.
„Freule Hertha?" riep Hij), haar met be
vreemding aanziende.
„Ja juist," ging zij schielijk voort, want zij
voelde nu, dat zij al was men ook op het
ijs vasten grond onder den voet had. „Gij
herinnert u misschien wel, dat 'wij destijds
do intiemste vrienden waren, Hertha en ik,
maar zij' heeft zich hier te Berlijui bepaald op
een afstand gehouden."
„Oordeel niet te vlug, juffrouw Draller!
Gij weet zeker nog niet, dat de graaf, haar
vader, verleden week een longontsteking heeft
gehad en dat er nu nog altijd gevaar voor
zijini leven bestaat?"
„Gevaar voor zijn leven! Mijn God, neen,
daar ik had ik zelfs geen vermoeden van. O,
dat is inderdaad verschrikkelijk!
„Na afloop van een bal is hij plotseling
zoo ernstig ziek geworden."
„O, dan is Hertha duizendmaal geëxcu
seerd. Onder zulke omstandigheden begrijp ik
wel, dat zij; mij niet geschreven heeft."
„U staat, dus met de familie in relatie?"
„Ik dacht, dat het „uit' was, maar die
plotselinge ziekte van Hertha's vader ver
klaart alles 1"
„Bet geval is zeker dubbel ernstig, als
men in aanmerking neemt, dat de bezitting
van den graaf een majoraat is, hetwelk bij
zijn dood aan een neef vervalt, zoodat dan
dè arme dochters nagenoeg met ledige han
den zullen achterblijven."
„Ook dat nog! Neen, nu is al mijn ge
noegen van het schaatsenrijden weg. Ik wit
dadelijk, wat ik daar gehoord heb, aan mama
gaan vertellen. Zij wacht mij in het rijtuig."
„Wilt ge mij biest aan, u daarheen te ge
leiden?"
„We willen u niet van uw genoegen af
houden, Elise, gij blijft zeker nog een pookje
rondrijden, niet waar?" vroeg Wanda. d't
zich op deze manier van haar vriendin poog
de af te maken, maar Elise wilde ook mee
zij moest mevrouw Draller toch oven „goe
den dag" zeggen. Bij het afbinden van de
schaatsen vond de graaf gelegenheid Wanda
te verzekeren, dat hij freule Hertha wel van
nabij kende, dodh niet met haar geparen
teerd was. Mevrouw Draller zette grooto
oogen op, toen zij haar kind weder in gezel
schap van dien graaf uit het Museum zag,
maar de mededeeling, die hij liaar deed om
trent Hertha's vader, gaf aan dc opmerk
zaamheid voor zijn persoon een gew'enschte
afleiding.
„Wanda, kind," sprak zij, ,,wo moeten
dadelijk een boodschap sturen en laten vra
gen, hoe 't er nu mee is! Ja, zoo iets ver
ontschuldigt alles."
Graaf Welcamp meende evenwel en hij
bracht dat met bescheidenheid in 't midden
dat het inwinnen van eenig bericht in
het hu ds, waar een ernstige zieke wias, altijd
zooveel mogelijk moest worden vermeden,
omdat het de zorgen maar vergrootte en om
dat de vrager allidht met oen van buiten
geleerd lesje door een der bedienden werd
weggestuurd. Hij wist er iets beters op. Als
mevrouw het veroorloofde, wilde hij per
soonlijk naar den toestand van den patiënt
gaan informeeren en dan „de geëerd© fami
lie" van zijn bevinding verslag komen doen.
Hiertegen viel niets te zeggen, en alles was
zoo natuurlijk, ging zoo geheel van zelf, dat
mevrouw Draller, toen zij met haar dochter
in 't rijtuig gezeten was, om huiswaarts te
rijden, en de graaf, beleefd groetend, af
scheid nam. Hero, onwillekeurig reeds als
een goeden kennis der familie beschouwde.
Elise, die door mevrouw Draller geïnvi
teerd was, om mede in 't rijtuig plaats te
nemen, kon naiuiwelijks het oogenblik af
wachten, dat de graaf uit het gezicht was,
om de loftrompet over hem te steken.
„Noen, maar, wat een alleraardigst
menschZoo fijn, zoo amusant, zoo in-be-
schaafd, en schaatsenrijden doet hij godde
lijk Zeker een officier, niet waar, Wanda?"
„Ja, ik geloof het wel, ik weet hot niet."
„Maar hoe is 't mogelijk, zoo iets niet
te weten? Hoe heet hij eigenlijk?"
„Wellcamp, geloof ik!"
„Lieve deugd, weet je dat niet eens zeker?
Let toch eens op, mevrouw Draller, Wanda
droomt weer! Waarom hebt ge mij no<
ieits Vaai dien alleraardigste» jongen m
verteld?"
„O, ik ben hem nagenoeg niet. Zooals
zelf hebt gehoord, Elise, is hij maar ec
bij ons op het pensionaat geweest
„Ja, en dan hebben wij hom een paar c
gen geleden, in het museum ontmoet...
Wind u niet zoo op, Elise! Wanda het
immers allerlei voorname kennissen aan
kostschool opgedaan. Als je die mensch
voor 't eerst spreekt, geen greintje hot
moöd en dadelijk ben je met hen op jo f
mak. Maar later is dat opeens gedaan
nul, ik zal er niet to veel van zoggen, i
de man oen longontsteking krijgt, kan m
veel door de vingers zien. Maar wat ik zi
gen wou, ja, zoo oppervlakkig gezien, is d'
graaf Wellcamp een heel net mensch!"
Wanda zweeg. Ze was zoo zonderling
moede. Zij kon zich verbeelden, dat zij
te drooanon cn dat haar in 't volgend oogc
blik aou blijken, dat er niets waar was v.
alles wat zij nu had beleefd en gevoeld.
Wordt vervolgd.