Sde Jaargn Woensdag 29 Juni 1904. BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. V. 346. RSFOORTSÜH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Per 8 maanden Yoor Amersfoortf L25. Idem franco per post- 1.75. 1 Wonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft C°. Utiechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Tan 1—4 regels 0/ Elke regel meer«Ri Groote letters naar plaatsruimte. Yoor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvri toegezonden. Politiek Overzicbt- Marokko. Raisuli heeft de 70.000 dollars ontvangen, die hij als losgeld voor zijne gevangenen Per- dicaris en Varley had geëischt; de ontslagen gevangenen toonen hunne dankbaarheid, door den lof van den roo ver hoof dm an te verkon digen. Men zou denken, dat het nu in Marok ko was „pour le mieux dans le meilleur des inendes." Maar dat schijnt toch niet zoo te zijn. De groote moeielijkheid schijnt integen deel nu eerst in aantocht. Verleden Maandag zijn uit Tanger ijlboden naar Fez gegaan oan den Sultan den eisch van Engeland en de Vereenigde Staten over te brengen tot be straffing van Raisuli. De correspondent van de Daily Mail te Tanger bericht over deze nieuwe phase vau het geval„De ernstigste crisis, die tot dus ver in Marokko is uitgebroken, zullen wij nu beleven. De Amerikaansche en de Britsohe gezant eischea namens hunne regereing de dadelijke gevangenneming en bestraffing van Raisuli. Do beide regeeringen hebben ge durende de geheele nu hangende crisis gewei gerd Raisuli s straffeloosheid te waarborgen, ondanks den wensch van de Moorsche regee- ring. De tegenwoordige toestand onderscheidt zich zeer van aile vroeger voorgekomen ge vallen. Raisuli is een hooge regeeringsamb- tenaar en onder den tegenwoordigen staat van anarchie absoluut heerscher over talrijke door oorlogszuchtige bergstammen bewoonde pro vinciën. De Sultan zal ongetwijfeld lucht hartig al zijne beloften breken en een nieuwen gouverneur benoemen. Wanneer nu de berg stammen tot het besluit komen, dat Raisuli slecht behandeld is, dan zullen zij zich ver zetten tegen de benoeming van een nieuwen gouverneur en Raisuli zal, steunende op het groote prestige, dat de uitslag van den roof van Perdicaris en Varley hem heeft verschaft, en niet de vertwijfeling van een in den ban gedane de provinciën verdedigen, die hij zoo gemakkelijk verkregen heeft. Weigert de re geering intusschen Raisuli te bestraffen, dan zou dit overeenkomen met eene beschimping van de staten, die voldoening eischen, en de gevolgen liggen voor de hand. Geeft daaren tegen de regeering toe aan den eisch, dan moet zij tegen de bergstammen oorlog voeren en Raisuli zal, omdat de regeering het hem gegeven woord op bevel van de christenen breekt, overal aanhangers vinden." Of de beide voldoening eischende staten zich hierbij van de hulp van Frankrijk zullen bedienen, zal nog moeten blijken. Zij zullen echter wel niet kunnen nalaten met de Fran- schen in overleg te treden, omdat Marokko nu naar de door Engeland in de overeen komst van 8 April gesanctioneerde opvatting onder bescherming van Frankrijk staat. Het Fransche protectoraat wordt terstond voor een zware taak gesteld. In het rapport, dat de afgevaardigde Hubert, namens de commissie voor buiten landse he zaken, heeft uitgebracht over het voorstel-Jaurès, om een crediet toe te staan ten behoeve der vreedzame ontwikkeling van de stammen, die het aan Algerië grenzende gebied bewonen, wordt er nadruk op gelegd, dat men de macht van den Sultan van Marokko niet moet beperken, maar die veeleer moet uitbreiden, want Abd-el-Azis verdient vertrouwen; hij is oprecht vooruitstrevend gezind en zal zeker met vreugde aan het werk der beschaving van zijn laud medewer ken. Het kan er daarom slechts om te doen zij,n, hem eene controle ter zijde te stellen, maar do wijze van deze controle vast te stel len, is zaak van de diplomatie, niet van de Kamer. Yoor het overige verlangt het rap port een krachtig optreden, zooals blijkt uit de zinsneden aan Let slot, waarin wordt ge zegd: „Wij moeten met alle krachten er naar streven ons in Fez vasten voet te ver schaffen, want slechts daar kunnen wij ons van Marokko en van onze Noord-Afrikaansche bezittingen verzekeren. Alleen van de hoofd stad uit kunnen wij op doeltreffende wijze onzen invloed over het land verspreiden, en het is daarom van het allergrootste gewicht, dat wij ons niet blootstellen aan de vreeee- lij.ke teleurstelling, de plaats door onze mede dingers bezet te vinden, wanneer wij in Fez aankomen." Wie deze mededingers zijn, nu Frankrijk zich met Engeland heeft verstaan, is niet recht duidelijk. Duitsehland. Over het verblijf van Koning Eduard VU in Duitsehland wordt bericht: Tegen het middaguur kwam de Ko ning van Engeland te Hamburg aan. Hij werd aan het station door de civiele en militaire overheden ontvangen en door het publiek met boera-geroep begroet. Toen Z. M. in het portaal van het station zichtbaar werd, presenteerden de soldaten het geweer en speelde de muziek liet „God save the King". De Koning begaf zich terstond naar de landingsbrug, waar de stoomboot, waarmee hij de haven zou rondvaren, gereed lag. Een peloton huzaren opende den stoeteen tweede peloton volgde op het rijtuig. De schepen, de openbare gebouwen en vele par ticuliere woningen vlagden. Langs den gan- schen weg stond de menigte en haie ge schaard en begroette den Koning met geest drift. Na de rondvaart door de haven begaf de Koning zich naar de beurs, waar de voorzit ter van de Kamer van koophandel Michahel- lis eene toespraak hield, waarin op de eer gewezen werd, die den handel te beurt viel door het bezoek van den Koning aan de beurs. De Koning antwoordde met eene dankbetuiging voor do schitterende ontvangst en met de verzekering, dat het bezoek aan Hamburg hem onvergetelijk zou blijven. Daarna begaf de Koning zich naar het raadhuis, waai' de Senaat hem een lunch aanbood. Bij het dejeuner ten stadhui ze hield burgemeester Hackmanu een rede, waar in hij dank zeide voor het bezoek van Koning Eduard aan Hamburg, eene on derscheiding die te meer als een hooge eer ondervonden wordt, omdat het de eerste maal is dat een souverein van het Britsohe wereldrijk hier als gast vertoeft, terwijl er eeuwen lang betrekkingen tusschen Ham burg en Groot-Brit tannic bestaan hebben. Koning Eduard sprak zijn dank uit voor deze vriendelijke woorden. Het verheugde hem bijzonder, dat hij de vriendelijke uit- noodiging had kunnen aannemen. Nooit zou 'hij de wijze waarop hij was ontvangen ver geten. Mogen de goede en vriendschappelijke betrekkingen, die sinds eeuwen bestaan heb ben tusschen Engeland en Hamburg, steeds voortduren. De Koning verklaarde zeer goed te weten, dat de ontvangst niet alleen gold zijn perscon, dook ook het grooto Britsohe rijk. Te kwart over drie kwam de Koning op het balkon, door duizenden menscken met hoera's begroet. Daarop deed hij een rijtoer langs de Binnen- en Buiten-Alster. Hij ver trok om kwa** over vier. Des avonds gaf prins Heinricb in Kiel ter eer» van Koning Eduard een diner in zij|n paleis. De Koning zat tussahen den Keizer en de Kroonprins, en tegenover prins Heinrich. Onder het diner nam de Keizer het woord. Hij herinnerde, dat hij reeds als jongen in Portsmouth en Plymouth de Engelsche ma rine had leeren kennen en bewonderen. De reusacihtige beweging op zee in het middel punt van de grootste oorlogsmarine der we reld, heeft toen op zijn jeugdig gemoed een onuitwïsckbaren indruk gemaakt. Bij het terugzien op deze indrukken zijner jeugd zal de Koning het verstaan, wanneer de Keizer datgene, wat hij eens als jong- mensoh in Engeland heeft gezien, wat zich diep bij hem iugrifte, later beproefd heeft als regent te ver-wezenlijken op eene wijze, beantwoordende aan den toestand van zijn land. Wanneer het kennersoog van den Koning de schepen van het Duitsahe eskader, on danks hun gering aantal, en hunne man schappen waardeerend heeft beoordeeld, dan spreekt de Keizer daarvoor zijn innigsten dank uit. De Keizer noodigde den slotte de aanwezigen uit hunne glazen te ledigen op het welzijn van Koning Eduard, maar ge lijktijdig ook de kameraden van de Engel sche marine te gedenken, hen die heden hier vertoefden, hen met wie wij voor Peking heb ben gestaan en allen wier beminnelijke gast vrijheid wij op zoo vele plaatsen der aarde genoten hebben. „Koning Eduard VII hiep, hiep, hoera!" Koning Eduard antwoordde in het Duitsdh, dat de woorden van den Keizer hem diep hadden getroffen. Hij kent de be langstelling, die de Keizer steeds in de En gelsche marine heeft gekoesterdhij is over tuigd, dat de Duitsche marine door de kun digheden en de belangstelling van den Kei zer steeds van grooter beteekenis zal wor den. Hij is er verder van overtuigd, en het is zijn wensoh, dat de beide vloten steeds in eene vriendschappelijke verhouding zul len staan, dat zij steeds venheiigd zullen zijn elkaar te zien en te begroeten, in welk land het ook zij. Hij dankt prins Heinrich voor het sahoone diner. Hij heeft zich er in verheugd zooveel waardige admiraals en officieren te zien. Hij wenscht nogmaals dank te betuigen voor de gastvrijheid, die hier geboden is aan hem en aan degenen, die met hem gekomen zijn. Zijn verblijf alhier zal bij hem in de beste herinnering blijven. Hij keert terug met de aangenaamste herinneringen. Hij eindigt met de woorden„Ik drink op het welzijn van den Keizer, met wien mij eene innige vriend schap verbindt sedert wij elkaar kennen. Leve de Keizer!" Engeland. In het Lagerhuis stelde gisteren de afgevaardigde Beckett voor de orde van 'den dag te veranderen, teneinde aandacht te kunnen schenken aan 't geen er outbreekt aan de verdedigingskrachten in Indië en de koloniën en aan de verwarring in het War-office en het leger, veroorzaakt door uitstel van de zijde der regeering, om defi nitief mee te deelen wat zij van plan ismet de reorganisatie. Do minister van oorlog Arnold Forster zei dat hot aantal recruten voldoende is, doch dat do moeilijkheid veroorzaakt werd door afvallen aan mannen, wier diensttijd niet verlengd kan worden. Het tegenwoordig sy steem van werving kan niet gehandhaafd worden, herziening is noodzakelijk. Met nadruk wees hij op den ingewikkel- den aard van de leger-organisatie en betoog de dat het noodig was een leger te ver krijgen dat voldoen kan aan de behoeften van het rijk.. Doch hij geloofde wel dat het vraagstuk op te lossen is, zelfs met zeer groote bezuinigingen op de leger-uitga- veu. Forster hoopte een ontwerp, over te hun nen leggen, dat aannemelijk is voor het Lagerhuis en hot land. Minister Balfour ontkende dat er \erschil van meening bestond omtrent de leger-reor ganisatie in het Kabinet. Hij hoopte 'dat minister Forster spoedig in staat zou zijn mededeelingeoi te doen over het regeerings- ontwerp. De beraadslagingen rijn voor onbepaalden tijd verdaagd. Rusland. Gaston Leroux van de Matin heeft over don moord van Bobrikow een onderhoud ge had met den Russischen minister Von Pleh- we, die hem verzekerde, dat Schaiunann wel degelijk medeplichtigen heeft. Dezen zullen allen gestraft worden. Wat den nieuwen gouverneur aangaat, deelde de minister mede, dat nog geen keuze is gedaan. Alleen zal de nieuwe titularis streng de hand moeten houden aan de thans gevolgde Finsche politiek. Turkije. De EJngelsche gezant te Constantino- pol heeft in een audiëntie bijl den Sultan verstaan gegeven, dat Europa verplicht zal zijn krachtige maatregelen te nemen, indien in de positie der Armeniërs geen verandering werd gebracht. Men spreekt van nieuwe moorden. Uit Koustantinopel wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat ©en aantal van de sedert jaren in de Macedonische .vilajets aanwezige Klein-Aziatisdhe redif-bataljons, te beginnen met de volgende week, met verlof naar huis zullen worden gezonden. Haïti. De Duitsche en Fransche regeeringen heb ben beide besloten een oorlogsschip te zen den naar Haiti, om voldoening te eischen voor het volgende gevalDen 22en dezer om half zes 's namiddags reden de diplomatieke vertegenwoordigers van Duitsehland en Frankrijk in Haiti in een open rijtuig voor bij het hek van den tuin der woning van den president te Port au Princeweinige stappen achter hen volgde een tweede rij tuig met hunne dames. Uit den tuin wier pen de soldaten van de wacht zónder eenige aanleiding en zonder waarschuwing een ha gel van steeuen naar de rijtuigen; do Fran sche gezant werd daarbij aan het been ge wond. De soldaten brachten zelfs hunne ge weren in gereedheid om te schieten. De regeering van Haiti heeft over dit ge val hare verontso'uldigingen aangeboden. Maar dit wordt niet als voldoende beschouwd om de ondergane beleediging uit te wisschen. Er wordt meer verlangd, en om daaraan kracht bij te zetten, zal ieder van de be- leodigde staten met een oorlogsschip voor Port au Prince verschijnen. De oorlog in Oost-Azië. Tsjifoe28 Juni. Ohineezen, die den uit Port Arthur vertrokken zijn, zeg dat slechts vier linieschepen, vijf krui on eenige torpedobooten, den 23en de hs verlieten. Van dezen zijn drie zwaar bes digd teruggekeerd, maar geen enkel s- is gezonken. Londen, 28 Juni. Het Japansche gez schap maakt het volgende telegram uit kio van heden bekend: Het Takoesjan-leger bezette gisteren oen ernstig gevecht van zes uren Fens ting, dertien mijlen ten noordwesten Sioejen gelegen. De vijand, die bestond vijf bataillons infanterie, twee regimen kavallerie en 16 kanonnen, vluchtte in w orde naar Tomoesjing en Sjimuehong. verliezen van de Japanners bedragen n schatting honderd man. Een telegram van generaal Koeropat aan den Czaar, gedateerd den 27en, mel< Den 26en rukten de Japanners op te: het oostelijke front van onze troepen, die z bevonden voor de Fensjwilin-, Modoelin- Dalin-passen. Het opdringen van de Japanners noo onze cavalerie- en imfanterie-afdeelingen te. te gaan, waarbij werd geconstateerd, dat opmarsch tegen elk van deze drie passen r een overmacht van troepen geschiedde. Door verkenningen is vastgesteld dat c deel van de troepen van het Japansche zu leger optrekt in noordoostelijke richting, zich met het leger van Koeroki to vereenig De strijdkrachten der Japanners, die teg het Mandsjoerijsche leger oprukken, zijn acht of negen divisiën to schatten. De Japansche legatie te Londen heeft 1. volgende telegram openbaar gemaakt: Generaal Okoe meldt, dat de Japanse verliezen in den slag bij Telisse (Wafai kou) zijn geweest: 317 dooden, waarom 7 officieren, en 946 gewonden, waaronder officieren. In eene bespreking van den slag bij Y fankou merkt de Rus9ki Invalid, het or gr van het Russische departement van oorl op, dat de Japanners, die de reeds sedert d oorlog van 1894/95 geterroriseerde Chinees op het geheele oorlogstooneel gebruikt „met het doel van eon ongeloofelijk o wikkeld spioneerstelsol", dit natuurlijk -c doen bij de voorbereiding van de afzond lijke ondernemingen en bij de leiding v het gevecht. De Chineezen houden de Jap. ners zeer nauwkeurig op de hoogte van sterkte en de bewegingen der Russen. F gaat het artikel woordelijk aldus voort: „De Japanners, die aldus den verkennin dienst door de nauwkeurige Chineescho 1 richten vervangen, gobruiken de Chineez. ook voor strategische doeleinden, door b de berichten te laten berspreiden, d»e h dienstig zijn. Met het oog daarop is het n onwaarschijnlijk, dat de Japanners, toen het plan opvatten het detachement van neraal Stac kei berg, dat hunne operation Port Arthur verontrustte, met overmai aan te vallen, er voor zorgden, dat oene v sterking van dit detachement verhindc werd. In plaats dat zij van Sioejen uit de communicatielijn van dit detachement op Kaitsjou manoeuvreerden, van wi onze versterkingen konden komen, hetge hunne operatie tot eeno van gewaagden aa ROMAN 6 VAN MORITZ VON HEICHENBACH DOOR HERMAN LIND. Wanda had hem tusschen de schaatsenrij ders dadelijk ontdekt, doch zij beproefde te vergeefs om los te komen van een vriendin netje, dat Wand» haar gezelschap had opge drongen Daar kwam hij met groote, sierlijk uitgevoerde zwaaien regelrecht op haar af, groette haar met al de gemakkelijkheid van een goeden kennis, stelde zich zelf aan de vriendin voor en reed met de beide jonge dames op. Wanda gevoelde zich natuurlijk zeer verlegen, doch hij wist haai' door zijn kalmte te imponeeren. Hij maakte allerlei vroolijke opmerkingen, beantwoordde ver scheidene groeten met vriendelijke intimi teit, zonder evenwel van de groeters verder eenige notitie te nemen en vond nu en dan gelegenheid tot plaatsing van een woord, dat Wanda moest inlichten. „Het blijft er bij, dat ik u van de kost school ken. Weet jij, toevallig nog den naam van heb nichtje, dat ik destijds kwam be zoeken?" Wanda zag hem verschrikt aan, maar hij praatte alweer geheel onbevangen met baai- vriendin en zij' voaid gelegenheid hem van haar 'kant iets te zeggen, dat haar vriendin niet zou opmerken. Van lieverlede kwam zij evenwel haar verlegenheid te boven en vond zij( den gelieelen toestand eigenlijk alleraar digst en zeer interessant. Het was haar, of zij op klaarlichten dag, in de open lucht, comedie speelde en zij begon er een eer in te stellen liaar rol zoo goed mogelijk te vervul len. „Weet ge wel, mijnheer, dat ik tegenwoor dig met uw nicht Hertha Egdoff, die gij. op do kostschool kwaamt bezoeken, een beetje op gespannen voet sta?" begon zij, op eens. „Freule Hertha?" riep Hij), haar met be vreemding aanziende. „Ja juist," ging zij schielijk voort, want zij voelde nu, dat zij al was men ook op het ijs vasten grond onder den voet had. „Gij herinnert u misschien wel, dat 'wij destijds do intiemste vrienden waren, Hertha en ik, maar zij' heeft zich hier te Berlijui bepaald op een afstand gehouden." „Oordeel niet te vlug, juffrouw Draller! Gij weet zeker nog niet, dat de graaf, haar vader, verleden week een longontsteking heeft gehad en dat er nu nog altijd gevaar voor zijini leven bestaat?" „Gevaar voor zijn leven! Mijn God, neen, daar ik had ik zelfs geen vermoeden van. O, dat is inderdaad verschrikkelijk! „Na afloop van een bal is hij plotseling zoo ernstig ziek geworden." „O, dan is Hertha duizendmaal geëxcu seerd. Onder zulke omstandigheden begrijp ik wel, dat zij; mij niet geschreven heeft." „U staat, dus met de familie in relatie?" „Ik dacht, dat het „uit' was, maar die plotselinge ziekte van Hertha's vader ver klaart alles 1" „Bet geval is zeker dubbel ernstig, als men in aanmerking neemt, dat de bezitting van den graaf een majoraat is, hetwelk bij zijn dood aan een neef vervalt, zoodat dan dè arme dochters nagenoeg met ledige han den zullen achterblijven." „Ook dat nog! Neen, nu is al mijn ge noegen van het schaatsenrijden weg. Ik wit dadelijk, wat ik daar gehoord heb, aan mama gaan vertellen. Zij wacht mij in het rijtuig." „Wilt ge mij biest aan, u daarheen te ge leiden?" „We willen u niet van uw genoegen af houden, Elise, gij blijft zeker nog een pookje rondrijden, niet waar?" vroeg Wanda. d't zich op deze manier van haar vriendin poog de af te maken, maar Elise wilde ook mee zij moest mevrouw Draller toch oven „goe den dag" zeggen. Bij het afbinden van de schaatsen vond de graaf gelegenheid Wanda te verzekeren, dat hij freule Hertha wel van nabij kende, dodh niet met haar geparen teerd was. Mevrouw Draller zette grooto oogen op, toen zij haar kind weder in gezel schap van dien graaf uit het Museum zag, maar de mededeeling, die hij liaar deed om trent Hertha's vader, gaf aan dc opmerk zaamheid voor zijn persoon een gew'enschte afleiding. „Wanda, kind," sprak zij, ,,wo moeten dadelijk een boodschap sturen en laten vra gen, hoe 't er nu mee is! Ja, zoo iets ver ontschuldigt alles." Graaf Welcamp meende evenwel en hij bracht dat met bescheidenheid in 't midden dat het inwinnen van eenig bericht in het hu ds, waar een ernstige zieke wias, altijd zooveel mogelijk moest worden vermeden, omdat het de zorgen maar vergrootte en om dat de vrager allidht met oen van buiten geleerd lesje door een der bedienden werd weggestuurd. Hij wist er iets beters op. Als mevrouw het veroorloofde, wilde hij per soonlijk naar den toestand van den patiënt gaan informeeren en dan „de geëerd© fami lie" van zijn bevinding verslag komen doen. Hiertegen viel niets te zeggen, en alles was zoo natuurlijk, ging zoo geheel van zelf, dat mevrouw Draller, toen zij met haar dochter in 't rijtuig gezeten was, om huiswaarts te rijden, en de graaf, beleefd groetend, af scheid nam. Hero, onwillekeurig reeds als een goeden kennis der familie beschouwde. Elise, die door mevrouw Draller geïnvi teerd was, om mede in 't rijtuig plaats te nemen, kon naiuiwelijks het oogenblik af wachten, dat de graaf uit het gezicht was, om de loftrompet over hem te steken. „Noen, maar, wat een alleraardigst menschZoo fijn, zoo amusant, zoo in-be- schaafd, en schaatsenrijden doet hij godde lijk Zeker een officier, niet waar, Wanda?" „Ja, ik geloof het wel, ik weet hot niet." „Maar hoe is 't mogelijk, zoo iets niet te weten? Hoe heet hij eigenlijk?" „Wellcamp, geloof ik!" „Lieve deugd, weet je dat niet eens zeker? Let toch eens op, mevrouw Draller, Wanda droomt weer! Waarom hebt ge mij no< ieits Vaai dien alleraardigste» jongen m verteld?" „O, ik ben hem nagenoeg niet. Zooals zelf hebt gehoord, Elise, is hij maar ec bij ons op het pensionaat geweest „Ja, en dan hebben wij hom een paar c gen geleden, in het museum ontmoet... Wind u niet zoo op, Elise! Wanda het immers allerlei voorname kennissen aan kostschool opgedaan. Als je die mensch voor 't eerst spreekt, geen greintje hot moöd en dadelijk ben je met hen op jo f mak. Maar later is dat opeens gedaan nul, ik zal er niet to veel van zoggen, i de man oen longontsteking krijgt, kan m veel door de vingers zien. Maar wat ik zi gen wou, ja, zoo oppervlakkig gezien, is d' graaf Wellcamp een heel net mensch!" Wanda zweeg. Ze was zoo zonderling moede. Zij kon zich verbeelden, dat zij te drooanon cn dat haar in 't volgend oogc blik aou blijken, dat er niets waar was v. alles wat zij nu had beleefd en gevoeld. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1