nr. Vrijdag 1 Juli 1904. SaWS:":T:-1 BUITENLAND. FEUILLETON. GRAAF W. 62. 3de Jaargang:. AMERSFOORTSCH DAGRLAD. ABONNEMENTSPRIJS Par 3 maanden voor Amersfoortf L2S. Idem ffanóo per post- 1.75. -15sonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advèrtentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgeversi VALKHOFF a C». Utr echtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTEjm$JT: Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voord gelige be het herhaald advérteëren in dit Blad bij circulaire, bevattende de voorwaarden} wordt op aan vraag toegozonaen. Politiek Overzicht De oongregatifin in Spanje. Ook in Spanje is het vraagstuk der gods dienstige congregatiën thans aan de orde. De regeering heeft aan de Cortes de over eenkomst met 'het Vaticaan overgelegd, waardoor de rechtspositie van do godsdien stige orden en congregatiën in het Vati caan op nieuw geregeld wordt. Natuurlijk ademt deze regeling een geheel anderen geest dan die, welke den strijd bebeerscht, die aan de andere zijde van de Pyreneeën, in Frankrijk, tegen de congregatiën wordt gevoerd. Deze nieuwe overeenkomst steunt op het concordaat, dat eene halve eeuw geleden, den 15en October 1852, tussohen Spanje en het Vatioaan gesloten werd en dat slechts door groote toegevendheid der regeering van den Heiligen Stoel en van de geeste lijkheid verkregen werd. Tijdens de hevige crisissen, die Spanje in den loop van de laat ste halve eeuw heeft doorgestaan, is de ver houding tusschen Spanje en hot Vaticaan natuurlijk aan allerlei wisselingen blootge steld geweest. In 1861 begon de verkoop van de goederen van kerken, kloosters en stichtingen, die kort daarna gestaakt werd, om in 1865 onder het ministerie O'Donnel hervat te worden. In de eerste jaren na den val van Koningin Isabella in 1868 wer den vele kloosters en ook de Jezuïeten-orde opgehevenzelfs werd de absolute scheiding van Kerk en Staat uitgesproken. Maar met de restauratie van 1874 kwaan de omkee ring. Ca novas del Castillo gaf aan de Kerk de nog niet verkochte geestel»»ke goederen terug en beloofde haar het volledige herstel van het conoordaat. Het overwicht, dat hiermede aan de Kerk weder verzekerd was, verwekte intussahen in het land eene steeds aangroeiende bewe ging, die hare uitdrukking vond in protes ten en manifestatiën der bevolking, waaruit meermalen bloedige botsingen voortvloeiden. In talrijke adressen werd de scheiding van Kerk en Staat verlangd, en inzonderheid werd der regeering op het hart gedrukt de uitoefening van bedrijven aan de congrega tiën te verbieden. Sagasta kwam gedurende zijne laatste ministerschap tot het inzicht, dat er tegen de oongregatiën iets moest wor den gedaan. In September 1901 werd een koninklijk ^esluit uitgevaardigd, dat de in schrijving van alle godsdienstige en politieke oorporatiën in de registers van de prefec tuur gelastte. Nadat in Mei 1902 de jeug dige Koning de regeering had aanvaard, knoopte Sagasta onderhandelingen aan met het Vaticaan. Men wilde van Spaansche zijde trachten daarmee het volgende te be reiken Vermindering van de bisschopsze tels, onderwerping van de godsdienstige ge nootschappen aan de belastingen, afschaffing van de in het concordaat niet erkende con gregatiën. Do onderhandelingen liepen ech ter op niets uit. Toen Sagasta het ambt van minister-president neerlegde en kort daarna overleed, was er nog niets verkregen. Van de conservatieve kabinetten, die daar op zijn gevolgd, hield het kabinet-Silvela de zaak op sleeptouw. Het zeer onder clericalen invloed staande kabinet-Maura heeft de on derhandelingen weder opgevat en ten einde gebracht?. Over de uitkomsten, die verkregen zijn, bericht de Madridsche correspondent van de Vossische Ztg. „Alle in Spanje thans bestaande congre gatiën hebben nu het burgerrecht verkregen, terwijl vroeger hunne rechtspositie twijfel achtig was in zóó verre, dat het concordaat' slechts aan drie met name genoemde geeste lijke orden het recht verleende in Spanje nederzettingen te hebben. De vestiging van nieuwe orden zal in de toekomst afhankelijk zijn van de toestemming van den paus en <L regeering. De vreemde orde-leden, die in Spanje eene congregatie willen vormen, zullen zich vooraf moeten laten naturaliseeron, en het vermogen van de orden, evenals huune bedrijfsondernemingen zullen de voor de overige stadsburgers geldende belastingen moeten betalen; maar de orden zullen niet aan het gemeene recLt, maar aan het gezag van den paus en van de bisschoppen onder worpen zijn en telkens wanneer er conflicten ontstaan tusschen de burgerlijke wetten eo de orde, zullen die het onderwerp uitmaken vau onderhandelingen tusschen deoj Staat en het Vaticaan. „Aan den bestaanden toestand verandert de overeenkomst, die gesloten is, niet veel, wan neer men de bepalingen over de vestiging van nieuwe orden en de onderwerping van de nijverheids-inrichtingen en de bezittingen der kloosters aan den belastingplicht ter zijde laat, wrnt niemand had verwacht, dat de talrijke in Spanje bestaande kloosters nu zouden wenden opgeheven. De liberalen, wier organen zich bitter verontwaardigd aanstellen over het „succes van de clericalen," hebben zelf den grondslag geleverd tot dit succes, door toen zij nog aan het roer waren, een besluit uit te vaar digen, dat aan alle orden door de eenvoudige inschrijving op de prefectuur voorloopig bur gerrecht verleende. Dit- voorloopige recht is nu in een definitief recht veranderd. Bij den aan het hof heerschende clericalen geest kan men er mee tevreden zijn, dat er althans voor de vestiging van nieuwe orden zekere gren zen zijn getrokken. In ieder geval is het ecb ter te betreuren, dat de nieuwe overeenkomst de kwestie van de'godsdienstige bongregatiën in haar ganschen bedonkelijken omvang laat voortbestaan. Steeds zullen de kloosters het volksonderwijs in handen hebben en door hunne veelzijdige industrieele werkzaamheid handel en bedrijf benadeclen. De verbittering onder het volk zal voortduren en steeds iedere gelegenheid aangrijpen om zich door daden van geweud lucht te maken." Duitschland. Evenals bij ons, is men in Duitschland al les behalve tevreden over den toestand van de zalinvi3sciherij, maar daar geeft men aan Nederland de schuld van dien toestand. In de rijksdag werd bij de laatste beraadslagin gen over de begrooting er zeer <xver geklaagd dat de zalm-vissoherij op den Rijn in Neder land zóódanig wordt uitgeoefend dat het streven van Duitsche zijde tot vermeerde ring van de zalm in deze rivier, te niet ge daan wordt. Naar de „Nat. lib. Korr". verneemt is de D'uit&ahe regeering wederom in onderhan deling getreden met de Nederlandsche met het doel om de visscherij aan den mond van den Rijn te beperken overeenkomstig den wensch der Duitsche Rij n-vissohers. Frankrijk. De minister van marine Pelletan heeft bij de Fransche Kamer een suppletoir© be grooting ingediend voor zijn departement ten bedrage van 9.851.000 francs om het Oost-Aziat isaho eskader aan te vullen met een afdceliug torpedojagerskolenstations op te richk n te Saigon en Diego Suarez, ammunitie te zeilden naai' Saigon en Bizerta en deza havens te voorzien van torpedo's. Engeland. De totale iuaomsten van hot Vereenigde Konikrijk in het heden eindigende kwartaal bedragen 34722.869 j. st., zijnde eene ver mindering Van 2.688.044 p. st. vergeleken met het overeenkomstige kwartaal van 1903. Oosten rij k-H ongarije. Daar de rijksraad ten gevolge van de ob structie in gebreke- gebleven is de begroo ting te behandelen, moet in Oostenrijk de dienst met behulp van art-. 14 der grond wet gaande gehouden worden. De Wiener Zeitung bevat een keizerlijk besluit, waar door, op grond van het noodartikel der grond wet, machtiging verleend wordt tot het doen. van uitgaven ten behoeve van den staats dienst tot aan het einde van het loopende- jaar. Verder is bij keizerlijk besluit het „quo tum", d. i. de maatstaf ter bepaling van het aandeel der beide rijkshelften in de uitgaven ten behoeve van den rijksdienst tot einde 1905 is vastgesteld. Na aftrek van de 2 pet., die ten laste van Hongarije komen voor het voormalige militaire grensgebied, is het aan deel bepaald op 66 44/49 voor de Oostenrijk- scho en op 33 3/49 voor de Hongaarsche lan den. Balkan-Staten. Een bericht uit Serres gewaagt van een afschuwelijke misdaad, die begaan is door een Bullgaarsche bende in het dorp Djigorovo, dis trict Serres. Een Grieksclie notabele werd vermoord, zijne familie levens verbrand, ter wijl aan twee buren de buik werd opengesne den. Rusland. In den nacht van den 29. op den 30. Juni heeft te Kroonstad een verschrikkelijke branod gevoed. De brand is ontstaan door eene ont ploffing, die het arsenaal en het chemisch laboratorium voor een deel vernielde Men onderstelt, dat men hier te doen heeft met eene daad van kwaadwilligen. Tweede bericht. De eerste berichten uit. Kroonstad verwekten hier groote ont steltenis. Allerlei geruchten deden de ronde, doch volgens de laatste inliahtingen, uit uit stekende bron, rechtstreeks van Kroonstad ontvangen, komen de feiten hierop neerDe brand ontstond te Kroonstad in het houten gebouw, dat gebruikt wordt voor opslag plaats van torpedo's. In dit gebouw waren acht niet geladen torpedo's, die toen zij sprongen, een verschrikkelijk geraas maak ten, zoodat de meeniug ontstond, diat er eene ernstige ontploffing plaats had. Vijftig matrozen van den kruiser Svetland werden dadelijk ontboden; door hunne ijve rige bemoeiingen werd de brand spoedig ge- bluscht. Het officieele bericht van het voorgevallene luidtIn den afgeloopen nacht ontstond in liet airseuaal, in dó opslagplaats van tor pedo's, brand, door het1 springen van een stoombuis. Vijf of zes torpedo's van oude con structie zijn vernield. De oorlog in Oost-Azië. Over den oorlog zijn de volgende berichten Tsjifoe, 80 Juni. Vijftig Europeanen die den 23. Port-Arthur verlieten, zijn heden van de Duivenbaai hier aangekomen waar zij zich den 28. in een jonk hebben ingescheept. Zij zeggen ,dat in den zeeslag van den 23en de Sevastopol licht beschadigd is. De repa» ratiën zullen vijK-en dagen vorderen. De adviesboot *\moev is zwaar beschadigd. Die- zo Europeanen hebben niets gehoord van den uitslag van het nachtelijke gevecht, waarin <le Japanners beweren, dat een Russisch li nieschip gezonken is. Nioetsjwang, 80 Juni. De Russische torpe dojager Burnkow is heden namiddag hier aangekomen vaai Port Arthur. Om 3 uur kwam de Burnkow de rivier in en twee uren later legde zij aan naast de kanonneerboot Sivoetsch. Nioetsjwang, 30 Juni. Do aankomst van den torpedojager „Burokoff' veroorzaakte bij de inwoners groote opgewondenheid. Een groote menigte stroomde aan de oevers der rivier samen.. De officieren van de Burokoff verklaren dat het rapport van Togo over de nederlaag van de Russische vloot op don 26. overdre ven is. Zware regens blijven nog steeds in Mand- sjocrije vallen die de wegen in modderpoelen veranderen. Petersburg80 Juni. Er loopt een hard nekkig „gerucht. dat een Russische torpedo boot uit. Port-Arthur te Inkon is aangeko men. De bemanning ontkent het verlies van schepen in den laatsten zeeslag voor Port- Arthur. Het escader is geheel intact bin- nengeloopen. Petersburg80 Juni. Er is een Russische torpedojager van Port Arthur te Nioets jwang aangekomen. Het schip bericht, dat de tijding van het- zinken en beschadigen van Russische schepen niet waar is. Tokio, 30 Juni. Men verkeert hier in on zekerheid over de verliezen, doör dc Russen geleden in hun laats ten uitval uit Port Arthur. Het is mogelijk, dat geen van de schepen is gezonkenhet kan zijn dat de Pcreswjet des nachts in de haven gekomen is. Aan den anderen kant zijn de Japanners er zeker van, dat die torpedo's uitwerking hebben gedaan op drie schepen. Tokio, 80 Juni, 1 uur voormiddags. Een telegram uit Gensan bericht, dat het eskader van Wladiwostok heden voor de stad ver schenen is. Drie torpedojagers doen thans «en aanval. Seoel, 80 Juni. Een officieel bericht meldt, dat het Wladiwostok-escader ter 9tefkte van drie kruisers, tien torpedoboote'n en torpe dojagers heden voor Gen&on verscheen. Het •wierp 180 granaten in de Japansche neder zetting. Tokio, 80 Juni. De Japansche vloot ver trok naar het noorden. Zij zag echter het Wladiwostok-eskader niet, en keerde daarom terug. Liao-yang, 29 Juni. De Japanners heb ben den doortocht bij Motienling geforceerd, daarbij van Liarnyang langs den oostelijiken weg oprukkende. De Russische strijdmaoli1: stond onder generaal Keiler en hield een ver sterkte positie bezet, welke den weg aan deze zijde van de bergpas bestreek. Het doel der Japanners is de Russische verbindingen ten noorden van Liaoyang af te snijden, terwijl generaal Koeropatkin fei telijk met de geheele Russische strijdmacht in de nabijheid van Haitsjeng opereert. Petersburg, 30 Juni. Generaal Koeropat kin heeft dd. gisteren aan den Czaar ge seind Nadat de Japanners den 27en do stad' Ssenjoetsjen hadden ingenomen, trokken de Russen met kleine verliezen in noordelijke richting terug. Den 25en had een voorpos tengevecht plaats bij Tamiargau. Den 26en bezetten do Japanners Siandiao. In het ge vecht bij Siahotau, op den 26on, werden de Japanners teruggedreven en door de Russen tot Siandiao vervolgd. Do Russen verloren aan dooden en gewonden 2 officieren en 39 man. Den 27en werd opnieuw het gevecht bij Siahotau begonnen. De Russen dreven de Japanners terug en brachten do Japansche batterijen tot zwijgen. De Russen verloren ongeveer 50 man. Den 26en bezetten de Ja panners Tsjegwantien bij Siahotau. Don 27cn had een gevecht plaats bij den Da-li en- pas, waarbij de Russen terugtrokken met een verlies van ongeveer 200 man. Den 26en bezetten de Japanners den Kon- dialien-pas op den groot-en straatweg naar Liaojang. Sedert den 25en rukte de rechtervleugel van de Japansche macht ook vooruit. Den 26en 's morgens werd Saiwatsd bezet. Een afdeeling kozakken werd uit Saiwatsi ver dreven. Londen, 30 Juni. Het Japansche gezant schap maakt het volgende telegram bekend uit Tokio van hedenHet Japansche leger, in drie kolonnes opgesteld, begon den 26en de operatiën tot het bezetten van Fensjwi- ling, waar de Russen hulp-verschansingen hadden gebouwd. De Russen boden liardnek- kigen tegenstand; doch onze troepen slaag den er in, na hevige gevechten, den vijand te omsingelen en ten slotte den 27en Fen- sjwiling to nemen. Meer dan negentig doode Russen werden gevonden op den hoofdweg; hunne overi- gc-m geledeai verliezen kunnen niet geraamd v/orden. 88 Russen werden gevangen geno men. De Japansche verliezen bedragen 170. Officieele berichten van Russische zijde over den zeeslag van 23 Juni voor Port Arthur ontbreken nog steedsbij gebreke daarvan wordt een bericht wereldkundig ge maakt, door een Russisohen torpedojager te Nioetsjwang aangebracht, dat er van bescha- diging van Russische oorlogsschepen in die ontmoeting geen sprake is. Dat deze torpedo jager uit Port Arthur naar Nioetsjwang ge komen as, steekt gunstig af bij de vroegere werkloosheid der Russische marine geduren de zoovele weken. Maar voor de vertrouw baarheid van het bericht zou 't beter zijn, als het vermeld word in een rapport van Koeropatkiiu of van Alexejew aan den Kei zer. Men weet van Russische zijde over dit zeegevecht nog altijds niets meer dan dat het. begonnen is. De Vossische Ztg. schrijft over dit gevecht: „Het resultaat van den zeestrijd voor Port Arthur schijnt nu vastgesteld te zijn, en de opgaven van Togo vinden volledige bevesti ging. Twee van dc Russische linieschepen en een kruiser liggen beschadigd op het strand. Al is ook het eene van de liniesche pen niet gezonken, zooals men aanvankelijk meende, dan zijn toch alle drie schepen voor goruimen tijd buiten gevecht gesteld. Het eigenaardige in den loop van het gevecht blijft, dat de Russische schejxm 't niet ge waagd hebben hunne tegenstanders tegemoet ROMAN 8 VAN MORITZ VOIÏ BEICHENBACH DOOR HERMAN LIND. „Altijd nog dezelfde!" mompelde Fred en 1 nochtans plooide daarbij een lachje zijn ern stig gezicht. Toen dacht hij weder aan de 1 laatste brieven zijner moeder. „Ik vrees, dat het niet mogelijk zal zijn om de toelagen, die uw zusters krijgen, op het zelfde bedrag te houden, had zij hem ge schreven. „Als wiji „KLrona.u" maar -niet had den moeten verkoopem, want zulk' een land goed is altijd toch een heele steun. Nu heb ben wij door de verschillende conversies ook weer veel verloren. Ik spaar zooveel ik kan, maar dat helpt niets." „Arme mama!" kwam er over zijn lippen, 'terwijl zijn oog van die lange rij laarzen op de vele elegante toiletartikelen viel, die zijn vader zich had aangeschaft. Nooit had er in mama's brieven een woord van beklag gestaan over de verkwisting van zijn vader. „Maar," had zij hem geschreven, „gij zijt 1 ongehuwd en met- u lijdt geen gezin mede, gij zult dus de een of andere kleine ontbc- Iring gemakkelijker kunnen dragen dan uw zustors. Ik moet er u ook wel op wijzen, dat gij, bij een infamtèrie-regimemt geplaatst., met de helft van uw toelage, die gij nu als ca- vaUerie-officier noodig hebt, heter zult kun nen rondkomen." Dfte brief had over Fred's lot beslist en hem de bekende advertentie in een der Ber- lijnsche bladen doen stellen. De plaats waar hij in garnizoen lag, was slechts een paar uiur spore ut, van de boofdbtad verwijderd. Zoo was 'them mogelijfk geweest Wanda's oproeping te volgen en in buxgerkleeding het avontuur te beginnen, dat hem de kans bood om den uniform, waaraan hij met hart en ziel gehecht was, verder te blijven dragen „Er moet aan die ellende een einde komen, zus of zoo! Gelid, geld heb ik noodig!" zoo was ongeveer de grondtoon zijner stemming in de laatste weken geweest. En nu gleed zijn vader, vriendelijk lachend, langs die brandende kwestie heen. Had zijn zoon dan de zaken al te donker ingezien? Neen, neen, dat kon nuet zijnzijn moeder ging persoon lijk bij wind en weer naar de markt, om zoo doende enkele stuivers uit te ejxaren, het oude huis in de stad, dat met het buitengoed heit eigendom der familie was geweest en al leen nqg maar van de bezittingen was over gebleven, stond nog altijd deftig en statig in de Parkstraat der provinciestad maar li ?t beschadigde stucadoorwerk, de afgebrokkelde verf cn de dikwijls verstelde en toch nog ka potte loopers, die op dó trappen lagen, ge tuigden duidelijk genoeg van een met kracht bestreden, maar niettemin in het oog loopend verval. Nadenkend cn in meer of minder gedrukte stemming begaf Fred zich naar de ontbijtka mer, waar zijn vader hem nan een gedekte tafel zat af te wachten. „Houd u aan den wijn en de sigaren, mijn jongen, voor die twea dinger! eta ik in, maar het andere schijnt niet veel zaaks te zijn. Lenhard zegt, dat nu mama niet thuis is „O, maar we hebben hier saucijsjes en ge bakken aardappelen, het lievelingskostje uit mijn jeugd; ik heb heusch niet anders noo dig, papa „Nu, ik moet je zeggen, dat ik zulk tuig niet kan eten, maar chaucun son goüt! Hoe vindt je dat wijntje?" „Uitstekend." „Niet waar? Dat s nog een verrassing van mamaEn vertel mij nu eens, Fred, hoc kom je opeens met verlof? Toch niets onaange naams?" „Ik hoop althans van niet. Zooals ge wel weet, was 'b uw wensch, dat ik mij zou latm overplaatsen „De duivel mag mij halen, als ik dat ooit heb gewenscht, Fred! Het was hoogstens «en zinspeling op iets, dat misschien metterti;ü wel noodftg cn wcnschetijk zou kunnen zija! Je hebt er toch niet dadelijk werk van ge maakt?" „Dat niet, papa, maar als ik den huzaren uniform aan den kapstok zou moeten han gen, dan ook maar hoc eer, hoe beter!" „Precies uw moeder! Er ligt toch iets zon derlings in die erfelijkheid van het bloed! Je moeder is ook altijd met haar „hoe eer hoo "beter" in do weer, al leg ik het haar ook lang en breed uit, dat liet veel verstan diger is eon beetje op „zienkoanen" te wach ten. Ik doe tegenwoordig nog al veel aan Uc zoogenoemde bespiegelende wijsbegeerte, Fred, en zoo heb ik dezer dagen enkele schel sen gemaakt, waarin ik, naar ik meen, klaar en kort hob uiteengezet, hoe iemand, die de drie grootste factoren tot hot levensgeluk he- z't, n.l. een gezond gestold, een helder hoofd en een tintje humor, de tovredenste menich van do wereld is. Wacht, ik zal die dingen even voor u gaan halen „Waarlijk, papa, ik bewonder u, dat ge Dij zooveel ernstige zorgen „Maar, mijn lieve jotngen, geen mensch komt de ernstige zorgen ooit te boven door or over te zitten tobben Wie leeft er zonder zorg? Niemand, niet waar? Het individu hoeft ze en de geheele maatschappij;! En daarmede komen wij op het sociale vraagstuk, waarvoor men, mijns inziens, eon gansch ver keerde oplossing zoekt." Hier werd de dour geopend. „Fred, mijn Fred! Mijn lieve, beste jon gen, ben jij daar werkelijk?" Er volgde een innige omluelzinrg met een tal van kussen. „Wil jo wel gelooven, Fred,'- klonk het toen weer, „dat ik al menigmaal bij mezelf heb gezegd, dat het zoo goed zou zijm, als j© dezer dagen eens overkwam Er i& toch zoo- voel to bespreken, wat moeielijk in brieven kan worden afgedaan. 'Brieven zijn altoos meer of min eenzijdig en missen het „voor" en „tegen", dat bij oen gesprok dadelijk in 'toog springt." Welk ecu viloed van woonden bij die arm© vrouw, die anders vooral in de laatste jaren meor handelend, dan sprekend op trad! Eeniigszins verlegen zag zij op naar haar man, uit wiens verhit gelaat*zij wel begreep, dat deze weder qp zijn lievolings- thoma tot hervorming der maateohappijlijke toestanden gekomen was. „Ik heb toeft- geen interessant gesprek ge stoord, wil ik hopen?" vroeg zij nederig. „O, jij stoort nooit, Mariezeide hij, met do hoffelijkheid, dio hom eigen was, tot de vrouw, uto hij werkelijk zielslief had. „Nu toeft wel een beetje," aneendo zij glimlachend. „Spreek maar gerust verder, Edmilnd, wc zullen later wel op dat andere thema terugkomen ja, wat ik zeggen wil, Fred. zij,t ge hier vliegensvlug, of „Ik heb tot overmorgen den tijd, mama!" „Nu, dan is alles goed! Toe, Edmund, nu voort uw vader heeft hier zoo weinig gelegenheid, om iemaud zijn donkbeelden te ontvouwen," voegde zij er -bij, alleen voor Fred verstaanbaar. „Och, wat zal ik u nog meer zeggen," her nam. de graaf schouderophalend, „ik acht het altijd verkeerd een „doeniet" te zijn, al ligt men- ook voor oudroest in. een hoek! Ja, maar dat wilde ik u nog wel zoggen, Fred En zijn vrouw vriendelijk toeknikkend, ging hij voort van zijn laateten letterkundi gen arbeid te spreken Hij was bij. 't bin nenkomen zijiner vrouw al bevreesd geweest voor 't goon hiji voor "zich zelf hare klaag liederen noemde en nu in zekeren zin ver heugd, dat hij dien 6lag had afgewend en zelf eens een verstandig wootrd mocht spre ken met den zoon, die zooals hij heel goed wist ook geenszins van verstand was mis deeld. Fred legde den arm zijner moeder op den zijne en hield hare hand omvat, 't Ging hem als een steek door het hart, toen hij zoo doende wel moest opmerken, hoe die hand niet meer zacht en wit was als voorheen, maar rood en ruw als de hand van een dienstbode. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1904 | | pagina 1