nr.
Vrijdag 1 Juli 1904.
SaWS:":T:-1
BUITENLAND.
FEUILLETON.
GRAAF W. 62.
3de Jaargang:.
AMERSFOORTSCH DAGRLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Par 3 maanden voor Amersfoortf L2S.
Idem ffanóo per post- 1.75.
-15sonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advèrtentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgeversi VALKHOFF a C».
Utr echtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTEjm$JT:
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voord gelige be
het herhaald advérteëren in dit Blad bij
circulaire, bevattende de voorwaarden} wordt op aan vraag
toegozonaen.
Politiek Overzicht
De oongregatifin in Spanje.
Ook in Spanje is het vraagstuk der gods
dienstige congregatiën thans aan de orde.
De regeering heeft aan de Cortes de over
eenkomst met 'het Vaticaan overgelegd,
waardoor de rechtspositie van do godsdien
stige orden en congregatiën in het Vati
caan op nieuw geregeld wordt. Natuurlijk
ademt deze regeling een geheel anderen
geest dan die, welke den strijd bebeerscht,
die aan de andere zijde van de Pyreneeën,
in Frankrijk, tegen de congregatiën wordt
gevoerd.
Deze nieuwe overeenkomst steunt op het
concordaat, dat eene halve eeuw geleden,
den 15en October 1852, tussohen Spanje en
het Vatioaan gesloten werd en dat slechts
door groote toegevendheid der regeering
van den Heiligen Stoel en van de geeste
lijkheid verkregen werd. Tijdens de hevige
crisissen, die Spanje in den loop van de laat
ste halve eeuw heeft doorgestaan, is de ver
houding tusschen Spanje en hot Vaticaan
natuurlijk aan allerlei wisselingen blootge
steld geweest. In 1861 begon de verkoop
van de goederen van kerken, kloosters en
stichtingen, die kort daarna gestaakt werd,
om in 1865 onder het ministerie O'Donnel
hervat te worden. In de eerste jaren na
den val van Koningin Isabella in 1868 wer
den vele kloosters en ook de Jezuïeten-orde
opgehevenzelfs werd de absolute scheiding
van Kerk en Staat uitgesproken. Maar met
de restauratie van 1874 kwaan de omkee
ring. Ca novas del Castillo gaf aan de Kerk
de nog niet verkochte geestel»»ke goederen
terug en beloofde haar het volledige herstel
van het conoordaat.
Het overwicht, dat hiermede aan de Kerk
weder verzekerd was, verwekte intussahen
in het land eene steeds aangroeiende bewe
ging, die hare uitdrukking vond in protes
ten en manifestatiën der bevolking, waaruit
meermalen bloedige botsingen voortvloeiden.
In talrijke adressen werd de scheiding van
Kerk en Staat verlangd, en inzonderheid
werd der regeering op het hart gedrukt de
uitoefening van bedrijven aan de congrega
tiën te verbieden. Sagasta kwam gedurende
zijne laatste ministerschap tot het inzicht,
dat er tegen de oongregatiën iets moest wor
den gedaan. In September 1901 werd een
koninklijk ^esluit uitgevaardigd, dat de in
schrijving van alle godsdienstige en politieke
oorporatiën in de registers van de prefec
tuur gelastte. Nadat in Mei 1902 de jeug
dige Koning de regeering had aanvaard,
knoopte Sagasta onderhandelingen aan met
het Vaticaan. Men wilde van Spaansche
zijde trachten daarmee het volgende te be
reiken Vermindering van de bisschopsze
tels, onderwerping van de godsdienstige ge
nootschappen aan de belastingen, afschaffing
van de in het concordaat niet erkende con
gregatiën. Do onderhandelingen liepen ech
ter op niets uit. Toen Sagasta het ambt van
minister-president neerlegde en kort daarna
overleed, was er nog niets verkregen.
Van de conservatieve kabinetten, die daar
op zijn gevolgd, hield het kabinet-Silvela de
zaak op sleeptouw. Het zeer onder clericalen
invloed staande kabinet-Maura heeft de on
derhandelingen weder opgevat en ten einde
gebracht?. Over de uitkomsten, die verkregen
zijn, bericht de Madridsche correspondent
van de Vossische Ztg.
„Alle in Spanje thans bestaande congre
gatiën hebben nu het burgerrecht verkregen,
terwijl vroeger hunne rechtspositie twijfel
achtig was in zóó verre, dat het concordaat'
slechts aan drie met name genoemde geeste
lijke orden het recht verleende in Spanje
nederzettingen te hebben. De vestiging van
nieuwe orden zal in de toekomst afhankelijk
zijn van de toestemming van den paus en <L
regeering. De vreemde orde-leden, die in
Spanje eene congregatie willen vormen, zullen
zich vooraf moeten laten naturaliseeron, en
het vermogen van de orden, evenals huune
bedrijfsondernemingen zullen de voor de
overige stadsburgers geldende belastingen
moeten betalen; maar de orden zullen niet
aan het gemeene recLt, maar aan het gezag
van den paus en van de bisschoppen onder
worpen zijn en telkens wanneer er conflicten
ontstaan tusschen de burgerlijke wetten eo
de orde, zullen die het onderwerp uitmaken
vau onderhandelingen tusschen deoj Staat en
het Vaticaan.
„Aan den bestaanden toestand verandert de
overeenkomst, die gesloten is, niet veel, wan
neer men de bepalingen over de vestiging
van nieuwe orden en de onderwerping van de
nijverheids-inrichtingen en de bezittingen
der kloosters aan den belastingplicht ter
zijde laat, wrnt niemand had verwacht,
dat de talrijke in Spanje bestaande
kloosters nu zouden wenden opgeheven.
De liberalen, wier organen zich bitter
verontwaardigd aanstellen over het „succes
van de clericalen," hebben zelf den grondslag
geleverd tot dit succes, door toen zij nog
aan het roer waren, een besluit uit te vaar
digen, dat aan alle orden door de eenvoudige
inschrijving op de prefectuur voorloopig bur
gerrecht verleende. Dit- voorloopige recht is
nu in een definitief recht veranderd. Bij den
aan het hof heerschende clericalen geest kan
men er mee tevreden zijn, dat er althans voor
de vestiging van nieuwe orden zekere gren
zen zijn getrokken. In ieder geval is het ecb
ter te betreuren, dat de nieuwe overeenkomst
de kwestie van de'godsdienstige bongregatiën
in haar ganschen bedonkelijken omvang laat
voortbestaan. Steeds zullen de kloosters het
volksonderwijs in handen hebben en door
hunne veelzijdige industrieele werkzaamheid
handel en bedrijf benadeclen. De verbittering
onder het volk zal voortduren en steeds
iedere gelegenheid aangrijpen om zich door
daden van geweud lucht te maken."
Duitschland.
Evenals bij ons, is men in Duitschland al
les behalve tevreden over den toestand van
de zalinvi3sciherij, maar daar geeft men aan
Nederland de schuld van dien toestand. In
de rijksdag werd bij de laatste beraadslagin
gen over de begrooting er zeer <xver geklaagd
dat de zalm-vissoherij op den Rijn in Neder
land zóódanig wordt uitgeoefend dat het
streven van Duitsche zijde tot vermeerde
ring van de zalm in deze rivier, te niet ge
daan wordt.
Naar de „Nat. lib. Korr". verneemt is de
D'uit&ahe regeering wederom in onderhan
deling getreden met de Nederlandsche met
het doel om de visscherij aan den mond van
den Rijn te beperken overeenkomstig den
wensch der Duitsche Rij n-vissohers.
Frankrijk.
De minister van marine Pelletan heeft
bij de Fransche Kamer een suppletoir© be
grooting ingediend voor zijn departement
ten bedrage van 9.851.000 francs om het
Oost-Aziat isaho eskader aan te vullen met
een afdceliug torpedojagerskolenstations
op te richk n te Saigon en Diego Suarez,
ammunitie te zeilden naai' Saigon en Bizerta
en deza havens te voorzien van torpedo's.
Engeland.
De totale iuaomsten van hot Vereenigde
Konikrijk in het heden eindigende kwartaal
bedragen 34722.869 j. st., zijnde eene ver
mindering Van 2.688.044 p. st. vergeleken
met het overeenkomstige kwartaal van 1903.
Oosten rij k-H ongarije.
Daar de rijksraad ten gevolge van de ob
structie in gebreke- gebleven is de begroo
ting te behandelen, moet in Oostenrijk de
dienst met behulp van art-. 14 der grond
wet gaande gehouden worden. De Wiener
Zeitung bevat een keizerlijk besluit, waar
door, op grond van het noodartikel der grond
wet, machtiging verleend wordt tot het doen.
van uitgaven ten behoeve van den staats
dienst tot aan het einde van het loopende-
jaar.
Verder is bij keizerlijk besluit het „quo
tum", d. i. de maatstaf ter bepaling van het
aandeel der beide rijkshelften in de uitgaven
ten behoeve van den rijksdienst tot einde
1905 is vastgesteld. Na aftrek van de 2 pet.,
die ten laste van Hongarije komen voor het
voormalige militaire grensgebied, is het aan
deel bepaald op 66 44/49 voor de Oostenrijk-
scho en op 33 3/49 voor de Hongaarsche lan
den.
Balkan-Staten.
Een bericht uit Serres gewaagt van een
afschuwelijke misdaad, die begaan is door een
Bullgaarsche bende in het dorp Djigorovo, dis
trict Serres. Een Grieksclie notabele werd
vermoord, zijne familie levens verbrand, ter
wijl aan twee buren de buik werd opengesne
den.
Rusland.
In den nacht van den 29. op den 30. Juni
heeft te Kroonstad een verschrikkelijke branod
gevoed. De brand is ontstaan door eene ont
ploffing, die het arsenaal en het chemisch
laboratorium voor een deel vernielde Men
onderstelt, dat men hier te doen heeft met
eene daad van kwaadwilligen.
Tweede bericht. De eerste berichten
uit. Kroonstad verwekten hier groote ont
steltenis. Allerlei geruchten deden de ronde,
doch volgens de laatste inliahtingen, uit uit
stekende bron, rechtstreeks van Kroonstad
ontvangen, komen de feiten hierop neerDe
brand ontstond te Kroonstad in het houten
gebouw, dat gebruikt wordt voor opslag
plaats van torpedo's. In dit gebouw waren
acht niet geladen torpedo's, die toen zij
sprongen, een verschrikkelijk geraas maak
ten, zoodat de meeniug ontstond, diat er
eene ernstige ontploffing plaats had.
Vijftig matrozen van den kruiser Svetland
werden dadelijk ontboden; door hunne ijve
rige bemoeiingen werd de brand spoedig ge-
bluscht.
Het officieele bericht van het voorgevallene
luidtIn den afgeloopen nacht ontstond
in liet airseuaal, in dó opslagplaats van tor
pedo's, brand, door het1 springen van een
stoombuis. Vijf of zes torpedo's van oude con
structie zijn vernield.
De oorlog in Oost-Azië.
Over den oorlog zijn de volgende berichten
Tsjifoe, 80 Juni. Vijftig Europeanen die
den 23. Port-Arthur verlieten, zijn heden
van de Duivenbaai hier aangekomen waar zij
zich den 28. in een jonk hebben ingescheept.
Zij zeggen ,dat in den zeeslag van den 23en
de Sevastopol licht beschadigd is. De repa»
ratiën zullen vijK-en dagen vorderen. De
adviesboot *\moev is zwaar beschadigd. Die-
zo Europeanen hebben niets gehoord van den
uitslag van het nachtelijke gevecht, waarin
<le Japanners beweren, dat een Russisch li
nieschip gezonken is.
Nioetsjwang, 80 Juni. De Russische torpe
dojager Burnkow is heden namiddag hier
aangekomen vaai Port Arthur. Om 3 uur
kwam de Burnkow de rivier in en twee uren
later legde zij aan naast de kanonneerboot
Sivoetsch.
Nioetsjwang, 30 Juni. Do aankomst van
den torpedojager „Burokoff' veroorzaakte
bij de inwoners groote opgewondenheid. Een
groote menigte stroomde aan de oevers der
rivier samen..
De officieren van de Burokoff verklaren
dat het rapport van Togo over de nederlaag
van de Russische vloot op don 26. overdre
ven is.
Zware regens blijven nog steeds in Mand-
sjocrije vallen die de wegen in modderpoelen
veranderen.
Petersburg80 Juni. Er loopt een hard
nekkig „gerucht. dat een Russische torpedo
boot uit. Port-Arthur te Inkon is aangeko
men. De bemanning ontkent het verlies van
schepen in den laatsten zeeslag voor Port-
Arthur. Het escader is geheel intact bin-
nengeloopen.
Petersburg80 Juni. Er is een Russische
torpedojager van Port Arthur te Nioets
jwang aangekomen. Het schip bericht, dat
de tijding van het- zinken en beschadigen
van Russische schepen niet waar is.
Tokio, 30 Juni. Men verkeert hier in on
zekerheid over de verliezen, doör dc Russen
geleden in hun laats ten uitval uit Port
Arthur. Het is mogelijk, dat geen van de
schepen is gezonkenhet kan zijn dat de
Pcreswjet des nachts in de haven gekomen
is. Aan den anderen kant zijn de Japanners
er zeker van, dat die torpedo's uitwerking
hebben gedaan op drie schepen.
Tokio, 80 Juni, 1 uur voormiddags. Een
telegram uit Gensan bericht, dat het eskader
van Wladiwostok heden voor de stad ver
schenen is. Drie torpedojagers doen thans
«en aanval.
Seoel, 80 Juni. Een officieel bericht meldt,
dat het Wladiwostok-escader ter 9tefkte van
drie kruisers, tien torpedoboote'n en torpe
dojagers heden voor Gen&on verscheen. Het
•wierp 180 granaten in de Japansche neder
zetting.
Tokio, 80 Juni. De Japansche vloot ver
trok naar het noorden. Zij zag echter het
Wladiwostok-eskader niet, en keerde daarom
terug.
Liao-yang, 29 Juni. De Japanners heb
ben den doortocht bij Motienling geforceerd,
daarbij van Liarnyang langs den oostelijiken
weg oprukkende. De Russische strijdmaoli1:
stond onder generaal Keiler en hield een ver
sterkte positie bezet, welke den weg aan
deze zijde van de bergpas bestreek.
Het doel der Japanners is de Russische
verbindingen ten noorden van Liaoyang af
te snijden, terwijl generaal Koeropatkin fei
telijk met de geheele Russische strijdmacht
in de nabijheid van Haitsjeng opereert.
Petersburg, 30 Juni. Generaal Koeropat
kin heeft dd. gisteren aan den Czaar ge
seind Nadat de Japanners den 27en do stad'
Ssenjoetsjen hadden ingenomen, trokken de
Russen met kleine verliezen in noordelijke
richting terug. Den 25en had een voorpos
tengevecht plaats bij Tamiargau. Den 26en
bezetten do Japanners Siandiao. In het ge
vecht bij Siahotau, op den 26on, werden de
Japanners teruggedreven en door de Russen
tot Siandiao vervolgd. Do Russen verloren
aan dooden en gewonden 2 officieren en 39
man.
Den 27en werd opnieuw het gevecht bij
Siahotau begonnen. De Russen dreven de
Japanners terug en brachten do Japansche
batterijen tot zwijgen. De Russen verloren
ongeveer 50 man. Den 26en bezetten de Ja
panners Tsjegwantien bij Siahotau. Don
27cn had een gevecht plaats bij den Da-li en-
pas, waarbij de Russen terugtrokken met
een verlies van ongeveer 200 man.
Den 26en bezetten de Japanners den Kon-
dialien-pas op den groot-en straatweg naar
Liaojang.
Sedert den 25en rukte de rechtervleugel
van de Japansche macht ook vooruit. Den
26en 's morgens werd Saiwatsd bezet. Een
afdeeling kozakken werd uit Saiwatsi ver
dreven.
Londen, 30 Juni. Het Japansche gezant
schap maakt het volgende telegram bekend
uit Tokio van hedenHet Japansche leger,
in drie kolonnes opgesteld, begon den 26en
de operatiën tot het bezetten van Fensjwi-
ling, waar de Russen hulp-verschansingen
hadden gebouwd. De Russen boden liardnek-
kigen tegenstand; doch onze troepen slaag
den er in, na hevige gevechten, den vijand
te omsingelen en ten slotte den 27en Fen-
sjwiling to nemen.
Meer dan negentig doode Russen werden
gevonden op den hoofdweg; hunne overi-
gc-m geledeai verliezen kunnen niet geraamd
v/orden. 88 Russen werden gevangen geno
men. De Japansche verliezen bedragen 170.
Officieele berichten van Russische zijde
over den zeeslag van 23 Juni voor Port
Arthur ontbreken nog steedsbij gebreke
daarvan wordt een bericht wereldkundig ge
maakt, door een Russisohen torpedojager te
Nioetsjwang aangebracht, dat er van bescha-
diging van Russische oorlogsschepen in die
ontmoeting geen sprake is. Dat deze torpedo
jager uit Port Arthur naar Nioetsjwang ge
komen as, steekt gunstig af bij de vroegere
werkloosheid der Russische marine geduren
de zoovele weken. Maar voor de vertrouw
baarheid van het bericht zou 't beter zijn,
als het vermeld word in een rapport van
Koeropatkiiu of van Alexejew aan den Kei
zer. Men weet van Russische zijde over dit
zeegevecht nog altijds niets meer dan dat
het. begonnen is. De Vossische Ztg. schrijft
over dit gevecht:
„Het resultaat van den zeestrijd voor Port
Arthur schijnt nu vastgesteld te zijn, en de
opgaven van Togo vinden volledige bevesti
ging. Twee van dc Russische linieschepen
en een kruiser liggen beschadigd op het
strand. Al is ook het eene van de liniesche
pen niet gezonken, zooals men aanvankelijk
meende, dan zijn toch alle drie schepen voor
goruimen tijd buiten gevecht gesteld. Het
eigenaardige in den loop van het gevecht
blijft, dat de Russische schejxm 't niet ge
waagd hebben hunne tegenstanders tegemoet
ROMAN
8 VAN
MORITZ VOIÏ BEICHENBACH
DOOR
HERMAN LIND.
„Altijd nog dezelfde!" mompelde Fred en
1 nochtans plooide daarbij een lachje zijn ern
stig gezicht. Toen dacht hij weder aan de
1 laatste brieven zijner moeder.
„Ik vrees, dat het niet mogelijk zal zijn om
de toelagen, die uw zusters krijgen, op het
zelfde bedrag te houden, had zij hem ge
schreven. „Als wiji „KLrona.u" maar -niet had
den moeten verkoopem, want zulk' een land
goed is altijd toch een heele steun. Nu heb
ben wij door de verschillende conversies ook
weer veel verloren. Ik spaar zooveel ik kan,
maar dat helpt niets."
„Arme mama!" kwam er over zijn lippen,
'terwijl zijn oog van die lange rij laarzen op
de vele elegante toiletartikelen viel, die zijn
vader zich had aangeschaft. Nooit had er in
mama's brieven een woord van beklag gestaan
over de verkwisting van zijn vader.
„Maar," had zij hem geschreven, „gij zijt
1 ongehuwd en met- u lijdt geen gezin mede,
gij zult dus de een of andere kleine ontbc-
Iring gemakkelijker kunnen dragen dan uw
zustors. Ik moet er u ook wel op wijzen, dat
gij, bij een infamtèrie-regimemt geplaatst.,
met de helft van uw toelage, die gij nu als ca-
vaUerie-officier noodig hebt, heter zult kun
nen rondkomen."
Dfte brief had over Fred's lot beslist en
hem de bekende advertentie in een der Ber-
lijnsche bladen doen stellen. De plaats waar
hij in garnizoen lag, was slechts een paar
uiur spore ut, van de boofdbtad verwijderd.
Zoo was 'them mogelijfk geweest Wanda's
oproeping te volgen en in buxgerkleeding
het avontuur te beginnen, dat hem de kans
bood om den uniform, waaraan hij met hart
en ziel gehecht was, verder te blijven dragen
„Er moet aan die ellende een einde komen,
zus of zoo! Gelid, geld heb ik noodig!" zoo
was ongeveer de grondtoon zijner stemming
in de laatste weken geweest. En nu gleed
zijn vader, vriendelijk lachend, langs die
brandende kwestie heen. Had zijn zoon dan
de zaken al te donker ingezien? Neen, neen,
dat kon nuet zijnzijn moeder ging persoon
lijk bij wind en weer naar de markt, om zoo
doende enkele stuivers uit te ejxaren, het
oude huis in de stad, dat met het buitengoed
heit eigendom der familie was geweest en al
leen nqg maar van de bezittingen was over
gebleven, stond nog altijd deftig en statig in
de Parkstraat der provinciestad maar li ?t
beschadigde stucadoorwerk, de afgebrokkelde
verf cn de dikwijls verstelde en toch nog ka
potte loopers, die op dó trappen lagen, ge
tuigden duidelijk genoeg van een met kracht
bestreden, maar niettemin in het oog loopend
verval.
Nadenkend cn in meer of minder gedrukte
stemming begaf Fred zich naar de ontbijtka
mer, waar zijn vader hem nan een gedekte
tafel zat af te wachten.
„Houd u aan den wijn en de sigaren, mijn
jongen, voor die twea dinger! eta ik in, maar
het andere schijnt niet veel zaaks te zijn.
Lenhard zegt, dat nu mama niet thuis is
„O, maar we hebben hier saucijsjes en ge
bakken aardappelen, het lievelingskostje uit
mijn jeugd; ik heb heusch niet anders noo
dig, papa
„Nu, ik moet je zeggen, dat ik zulk tuig
niet kan eten, maar chaucun son goüt!
Hoe vindt je dat wijntje?"
„Uitstekend."
„Niet waar? Dat s nog een verrassing van
mamaEn vertel mij nu eens, Fred, hoc kom
je opeens met verlof? Toch niets onaange
naams?"
„Ik hoop althans van niet. Zooals ge wel
weet, was 'b uw wensch, dat ik mij zou latm
overplaatsen
„De duivel mag mij halen, als ik dat ooit
heb gewenscht, Fred! Het was hoogstens «en
zinspeling op iets, dat misschien metterti;ü
wel noodftg cn wcnschetijk zou kunnen zija!
Je hebt er toch niet dadelijk werk van ge
maakt?"
„Dat niet, papa, maar als ik den huzaren
uniform aan den kapstok zou moeten han
gen, dan ook maar hoc eer, hoe beter!"
„Precies uw moeder! Er ligt toch iets zon
derlings in die erfelijkheid van het bloed!
Je moeder is ook altijd met haar „hoe eer
hoo "beter" in do weer, al leg ik het haar
ook lang en breed uit, dat liet veel verstan
diger is eon beetje op „zienkoanen" te wach
ten.
Ik doe tegenwoordig nog al veel aan Uc
zoogenoemde bespiegelende wijsbegeerte,
Fred, en zoo heb ik dezer dagen enkele schel
sen gemaakt, waarin ik, naar ik meen, klaar
en kort hob uiteengezet, hoe iemand, die de
drie grootste factoren tot hot levensgeluk he-
z't, n.l. een gezond gestold, een helder hoofd
en een tintje humor, de tovredenste menich
van do wereld is. Wacht, ik zal die dingen
even voor u gaan halen
„Waarlijk, papa, ik bewonder u, dat ge Dij
zooveel ernstige zorgen
„Maar, mijn lieve jotngen, geen mensch
komt de ernstige zorgen ooit te boven door
or over te zitten tobben Wie leeft er zonder
zorg? Niemand, niet waar? Het individu
hoeft ze en de geheele maatschappij;! En
daarmede komen wij op het sociale vraagstuk,
waarvoor men, mijns inziens, eon gansch ver
keerde oplossing zoekt."
Hier werd de dour geopend.
„Fred, mijn Fred! Mijn lieve, beste jon
gen, ben jij daar werkelijk?"
Er volgde een innige omluelzinrg met een
tal van kussen.
„Wil jo wel gelooven, Fred,'- klonk het
toen weer, „dat ik al menigmaal bij mezelf
heb gezegd, dat het zoo goed zou zijm, als j©
dezer dagen eens overkwam Er i& toch zoo-
voel to bespreken, wat moeielijk in brieven
kan worden afgedaan. 'Brieven zijn altoos
meer of min eenzijdig en missen het „voor"
en „tegen", dat bij oen gesprok dadelijk in
'toog springt."
Welk ecu viloed van woonden bij die arm©
vrouw, die anders vooral in de laatste
jaren meor handelend, dan sprekend op
trad! Eeniigszins verlegen zag zij op naar
haar man, uit wiens verhit gelaat*zij wel
begreep, dat deze weder qp zijn lievolings-
thoma tot hervorming der maateohappijlijke
toestanden gekomen was.
„Ik heb toeft- geen interessant gesprek ge
stoord, wil ik hopen?" vroeg zij nederig.
„O, jij stoort nooit, Mariezeide hij, met
do hoffelijkheid, dio hom eigen was, tot de
vrouw, uto hij werkelijk zielslief had.
„Nu toeft wel een beetje," aneendo zij
glimlachend. „Spreek maar gerust verder,
Edmilnd, wc zullen later wel op dat andere
thema terugkomen ja, wat ik zeggen wil,
Fred. zij,t ge hier vliegensvlug, of
„Ik heb tot overmorgen den tijd, mama!"
„Nu, dan is alles goed! Toe, Edmund,
nu voort uw vader heeft hier zoo weinig
gelegenheid, om iemaud zijn donkbeelden te
ontvouwen," voegde zij er -bij, alleen voor
Fred verstaanbaar.
„Och, wat zal ik u nog meer zeggen," her
nam. de graaf schouderophalend, „ik acht het
altijd verkeerd een „doeniet" te zijn, al ligt
men- ook voor oudroest in. een hoek! Ja,
maar dat wilde ik u nog wel zoggen,
Fred
En zijn vrouw vriendelijk toeknikkend,
ging hij voort van zijn laateten letterkundi
gen arbeid te spreken Hij was bij. 't bin
nenkomen zijiner vrouw al bevreesd geweest
voor 't goon hiji voor "zich zelf hare klaag
liederen noemde en nu in zekeren zin ver
heugd, dat hij dien 6lag had afgewend en
zelf eens een verstandig wootrd mocht spre
ken met den zoon, die zooals hij heel goed
wist ook geenszins van verstand was mis
deeld.
Fred legde den arm zijner moeder op den
zijne en hield hare hand omvat, 't Ging hem
als een steek door het hart, toen hij zoo
doende wel moest opmerken, hoe die hand
niet meer zacht en wit was als voorheen,
maar rood en ruw als de hand van een
dienstbode.
Wordt vervolgd.